Advies Raad van State inzake het voorstel van wet tot wijziging van de Wet strategische diensten in verband met Verordening (EU) nr. 2019/125 van het Europees Parlement en de Raad van 16 januari 2019 met betrekking tot de handel in bepaalde goederen die gebruikt zouden kunnen worden voor de doodstraf, foltering of andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing (PbEU 2019, L 30) (Wet tot wijziging van de Wet strategische diensten in verband met codificatie van de anti-folterverordening)

Nader Rapport

’s-Gravenhage, 16 september 2019

Aan de Koning

Nader rapport inzake het voorstel van wet tot wijziging van de Wet strategische diensten in verband met Verordening (EU) nr. 2019/125 van het Europees Parlement en de Raad van 16 januari 2019 met betrekking tot de handel in bepaalde goederen die gebruikt zouden kunnen worden voor de doodstraf, foltering of andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing (PbEU 2019, L 30) (Wet tot wijziging van de Wet strategische diensten in verband met codificatie van de anti-folterverordening)

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 27 augustus 2019, nr. 2019001733, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 29 augustus 2019, nr. W02.19.0273/II, bied ik U hierbij aan.

Het voorstel geeft de Afdeling advisering van de Raad van State geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen. Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde voorstel van wet en de memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag.

Advies Raad van State

No. W02.19.0273/II

’s-Gravenhage, 29 augustus 2019

Aan de Koning

Bij Kabinetsmissive van 27 augustus 2019, no. 2019001733, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot wijziging van de Wet strategische diensten in verband met Verordening (EU) 2019/125 van het Europees Parlement en de Raad van 16 januari 2019 met betrekking tot de handel in bepaalde goederen die gebruikt zouden kunnen worden voor de doodstraf, foltering of andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing (PbEU 2019, L30) (Wet tot wijziging van de Wet strategische diensten in verband met codificatie van de anti-folterverordening), met memorie van toelichting.

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen opmerkingen bij het voorstel en adviseert het voorstel bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal in te dienen.

Gelet op artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, adviseert de Afdeling dit advies openbaar te maken.

De vice-president van de Raad van State, Th.C. de Graaf.

Tekst zoals toegezonden aan de Raad van State: Wet van ..... tot wijziging van de Wet strategische diensten in verband met Verordening (EU) 2019/125 van het Europees Parlement en de Raad van 16 januari 2019 met betrekking tot de handel in bepaalde goederen die gebruikt zouden kunnen worden voor de doodstraf, foltering of andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing (PbEU 2019, L 30) (Wet tot wijziging van de Wet strategische diensten in verband met codificatie van de anti-folterverordening)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat bij Verordening (EU) 2019/125 van het Europees Parlement en de Raad van 16 januari 2019 met betrekking tot de handel in bepaalde goederen die gebruikt zouden kunnen worden voor de doodstraf, foltering of andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing (PbEU 2019, L 30) de anti-folterverordening is gecodificeerd en deze codificatie noopt tot wijziging van de strafbaarstelling van overtreding van artikelen van die verordening in de Wet strategische diensten;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet strategische diensten wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt de definitie van verordening 1236/2005 vervangen door:

verordening 2019/125:

de verordening (EU) 2019/125 van het Europees Parlement en de Raad van 16 januari 2019 met betrekking tot de handel in bepaalde goederen die gebruikt zouden kunnen worden voor de doodstraf, foltering of andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing (PbEU 2019, L 30);.

B

Artikel 11 komt te luiden:

Artikel 11

Het is verboden te handelen in strijd met de artikelen:

  • a. 3, eerste lid, en 4, eerste lid, van verordening 2019/125 voor zover het betreft het verlenen van technische bijstand als bedoeld in artikel 2, onderdeel f, van deze verordening;

  • b. 6 tot en met 9, 15 en 19 van verordening 2019/125.

C

In artikel 14, eerste lid, wordt ‘van verordening 1236/2005’ vervangen door ‘van verordening 2019/125’.

D

In artikel 15 wordt ‘op grond van verordening 1236/2005’ vervangen door ‘op grond van verordening 2019/125’.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,

MEMORIE VAN TOELICHTING

(13 juni 2019)

Met Verordening (EU) 2019/125 van het Europees Parlement en de Raad van 16 januari 2019 met betrekking tot de handel in bepaalde goederen die gebruikt zouden kunnen worden voor de doodstraf, foltering of andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing (PbEU 2019, L 30) is Verordening (EG) nr. 1236/2005, zoals diverse keren gewijzigd, gecodificeerd. Deze codificatie houdt geen inhoudelijke wijziging van de Verordening in. Echter, omdat de bestaande verordening door deze codificatieverordening is ingetrokken en de artikelen en bijlagen zijn hernummerd, is het wenselijk de verwijzingen daarnaar in de nationale implementatieregelgeving zo spoedig mogelijk aan te passen. Dit geldt derhalve ook voor de verwijzingen naar de Verordening in de Wet strategische diensten. Voorliggend voorstel van wet strekt daartoe.

Artikel/bijlage OUD artikel/bijlage NIEUW

2, 3, 4 2, 3, 4

4ter 6

4quater 7

4quinquies 8

4sexies 9

7bis 15

7sexies 19

IIIbis IV

IIIter V

IV t/m VII VI t/m XI

Omdat sprake is van wetgeving waarvan wenselijk is dat deze zo spoedig mogelijk in werking treeft, gezien het feit dat de codificatie reeds van kracht is, en inhoudelijk geen sprake is van wijzigingen, wordt bij de inwerkingtreding afgeweken van het beleid inzake vaste verandermomenten.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,

Naar boven