Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | Staatscourant 2019, 53169 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | Staatscourant 2019, 53169 | Besluiten van algemene strekking |
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelet op de artikelen 77, derde lid, en 78, derde lid, van de Participatiewet, 54, tweede lid, en 55, tweede lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en 54, tweede lid, en 55, tweede lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, 52, eerste lid, onderdelen b en c, van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 en 6, derde lid, van het Besluit Participatiewet;
Besluit:
De Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. De onderdelen d en e vervallen, onder verlettering van de onderdelen f, g en h tot d, e en f.
2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel f (nieuw) door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004.
B
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, wordt ‘bedoeld in artikel 77, tweede lid, van de wet’ vervangen door ‘bedoeld in de artikelen 77, tweede lid, van de wet, 54, eerste lid, van de IOAW en 54, eerste lid, van de IOAZ,’.
2. In het vijfde lid wordt ‘financieel beheer van de wet’ gewijzigd in ‘financieel beheer van de wet, de IOAW, de IOAZ of het Bbz 2004’.
C
Na artikel 15 wordt een paragraaf toegevoegd, luidende:
1. De kosten, bedoeld in artikel 52, eerste lid, onderdeel b, van het Bbz 2004, van een aan derden opgedragen onderzoek inzake verlening van algemene bijstand en bijstand ter voorziening in de behoefte aan bedrijfskapitaal aan ondernemers in de binnenvaart komen voor vergoeding in aanmerking, voor zover de kosten per onderzoek niet meer bedragen dan:
a. € 2.660,00 voor een uitgebreid rapport en € 1.572,00 voor een verkort rapport betrekking hebbend op bijstandverlening aan een gevestigde of een beginnende zelfstandige als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdelen a en b, van het Bbz 2004;
b. € 967,00 voor een rapport betrekking hebbend op bijstandverlening aan een oudere of een beëindigende zelfstandige als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdelen c en d, van het Bbz 2004 of een nader of vervolgrapport betrekking hebbend op bijstandverlening aan een zelfstandige.
2. De vergoeding per besluit op een aanvraag van ondernemers in de binnenvaart om verlening van bijstand, bedoeld in artikel 52, eerste lid, onderdeel c, van het Bbz 2004, bedraagt € 317,00.
3. De bedragen, genoemd in het eerste lid, onderdelen a en b, en tweede lid worden met ingang van 1 januari van elk kalenderjaar gewijzigd met het percentage waarmee het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie over de maand oktober daaraan voorafgaand afwijkt van het prijsindexcijfer waarop de laatste vaststelling van de bedragen is gebaseerd. De gewijzigde bedragen worden door of namens de Minister medegedeeld in de Staatscourant.
D
De bijlage wordt vervangen door bijlage I bij deze regeling.
De Regeling statistiek Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdelen f en g, wordt ‘bijstandsverlening’ vervangen door ‘bijstandverlening’.
2. In onderdeel f, wordt ‘langdurigheidstoeslag’ vervangen door ‘individuele inkomenstoeslag’.
B
Bijlage 1 en bijlage 3 worden vervangen door bijlage II en bijlage III bij deze regeling.
De Regeling financiering en verantwoording IOAW, IOAZ en Bbz 2004 wordt ingetrokken.
De Regeling administratieve uitvoeringsvoorschriften Bbz 2004 wordt ingetrokken.
De Regeling uitkeringen gemeenten Bbz 2004 voor de uitvoeringsjaren 2012 en volgende wordt ingetrokken.
1. De Regeling financiering en verantwoording IOAW, IOAZ en Bbz 2004, zoals die luidt op 31 december 2019, blijft van toepassing op de financiële afwikkeling van de uitkeringen Bbz 2004 aan gemeenten met betrekking tot de uitvoeringsjaren gelegen voor het jaar 2020.
2. De Regeling uitkeringen gemeenten Bbz 2004 voor de uitvoeringsjaren 2012 en volgende, zoals die luidt op 31 december 2019, blijft van toepassing op de financiële afwikkeling van de uitkeringen Bbz 2004 aan gemeenten met betrekking tot de uitvoeringsjaren gelegen voor het jaar 2020.
Deze regeling zal met de toelichting en de bijlagen in de Staatscourant worden geplaatst.
