Regeling van de Minister voor Medische Zorg van 18 oktober 2019, kenmerk 1594729-197076-Z, houdende wijziging van de Regeling zorgverzekering in verband met het vaststellen van de woonlandfactoren voor het jaar 2020 ten behoeve van de gedifferentieerde berekening van de bijdrage voor verdragsgerechtigden

De Minister voor Medische Zorg,

Gelet op artikel 69, derde lid, van de Zorgverzekeringswet en artikel 3, tweede lid, van de Wet op de zorgtoeslag;

Besluit:

ARTIKEL I

Bijlage 4 van de Regeling zorgverzekering komt als volgt te luiden:

Bijlage 4 van de Regeling zorgverzekering

Bijlage horende bij artikel 6.3.1, negende lid, van de Regeling zorgverzekering en artikel 3, tweede lid, van de Wet op de zorgtoeslag

Land

Woonlandfactor

België

0,7303

Bosnië-Herzegovina

0,0695

Bulgarije

0,0780

Cyprus

0,1410

Denemarken

1,0095

Duitsland

0,8041

Estland

0,2408

Finland

0,7340

Frankrijk

0,9066

Griekenland

0,2589

Hongarije

0,1445

Ierland

0,8972

IJsland

1,1637

Italië

0,5504

Kaapverdië

0,0176

Kroatië

0,1836

Letland

0,1020

Liechtenstein

1,0584

Litouwen

0,2553

Luxemburg

0,7107

Macedonië

0,0598

Malta

0,3783

Marokko

0,0229

Montenegro

0,0821

Noorwegen

1,3678

Oostenrijk

0,6730

Polen

0,1709

Portugal

0,2736

Roemenië

0,0877

Servië

0,0718

Slovenië

0,3520

Slowakije

0,2584

Spanje

0,4065

Tsjechië

0,2464

Tunesië

0,0289

Turkije

0,0902

Verenigd Koninkrijk

0,7004

Zweden

0,8339

Zwitserland

0,7933

ARTIKEL II

In afwijking van bijlage 4 van de Regeling zorgverzekering is het in artikel 6.3.1, eerste lid, van de Regeling zorgverzekering bedoelde verhoudingsgetal voor Duitsland voor het jaar:

  • a. 2017: 0,7532;

  • b. 2018: 0,8595;

  • c. 2019: 0,7827.

ARTIKEL III

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2020, met uitzondering van artikel II dat in werking treedt met ingang van de dag na de datum van uitgifte in de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst.

  • 2. Artikel II, onderdelen a, b en c, werkt terug tot en met respectievelijk 1 januari 2017, 1 januari 2018 en 1 januari 2019.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins

TOELICHTING

Inleiding

Artikel 6.3.1, eerste lid, van de Regeling zorgverzekering (Rzv) bepaalt dat de voor een persoon, bedoeld in artikel 69, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet (hierna te noemen: verdragsgerechtigde) verschuldigde bijdrage wordt berekend door de grondslag van de bijdrage te vermenigvuldigen met een verhoudingsgetal dat wordt berekend uit de verhouding tussen de gemiddelde uitgaven voor zorg voor een persoon ten laste van de sociale ziektekostenverzekering (hierna te noemen: zorgkosten) in het woonland van deze persoon en de gemiddelde uitgaven voor zorg voor een persoon uit hoofde van de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Wet langdurige zorg (Wlz) in Nederland. Dit is de woonlandfactor.

Artikel 69, derde lid, van de Zvw bevat de grondslag voor het bij ministeriële regeling vaststellen van de woonlandfactor ten behoeve van de bijdrage van verdragsgerechtigden.

De woonlandfactor wordt ook gehanteerd bij het vaststellen van de zorgtoeslag die verdragsgerechtigden kunnen ontvangen als tegemoetkoming voor hun verdragsbijdrage. Ingevolge artikel 3, tweede lid, van de Wet op de zorgtoeslag (Wzt) dient de woonlandfactor jaarlijks uiterlijk in november bij ministeriële regeling te worden vastgesteld.

Berekeningswijze 2020

Met artikel I van deze regeling is de woonlandfactor vastgesteld die geldt voor het jaar 2020.

Per land staat de factor vermeld in bijlage 4 van de Rzv. De woonlandfactoren zijn berekend door het CAK. Het CAK heeft mij daarover op 11 oktober 2019 geadviseerd. De berekeningswijze van de woonlandfactoren is gelijk aan die van het jaar 2019.

