TOELICHTING
1 Algemeen
Deze wijziging van de Regeling basisregistratie personen (Regeling BRP) vloeit voort
uit de wijziging van de Wet basisregistratie personen1 (Wet BRP) in verband met het opnemen van gegevens over kinderen die op het moment
van de geboorte niet meer in leven zijn of omtrent wie een Nederlandse akte is opgemaakt
die vermeldt dat het kind op het ogenblik van de aangifte niet in leven is (artikel
2.7, eerste lid, onder a, onderdeel 2°, van de Wet BRP).
Blijkens de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel2 beoogt de wetswijziging het mogelijk te maken dat de ouder van een kind dat op het
moment van de geboorte niet meer in leven is of omtrent wie een Nederlandse akte is
opgemaakt die vermeldt dat het kind op het ogenblik van de aangifte niet in leven
is, een verzoek kan doen om gegevens omtrent dit kind op te nemen in de basisregistratie
personen (BRP). Daarbij geldt de voorwaarde dat de ouder op het moment van de geboorte
van het kind als ingezetene is of was ingeschreven in de BRP, de gemeentelijke basisadministratie
persoonsgegevens (GBA) of het persoonsregister dat voor de invoering van de GBA werd
bijgehouden onder de werking van het Besluit bevolkingsboekhouding (hierna: het persoonsregister).
Het verzoek kan worden ingediend bij het college van burgemeester en wethouders dat
bevoegd is gegevens te vermelden op de persoonslijst van de ouder die in de BRP is
opgenomen.
De voornoemde wetswijziging heeft voorts geleid tot aanpassing van het Besluit basisregistratie
personen.3 Hierin is onder andere bijlage 1 bij het besluit, die een opsomming bevat van de
algemene gegevens die op een persoonslijst van een ingeschrevene in de BRP kunnen
worden vermeld, uitgebreid met een nieuwe categorie gegevens over de hier bedoelde
kinderen.
Als sluitstuk van de regelgeving is de Regeling BRP aangepast, inhoudende de toevoeging
van een nieuw administratief gegeven aan de gegevensset van de BRP ter aanduiding
van het feit dat de algemene gegevens over een kind die op de persoonslijst van een
ouder zijn opgenomen betrekking hebben op een kind als bedoeld in artikel 2.7, eerste
lid, onder a, onderdeel 2°, van de Wet BRP. Hierna zal worden ingegaan op de inhoudelijke
wijzigingen van de Regeling BRP.
Bij gelegenheid van de aanpassingen van de Wet BRP en het Besluit BRP is in de desbetreffende
toelichtingen ingegaan op de daaraan verbonden privacyaspecten en de gevolgen voor
burgers en overheidsinstanties. Daarbij is ook een berekening gemaakt van de regeldruk
voor de burger op basis van het standaardkostenmodel. De onderhavige wijzigingen in
de Regeling BRP betreffen een technische uitwerking van de bovengenoemde aanpassingen
en leiden op de voornoemde punten niet tot andere gevolgen.
2 Inhoud van de wijzigingen in de Regeling BRP
2.1 Wijziging van het Logisch Ontwerp GBA, versie 3.11 (Artikel I, onderdelen A tot
en met D)
De toevoeging van het nieuwe administratieve gegeven leidt tot een aanpassing van
het Logisch Ontwerp GBA, dat onderdeel uitmaakt van de systeembeschrijving van de
BRP. Dit betekent dat versie 3.10 van het Logisch Ontwerp GBA is vervangen door versie
3.11. Dat heeft in de Regeling BRP geleid tot een wijziging van artikel 2, onderdeel
a, artikel 3, eerste lid, en het opschrift van bijlage 1, waarin naar de geldende
versie van het Logisch Ontwerp GBA wordt verwezen. Voorts is bijlage 4 met de oude
versie van het Logisch Ontwerp GBA vervangen door de bijlage met de nieuwe versie
die bij deze regeling is opgenomen.
2.2 Bewaartermijnen voor geschriften en andere bescheiden (Artikel I, onderdeel E)
In het nieuwe artikel 2.8a van de Wet BRP is met betrekking tot de opneming van gegevens
over levenloos geboren kinderen een aparte regeling opgenomen over de brondocumenten
waaraan het te registreren feit kan worden ontleend. Dit heeft tot gevolg dat de opsomming
in bijlage 6 van de Regeling BRP met de bewaartermijnen van de geschriften en andere
bescheiden die zijn gebruikt in verband met de opneming van gegevens in de BRP, is
aangevuld met een categorie waarin de bewaartermijn is opgenomen van de geschriften
en bescheiden die zijn gebruikt in verband met de opneming of wijziging van gegevens
over levenloos geboren kinderen. De bijbehorende bewaartermijn is 110 jaar en daarmee
gelijk aan de bewaartermijn die wordt gehanteerd voor de bescheiden die zijn gebruikt
voor de eerste inschrijving van een persoon in de basisregistratie personen. Tevens
zijn de omschrijvingen in de categorieën betreffende de verklaring onder eed of belofte
gewijzigd door daarin ook de verklaring onder eed of belofte als bedoeld in het nieuwe
artikel 2.8a, tweede lid, onderdeel d, van de Wet BRP op te nemen.