Den Haag, 24 september 2019
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, T. van Ark
Indicator |
Gewicht |
Peildatum schatting |
Peildatum verdeling |
---|---|---|---|
Niet-rechthebbenden |
|||
Te veel vermogen |
|||
Alleenstaande, vermogen boven € 5.000 |
-2,0395108 |
1-1-2017 |
Huishoudensdefinitie 31-12-2018, vermogen 1-1-2017 |
Alleenstaande, vermogen tot en met € 5.000, overwaarde boven € 50.000 |
-0,7142046 |
1-1-2017 |
Huishoudensdefinitie 31-12-2018, vermogen 1-1-2017 |
Paar/eenouder, vermogen boven € 10.000 |
-1,6938955 |
1-1-2017 |
Huishoudensdefinitie 31-12-2018, vermogen 1-1-2017 |
Paar/eenouder, vermogen tot en met € 10.000, overwaarde boven € 50.000 |
-0,5993618 |
1-1-2017 |
Huishoudensdefinitie 31-12-2018, vermogen 1-1-2017 |
Andere uitkering |
|||
AO-uitkering, mate van AO 15-80% of onbekend in hh |
-3,8153443 |
5-1-2017 |
31-12-2017 |
AO-uitkering, mate van AO 80-100% in hh |
-4,0983381 |
5-1-2017 |
31-12-2017 |
WW-uitkering in hh |
-1,0469943 |
5-1-2017 |
31-12-2018 |
ANW-uitkering in hh |
-5,5699203 |
31-12-2016 |
31-12-2018 |
Zw-uitkering, wachtgeld of overige uitkering in hh |
-1,4850944 |
5-1-2017 |
31-12-2017 |
Pensioenuitkering in hh |
-0,5480095 |
5-1-2017 |
31-12-2017 |
Kan/wil niet werken |
|||
Student (mbo/hbo/wo) in hh |
-1,9972273 |
1-10-2016 |
1-10-2018 |
Aanbodkant van de arbeidsmarkt |
|||
Leeftijd |
|||
18 tot 20-jarige in hh |
Referentie |
1-1-2017 |
31-12-2018 |
20 tot 25-jarige in hh |
1,2652561 |
1-1-2017 |
31-12-2018 |
25 tot 30-jarige in hh |
1,7504550 |
1-1-2017 |
31-12-2018 |
30 tot 40-jarige in hh |
1,8935990 |
1-1-2017 |
31-12-2018 |
40 tot 50-jarige in hh |
2,1254461 |
1-1-2017 |
31-12-2018 |
50-jarige tot AOW-leeftijd in hh |
2,5804731 |
1-1-2017 |
31-12-2018 |
Gezinssituatie |
|||
Alleenstaande |
Referentie |
1-1-2017 |
31-12-2018 |
Eenouder-moeder, jongste kind tot 5 |
1,0305948 |
1-1-2017 |
31-12-2018 |
Eenouder-moeder, jongste kind 5-12 |
0,5066231 |
1-1-2017 |
31-12-2018 |
Eenouder-moeder, jongste kind 12-18 |
0,1260311 |
1-1-2017 |
31-12-2018 |
Eenouder-moeder, jongste kind 18+ |
-0,2289016 |
1-1-2017 |
31-12-2018 |
Eenouder-vader, jongste kind tot 5 |
-0,2015735 |
1-1-2017 |
31-12-2018 |
Eenouder-vader, jongste kind 5-12 |
-0,0710858 |
1-1-2017 |
31-12-2018 |
Eenouder-vader, jongste kind 12-18 |
-0,4965251 |
1-1-2017 |
31-12-2018 |
Eenouder-vader, jongste kind 18+ |
-1,0132760 |
1-1-2017 |
31-12-2018 |
Paar, jongste kind 18- |
-1,2319780 |
1-1-2017 |
31-12-2018 |
Paar, jongste kind 18+ |
-1,6941581 |
1-1-2017 |
31-12-2018 |
Paar zonder kinderen |
-1,1195710 |
1-1-2017 |
31-12-2018 |
Thuiswonend meerderjarig kind |
-0,6689042 |
1-1-2017 |
31-12-2018 |
Overig huishouden |
0,2028236 |
1-1-2017 |
31-12-2018 |
Wonen in corporatiewoning |
1,5514743 |
1-1-2017 |
31-12-2018 |
Wonen op een standplaats |
1,5490680 |
1-1-2017 |
31-12-2018 |
Migratieachtergrond |
|||
Geen migratieachtergrond in hh |
Referentie |
1-1-2017 |
31-12-2018 |
Turk in hh |
0,1774615 |
1-1-2017 |
31-12-2018 |
Surinamer in hh |
0,3226718 |
1-1-2017 |
31-12-2018 |
Nederlands Antilliaan in hh |
0,4733527 |
1-1-2017 |
31-12-2018 |
Marokkaan in hh |
0,5001154 |
1-1-2017 |
31-12-2018 |
Ghanees in hh |
0,0398445 |
1-1-2017 |
31-12-2018 |
Somaliër of Eritreeër in hh |
2,1528054 |
1-1-2017 |
31-12-2018 |
Afrikaan (excl. Marokkaan, Ghanees, Somaliër, Eritreeër) in hh |
0,8669657 |
1-1-2017 |
31-12-2018 |
Afghaan in hh |
1,0863325 |
1-1-2017 |
31-12-2018 |
Irakees in hh |
1,2931337 |
1-1-2017 |
31-12-2018 |
Syriër in hh |
3,5404508 |
1-1-2017 |