Voor de berekening van de woonlandfactoren is gebruik gemaakt van de meest recente cijfers van de World Health Organization (WHO). De WHO publiceert jaarlijks op haar website de gemiddelde zorgkosten van de aangesloten landen, meer specifiek de indicator ‘Government schemes and compulsory contributory health care financing schemes’1. De woonlandfactoren die zijn vastgesteld aan de hand van de kosten uit het meest recente jaar voorafgaand aan 2015 zijn geïndexeerd op basis van de meest gegevens van de WHO over de zorgkosten. De kosten uit het meest recente jaar voorafgaand aan 2015 zijn verwerkt in de woonlandfactoren voor het jaar 2018 of 2017.

De meest recente gegevens van de WHO hebben betrekking op 2016. Om de woonlandfactoren voor het jaar 2020 te berekenen worden de voor de jaren 2018 of 2017 vastgestelde woonlandfactoren bijgesteld aan de hand van de verhouding tussen de ontwikkeling van de gemiddelde zorgkosten in het woonland en in Nederland in de periode tot en met 2016 volgens de gegevens van de WHO. Deze berekeningswijze is als volgt weer te geven in een formule:

Hierbij geeft de wijzigingsfactor de verhouding aan van de gemiddelde zorgkosten in het jaar dat gebruikt werd bij het berekenen van de eerder vastgestelde woonlandfactor en het berekeningsjaar 2016. Zo leidt een verhoging van de kosten met 10% tot een wijzigingsfactor van 1,1 en een kostenverlaging van 5% tot een wijzigingsfactor van 0,95.

Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) voert momenteel een onderzoek uit naar de berekeningssystematiek op de lange termijn. De resultaten van dit onderzoek konden nog niet gebruikt worden voor de vaststelling van de woonlandfactor 2020.

Indexatie van woonlandfactor 2018 of 2017

In 2015 is het zorgstelsel in Nederland aanzienlijk gewijzigd met de introductie van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Wet langdurige zorg. De manier waarop die stelselwijziging tot uitdrukking komt in de gegevens die tot en met 2018 werden gebruikt voor de berekening van de woonlandfactoren, verschilt van de verwerking in de gegevens van de WHO. Teneinde voor alle landen deze stelselwijziging op uniforme wijze in de ontwikkeling van de zorgkosten te verdisconteren, is gekozen om de woonlandfactoren te indexeren die zijn gebaseerd op zorgkosten in het meest recente jaar vóór de stelselwijzing. In principe wordt daarom de woonlandfactor voor 2018 geïndexeerd, tenzij deze gebaseerd was op zorgkosten in het jaar 2015. In dat geval is de woonlandfactor voor 2017 geïndexeerd.

Afrondingen

De verschillende benodigde componenten voor de berekening van de landenfactoren zijn exact overgenomen uit de gebruikte bronnen. Er zijn geen afrondingen voor de komma uitgevoerd; cijfers achter de komma zijn wel afgerond.

De woonlandfactor is als volgt afgerond tot vier cijfers achter de komma (bijvoorbeeld 0,3543):

  • indien het vijfde cijfer achter de komma 0 tot en met 4 is, is afgerond naar beneden;

  • indien het vijfde cijfer achter de komma 5 tot en met 9 is, is afgerond naar boven.

In onderstaande tabel staat de berekening van de woonlandfactoren:

 

Te indexeren jaar

Te indexeren woonlandfactor

(a)

Wijzigingsfactor

Indexcijfer

(d)

(=b/c)

Woonlandfactor 2020

(a x d)

Woonland

(b)

Nederland

(c)

