De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Gelet op artikel 3.1 van het Besluit energieprestatie gebouwen;
Besluit:
ARTIKEL I
In de Regeling energieprestatie gebouwen wordt na artikel 6 een artikel toegevoegd,
luidende:
Artikel 6a
-
1. In afwijking van artikel 5e, tweede lid, is een bewijs van vakbekwaamheid erkende
energielabeldeskundige woningbouw, dat verloopt na 1 november 2019, geldig tot het
Besluit houdende wijziging van het Bouwbesluit 2012 en van enkele andere besluiten
inzake bijna energie-neutrale nieuwbouw in werking treedt.
-
2. In afwijking van artikel 6, vijfde lid, worden de gegevens over de registratie van
het bewijs van vakbekwaamheid, bedoeld in het eerste lid, bewaard gedurende de geldigheid
ervan.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren
TOELICHTING
In de Regeling energieprestatie gebouwen zijn de taken en de vakbekwaamheidseisen
geregeld van diegenen die energielabels kunnen vaststellen. Daarbij kan onderscheid
gemaakt worden tussen het energielabel op basis van de energie-index en het vereenvoudigd
energielabel. De energie-index wordt opgenomen door een energieprestatieadviseur voor
woningen (EPA-W), die het label vaststelt door in het gebouw de gebouweigenschappen
op te nemen en door te rekenen. Het vereenvoudigd energielabel komt tot stand op basis
van gegevens die door een bewoner zelf opgenomen worden, en op afstand digitaal gecontroleerd
worden door een erkend energielabeldeskundige. Deze erkende deskundigen moeten om
deze taak uit te voeren beschikken over een bewijs van vakbekwaamheid, dat in beginsel
vijf jaar geldig is.
Op 28 juni 2019 heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de
Tweede Kamer per brief geïnformeerd over een aanpassing in de systematiek van het
energielabel1. De toekomstige energielabelsystematiek vereist een nauwkeurige opname van de energetische
kenmerken van het gebouw, waardoor er in alle gevallen een energieprestatieadviseur
in het gebouw zal moeten komen om de gebouweigenschappen op te nemen. De methode van
het vereenvoudigd energielabel voor woningen is dan niet meer bruikbaar en zal vervallen.
De overgang naar de nieuwe systematiek van het energielabel hangt samen met de introductie
van de herziene methodiek voor het bepalen van de energieprestatie van gebouwen (NTA
8800), die is opgenomen in het Besluit houdende wijziging van het Bouwbesluit 2012
en van enkele andere besluiten inzake bijna energie-neutrale nieuwbouw (Besluit BENG)2. De methodiek wordt via het Besluit BENG van toepassing op het bepalen van de energieprestatie
van nieuwbouw, maar zal ook doorwerken naar de energieprestatie die wordt genoemd
op energielabels. Het Besluit BENG (en daarmee de nieuwe methodiek) treedt naar verwachting
in werking op 1 juli 2020. De inrichting van het nieuwe systeem van energielabels
is vanwege de omvang van de wijziging onderwerp van een afzonderlijke wijziging van
regelgeving.
Als de nieuwe systematiek van energielabels in werking treedt en het vereenvoudigd
energielabel vervalt, verdwijnt daarmee de rol van de erkende energielabeldeskundigen.
Circa 245 erkende energielabeldeskundigen hebben een bewijs van vakbekwaamheid behaald
door het afleggen van het examen energielabeldeskundige. Van 128 erkende energielabeldeskundigen
verloopt het bewijs van vakbekwaamheid voor 1 juli 2020. Om onnodige lasten te voorkomen
voor energielabeldeskundigen van wie de vakbekwaamheid verloopt in de aanloop naar
de overgang naar de nieuwe systematiek, wordt met deze regeling de geldigheid van
de vakbekwaamheidsbewijzen verlengd tot aan het moment waarop de nieuwe systematiek
van kracht wordt. Het gaat dus om een tijdelijke verlenging van de geldigheid van
de bewijzen tot de inwerkingtreding van de nieuwe methodiek op 1 juli 2020.
Door onderhavige regeling kunnen energielabeldeskundigen deze laatste periode hun
werk blijven uitvoeren, zonder opnieuw examen te moeten doen. Het belang van een nieuw
examen doen weegt niet op tegen de uitvoeringslasten die de energielabeldeskundigen
zouden hebben. Deelname aan het examen kost € 181,50 en vereist van de deskundige
dat deze het examen voorbereidt en aflegt. Het gaat hier om een uitzondering voor
een korte periode en de kennis van energielabeldeskundigen is voldoende gewaarborgd,
omdat deze de afgelopen jaren op peil gehouden is door middel van opfrisbijeenkomsten.
Ook informeert de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland energielabeldeskundigen via
het platform Energieslag en via e-mailberichten over relevante ontwikkelingen in het
vakgebied. Tot slot voert de Inspectie Leefomgeving en Transport controles uit op
de werkzaamheden van de energielabeldeskundigen.
Deze regeling brengt geen lasten met zich mee voor burgers of bedrijven. Het Adviescollege
toetsing regeldruk (ATR) heeft om die reden geen formeel advies uitgebracht. Naar
verwachting treedt deze regeling in werking rond 1 oktober 2019, waarmee zoveel mogelijk
wordt aangesloten bij de vaste verandermomenten.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren