Verlenen opsporingsvergunning aardwarmte Utrecht, Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

d.d. 29-10-2019

DGKE-W / 19226963

Procesverloop:

  • ENGIE Energy Solutions B.V. (hierna: ENGIE) heeft per bericht, ontvangen op 26 juni 2018, een aanvraag ingediend voor een opsporingsvergunning voor aardwarmte, ingevolge artikel 6 van de Mijnbouwwet (hierna: Mbw). Het aangevraagde gebied genaamd Utrecht, ligt in de provincie Utrecht, in de gemeenten Bunnik, De Bilt, Houten, Nieuwegein, Stichtse Vecht, Utrecht, Woerden en Zeist. De oppervlakte van het aangevraagde gebied bedraagt 262,68 km2. De aangevraagde geldigheidsduur van de vergunning is vijf jaar;

  • in de Staatscourant van 9 augustus 2018 (Staatscourant 2018, nr. 44789), is een uitnodiging geplaatst voor het indienen van concurrerende aanvragen. Binnen de termijn van dertien weken zijn geen concurrerende aanvragen ontvangen;

  • op 22 november 2018 heeft ENGIE de aanvraag aangevuld;

  • TNO-AGE (hierna: TNO) heeft op verzoek van de Minister van EZK op 25 april 2019 advies uitgebracht (kenmerk: AGE 19-10.023);

  • Staatstoezicht op de mijnen (hierna: Sodm) heeft op verzoek van de Minister van EZK op 9 januari 2019 advies uitgebracht (kenmerk: 18323730);

  • het College van gedeputeerde staten van de provincie Utrecht (hierna: GS) is op grond van artikel 16 van de Mbw om advies gevraagd en heeft per brief van 5 februari 2019 advies uitgebracht (kenmerk: 81E5EE8C);

  • de Mijnraad is, op grond van artikel 105, derde lid, Mbw om advies gevraagd en heeft per brief van 28 juni 2019 advies uitgebracht (kenmerk: MIJR/19159618).

Gelet op:

de artikelen 6, 7, 9, 11, eerste tot en met derde lid, en vierde lid, eerste volzin, 12, eerste lid, 13, 15, 16, 17, eerste lid en 105, derde lid, Mijnbouwwet, alsmede artikel 1.3.1 van de Mijnbouwregeling.

Besluit

Artikel 1

Aan ENGIE Energy Solutions B.V. (hierna: de vergunninghouder) wordt een opsporingsvergunning voor aardwarmte verleend voor het gebied genaamd Utrecht.

Artikel 2

De vergunning geldt voor het gebied dat ligt in de provincie Utrecht, in de gemeenten Bunnik, De Bilt, Houten, Nieuwegein, Stichtse Vecht, Utrecht, Woerden en Zeist en wordt begrensd door de rechte lijnen tussen de punten zoals weergegeven in tabel 1.

Tabel 1:

Punt

X

Y

1

133000,000

447980,000

2

145370,000

447980,000

3

145370,000

452580,000

4

147500,000

454800,000

5

145880,000

460890,000

6

145270,000

464110,000

7

137040,000

464110,000

8

128460,000

461400,000

9

126700,000

459500,000

10

126700,000

454800,000

11

129400,000

454800,000

12

132730,000

448920,000

Bovenstaande coördinaten zijn weergegeven volgens het stelsel van de Rijksdriehoekmeting (RD).

Op basis van deze grensbeschrijving is de oppervlakte van het gebied 262,68 km2.

Artikel 3

De vergunninghouder geeft uitvoering aan het werkprogramma dat onderdeel uitmaakt van de op 26 juni 2018 ingediende aanvraag.

Artikel 4

De vergunninghouder neemt bij de uitvoering van het werkprogramma de volgende voorwaarde in acht: zes maanden voorafgaand aan de uitvoering van fysieke activiteiten overlegt de vergunninghouder aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat, een geactualiseerde organisatiestructuur en -invulling, conform de dan geldende technische standaarden, welke aan de Inspecteur-Generaal der mijnen wordt voorgelegd.

Artikel 5

De vergunning geldt vanaf het tijdstip waarop zij in werking is getreden tot vier jaar na het tijdstip waarop zij onherroepelijk is geworden.

Artikel 6

De vergunning treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beschikking is bekendgemaakt.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, namens deze: J.L. Rosch MT-lid directie Warmte en Ondergrond

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen 6 weken na de dag waarop dit besluit is verzonden, een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken en Klimaat, directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.

Naar boven