31-12-2018 |
Iranees in hh |
0,8129299 |
1-1-2017 |
31-12-2018 |
Chinees in hh |
-0,3210145 |
1-1-2017 |
31-12-2018 |
Indiaas in hh |
-0,6850832 |
1-1-2017 |
31-12-2018 |
Overig niet-westers in hh |
0,1723876 |
1-1-2017 |
31-12-2018 |
Voormalig Joegoslavisch in hh |
0,4761400 |
1-1-2017 |
31-12-2018 |
Voormalig Sovjet-Unie in hh |
0,3624668 |
1-1-2017 |
31-12-2018 |
Overig westers in hh |
-0,4368658 |
1-1-2017 |
31-12-2018 |
Opleiding |
|||
Aandeel laagst opgeleiden in gemeente |
0 |
n.v.t. |
n.v.t. |
HCI (human capital index) onbekend |
Referentie |
Opleidingsniveau 1-10-2016, arbeidsverleden 2012 t/m 2016 |
Opleidingsniveau 1-10-2017, arbeidsverleden 2013 t/m 2017 |
Lage HCI in hh |
1,3063685 |
Opleidingsniveau 1-10-2016, arbeidsverleden 2012 t/m 2016 |
Opleidingsniveau 1-10-2017, arbeidsverleden 2013 t/m 2017 |
Middelbare of hoge HCI in hh |
-1,3118882 |
Opleidingsniveau 1-10-2016, arbeidsverleden 2012 t/m 2016 |
Opleidingsniveau 1-10-2017, arbeidsverleden 2013 t/m 2017 |
(V)SO/Pro gevolgd in hh |
1,6055867 |
Gevolgd tussen schooljaar 2010/2011 en 2015/2016, niet gevolgd in schooljaar 2016/2017 |
Gevolgd tussen schooljaar 2012/2013 en 2017/2018, niet gevolgd in schooljaar 2018/2019 |
Gezondheid |
|||
Zorgkosten boven € 50.000 in hh |
0,3481896 |
Heel 2016 |
Heel 2016 |
Gebruik GGZ-zorg in hh |
0,7924915 |
Heel 2016 |
Heel 2016 |
Medicijnen voor verslaving in hh |
0,3582567 |
Heel 2016 |
Heel 2017 |
Medicijnen voor depressie in hh |
0,3614081 |
Heel 2016 |
Heel 2017 |
Medicijnen voor psychose in hh |
0,5388989 |
Heel 2016 |
Heel 2017 |
Medicijngebruik uit minder dan 4 hoofdgroepen in hh |
Referentie |
Heel 2016 |
Heel 2017 |
Medicijngebruik uit 4 tot 6 hoofdgroepen in hh |
0,1607911 |
Heel 2016 |
Heel 2017 |
Medicijngebruik uit 6 tot 8 hoofdgroepen in hh |
0,3257013 |
Heel 2016 |
Heel 2017 |
Medicijngebruik uit 8 of meer hoofdgroepen in hh |
0,4675558 |
Heel 2016 |
Heel 2017 |
Combinaties van factoren |
|||
Niet-westerse migratieachtergrond in hh en 50-jarige tot AOW in hh |
0,0226456 |
1-1-2017 |
31-12-2018 |
Niet-westerse migratieachtergrond in hh en gezondheidsproblemen in hh |
0,1421771 |
1-1-2017 voor migratieachtergrond, heel 2016 voor gezondheidsproblemen |
31-12-2018 voor migratieachtergrond, heel 2016 voor hoge zorgkosten en gebruik ggz-zorg, heel 2017 voor overige gezondheidsproblemen |
Lage HCI in hh en gezondheidsproblemen in hh |
0,4724754 |
Opleidingsniveau 1-10-2016, arbeidsverleden 2012 t/m 2016, heel 2016 voor gezondheidsproblemen |
Opleidingsniveau 1-10-2017, arbeidsverleden 2013 t/m 2017, heel 2016 voor hoge zorgkosten en gebruik ggz-zorg, heel 2017 voor overige gezondheidsproblemen |
Vraagkant van de arbeidsmarkt |
|||
Banen per lid beroepsbevolking in gemeente, gecorrigeerd voor reistijd, concurrentie en grenspendel |
-8,0349430 |
1-1-2017 |
1-1-2018 |
Aandeel werkend onder niveau in gemeente |
0,8611330 |
1-1-2017 |
1-1-2018 |
Aandeel studenten (hbo/wo) onder de potentiële beroepsbevolking in gemeente |
0,3263149 |
1-10-2016 |
1-10-2018 |
Aandeel WW’ers onder de beroepsbevolking in gemeente |
17,5956725 |
Q1 2017 t/m Q4 2017 |
Q4 2017, Q1 t/m Q3 2018 |
Buurteffecten |
|||
Aandeel van de beroepsbevolking in gemeente in buurt waar werken niet de norm is obv postcodegebieden (6 posities) |
0,4576485 |
1-1-2017 |
1-1-2017 |
Index overlast en onveiligheid |
1,2019851 |
1-1-2017 |
1-1-2018 |
Constante |
0,0094706 |
Type huishouden |
Normbedrag |
Alleenstaande (ouder), leeftijd 21 tot AOW |
15.608,27 |
Alleenstaande (ouder), 18, 19 of 20 jaar |
