Artikel 1
In deze regeling wordt verstaan onder:
- a. minister:
-
de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
- b. Stichting:
-
de Stichting Professor mr. J.R. Thorbecke Leerstoel.
Artikel 2
-
1. De minister kan subsidie verstrekken aan de Stichting ten behoeve van het geven van
onderwijs en het doen van wetenschappelijk onderzoek op het gebied van het decentraal
bestuur als bestuurlijk, politiek en juridisch systeem.
-
2. De beschikking tot subsidieverlening bevat het bedrag van de subsidie. Het subsidiebedrag
kan in gedeelten worden bevoorschot.
Artikel 3
De subsidie, bedoeld in artikel 2, bedraagt ten hoogste het bedrag dat uit de begroting van het Ministerie van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties blijkt.
Artikel 4
-
1. De Stichting dient de aanvraag tot subsidieverlening tijdig in voorafgaand aan het
eerste boekjaar waarop de subsidie betrekking heeft.
-
2. De aanvraag tot subsidievaststelling gaat vergezeld van een activiteitenverslag.
De aanvraag hoeft niet vergezeld te gaan van een controleverklaring.
Artikel 5
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 februari 2019 en vervalt met ingang
van 1 februari 2024.
Artikel 6
Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Stichting Professor mr. J.R.
Thorbecke Leerstoel.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren
TOELICHTING
De onderhavige regeling bevat regels voor de subsidiëring van de Stichting Professor
mr. J.R. Thorbecke Leerstoel conform de Kaderwet BZK-subsidies en het Kaderbesluit
BZK-subsidies. Sinds 1 oktober 2014 bestaat een subsidieregeling BZK Thorbeckeleerstoel
die per 1 januari 2019 afloopt. In 2018 is de regeling geëvalueerd. Deze gewijzigde
regeling treedt in werking per 1 februari 2019 tot 1 februari 2024.
In 1987 werd de Stichting Professor mr. J.R. Thorbecke Leerstoel opgericht. De stichting
vestigde de Thorbeckeleerstoel, met als leeropdracht de leer van de gemeente als bestuurlijk,
politiek en juridisch systeem, omdat aan de Nederlandse universiteiten geen structurele
aandacht werd geschonken aan de gemeente als bestuurlijk, politiek en juridisch systeem.
BZK verstrekt sinds het begin subsidie aan de leerstoel, gelet op het grote belang
dat BZK hecht aan deze doelstelling.
In 2018 is de subsidieregeling BZK Thorbeckeleerstoel vanwege de wettelijke verplichting
daartoe geëvalueerd. Onderzocht zijn de doeltreffendheid en de maatschappelijke effecten
van de regeling in de periode 2014–2018. Uit het onderzoek blijkt dat de werkzaamheden
van de Thorbeckeleerstoel worden gewaardeerd en hebben geleid tot positieve effecten.
De regeling is aangepast opdat, conform een aanbeveling uit de evaluatie, de stichting
meer subsidie kan aanvragen. De leerstoelhouder kan daarmee voor maximaal 0,4 fte
worden aangesteld zodat de leerstoelhouder (meer) aandacht kan schenken aan onderwijs-
en onderzoekstaken. Vanwege het grotere subsidiebedrag wordt van de subsidieontvanger
een tussentijds activiteitenverslag verlangd over de geleverde prestaties.
De bestaansredenen voor de Thorbeckeleerstoel zijn onverminderd groot. De afgelopen
jaren heeft een verbreding van de leeropdracht plaatsgevonden, waarbij de leerstoel
heeft ingespeeld op grote maatschappelijke en bestuurlijke ontwikkelingen, zoals nieuwe
vormen van participatie en de decentralisaties in het sociaal domein. Deze verbreding
van de leeropdracht is conform de aanbeveling daartoe ook in deze nieuwe regeling
opgenomen. Die brede blik valt toe te juichen omdat sinds de decentralisaties in het
sociaal domein de taken en daarbij horende middelen van de gemeenten sterk zijn toegenomen.
Ook worden taken steeds meer regionaal en in samenwerking met andere overheden en
organisaties uitgevoerd. Decentrale overheden experimenteren met nieuwe vormen van
democratie en burgerbetrokkenheid. De roep klinkt om meer ruimte te krijgen voor lokaal
maatwerk en experimenteermogelijkheden. De Thorbeckeleerstoel is bij uitstek de plek
waar deze ontwikkelingen in wetenschappelijke zin geduid kunnen worden. Met deze gewijzigde
regeling kan de Thorbeckeleerstoel hiertoe voldoende worden toegerust.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren