Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van 28 januari 2019, houdende wijziging van de Regeling staten financiële ondernemingen Wft 2011

De Nederlandsche Bank N.V.;

Gelet op artikel 131 van het Besluit prudentiële regels Wft 2011;

Na consultatie van de betrokken representatieve organisaties en het bredere publiek;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling staten financiële ondernemingen Wft 2011 wordt gewijzigd als volgt:

A

In bijlage 15 worden tabel A en B vervangen door respectievelijk de volgende twee tabellen.

Toelichting bij de tabellen A en B

  • Deze rapportages bevatten een opgave van deposito’s zoals gedefinieerd in de Wft, Afdeling 1.1.1., Artikel 1:1, ongeacht of en in hoeverre de verplichtingen en/of cliënten wel of niet in aanmerking komen voor het DGS en gedekt worden na activering van het DGS.

  • Niet opgenomen worden deposito’s aangehouden bij de centrale bank, interbancaire deposito’s en deposito’s die worden aangehouden bij buitenlandse dochters, alsmede een bijkantoor in een staat die geen EER lidstaat is (kolom 07 wordt niet ingevuld).

  • Eventuele saldi luidende in een andere valuta dan euro dienen te worden omgerekend tegen de door de ECB gepubliceerde referentiekoersen op de laatste dag van de verslagperiode. Een bank mag bij deze berekening ook gebruikmaken van wisselkoersen gepubliceerd door koersinformatieleveranciers.

  • Alle velden met een (v) moeten worden ingevuld. De velden met een (b) worden berekend.

  • 1) Uitgangspunt zijn de totale omvang van deposito's (niet zijnde deposito's van kredietinstellingen) conform definitie in de DGSD. Indien deze omvang verschilt met de verplichtingen in FINREP (regel 200), kan de rapporteur op verzoek van DNB een kwantitatieve toelichting verstrekken van het verschil tussen regel 001 en regel 200.

  • 2) Verplichtingen (aantallen en saldi) aangegaan vanuit Nederlandse vestigingen/kantoren (kolom 01 en 04), eventueel in de vorm van grensoverschrijdende dienstverlening, en verplichtingen aangegaan vanuit bijkantoren gevestigd in een EER-land (kolom 02 en 05).

  • 3) Overige financiële ondernemingen zijn financiële ondernemingen als bedoeld in artikel 1:1 van de Wft anders dan kredietinstellingen.

  • 4) Dit betreft de bankspaardeposito’s eigen woning, voor zover deze ingevolge artikel 3:265d van de Wft worden verrekend met een verbonden eigen woningschuld. Deze deposito’s worden niet door het depositogarantiestelsel gegarandeerd conform artikel 29.01, lid 2, sub e van het Besluit bijzondere prudentiële maatregelen, beleggerscompensatie en depositogarantie Wft.

  • 5) Rekeningsaldi dienen slechts op één regel te worden ingevuld. Bijvoorbeeld: bij een rekening met een saldo van EUR 110.000 dient op regel 018 of 019 een bedrag van 110 te worden gerapporteerd en niet een bedrag van 100 op regel 017 en 10 op regel 018 of 019.

  • 6) Overige rekeningen betreft alle overige rekeningen met meer dan één gerechtigde.

  • 7) De bedragen in regels 010 en 022 dienen gelijk te zijn en omvatten zowel zakelijke als particuliere cliënten.

  • 8) In kolom 01 dient het aantal rekeningen (in eenheden) bij Nederlandse vestigingen/ kantoren, respectievelijk in kolom 02 het aantal rekeningen (in eenheden) bij EER-bijkantoren in elk van de onderscheiden saldi categorieën, zoals in kolommen 04 en 05 gespecificeerd, te worden gerapporteerd. Voor zover (een) individuele rekeninghouder(s) meerdere rekeningen heeft (hebben), dienen noch het aantal rekeningen per rekeninghouder, noch de saldi daarvan te worden gecumuleerd. Bijvoorbeeld: één rekeninghouder heeft drie rekeningen met een saldo van EUR 30.000, EUR 60.000 en EUR 120.000. Op regel 017 tot EUR 100.000 dient u de rekening met EUR 30.000 én de rekening met EUR 60.000 en het aantal rekeningen van twee op dezelfde regel in kolom 01 of 02 op te nemen. De rekening met het saldo van EUR 120.000 komt op de regel van saldogrootte > EUR 100.000 en met het aantal van één rekening in kolom 01 of 02.

  • 9) Dit betreft de aggregatie van de gegarandeerde bedragen per depositohouder, zoals blijkend uit het individueel klantbeeld.

  • 10) Dit betreft de schatting van de totale omvang van de gegarandeerde deposito's op basis van aantallen deposito's en saldi, zonder rekening te houden met depositohouders die meer dan één rekening hebben.

  • 11) Verplichtingen uit tabel 08.01.a. in FINREP: regel 050 -/- 060 -/- 160 (voor kolommen 010 + 020 + 030).

ARTIKEL II

Het gewijzigde format conform deze regeling moet voor het eerst worden toegepast bij de rapportage per 30 september 2019.

De regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Amsterdam, 29 januari 2019

De Nederlandsche Bank N.V. N. Stolk, directeur

TOELICHTING

In juli 2017 is de Regeling Staten Financiële Ondernemingen aangepast, waarbij bijlage 15 is toegevoegd welke bestaat uit drie tabellen. Aan de hand van tabel A en B verstrekt een bank gegevens betreffende de deposito’s die worden gegarandeerd uit hoofde van het depositogarantiestelsel. Deze tabellen bevatten een opgave van de deposito’s conform de verplichtingen uit tabel 08.01.a in FINREP, regel 050 -/- 060 -/- 160 (voor kolommen 010 + 020 + 030). De definitie van deze verplichtingen in FINREP wijkt echter af van de definitie van deposito’s conform artikel 2, derde lid, van de Europese richtlijn voor depositogarantiestelsels (2014/49/EU, ook bekend als DGSD). Dit kan resulteren in een verschil tussen de opgave in FINREP en de tabellen A en B. De wijziging van tabel A en B geeft inzicht in het eventuele verschil tussen de omvang van de gerapporteerde deposito’s als gevolg van deze definitieverschillen.

In tabel A en B wordt regel 001 verplaatst naar een nieuwe regel 200. Bijbehorende voetnoot krijgt een nieuw nummer (11). Regel 001 wordt een nieuwe regel, waarin banken de totale omvang opnemen van bij de bank aangehouden deposito’s conform de definitie van deposito’s in de DGSD. Voetnoot 1 is hierop aangepast. Een bank kan op verzoek van De Nederlandsche Bank een kwantitatieve toelichting verstrekken in het geval de omvang van deposito’s in regel 001 en regel 200 verschilt.

Daarnaast wordt in de toelichting bij de tabellen conform artikel 4 van de Beleidsregel Individueel Klantbeeld de mogelijkheid gegeven om bij de berekening van de in aanmerking komende en gegarandeerde bedragen gebruik te maken van wisselkoersen gepubliceerd door koersinformatieleveranciers (in plaats van de door de ECB gepubliceerde referentiekoersen).

Bij de inwerkingtreding wordt het volgende opgemerkt. Artikel II bepaalt dat banken voor het eerst rapporteren conform de gewijzigde regelging over de periode die eindigt op 30 september 2019.

Amsterdam, 29 januari 2019

De Nederlandsche Bank N.V. N. Stolk, directeur

Naar boven