3.052,68 |
Gehuwd paar, beide partners leeftijd 21 tot AOW |
20.063,30 |
Gehuwd paar, beide partners 18, 19 of 20 jaar, zonder kind(eren) |
6.105,36 |
Gehuwd paar, beide partners 18, 19 of 20 jaar, met kind(eren) |
9.638,28 |
Gehuwd paar, één van beide partners 18, 19 of 20 jaar, zonder kind(eren) |
11.884,92 |
Gehuwd paar, één van beide partners 18, 19 of 20 jaar, met kind(eren) |
16.517,17 |
Normen gerechtigde leeftijd 21 tot AOW bij aantal kostendelers |
Normbedrag |
2 kostendelers |
10.031,75 |
3 kostendelers |
8.172,78 |
4 kostendelers |
7.243,29 |
5 kostendelers |
6.712,44 |
6 kostendelers |
6.476,88 |
7 kostendelers |
6.308,76 |
8 kostendelers |
6.182,52 |
9 kostendelers |
6.084,36 |
10 kostendelers (of meer) |
6.005,88 |
Normen gehuwde paren (1 partner jonger dan 21, 1 partner leeftijd 21 of ouder) afhankelijk van aantal kostendelers met kinderen |
Normbedrag |
2 kostendelers |
16.517,17 |
3 kostendelers |
14.658,20 |
4 kostendelers |
13.728,72 |
5 kostendelers |
13.298,04 |
6 kostendelers |
13.062,48 |
7 kostendelers |
12.894,36 |
8 kostendelers |
12.768,12 |
9 kostendelers |
12.669,96 |
10 kostendelers (of meer) |
12.591,48 |
Normen gehuwde paren (1 partner jonger dan 21, 1 partner leeftijd 21 of ouder) afhankelijk van aantal kostendelers zonder kinderen |
Normbedrag |
2 kostendelers |
11.884,92 |
3 kostendelers |
10.707,24 |
4 kostendelers |
10.118,40 |
5 kostendelers |
9.765,12 |
6 kostendelers |
9.529,56 |
7 kostendelers |
9.361,44 |
8 kostendelers |
9.235,20 |
9 kostendelers |
9.137,04 |
10 kostendelers (of meer) |
9.058,56 |
Afwijkende normen gehuwden o.b.v. art. 24 Participatiewet |
Normbedrag |
rechthebbende leeftijd 21 of ouder met of zonder kinderen |
10.031,75 |
rechthebbende leeftijd jonger dan 21, zonder kind |
3.052,68 |
rechthebbende leeftijd jonger dan 21, met kind |
4.819,20 |
Indicator |
Gewicht |
Peildatum schatting |
Peildatum verdeling |
---|---|---|---|
Directe verrekening |
|||
Andere uitkering |
|||
WW-uitkering in hh |
-1,4264027 |
5-1-2017 |
31-12-2018 |
AO-uitkering, mate van AO 15-80% of onbekend in hh |
-2,3670701 |
5-1-2017 |
31-12-2017 |
AO-uitkering, mate van AO 80-100% in hh |
-3,0789747 |
5-1-2017 |
31-12-2017 |
ANW-uitkering in hh |
-1,9528528 |
31-12-2016 |
31-12-2018 |
Zw-uitkering, wachtgeld of overige uitkering in hh |
-1,2172436 |
5-1-2017 |
31-12-2017 |
Pensioenuitkering in hh |
-1,0825931 |
5-1-2017 |
31-12-2017 |
Kans op deeltijdwerk |
|||
Aanbodkant van de arbeidsmarkt |
|||
Leeftijd |
|||
18 tot 25-jarige in hh |
Referentie |
1-1-2017 |
31-12-2018 |
25 tot 30-jarige in hh |
-0,2148057 |
1-1-2017 |
31-12-2018 |
30 tot 40-jarige in hh |
-0,5082408 |
1-1-2017 |
31-12-2018 |
40 tot 50-jarige in hh |
-0,5728487 |
1-1-2017 |
31-12-2018 |
50-jarige tot AOW-leeftijd in hh |
-0,4108061 |
1-1-2017 |
31-12-2018 |
Gezinssituatie |
|||
Alleenstaande, eenoudervader |
Referentie |
1-1-2017 |
31-12-2018 |
Eenouder-moeder, jongste kind tot 5 |
-0,1787678 |
1-1-2017 |
31-12-2018 |
Eenouder-moeder, jongste kind 5+ |
-0,4002409 |
1-1-2017 |
31-12-2018 |
Paar met kinderen |
-0,5717257 |
1-1-2017 |
31-12-2018 |
Paar zonder kinderen, overig huishouden |
-0,7398789 |
1-1-2017 |
31-12-2018 |
Thuiswonend meerderjarig kind |
-0,3924031 |
1-1-2017 |
31-12-2018 |
Wonen in corporatiewoning of op standplaats |
0,0880957 |
1-1-2017 |
31-12-2018 |
Migratieachtergrond |
|||
Geen, westerse, of overige niet-westerse migratieachtergrond in hh |
Referentie |
1-1-2017 |
31-12-2018 |
Turk in hh |
0,0894738 |
1-1-2017 |
31-12-2018 |
