Regeling van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 8 oktober 2019 nr. DUO/OND/ODS-2019/12840 M, houdende aanpassing van een aantal stichtings- en opheffingsnormen voor basisscholen in verband met wijzigingen van de gemeentelijke indeling en grenscorrecties met ingang van 1 januari 2019 (Regeling aanpassing van de stichtings- en opheffingsnormen voor basisscholen in verband met gebiedswijzigingen per 1 januari 2019)

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

Gelet op de artikelen 77, vierde lid, en 156, eerste en tweede lid, van de Wet op het primair onderwijs;

Besluit:

Artikel 1. Vaststelling nieuwe stichtings- en opheffingsnormen

Voor de basisscholen in de onderstaande gemeenten worden de navolgende stichtings- en opheffingsnormen vastgesteld:

Gemeentenaam	Gemeentecode	Opheffingsnorm	Stichtingsnorm
Altena	1959	71	200
Beekdaelen	1954	81	200
Groningen	0014	zie art. 2	222
Haarlemmermeer	0934	127	212
Het Hogeland	1966	29	200
Hoeksche Waard	1963	74	200
Molenlanden	1978	zie art. 2	200
Noardeast-Fryslân	1970	37	200
Noordwijk	0575	115	200
Vijfheerenlanden	1961	85	200
West Betuwe	1960	62	200
Westerkwartier	1969	50	200

Artikel 2. Vaststelling afzonderlijke opheffingsnormen

Voor de basisscholen in de delen van gemeenten zoals hieronder omschreven, worden de navolgende opheffingsnormen vastgesteld:

Gemeentenaam	Gebied 1	Opheffingsnorm	Gebied 2	Opheffingsnorm
Groningen	Stedelijk deel	153	Plattelandsdeel	38
Molenlanden	Nieuw Lekkerland	142	Graafstroom, Liesveld en Giessenlanden	59

Artikel 3. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2020 en vervalt met ingang van 1 augustus 2023.

Artikel 4. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aanpassing van de stichtings- en opheffingsnormen voor basisscholen in verband met gebiedswijzigingen per 1 januari 2019.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob

TOELICHTING

Met ingang van 1 januari 2019 zijn de navolgende gemeenten gevormd als gevolg van een herindeling van de daarbij genoemde oude gemeenten:

• Altena (uit de oude gemeenten Aalburg, Werkendam en Woudrichem)

• Beekdaelen (uit de oude gemeenten Onderbanken, Nuth en Schinnen)

• Groningen (uit de oude gemeenten Ten Boer, Groningen en Haren)

• Haarlemmermeer (uit de oude gemeenten Haarlemmerliede en Spaarnwoude en Haarlemmermeer)

• Het Hoge Land (uit de oude gemeenten Bedum, Eemsmond, De Marne en Winsum)

• Hoeksche Waard (uit de oude gemeenten Oud-Beijerland, Binnenmaas, Korendijk, Cromstrijen en Strijen)

• Molenlanden (uit de oude gemeenten Giessenlanden en Molenwaard)

• Noardeast-Fryslân (uit de oude gemeenten Dongeradeel, Kollumerland en Nieuwkruisland en Ferwerderadiel)

• Noordwijk (uit de oude gemeenten Noordwijk en Noordwijkerhout)

• Vijfheerenlanden (uit de oude gemeenten Leerdam, Vianen en Zederik)

• West Betuwe (uit de oude gemeenten Geldermalsen, Neerijnen en Lingewaal)

• Westerkwartier (uit de oude gemeenten Grootegast, Leek, Marum en Zuidhorn).

Op grond van artikel 77, vierde lid en 156, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs (WPO) moeten na een gemeentelijke herindeling of grenscorrectie met ingang van 1 januari daaropvolgend nieuwe stichtings- en opheffingsnormen voor de betrokken gemeenten worden vastgesteld. De nieuwe normen die bij deze regeling worden vastgesteld treden derhalve in werking met ingang van 1 januari 2020.

Artikel 1 bevat deze nieuwe stichtings- en opheffingsnormen. Voor de gemeenten Groningen en Molenlanden worden voor de gebiedsdelen binnen die gemeenten in artikel 2 afzonderlijke opheffingsnormen vastgesteld (artikel 156, tweede lid van de WPO).

Administratieve lasten

Aan deze regeling zijn geen structurele of eenmalige administratieve lasten verbonden omdat er geen informatieverplichtingen mee gemoeid zijn.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob