Mededeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 23 oktober 2019, nr. IENW/BSK-2019/200411, inzake de implementatie van Richtlijn (EU) 2019/1159 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 tot wijziging van Richtlijn 2008/106/EG inzake het minimumopleidingsniveau van zeevarenden en tot intrekking van Richtlijn 2005/45/EG betreffende de wederzijdse erkenning van door de lidstaten afgegeven bewijzen van beroepsbekwaamheid van zeevarenden

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT,

deelt, overeenkomstig aanwijzing 9.13 van de Aanwijzingen voor de regelgeving, mede dat Richtlijn (EU) 2019/1159 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 tot wijziging van Richtlijn 2008/106/EG inzake het minimumopleidingsniveau van zeevarenden en tot intrekking van Richtlijn 2005/45/EG betreffende de wederzijdse erkenning van door de lidstaten afgegeven bewijzen van beroepsbekwaamheid van zeevarenden (PbEU 2019, L 188) is geïmplementeerd door middel van bestaande wetgeving.

Met deze bekendmaking wordt uitvoering gegeven aan de verplichting van artikel 3, eerste lid, van Richtlijn (EU) 2019/1159 om de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking te laten treden op uiterlijk 2 augustus 2021.

Deze mededeling zal aan de Europese Commissie worden gestuurd, waarmee uitvoering wordt gegeven aan artikel 3, tweede lid, van Richtlijn (EU) 2019/1159.

Onderstaande transponeringstabel geeft aan op welke wijze Richtlijn (EU) 2019/1159 is geïmplementeerd:

Bepalingen EU-richtlijn

Bepaling in nationale regeling

Wz = wet zeevarenden

Bz = Besluit zeevarenden

Toelichting

Artikel 1, eerste lid,

Punt 43

In Wz “andere lidstaat”

 

Artikel 1, eerste lid,

Punt 44

Artikel 1, onder z, Bz

 

Artikel 1, eerste lid,

Punt 45

Artikel 1, onder u, Bz

 

Artikel 1, eerste lid,

Punt 46

Artikel 1, onder w, x en y, Bz

 

Artikel 1, tweede lid,

Onder a

Lidnummering richtlijn. Behoeft geen implementatie

 

Artikel 1, tweede lid,

Onder b

Behoeft geen implementatie: Wz maakt geen onderscheid in nationaliteit zeevarende

 

Artikel 1, derde lid,

Onder a

Artikel 18 Wz

Van de mogelijkheid voor digitale documenten is vooralsnog geen gebruikgemaakt. Loopt mee met project “Modernisering Bemanningswetgeving”.

Artikel 1, derde lid,

Onder b

Gericht aan de Commissie, behoeft geen implementatie

 

Artikel 1, vierde lid

Gericht aan de lidstaten, behoeft geen implementatie

 

Artikel 1, vijfde lid

Artikel 5 ter, eerste lid

Artikel 22a Wz

 

Artikel 1, vijfde lid

Artikel 5 ter, tweede lid

Artikel 22a Wz

 

Artikel 1, vijfde lid

Artikel 5 ter, derde lid

Artikel 40a Wz

 

Artikel 1, vijfde lid

Artikel 5 ter, vierde lid

Hoofdstuk 4 Algemene wet bestuursrecht

 

Artikel 1, vijfde lid

Artikel 5 ter, vijfde lid

Artikelen 18 tot en met 20 Bz

 

Artikel 1, vijfde lid

Artikel 5 ter, zesde lid

Artikel 18, vierde lid, Wz

 

Artikel 1, vijfde lid

Artikel 5 ter, zevende lid

Artikel 10 Bz

 

Artikel 1, zesde lid

Onder a

Artikel 18 en 19 Wz

 

Artikel 1, zesde lid

Onder b

Artikelen 36a t/m 36d Bz

 

Artikel 1, zesde lid

Onder c en d

Gericht aan de lidstaat, geïmplementeerd in inmiddels uitgewerkt overgangsrecht in hoofdstuk 8, paragraaf 1, Bz

 

Artikel 1, zevende lid

Artikel 19, tweede lid

Gericht aan de lidstaat, behoeft geen implementatie

 

Artikel 1, zevende lid

Artikel 19, derde lid

Eerste alinea: gericht aan de Commissie, behoeft geen implementatie

Tweede alinea: artikel 18, vierde lid, Wz

 

Artikel 1, achtste lid

Gericht aan de lidstaat, behoeft geen implementatie

 

Artikel 1, negende lid

Gericht aan de Commissie, behoeft geen implementatie

 

Artikel 1, tiende lid

Gericht aan de Commissie, behoeft geen implementatie

 

Artikel 1, elfde lid

Gericht aan de Commissie, behoeft geen implementatie

 

Artikel 1, twaalfde lid

Gericht aan de Commissie, behoeft geen implementatie

 

Artikel 1, dertiende lid

Gericht aan de Commissie, behoeft geen implementatie

 

Artikel 1, veertiende lid

Artikelen 36a t/m 36d, 39a en 39b Bz

 

Artikel 2

Intrekking Richtlijn 2005/45/EG, behoeft geen implementatie

 

Artikel 3

Omzettingsdatum richtlijn, behoeft geen implementatie

 

Artikel 4

Inwerkingtredingsdatum richtlijn, behoeft geen implementatie

 

Artikel 5

Adressaten, behoeft geen implementatie

 

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT, namens deze, DE HOOFDDIRECTEUR BESTUURLIJKE EN JURIDISCHE ZAKEN, H. Dekker

Naar boven