Surinamer in hh |
0,1218518 |
1-1-2017 |
31-12-2018 |
Marokkaan in hh |
0,1690292 |
1-1-2017 |
31-12-2018 |
Afrikaan (excl. Marokkaan) in hh |
0,2266394 |
1-1-2017 |
31-12-2018 |
Irakees, Syriër, Iraniër, of Afghaan in hh |
0,2818218 |
1-1-2017 |
31-12-2018 |
Opleiding |
|||
HCI (human capital index) onbekend |
Referentie |
Opleidingsniveau 1-10-2016, arbeidsverleden 2012 t/m 2016 |
Opleidingsniveau 1-10-2017, arbeidsverleden 2013 t/m 2017 |
Lage HCI in hh |
0,2380750 |
Opleidingsniveau 1-10-2016, arbeidsverleden 2012 t/m 2016 |
Opleidingsniveau 1-10-2017, arbeidsverleden 2013 t/m 2017 |
Middelbare of hoge HCI in hh |
-0,7976046 |
Opleidingsniveau 1-10-2016, arbeidsverleden 2012 t/m 2016 |
Opleidingsniveau 1-10-2017, arbeidsverleden 2013 t/m 2017 |
Gezondheid |
|||
Gebruik GGZ-zorg in hh |
0,1370456 |
Heel 2016 |
Heel 2016 |
Medicijnen voor depressie in hh |
0,0484792 |
Heel 2016 |
Heel 2017 |
Combinaties van factoren |
|||
Lage HCI in hh en gezondheidsproblemen in hh |
0,1345419 |
Opleidingsniveau 1-10-2016, arbeidsverleden 2012 t/m 2016, heel 2016 voor gezondheidsproblemen |
Opleidingsniveau 1-10-2017, arbeidsverleden 2013 t/m 2017, heel 2016 voor hoge zorgkosten en gebruik ggz-zorg, heel 2017 voor overige gezondheidsproblemen |
Vraagkant van de arbeidsmarkt |
|||
Laaggeschoolde banen per lid beroepsbevolking in gemeente, gecorrigeerd voor reistijd, concurrentie en grenspendel |
-0,2507163 |
1-1-2017 |
1-1-2018 |
Aandeel studenten (hbo/wo) onder de potentiële beroepsbevolking in gemeente |
1,0195944 |
1-10-2016 |
1-10-2018 |
Buurteffecten |
|||
Index overlast en onveiligheid |
0,4759817 |
1-1-2017 |
1-1-2018 |
Constante |
2,8209278 |
Hieronder staan de kenmerken in het aan te leveren BUS-bestand beschreven. Bij ieder kenmerk wordt het bereik aangegeven waaraan een waarde van het betreffende kenmerk moet voldoen, indien over het kenmerk informatie is opgenomen in het XML-bestand. Het CBS controleert of de aangeleverde kenmerken binnen het geldige waardenbereik liggen. Daarnaast voert het CBS verschillende controles uit na ontvangst van het BUS-bestand. Een overzicht van een aantal van deze controles is te vinden op de website www.cbs.nl/sz. Deze lijst wordt regelmatig bijgewerkt.
Let op: Met [jjjj] wordt bedoeld de 4-cijferige aanduiding voor het jaar
Met [mm] wordt bedoeld de 2-cijferige aanduiding van de maand
Met [ab] wordt bedoeld: een tekstwaarde van 2 posities
Met [12] wordt bedoeld: een numerieke waarde van 2 posities
Met (abcde) wordt bedoeld: een tekstwaarde van minimaal 1 en maximaal 5 posities
Met ab wordt bedoeld: exact de letters ‘ab’
Met 12 wordt bedoeld: exact de waarde ‘12’
Met [a1234] wordt bedoeld: een plus- of minteken op de eerste positie gevolgd door numerieke waarden op de posities 2 t/m 5
Met [jjjjmmdd] wordt bedoeld: een datumaanduiding waarbij de eerste 4 posities het jaar aanduiden, de 5e en 6e positie de maand, en de 7e en 8e positie de dag van de maand
Met incl. vt wordt bedoeld: het bedrag op te geven inclusief vakantietoeslag
Met excl. vt wordt bedoeld: het bedrag op te geven exclusief vakantietoeslag
GEGEVENS LEVERING |
|||
1 |
STATISTIEKJAAR |
[jjjj] |
|
2 |
STATISTIEKMAAND |
[mm] |
|
3 |
BERICHTGEVERCODE |
[1234] |
|
4 |
GEMEENTECODE |
||
CBS-gemeentecode |
[1234] |
||
5 |
NAAM SOFTWAREPAKKET |
||
CiVision Samenlevingszaken (PinkRoccade) |
sam |
||
Suites voor het Sociaal Domein (Centric) |
ssd |
||
Socrates (WiGo4It) |
soc |
||
AIO (Sociale Verzekeringsbank) |
aio |
||
EBB-Rapportage (Horlings & Eerbeek) |
ebb |
||
