Regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 26 september 2019, nr. MinBuZa-2019.4324-22, tot wijziging van de Regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 30 mei 2002 (nr. DJZ/IR-173/02) houdende vaststelling van de vergoedingen van de Commissie van advies inzake volkenrechtelijke vraagstukken en de Staatscommissie voor het internationaal privaatrecht

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Gelet op artikel 2 van het Besluit vergoedingen adviescolleges en commissies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 30 mei 2002 (nr. DJZ/IR-173/02) houdende vaststelling van de vergoedingen van de Commissie van advies inzake volkenrechtelijke vraagstukken en de Staatscommissie voor het internationaal privaatrecht1 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt ‘€ 255’ vervangen door ‘€ 310’.

B

In artikel 2 wordt ‘€ 165’ vervangen door ‘€ 235’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

TOELICHTING

De onderhavige regeling strekt tot wijziging van de Regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 30 mei 2002 (nr. DJZ/IR-173/02) houdende vaststelling van de vergoedingen van de Commissie van advies inzake volkenrechtelijke vraagstukken en de Staatscommissie voor het internationaal privaatrecht.

Voorgesteld wordt om het vacatiegeld van de voorzitter en de leden van de Commissie van advies inzake volkenrechtelijke vraagstukken, alsmede het vacatiegeld van de leden van de Staatscommissie voor het internationaal privaatrecht te verhogen. Aanleiding voor onderhavige wijziging betreft de zwaarte van de adviestaak en de verhoging van de maximumvergoedingen voor de leden van adviescolleges en commissies. De voorgestelde bedragen blijven binnen de maximumbedragen van het Besluit vergoedingen adviescolleges en commissies.

Op 1 januari 2019 vond een vergelijkbare verhoging van de vacatiegelden plaats voor de voorzitters van de werkgroepen en de leden van de permanente commissies van de Adviesraad internationale vraagstukken. Met het oog op de uniformiteit wordt voorgesteld om onderhavige verhoging met terugwerkende kracht, te weten met ingang van 1 januari 2019, toe te passen.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

Naar boven