Beschikking van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, houdende ontheffing voor Robert Krebs GmbH van het verbod VFR-vluchten uit te voeren beneden de minimum VFR-vlieghoogte boven het water, Inspectie Leefomgeving en Transport

Datum 24 september 2019

Nummer ILT-2019/48307

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Defensie;

Gelezen het verzoek om ontheffing van 13 september 2019 van Robert Krebs GmbH, adres: Buschwerder Hauptdeich 5-9, 21107 Hamburg, Duitsland;

Overwegende dat:

  • Robert Krebs GmbH vluchten uitvoert als gedeclareerd overeenkomstig ORO.DEC.100 van EU verordening 965/2012;

  • Robert Krebs GmbH vluchten uitvoert boven de Noordzee voor het uitvoeren van waarnemings- en onderzoeksvluchten naar zeevogels;

  • paragraaf SERA.3105 van verordening (EU) nr. 923/2012 de mogelijkheid biedt aan (nationale) bevoegde autoriteiten om toestemming te verlenen lager te vliegen dan de minimum vlieghoogten, zoals die voor VFR- vluchten zijn opgenomen in paragraaf SERA.5005, onderdeel (f), van verordening (EU) nr. 923/2012;

  • dat aan de vrijstelling of ontheffing voorschriften kunnen worden verbonden;

  • dat de vrijstelling of ontheffing onder beperkingen kan worden verleend;

  • dat het maatschappelijk belang bij de uit te voeren vluchten zodanig is, dat de mogelijkheid wordt geboden deze uit te voeren onder de voorschriften en beperkingen gerelateerd aan SERA;

Gelet op paragraaf SERA.3105 en artikel 19, derde lid, van het Besluit luchtverkeer 2014;

BESLUIT:

Artikel 1

Deze beschikking is van toepassing op een vliegtuig, vermeld op de eigen verklaring ‘Specialised Operations’ door Robert Krebs GmbH ingediend bij het ‘Ministerium für Energie, Infrastruktur und Digitalisierung Mecklenburg- Vorpommern’ overeenkomstig ORO.DEC.100 van EU verordening 965/2012 en waarvan de ontvangst van de verklaring is bevestigd door het ‘Ministerium für Energie, Infrastruktur und Digitalisierung Mecklenburg-Vorpommern’ overeenkomstig ARO.GEN.345. Beide documenten zijn gedurende de vlucht aan boord van het vliegtuig.

Artikel 2

Aan de gezagvoerder van het in artikel 1 genoemde vliegtuig wordt van 1 december 2019 tot en met 30 november 2020 ontheffing verleend van het verbod, genoemd in paragraaf SERA.5005, onderdeel (f), van verordening (EU) nr. 923/2012, om VFR-vluchten uit te voeren boven water, beneden de minimum VFR- vlieghoogte, gedurende de daglichtperiode, zoals gepubliceerd in de in artikel 26, eerste lid, onderdeel a, onder 1°, van het Besluit luchtverkeer 2014, bedoelde luchtvaartgids met inachtneming van de volgende voorschriften en beperkingen:

  • a. de gezagvoerder is in het bezit van een geldig CPL of ATPL;

  • b. de minimum toegestane vlieghoogte bedraagt 250 ft AMSL, doch ten minste 100 ft boven de hoogste hindernis gelegen binnen een afstand van 600 m van het luchtvaartuig;

  • c. de vliegroute, vlieghoogte en vliegsnelheid worden zodanig gekozen dat:

    • 1°. overlast aan derden zoveel mogelijk wordt vermeden;

    • 2°. ingeval van een noodlanding het risico voor inzittenden en derden zoveel mogelijk wordt beperkt;

  • d. er wordt niet bij voortduring laaggevlogen, doch slechts gedurende de periode dat dit voor het daadwerkelijk uitvoeren van de onderzoeksvluchten noodzakelijk is;

  • e. vluchtuitvoering vindt plaats overeenkomstig het gestelde in deel SPO van EU verordening 965/2012;

  • f. er worden geen passagiers vervoerd tijdens de vlucht; alleen flight crew en taakspecialisten als bedoeld in Verordening 965/2012 zijn toegestaan;