Central Station (Obec Software Engineering) |
cso |
||
Ander pakket |
and |
||
6 |
RELEASE-/VERSIENUMMER SOFTWAREPAKKET |
(abcdefghijkl) |
|
GEGEVENS UITKERING |
|||
7 |
REGISTRATIENUMMER UITKERING |
(abcdefghijklmno) |
|
8 |
STATISTIEKCODE |
||
algemene bijstand (incl. AIO) |
01 |
||
IOAW |
02 |
||
IOAZ |
03 |
||
periodiek bijzondere bijstand |
11 |
||
eenmalig bijzondere bijstand |
12 |
||
BBZ levensonderhoud |
14 |
||
BBZ bedrijfskapitaal |
20 |
||
9 |
NADERE CLASSIFICATIE BBZ |
||
zelfstandige, beginnende |
1 |
||
zelfstandige, oudere |
2 |
||
zelfstandige, beëindigende |
3 |
||
zelfstandige, gevestigde |
5 |
||
10 |
LEEFVORM |
||
alleenstaande |
1 |
||
alleenstaande ouder |
2 |
||
gehuwden en samenwonenden |
3 |
||
anders |
4 |
||
11 |
AANTAL KOSTENDELERS |
[12] |
|
12 |
BEDRAG BIJSTANDSNORM (incl. vt) |
[1234] |
|
13 |
BEDRAG VERMINDERING UITKERING N.A.V. AFSTEMMING (incl. vt) |
[a1234] |
|
14 |
BEDRAG INKOMSTEN UITKERING (incl. vt) |
[a1234] |
|
15 |
BETAALBAAR GESTELD BEDRAG UITKERING (excl. vt) |
[123456] |
|
16 |
Datum invoering administratie |
[jjjjmmdd] |
|
17 |
CLUSTER BIJZONDERE BIJSTAND |
||
directe levensbehoeften |
a |
||
voorzieningen voor het huishouden |
b |
||
voorzieningen voor wonen |
c |
||
voorzieningen voor opvang |
d |
||
kosten uit maatschappelijke zorg |
e |
||
financiële transacties |
f |
||
uitstroombevordering |
g |
||
medische dienstverlening |
h |
||
overige kostensoorten |
i |
||
kosten wel in statistiek maar geen bijzondere bijstand |
j |
||
individuele inkomenstoeslag |
k |
||
individuele studietoeslag |
l |
||
collectieve aanvullende zorgverzekering |
m |
||
GEGEVENS PERSONEN (invullen voor alle personen met deze uitkering) |
|||
18 |
BURGERSERVICENUMMER |
[123456789] |
|
19 |
GEBOORTEDATUM |
[jjjjmmdd] |
|
20 |
GESLACHT |
||
man |
1 |
||
vrouw |
2 |
||
21 |
HUISVESTING |
||
huurder |
1 |
||
eigenaar |
2 |
||
inwonend |
3 |
||
in inrichting |
4 |
||
adresloos |
5 |
||
geen vaste woon- of verblijfplaats en niet adresloos |
6 |
||
22 |
AANVANGSDATUM UITKERING PERSOON |
[jjjjmmdd] |
|
23 |
EINDDATUM UITKERING PERSOON |
[jjjjmmdd] |
|
24 |
ONTHEFFING ARBEIDSVERPLICHTING VAN TOEPASSING |
||
nee |
2 |
||
ja, art. 9a, Participatiewet of art. 38 IOAW/IOAZ |
4 |
||
ja, art. 9, tweede lid, Participatiewet of art. 37a, eerste lid, IOAW/IOAZ |
5 |
||
ja, art. 9, vijfde lid, Participatiewet of art. 37a, derde lid, IOAW/IOAZ |
6 |
||
25 |
EINDDATUM ONTHEFFING |
[jjjjmmdd] |
|
26 |
REDEN BEËINDIGING ONTHEFFING OF OPSCHORTING |
||
beëindiging wegens niet nakomen verplichtingen plan van aanpak |
1 |
||
beëindiging wegens bereiken maximale termijn ontheffing |
2 |
||
opschorting wegens bereiken 5-jarige leeftijd jongste kind |
3 |
||
opschorting op verzoek van de ouder |
4 |
||
overige reden beëindiging |
5 |
||
27 |
UITVOERING TEGENPRESTATIE |
||
ja |
1 |
||
nee |
2 |
||
28 |
REDEN VERMINDERING N.A.V. AFSTEMMING |
||
op het vlak van plicht tot arbeidsinschakeling |
01 |
||
agressie |
03 |
||
tekortschietend besef van verantwoordelijkheid |
04 |
||
niet nakomen tegenprestatie |
05 |
||
niet nakomen verplichtingen plan van aanpak |
06 |
||
niet (voldoende) zoeken naar werk in zoekperiode van 4 weken |
07 |
||
niet (voldoende) zoeken naar scholing in zoekperiode van 4 weken |
08 |
||
niet (voldoende) nakomen van afspraken m.b.t. beheersing van de Nederlandse taal (art. 18b Participatiewet) |
09 |
||
oorzaak bij partner |
98 |
||
29 |
AANVANGSDATUM VERMINDERING |
[jjjjmmdd] |
|
30 |
EINDDATUM VERMINDERING |
[jjjjmmdd] |
|
31 |
SOORT INKOMSTEN |
||
