Kennisgeving (voornemen) MER (Milieueffectrapport) bestemmingsplan Landelijk gebied

Logo Lopik

Burgemeester en wethouders van Lopik maken op grond van artikel 7.9 van de Wet milieubeheer bekend dat de ‘Kennisgeving (voornemen) MER bestemmingsplan Landelijk gebied’ vanaf 16 oktober 2019 gedurende zes weken voor een ieder ter inzage wordt gelegd.

Achtergrond

Het bestemmingsplan Landelijk Gebied betreft een totale herziening van het huidige bestemmingsplan Landelijk gebied, inclusief de naderhand opgestelde eerste en tweede herziening van dat bestemmingsplan. Tevens zullende meeste ruimtelijke besluiten die gedurende de looptijd van dit bestemingsplan zijn genomen in deze herziening worden opgenomen. Ondanks dat het een overwegend conserverend bestemmingsplan betreft zijn er ook wat veranderingen in de wijze van bestemmen. Tevens is het plan opgesteld binnen de mogelijkheden van de experimenteerbepaling uit de crisis en herstelwet, het betreft een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte. Dit houdt onder andere in dat beleidsregels van de gemeente direct aan kunnen worden gestuurd vanuit de regels van het bestemmingsplan.

m.e.r.-plicht

Omdat het bestemmingsplan Landelijk gebied de opmaat is voor toekomstige m.e.r.-(beoordelings)plichtige projecten of voor projecten die mogelijk significante gevolgen hebben voor Natura 2000 gebieden is er sprake van een m.e.r.-plicht. Met name de ontwikkelingsmogelijkheden van de agrarische bedrijven (veehouderijen), in het nieuwe bestemmingsplan Landelijk gebied is hiervoor de directe aanleiding.

Van toepassing is de uitgebreide m.e.r.-procedure. Dit is geregeld in hoofdstuk 7 van de Wet milieubeheer, in combinatie met het Besluit m.e.r.

Passende beoordeling

Binnen het plangebied bevindt zich een deel van het Natura 2000-gebied ‘Uiterwaarden Lek’, en nabij het plangebied ligt het Natura 2000-gebied ‘Zouweboezem’. Voor de Nederlandse Natura 2000-gebieden is vastgelegd welke soorten en habitats moeten worden beschermd. Hiervoor zijn ‘instandhoudingsdoelstellingen’ geformuleerd. In een MER moeten de gevolgen van het bestemmingsplan op de instandhoudingsdoelstellingen worden beschreven. Indien significante negatieve effecten niet kunnen worden uitgesloten, dient een passende beoordeling te worden opgesteld.

In het voornemen is aan uitbreiding van veehouderijen de voorwaarde gesteld dat dit geen toename van stikstofdepositie tot gevolg mag hebben. Hierdoor zijn significant negatieve effecten uitgesloten voor wat betreft stikstof. Op grond daarvan hoeft geen passende beoordeling te worden opgesteld. Op basis van de huidige kennis worden voor het overige geen significante effecten verwacht op Natura2000-gebieden ten gevolge van het voornemen. Om dit te toetsen wordt een voortoets opgesteld.

Het voornemen

Het voornemen betreft het nieuwe bestemmingsplan Landelijk gebied. In het PlanMER wordt onderzocht wat de milieueffecten zijn van de maximale mogelijkheden van het bestemmingsplan (inclusief afwijkings- en wijzigingsbevoegdheden). De belangrijkste milieueffecten ontstaan door de uitbreidingsmogelijkheden van agrarische bedrijven, en met name van de veehouderijen. Het PlanMER richt zich primair daarop.

Daarnaast wordt in het PlanMER aandacht besteed aan andere ontwikkelingsmogelijkheden zoals de uitbreiding van bestaande fruitteeltbedrijven en verschillende vormen van kleinschalige recreatieve mogelijkheden bij agrarische bedrijven.

Het PlanMER zal later, samen met het ontwerp van het bestemmingsplan, ter inzage worden gelegd.

Ter inzageDe 'Kennisgeving (voornemen MER bestemmingsplan Landelijk gebied’ d.d. 10 oktober 2019 ligt van 16 oktober 2019 tot en met 26 november 2019voor eenieder ter inzage op maandag tot en met donderdag van 09:00 uur tot 12:00 uur bij de Afdeling Strategie, Beleid en Projecten. Ook buiten deze openingstijden kan de 'Kennisgeving (voornemen) MER bestemmingsplan Landelijk gebied’ d.d. 10 oktober 2019 worden ingezien. Hiervoor dient u een afspraak te maken. Daarnaast zijn de ter inzage gelegde stukken raadpleegbaar op de website www.lopik.nl onder ‘Inwoners’ en ‘Bouwen en wonen’ en vervolgens onder ‘Bestemmingsplannen’. Zienswijzen

Gedurende de termijn van terinzagelegging kan eenieder zijn of haar mening geven over wat onderzocht moet worden in het PlanMER en op welke manier. Dit kan door schriftelijk zienswijzen kenbaar maken bij het college van Burgemeester en Wethouders, Postbus 50, 3410 CB Lopik. Voor meer informatie over kunt u tijdens kantooruren, met uitzondering van vrijdagen, contact opnemen met mevrouw M. E. van Schaik, tel: (0348) – 55 99 55. 

 

Vervolgprocedure

De gemeente bundelt alle schriftelijke reacties en raadpleegt de wettelijke adviseurs. Ook de Commissie voor de m.e.r. wordt om advies gevraagd. De adviezen van de wettelijke adviseurs, de Commissie voorde Milieueffectrapportage en de inspraakreacties zullen gebruikt worden als input voor de te hanteren reikwijdte en het detailniveau bij het opstellen. Wanneer het MER is opgesteld is er de mogelijkheid hierop zienswijzen in te dienen.

Naar boven