TOELICHTING
Inleiding
Artikel 6.3.1, eerste lid, van de Regeling zorgverzekering (Rzv) bepaalt dat de voor
een persoon, bedoeld in artikel 69, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet (hierna
te noemen: verdragsgerechtigde) verschuldigde bijdrage wordt berekend door de grondslag
van de bijdrage te vermenigvuldigen met een verhoudingsgetal dat wordt berekend uit
de verhouding tussen de gemiddelde uitgaven voor zorg voor een persoon ten laste van
de sociale ziektekostenverzekering (hierna te noemen: zorgkosten) in het woonland
van deze persoon en de gemiddelde uitgaven voor zorg voor een persoon uit hoofde van
de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Wet langdurige zorg (Wlz) in Nederland. Dit is
de woonlandfactor.
Artikel 69, derde lid, van de Zvw bevat de grondslag voor het bij ministeriële regeling
vaststellen van de woonlandfactor ten behoeve van de bijdrage van verdragsgerechtigden.
De woonlandfactor wordt ook gehanteerd bij het vaststellen van de zorgtoeslag die
verdragsgerechtigden kunnen ontvangen als tegemoetkoming voor hun verdragsbijdrage.
Ingevolge artikel 3, tweede lid, van de Wet op de zorgtoeslag (Wzt) dient de woonlandfactor
jaarlijks uiterlijk in november bij ministeriële regeling te worden vastgesteld.
Berekeningswijze 2020
Met artikel I van deze regeling is de woonlandfactor vastgesteld die geldt voor het
jaar 2020.
Per land staat de factor vermeld in bijlage 4 van de Rzv. De woonlandfactoren zijn
berekend door het CAK. Het CAK heeft mij daarover op 11 oktober 2019 geadviseerd.
De berekeningswijze van de woonlandfactoren is gelijk aan die van het jaar 2019.
Voor de berekening van de woonlandfactoren is gebruik gemaakt van de meest recente
cijfers van de World Health Organization (WHO). De WHO publiceert jaarlijks op haar
website de gemiddelde zorgkosten van de aangesloten landen, meer specifiek de indicator
‘Government schemes and compulsory contributory health care financing schemes’1. De woonlandfactoren die zijn vastgesteld aan de hand van de kosten uit het meest
recente jaar voorafgaand aan 2015 zijn geïndexeerd op basis van de meest gegevens
van de WHO over de zorgkosten. De kosten uit het meest recente jaar voorafgaand aan
2015 zijn verwerkt in de woonlandfactoren voor het jaar 2018 of 2017.
De meest recente gegevens van de WHO hebben betrekking op 2016. Om de woonlandfactoren
voor het jaar 2020 te berekenen worden de voor de jaren 2018 of 2017 vastgestelde
woonlandfactoren bijgesteld aan de hand van de verhouding tussen de ontwikkeling van
de gemiddelde zorgkosten in het woonland en in Nederland in de periode tot en met
2016 volgens de gegevens van de WHO. Deze berekeningswijze is als volgt weer te geven
in een formule:

Hierbij geeft de wijzigingsfactor de verhouding aan van de gemiddelde zorgkosten in
het jaar dat gebruikt werd bij het berekenen van de eerder vastgestelde woonlandfactor
en het berekeningsjaar 2016. Zo leidt een verhoging van de kosten met 10% tot een
wijzigingsfactor van 1,1 en een kostenverlaging van 5% tot een wijzigingsfactor van
0,95.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) voert momenteel een onderzoek uit naar
de berekeningssystematiek op de lange termijn. De resultaten van dit onderzoek konden
nog niet gebruikt worden voor de vaststelling van de woonlandfactor 2020.
Indexatie van woonlandfactor 2018 of 2017
In 2015 is het zorgstelsel in Nederland aanzienlijk gewijzigd met de introductie van
de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Wet langdurige zorg. De manier waarop
die stelselwijziging tot uitdrukking komt in de gegevens die tot en met 2018 werden
gebruikt voor de berekening van de woonlandfactoren, verschilt van de verwerking in
de gegevens van de WHO. Teneinde voor alle landen deze stelselwijziging op uniforme
wijze in de ontwikkeling van de zorgkosten te verdisconteren, is gekozen om de woonlandfactoren
te indexeren die zijn gebaseerd op zorgkosten in het meest recente jaar vóór de stelselwijzing.
In principe wordt daarom de woonlandfactor voor 2018 geïndexeerd, tenzij deze gebaseerd
was op zorgkosten in het jaar 2015. In dat geval is de woonlandfactor voor 2017 geïndexeerd.