(deeltijd) arbeid in dienstbetrekking |
11 |
||
vermogensopbrengsten |
18 |
||
kinderalimentatie |
23 |
||
partneralimentatie |
24 |
||
heffingskortingen |
31 |
||
andere inkomsten |
98 |
||
32 |
BEDRAG INKOMSTEN PERSOON (incl. vt) |
[a1234] |
|
33 |
VRIJLATING INKOMSTEN (per inkomstensoort) |
||
ja |
1 |
||
nee |
2 |
||
34 |
REDEN BEËINDIGING UITKERING PERSOON |
||
gaan volgen van onderwijs met studiefinanciering |
01 |
||
aangaan relatie |
02 |
||
bereiken AOW-gerechtigde leeftijd |
03 |
||
overlijden |
04 |
||
detentie |
05 |
||
kunnen volgen van onderwijs maar dit niet doen |
06 |
||
overschrijden maximale verblijfsduur buitenland |
07 |
||
verkregen inkomsten uit: |
|||
arbeid in dienstbetrekking/uitkering ziekte |
11 |
||
zelfstandig beroep of bedrijf |
13 |
||
uitkering werkloosheid |
14 |
||
uitkering arbeidsongeschiktheid |
15 |
||
alimentatie |
17 |
||
vermogensopbrengsten |
18 |
||
ander inkomen |
19 |
||
administratieve redenen: |
|||
geen inlichtingen |
31 |
||
verhuizing naar andere gemeente |
32 |
||
verhuizing naar buitenland |
33 |
||
niet verschenen op herhaalde oproep inlichtingenplicht |
34 |
||
niet verschenen op herhaalde oproep re-integratiegesprek |
35 |
||
oorzaak bij partner |
97 |
||
andere oorzaak |
98 |
Hieronder staan de kenmerken in het aan te leveren BDFS-bestand. Bij ieder kenmerk wordt het bereik aangegeven waaraan een waarde van het desbetreffende kenmerk moet voldoen, indien over het kenmerk informatie is opgenomen in het XML-bestand.
Let op:
Met [jjjj] wordt bedoeld de 4-cijferige aanduiding voor het jaar
Met [mm] wordt bedoeld de 2-cijferige aanduiding van de maand
Met [ab] wordt bedoeld: een tekstwaarde van 2 posities
Met [12] wordt bedoeld: een numerieke waarde van 2 posities
Met (abcde) wordt bedoeld: een tekstwaarde van minimaal 1 en maximaal 5 posities
Met ab wordt bedoeld: exact de letters ‘ab’
Met 12 wordt bedoeld: exact de waarde ‘12’
Met [a1234] wordt bedoeld: een plus- of minteken op de eerste positie gevolgd doornumerieke waarden op de posities 2 t/m 5
Met [jjjjmmdd] wordt bedoeld: een datum aanduiding waarbij de eerste 4 posities het jaar aanduiden, de 5e en 6e positie de maand, en de 7e en 8e positie de dag van de maand
GEGEVENS LEVERING |
|||
1 |
STATISTIEKJAAR |
[jjjj] |
|
2 |
STATISTIEKMAAND |
[mm] |
|
3 |
STATISTIEKCODE |
06 |
|
4 |
BERICHTGEVERCODE |
[1234] |
|
5 |
GEMEENTECODE |
CBS-gemeentecode |
[1234] |
6 |
NAAM SOFTWAREPAKKET |
||
Socrates (WiGo4It) |
soc |
||
Suites voor het Sociaal Domein (Centric) |
ssd |
||
CiVision Samenlevingszaken (PinkRoccade) |
sam |
||
AIO (Sociale Verzekeringsbank) |
aio |
||
Ander pakket |
and |
||
7 |
RELEASE-/VERSIENUMMER SOFTWAREPAKKET |
(abcdefghijkl) |
|
GEGEVENS VORDERING |
|||
8 |
REGISTRATIENUMMER VORDERING |
(abcdefghijklmno) |
|
9 |
DATUM BESLUIT/BESCHIKKING |
[jjjjmmdd] |
|
10 |
AARD UITKERING |
||
Algemene bijstand (incl. AIO) |
01 |
||
Bijzondere bijstand |
02 |
||
WIJ |
03 |
||
IOAW |
11 |
||
IOAZ |
12 |
||
WWIK |
13 |
||
ABW/RWW |
14 |
||
BBZ levensonderhoud |
15 |
||
BBZ bedrijfskapitaal |
16 |
||
11 |
ONTSTAANSGROND VORDERING |
||
Vorderingen beschikt vanaf 01-01-2013 |
|||
overtreding inlichtingenplicht: verzwijgen witte inkomsten |
51 |
||
overtreding inlichtingenplicht: verzwijgen zwarte inkomsten |
52 |
||
overtreding inlichtingenplicht: verzwijgen vermogen en of inkomsten uit vermogen |
53 |
||
overtreding inlichtingenplicht: onjuiste opgave woonadres |
54 |
||
overtreding inlichtingenplicht: onjuiste opgave samenstelling huishouden |
55 |
||