2.3 Toevoeging nieuw administratief gegeven aan de gegevensset (Artikel I, onderdeel
F)
De toevoeging van het nieuwe administratieve gegeven heeft niet alleen geleid tot
een wijziging van het Logisch Ontwerp GBA, maar ook tot een aanvulling van de opsomming
van administratieve gegevens in bijlage 8 van de Regeling BRP. Daarmee is in juridische
zin in de regelgeving vastgelegd dat dit nieuwe gegeven deel uitmaakt van de gegevens
die in de basisregistratie over een persoon worden verwerkt. Bijlage 8 is in tabelvorm
opgesteld, waardoor de wijziging op een specifieke manier is omschreven. In de subcategorie
‘Overige gegevens’ van de categorie ‘Andere gegevens noodzakelijk in verband met de
verwerking van gegevens in de basisregistratie’ is in de kolom ‘Gegeven’ ingevoegd
het gegeven ‘aantekening waaruit blijkt dat de opgenomen gegevens betrekking hebben
op een kind als bedoeld in artikel 2.7, eerste lid, onder a, onderdeel 2° van de Wet
BRP’. Daarnaast is in de kolom ‘Ingezetenen’ achter het hiervoor genoemde gegeven
een ‘x’ ingevoegd, omdat het betrekking heeft op een feit dat zich heeft voorgedaan
op het moment dat de ouder als ingezetene is of was ingeschreven in de BRP, de GBA
of het persoonsregister.
2.4 Wijziging van het autorisatie-aanvraagformulier (Artikel I, onderdeel G)
Het uitbreiden van de gegevensset in de BRP met gegevens over kinderen als bedoeld
in artikel 2.7, eerste lid, onder a, onderdeel 2° van de Wet BRP leidt ertoe dat deze
nieuwe gegevens ook moeten worden vermeld in het formulier dat op grond van artikel
38 van het Besluit BRP moet worden gebruikt bij de indiening van een verzoek aan de
Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties om systematische verstrekking
van gegevens uit de BRP. Het gaat om het zogenaamde autorisatie-aanvraagformulier
dat is opgenomen in bijlage 10 bij de Regeling BRP. Dit formulier is aangevuld met
de volgende gegevens over het levenloos geboren kind: geslachtsnaam, voornamen, geboortedatum,
geboorteplaats, geboorteland of -gebied, datum ingang van het gegeven en datum beëindiging
van het gegeven. Zoals in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel is vermeld,4 zal verstrekking van gegevens over het kind uitsluitend plaatsvinden aan de ouder
zelf, aan MijnOverheid.nl en aan de ambtenaar van de burgerlijke stand zodat deze
daar rekening mee kan houden, bijvoorbeeld bij de aangifte van geboorte van een volgend
kind door de betrokken ouders. Het aangepaste formulier maakt als bijlage onderdeel
uit van deze regeling.
3. Consultatie en advies
De conceptregeling is op grond van artikel 1.15 van de Wet BRP ter consultatie gezonden
aan het Gebruikersoverleg BRP. Vanuit het Gebruikersoverleg BRP zijn geen reacties
binnengekomen.
De conceptregeling is voor advies voorgelegd aan de Autoriteit persoonsgegevens. Bij
brief van 22 januari 20195 heeft de autoriteit laten weten dat het voorstel haar geen aanleiding geeft tot het
maken van inhoudelijke opmerkingen.
Over de conceptregeling is tevens advies gevraagd aan het Adviescollege Toetsing Regeldruk.
Het college heeft besloten geen formeel advies uit te brengen, omdat de regeling naar
verwachting niet zal leiden tot (additionele) omvangrijke regeldrukgevolgen.
4. Inwerkingtreding en publicatie
De regeling treedt, in navolging van de wet en algemene maatregel van bestuur waaruit
deze voortvloeit, in werking op 3 februari 2019. Hierbij wordt afgeweken van de uit
het kabinetsbeleid voortvloeiende vaste verandermomenten en minimuminvoeringstermijn.
In afstemming met de Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken (NVVB) en de Vereniging
van Nederlandse Gemeenten (VNG) is vastgesteld dat deze datum gezien de reeds getroffen
technische en organisatorische maatregelen bij alle betrokkenen reëel en haalbaar
is. Afwijking van de vaste verandermomenten is in dit geval niet bezwaarlijk, omdat
de doelgroep gebaat is bij een spoedige inwerkingtreding.
In de regeling is, zoals gebruikelijk, opgenomen dat deze met de toelichting in de
Staatscourant zal worden geplaatst. Dit geldt echter niet voor bijlage 1, het Logisch
ontwerp GBA, versie 3.11. Deze bijlage is door zijn omvang en opmaak niet geschikt
om in de Staatscourant te plaatsen. In de regeling is daarom bepaald dat bijlage 1
ter inzage wordt gelegd bij de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens van het Ministerie
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan de Turfmarkt 147, 2511 DP, te Den
Haag. De aanpassingen van het Logisch Ontwerp GBA zijn overigens ook terug te vinden
in de gewijzigde versie die via https://www.rvig.nl beschikbaar wordt gesteld, waarbij de wijzigingen zichtbaar zijn opgenomen in de
doorlopende tekst. Daarmee is de kenbaarheid van het document voor de direct bij de
regeling betrokken personen voldoende verzekerd.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.W. Knops