Afrondingen
De verschillende benodigde componenten voor de berekening van de landenfactoren zijn
exact overgenomen uit de gebruikte bronnen. Er zijn geen afrondingen voor de komma
uitgevoerd; cijfers achter de komma zijn wel afgerond.
De woonlandfactor is als volgt afgerond tot vier cijfers achter de komma (bijvoorbeeld
0,3543):
-
– indien het vijfde cijfer achter de komma 0 tot en met 4 is, is afgerond naar beneden;
-
– indien het vijfde cijfer achter de komma 5 tot en met 9 is, is afgerond naar boven.
In onderstaande tabel staat de berekening van de woonlandfactoren:
| |
Te indexeren jaar
|
Te indexeren woonlandfactor
(a)
|
Wijzigingsfactor
|
Indexcijfer
(d)
(=b/c)
|
Woonlandfactor 2020
(a x d)
|
|
Woonland
(b)
|
Nederland
(c)
|
|
België
|
2018
|
0,7193
|
0,8516
|
0,8387
|
1,0153
|
0,7303
|
|
Bosnië-Herzegovina
|
2017
|
0,0645
|
0,9034
|
0,8387
|
1,0770
|
0,0695
|
|
Bulgarije
|
2017
|
0,0743
|
0,8800
|
0,8387
|
1,0492
|
0,0780
|
|
Cyprus
|
2018
|
0,1384
|
0,8545
|
0,8387
|
1,0188
|
0,1410
|
|
Denemarken
|
2017
|
0,9715
|
0,8715
|
0,8387
|
1,0391
|
1,0095
|
|
Duitsland
|
2017
|
0,7532
|
0,8955
|
0,8387
|
1,0676
|
0,8041
|
|
Estland
|
2017
|
0,2109
|
0,9577
|
0,8387
|
1,1419
|
0,2408
|
|
Finland
|
2018
|
0,7120
|
0,8647
|
0,8387
|
1,0310
|
0,7340
|
|
Frankrijk
|
2017
|
0,8245
|
0,9222
|
0,8387
|
1,0996
|
0,9066
|
|
Griekenland
|
2017
|
0,3590
|
0,5968
|
0,8276
|
0,7211
|
0,2589
|
|
Hongarije
|
2017
|
0,1310
|
0,9249
|
0,8387
|
1,1027
|
0,1445
|
|
Ierland
|
2018
|
0,8326
|
0,9039
|
0,8387
|
1,0777
|
0,8972
|
|
IJsland
|
2017
|
0,8594
|
1,1357
|
0,8387
|
1,3541
|
1,1637
|
|
Italië
|
2018
|
0,5569
|
0,8570
|
0,8671
|
0,9884
|
0,5504
|
|
Kaapverdië
|
2018
|
0,0175
|
0,8467
|
0,8387
|
1,0095
|
0,0176
|
|
Kroatië
|
2017
|
0,1674
|
0,9202
|
0,8387
|
1,0971
|
0,1836
|
|
Letland
|
2017
|
0,0915
|
0,9354
|
0,8387
|
1,1153
|
0,1020
|
|
Liechtenstein
|
2017
|
0,9473
|
1,1388
|
1,0193
|
1,1173
|
1,0584
|
|
Litouwen
|
2017
|
0,2235
|
0,9579
|
0,8387
|
1,1421
|
0,2553
|
|
Luxemburg
|
2018
|
0,7497
|
0,7950
|
0,8387
|
0,9479
|
0,7107
|
|
Macedonië
|
2017
|
0,0529
|
0,9468
|
0,8387
|
1,1289
|
0,0598
|
|
Malta
|
2018
|
0,3269
|
0,9706
|
0,8387
|
1,1573
|
0,3783
|
|
Marokko
|
2018
|
0,0125
|
4,6738
|
2,5496
|
1,8331
|
0,0229
|
|
Montenegro*
|
–
|
–
|
–
|
–
|
–
|
0,0821
|
|
Noorwegen
|
2018
|
1,4015
|
0,8186
|
0,8387
|
0,9760
|
1,3678
|
|
Oostenrijk
|
2017
|
0,6476
|
0,8716
|
0,8387
|
1,0392
|
0,6730
|
|
Polen
|
2018
|
0,1606
|
0,8926
|
0,8387
|
1,0642
|
0,1709
|
|
Portugal
|
2018
|
0,2521
|
0,9101
|
0,8387
|
1,0851
|
0,2736
|
|
Roemenië
|
2017
|
0,0630
|
1,2075
|
0,8671
|
1,3925
|
0,0877
|
|
Servië
|
2017
|
0,0750
|
0,8036
|
0,8387
|
0,9581
|
0,0718
|
|
Slovenië
|
2017
|
0,3243
|
0,9101
|
0,8387
|
1,0851
|
0,3520
|
|
Slowakije
|
2017
|
0,2352
|
0,9214
|
0,8387
|
1,0986
|
0,2584
|
|
Spanje
|
2017
|
0,3767
|
0,9053
|
0,8387
|
1,0793
|
0,4065
|
|
Tsjechië
|
2017
|
0,2386
|
0,8661
|
0,8387
|
1,0326