  • g. voor en na de vlucht is de opdracht van de opdrachtgever ter inzage aanwezig zodat deze kan worden gecontroleerd door de Landelijke eenheid, afdeling Luchtvaart, of de Inspectie Leefomgeving en Transport;

  • h. voor de inzittenden zijn voldoende zwemvesten en reddingsmiddelen aanwezig;

  • i. tijdens het uitvoeren van de vlucht is een tweezijdige radioverbinding tot stand gebracht met de betrokken luchtverkeersleidingsdienst en wordt voortdurend op de aangewezen radiofrequentie geluisterd;

  • j. vóór de aanvang van de vlucht worden ingelicht:

    de meldkamer van de Landelijke eenheid, afdeling Luchtvaart (tel. (+31)88-6623616 of e-mail luchtvaarttoezicht.landelijke-eenheid@politie.nl) en ILT (e-mail aviation-approvals@ilent.nl), waarbij de volgende gegevens worden verstrekt:

    • 1°. naam gezagvoerder(s), registratie en model/type;

    • 2°. route en periode van de voorgenomen vlucht;

    • 3°. het nummer van deze beschikking;

  • k. een uur voor aanvang van de vlucht wordt gecoördineerd met de Operationele Helpdesk; tel. (+31)20-4062201; fax: (+31)20-4063672; e- mail: ops_helpdesk@lvnl.nl; aan de voorwaarden door hen gesteld wordt strikt de hand gehouden.

Artikel 3

De aanvrager draagt er zorg voor dat de gezagvoerder en de cameraman of dierenexpert bekend zijn met de inhoud van deze ontheffing.

Artikel 4

De aanvrager voert bij de voorbereiding van elk project een veiligheidsanalyse uit. Daarbij wordt in kaart gebracht welke risico’s er zijn als gevolg van het uitvoeren van VFR-vluchten beneden de minimum VFR-vlieghoogte boven het water.

Vervolgens worden risicobeperkende maatregelen in kaart gebracht en toegepast, zodanig dat de vlucht op een verantwoorde wijze kan worden uitgevoerd.

Artikel 5

Bij het niet of niet volledig nakomen van de voorschriften of beperkingen kan deze ontheffing worden ingetrokken.

Artikel 6

Deze beschikking treedt in werking met ingang van 1 december 2019 en vervalt met ingang van 1 december 2020, tenzij deze voortijdig wordt ingetrokken.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, namens deze, Inspecteur ILT team Rail Bedrijven en Luchtvaart Infra

Bezwaarmogelijkheid

Indien u het niet eens bent met deze beslissing, kunt u hiertegen op grond van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na de datum waarop deze beslissing is verzonden, schriftelijk bezwaar aantekenen.

Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en moet ten minste bevatten:

  • de naam en het adres van de indiener;

  • de dagtekening;

  • een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;

  • de gronden van het bezwaar.

Tevens ontvangen wij graag uw telefoonnummer dan wel e-mailadres.

Het bezwaarschrift kunt u richten aan:

Inspectie Leefomgeving en Transport

Afdeling Juridische zaken

Postbus 16191

2500 BD DEN HAAG

TOELICHTING

Paragraaf SERA.5005, onderdeel (f), van verordening (EU) nr. 923/2012, geeft de minimum vlieghoogte voor VFR-verkeer. Op basis van paragraaf SERA.3105 en artikel 19, derde lid, van het Besluit luchtverkeer 2014 kan ontheffing worden verleend van de voorgeschreven minimum vlieghoogten voor VFR-verkeer.

Door het Forschungs- und Technologiezentrum Westküste (FTZ) gevestigd in Büsum is aan de aanvrager een opdracht gegeven om boven het Duitse deel van de Noordzee waarnemings- en onderzoeksvluchten uit te voeren. Hiervoor moet incidenteel lager worden gevlogen binnen de Amsterdam FIR. Om een representatief beeld te krijgen dienen er gedurende het jaar verschillende waarnemings- en onderzoeksvluchten te worden uitgevoerd.

Bij het niet of niet volledig nakomen van de voorschriften of beperkingen kan deze ontheffing worden ingetrokken.

Naar boven