Regeling van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 19 september 2019, nummer 2667117, houdende wijziging van de Regeling eigen bijdrage asielzoekers met inkomen en vermogen 2008

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

Gelet op artikel 3, derde lid, van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers;

Besluit:

ARTIKEL I

In artikel 5, derde en vierde lid, van de Regeling eigen bijdrage asielzoekers met inkomen en vermogen 2008 wordt ‘€ 196,00’ telkens vervangen door ‘het bedrag, genoemd in artikel 31, tweede lid, onderdeel n, van de Participatiewet,´.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 19 september 2019

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, A. Broekers-Knol

TOELICHTING

Deze regeling strekt tot wijziging van artikel 5, derde en vierde lid, van de Regeling eigen bijdrage asielzoekers met inkomen en vermogen 2008. In artikel 5 is zoveel mogelijk aangesloten bij de systematiek van de Participatiewet. Het derde en vierde lid zijn een aanvulling op de opsomming die in het tweede lid is opgenomen. Deze aanvulling is gebaseerd op de vrijstelling zoals neergelegd in artikel 31, tweede lid, onderdeel n, van de Participatiewet. Het derde lid bepaalt dat een deel van het inkomen uit arbeid van de asielzoeker, niet zijnde een vergunninghouder, gedurende 24 weken per 52 weken niet tot de middelen wordt gerekend. Dat een deel van de arbeidsinkomsten van een vergunninghouder niet tot de middelen wordt gerekend blijkt uit het vierde lid. Anders dan bij de asielzoeker die nog geen vergunninghouder is, is de vrijstelling voor vergunninghouders niet gebonden aan een termijn. Doel van de vrijstelling is om arbeidsinschakeling te stimuleren. Het derde en vierde lid van artikel 5 van de Regeling eigen bijdrage asielzoekers met inkomen en vermogen 2008 verwezen nog naar het bedrag van € 196,00. Dit is de vrijstelling van de middelen van 25% van het arbeidsinkomen tot een maximum. Om het bedrag op actuele wijze gelijk te laten lopen met het maximumbedrag in de Participatiewet, is een dynamische verwijzing van het maximumbedrag in artikel 31, tweede lid, onderdeel n, van de Participatiewet opgenomen. Thans is dit bedrag € 209,00.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, A. Broekers-Knol

Naar boven