België

2018

0,7193

0,8516

0,8387

1,0153

0,7303

Bosnië-Herzegovina

2017

0,0645

0,9034

0,8387

1,0770

0,0695

Bulgarije

2017

0,0743

0,8800

0,8387

1,0492

0,0780

Cyprus

2018

0,1384

0,8545

0,8387

1,0188

0,1410

Denemarken

2017

0,9715

0,8715

0,8387

1,0391

1,0095

Duitsland

2017

0,7532

0,8955

0,8387

1,0676

0,8041

Estland

2017

0,2109

0,9577

0,8387

1,1419

0,2408

Finland

2018

0,7120

0,8647

0,8387

1,0310

0,7340

Frankrijk

2017

0,8245

0,9222

0,8387

1,0996

0,9066

Griekenland

2017

0,3590

0,5968

0,8276

0,7211

0,2589

Hongarije

2017

0,1310

0,9249

0,8387

1,1027

0,1445

Ierland

2018

0,8326

0,9039

0,8387

1,0777

0,8972

IJsland

2017

0,8594

1,1357

0,8387

1,3541

1,1637

Italië

2018

0,5569

0,8570

0,8671

0,9884

0,5504

Kaapverdië

2018

0,0175

0,8467

0,8387

1,0095

0,0176

Kroatië

2017

0,1674

0,9202

0,8387

1,0971

0,1836

Letland

2017

0,0915

0,9354

0,8387

1,1153

0,1020

Liechtenstein

2017

0,9473

1,1388

1,0193

1,1173

1,0584

Litouwen

2017

0,2235

0,9579

0,8387

1,1421

0,2553

Luxemburg

2018

0,7497

0,7950

0,8387

0,9479

0,7107

Macedonië

2017

0,0529

0,9468

0,8387

1,1289

0,0598

Malta

2018

0,3269

0,9706

0,8387

1,1573

0,3783

Marokko

2018

0,0125

4,6738

2,5496

1,8331

0,0229

Montenegro*

0,0821

Noorwegen

2018

1,4015

0,8186

0,8387

0,9760

1,3678

Oostenrijk

2017

0,6476

0,8716

0,8387

1,0392

0,6730

Polen

2018

0,1606

0,8926

0,8387

1,0642

0,1709

Portugal

2018

0,2521

0,9101

0,8387

1,0851

0,2736

Roemenië

2017

0,0630

1,2075

0,8671

1,3925

0,0877

Servië

2017

0,0750

0,8036

0,8387

0,9581

0,0718

Slovenië

2017

0,3243

0,9101

0,8387

1,0851

0,3520

Slowakije

2017

0,2352

0,9214

0,8387

1,0986

0,2584

Spanje

2017

0,3767

0,9053

0,8387

1,0793

0,4065

Tsjechië

2017

0,2386

0,8661

0,8387

1,0326

0,2464

Tunesië

2018

0,0216

1,5244

1,1372

1,3405

0,0289

Turkije

2018

0,0894

0,8494

0,8415

1,0094

0,0902

Verenigd Koninkrijk

2018

0,6789

0,8653

0,8387

1,0317

0,7004

Zweden

2018

0,8104

0,8630

0,8387

1,0289

0,8339

Zwitserland

2017

0,6824

0,9751

0,8387

1,1626

0,7933

ad * Voor Montenegro hebben de meest recente gegevens van de WHO betrekking op het jaar 2015. De woonlandfactor 2020 is daarom ongewijzigd ten opzichte van 2019.

Valuta

Aangezien de gegevens van de WHO voor alle landen in dollars zijn genoteerd, spelen de valutaverschillen voor de indexatie op basis van deze gegevens geen rol. Dit betekent dat bij de bepaling van de woonlandfactor het niet nodig is om vreemde valuta om te rekenen naar euro’s.

Bijzonderheden

Voor enkele landen stijgt de woonlandfactor in sterke mate. Letland laat de grootste stijging zien met 51,8%. Oorzaak zijn de gewijzigde WHO-gegevens van Letland. Landen leveren elk jaar nieuwe cijfers aan, die soms tot wijzigingen kunnen leiden in eerder gepubliceerde gegevens.

In 2019 daalde de Letse woonlandfactor van 0,1096 (2018) naar 0,0672 (2019). Met de nu berekende 0,1020 is de Letse woonlandfactor weer terug op het niveau van voor 2019. IJsland en Marokko kennen beide een stijging van 18,7%. Bij IJsland ligt de oorzaak in stijging van de zorgkosten in IJsland, in combinatie met een waardestijging van de IJslandse kroon ten opzichte van de euro. Ook bij Marokko is kostenstijging de oorzaak, waarbij kan worden opgemerkt dat de gegevens van de WHO over 2015 veel lagere zorgkosten laten zien dan in voorgaande jaren. Andere opvallende wijzigingen zijn een stijging van 9% bij Frankrijk en een daling van 9,5% het Verenigd Koninkrijk.

De berekening van de Duitse woonlandfactor voor de jaren 2017 tot en met 2019 was gebaseerd op basis van informatie verstrekt door het Duitse ministerie van volksgezondheid met betrekking tot het jaar 2014. Geconstateerd is dat in de gemiddelde Duitse zorgkosten kosten waren meegenomen die niet tussen de lidstaten worden afgerekend en daarmee niet meegenomen hadden moeten worden in de Duitse kostencomponent van de woonlandfactor.

Dit heeft tot gevolg dat de Duitse woonlandfactor te hoog is vastgesteld. Dit betekent dat voor de jaren 2017 tot en met 2019 op grond van de Rzv een te hoge verdragsbijdrage is geheven bij de in Duitsland wonende verdragsgerechtigden. Voor zover zij teveel hebben voldaan, zal het CAK overgegaan tot restitutie. Deze correctie heeft alleen betrekking op de toepassing van de Rzv en geen effect op de hoogte van de zorgtoeslag. De zorgtoeslag wordt niet ten nadele van de verdragsgerechtigden herzien. Deze reparatie is opgenomen in artikel II, dat in werking treedt op de dag na de bekendmaking van deze regeling in de Staatscourant en waarin in artikel III terugwerkende kracht is verleend.

De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins


X Noot
1

Voor Liechtenstein is gebruik gemaakt van de Eurostat-cijfers

Naar boven