|
0,2464
|
|
Tunesië
|
2018
|
0,0216
|
1,5244
|
1,1372
|
1,3405
|
0,0289
|
|
Turkije
|
2018
|
0,0894
|
0,8494
|
0,8415
|
1,0094
|
0,0902
|
|
Verenigd Koninkrijk
|
2018
|
0,6789
|
0,8653
|
0,8387
|
1,0317
|
0,7004
|
|
Zweden
|
2018
|
0,8104
|
0,8630
|
0,8387
|
1,0289
|
0,8339
|
|
Zwitserland
|
2017
|
0,6824
|
0,9751
|
0,8387
|
1,1626
|
0,7933
|
ad * Voor Montenegro hebben de meest recente gegevens van de WHO betrekking op het
jaar 2015. De woonlandfactor 2020 is daarom ongewijzigd ten opzichte van 2019.
Valuta
Aangezien de gegevens van de WHO voor alle landen in dollars zijn genoteerd, spelen
de valutaverschillen voor de indexatie op basis van deze gegevens geen rol. Dit betekent
dat bij de bepaling van de woonlandfactor het niet nodig is om vreemde valuta om te
rekenen naar euro’s.
Bijzonderheden
Voor enkele landen stijgt de woonlandfactor in sterke mate. Letland laat de grootste
stijging zien met 51,8%. Oorzaak zijn de gewijzigde WHO-gegevens van Letland. Landen
leveren elk jaar nieuwe cijfers aan, die soms tot wijzigingen kunnen leiden in eerder
gepubliceerde gegevens.
In 2019 daalde de Letse woonlandfactor van 0,1096 (2018) naar 0,0672 (2019). Met de
nu berekende 0,1020 is de Letse woonlandfactor weer terug op het niveau van voor 2019.
IJsland en Marokko kennen beide een stijging van 18,7%. Bij IJsland ligt de oorzaak
in stijging van de zorgkosten in IJsland, in combinatie met een waardestijging van
de IJslandse kroon ten opzichte van de euro. Ook bij Marokko is kostenstijging de
oorzaak, waarbij kan worden opgemerkt dat de gegevens van de WHO over 2015 veel lagere
zorgkosten laten zien dan in voorgaande jaren. Andere opvallende wijzigingen zijn
een stijging van 9% bij Frankrijk en een daling van 9,5% het Verenigd Koninkrijk.
De berekening van de Duitse woonlandfactor voor de jaren 2017 tot en met 2019 was
gebaseerd op basis van informatie verstrekt door het Duitse ministerie van volksgezondheid
met betrekking tot het jaar 2014. Geconstateerd is dat in de gemiddelde Duitse zorgkosten
kosten waren meegenomen die niet tussen de lidstaten worden afgerekend en daarmee
niet meegenomen hadden moeten worden in de Duitse kostencomponent van de woonlandfactor.
Dit heeft tot gevolg dat de Duitse woonlandfactor te hoog is vastgesteld. Dit betekent
dat voor de jaren 2017 tot en met 2019 op grond van de Rzv een te hoge verdragsbijdrage
is geheven bij de in Duitsland wonende verdragsgerechtigden. Voor zover zij teveel
hebben voldaan, zal het CAK overgegaan tot restitutie. Deze correctie heeft alleen
betrekking op de toepassing van de Rzv en geen effect op de hoogte van de zorgtoeslag.
De zorgtoeslag wordt niet ten nadele van de verdragsgerechtigden herzien. Deze reparatie
is opgenomen in artikel II, dat in werking treedt op de dag na de bekendmaking van
deze regeling in de Staatscourant en waarin in artikel III terugwerkende kracht is
verleend.
De Minister voor Medische Zorg,
B.J. Bruins