Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 23 oktober 2019, kenmerk 1592393-196557-IZ, houdende regels voor het verstrekken van een bijzondere uitkering aan de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba voor de publieke gezondheidszorg (Tweede tijdelijke regeling publieke gezondheidszorg Caribisch Nederland)

De Staatssecretaris van Volkgezondheid, Welzijn en Sport;

Gelet op artikel 68g van de Wet publieke gezondheid;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Ten behoeve van de uitvoering van de taken op het terrein van de publieke gezondheidszorg, bedoeld in de Wet publieke gezondheid, is voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba voor de periode 2020 tot 2023 een meerjarige bijzondere uitkering vastgesteld volgens de volgende verdeling per afzonderlijk jaar: Bonaire $ 292.708, St. Eustatius $ 438.822 en Saba $ 309.994.

  • 2. De bedragen, bedoeld in het eerste lid, worden jaarlijks in twee termijnen, respectievelijk in januari en in juli van het betreffende jaar, betaald.

Artikel 2

De openbare lichamen vermelden via de jaarrekening, bedoeld in artikel 31 van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, in het overzicht verantwoordingsinformatie bijzondere uitkering, bedoeld in artikel 21, derde lid, onder c, van het Besluit begroting en verantwoording openbare lichamen BES, welk bedrag is besteed aan de uitvoering van de taken op het terrein van de publieke gezondheidszorg, bedoeld in de Wet publieke gezondheid.

Artikel 3

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport kan de gelden, bedoeld in artikel 1, over de periode 2020 tot 2023, terugvorderen voor zover deze gelden niet zijn besteed aan de uitvoering van de taken op het terrein van publieke gezondheid, bedoeld in de Wet publieke gezondheid.

Artikel 4

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.

  • 2. Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2023, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de uitkeringen die op grond van deze regeling zijn verstrekt.

Artikel 5

Deze regeling wordt aangehaald als: Tweede tijdelijke regeling publieke gezondheidszorg Caribisch Nederland.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis

TOELICHTING

Met deze regeling wordt uitvoering gegeven aan artikel 68g van de Wet publieke gezondheid. Het betreft een nieuwe tijdelijke regeling voor de publieke gezondheidszorg in Caribisch Nederland die de (eerste) Tijdelijke regeling publieke gezondheidszorg Caribisch Nederland opvolgt. De looptijd van de tweede tijdelijke regeling is drie jaar.

Artikel 1

Met de beschikbare middelen worden Bonaire, St. Eustatius en Saba in staat gesteld uitvoering te geven aan de taken die zijn beschreven krachtens de Wet publieke gezondheid. Uit de evaluatie van de eerste Tijdelijke regeling publieke gezondheidszorg Caribisch Nederland bleek dat er onderbesteding aan de taken, bedoeld in de Wet publieke gezondheid was op alle drie de eilanden vanuit de beschikbare middelen. Daarnaast bleek ook dat de beschikbare middelen niet altijd uit zijn gegeven aan deze taken. Hierop heeft VWS besloten het bedrag uit de tijdelijke regeling nog niet over te hevelen naar de vrije uitkering, maar de tijdelijke extra financiering met nog eens drie jaar te verlengen en met de openbare lichamen afspraken te maken over de besteding van de middelen de aankomende drie jaar.

Artikel 2 en 3

Deze artikelen bevatten de voor dit soort financiële regelingen gebruikelijke bepalingen inzake verantwoording (artikel 2) en terugvordering (artikel 3). In verband met dat laatste zal overigens rekening worden gehouden met gerechtvaardigde onderbesteding. Het kan immers voorkomen dat een deel van het bedrag dat in een jaar is betaald niet is gebruikt voor de uitvoering van de taken waarvoor dit is bedoeld, terwijl daar goede redenen voor zijn. Aan de hand van de financiële verantwoording over dat jaar zal hierover telkens in overleg worden getreden met het bestuurscollege van het betreffende openbaar lichaam. Indien gerechtvaardigde onderbesteding aanwezig blijkt te zijn, zal het openbaar lichaam de gelden mogen overhevelen naar een ander jaar.

Artikel 4

In 2022 zal er een evaluatie plaatsvinden over de periode 2020 tot 2022. Hierbij zal worden gekeken of de middelen besteed zijn aan de taken, bedoeld in de Wet publieke gezondheid.

Artikel 5

De eerste tijdelijke regeling had een looptijd van 1 januari 2014 tot 1 januari 2020. De bedragen die ter beschikking zijn gesteld zijn ongewijzigd gebleven. Voor Saba is er een aanvullende tijdelijke regeling opgesteld vanaf 1 januari 2018 tot 1 januari 2020. In deze tweede tijdelijke regeling is door verhoging van het bedrag voor Saba ook voorzien in deze extra financiële voorziening.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis

Naar boven