andere overtreding inlichtingenplicht |
56 |
||
onverschuldigde betaling |
57 |
||
boete wegens overtreding inlichtingenplicht met benadelingsbedrag |
58 |
||
boete wegens overtreding inlichtingenplicht zonder benadelingsbedrag |
59 |
||
lening |
60 |
||
krediethypotheek |
61 |
||
verhaal op onderhoudsplichtige voor kind |
62 |
||
verhaal op onderhoudsplichtige voor ex-partner |
63 |
||
rente en incassokosten |
64 |
||
overig |
65 |
||
Vorderingen beschikt vóór 01-01-2013 |
|||
onverschuldigd betaald verwijtbaar |
81 |
||
onverschuldigd betaald niet verwijtbaar |
82 |
||
lening |
83 |
||
krediethypotheek |
34 |
||
alimentatie/onderhoudsbijdrage kind, (ex)partner |
21 |
||
rente en incassokosten |
84 |
||
overig |
85 |
||
12 |
DUUR VORDERING |
||
12a. begindatum |
[jjjjmmdd] |
||
12b. einddatum |
[jjjjmmdd] |
||
GEGEVENS VERLOOP VORDERING |
|||
13 |
HOOGTE BEGINSCHULD |
[123456] |
|
14 |
REDEN CORRECTIE OP SCHULDBEDRAG |
||
brutering |
01 |
||
rente/incassokosten |
02 |
||
uitspraak na bezwaar/beroep/hoger beroep |
03 |
||
overige correcties |
09 |
||
afboeken oninbaar bedrag |
11 |
||
15 |
HOOGTE VAN HET CORRECTIEBEDRAG |
[a123456] |
|
16 |
STATUS VAN DE VORDERING |
||
lopende aflossing |
51 |
||
tijdelijk geen invordering |
52 |
||
definitief buiten invordering gesteld |
53 |
||
schuld geheel afgelost |
54 |
||
niet van toepassing |
99 |
||
17 |
SALDO VAN DE SCHULD |
[a123456] |
|
GEGEVENS ONTVANGSTEN |
|||
18 |
TOTAAL ONTVANGEN BEDRAG |
[a123456] |
|
GEGEVENS UITKERINGSONTVANGER (in te vullen voor onderhoudsbijdrage) |
|||
19 |
BURGERSERVICENUMMER UITKERINGSONTVANGER |
[123456789] |
|
GEGEVENS BOETE (in te vullen voor boetevorderingen vanwege overtreding van de inlichtingenplicht, ontstaansgrond 58 en 59) |
|||
20 |
RECIDIVE |
||
ja |
1 |
||
nee |
2 |
||
21 |
HOOGTE BESTUURLIJKE BOETE |
||
Indeling: Nieuwe Fraudewet m.i.v. 2017 |
|||
aantoonbare opzet |
4 |
||
grove schuld |
5 |
||
normale verwijtbaarheid |
6 |
||
verminderde verwijtbaarheid |
7 |
||
Indeling: Oude Fraudewet 2013 |
|||
100% fraudebedrag |
1 |
||
150% fraudebedrag (recidive) |
2 |
||
verlaagd wegens verminderde verwijtbaarheid |
3 |
||
GEGEVENS SANCTIE (alleen in te vullen voor fraudevorderingen) |
|||
22 |
SOORT SANCTIE |
||
geen sanctie |
1 |
||
nog in behandeling bij gemeente |
2 |
||
bestuurlijke boete |
3 |
||
aangifte gedaan bij justitie |
4 |
||
23 |
PARKETNUMMER |
(abcdefghijklmno) |
|
GEGEVENS AANSPRAKELIJKEN (invullen voor alle hoofdelijk aansprakelijken) |
|||
24 |
BURGERSERVICENUMMER DEBITEUR |
[123456789] |
|
onbekend |
999999999 |
||
25 |
GEBOORTEDATUM DEBITEUR |
[jjjjmmdd] |
|
26 |
GESLACHT DEBITEUR |
||
man |
1 |
||
vrouw |
2 |
||
27 |
REGISTRATIENUMMER UITKERING |
(abcdefghijklmno) |
Met de wijziging van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004) met ingang van 1 januari 2020 is de financieringssystematiek voor het Bbz 2004 vernieuwd. De gemeentelijke middelen voor het levensonderhoud van gevestigde, oudere en beëindigende zelfstandigen zijn toegevoegd aan de gebundelde uitkering artikel 69 Participatiewet (Pw), waardoor de gemeente nu volledig financieel verantwoordelijk is voor de kosten van algemene bijstand aan alle zelfstandigen op grond van het Bbz 2004. Daarnaast is er een nieuwe, eigenstandige financiering voor de kapitaalverstrekking aan beginnende, gevestigde en oudere zelfstandigen, waardoor de gemeente nu volledig financieel verantwoordelijk is voor de terugvordering van het verstrekte bedrijfskapitaal. Bovendien zijn de gemeentelijke middelen voor de levensvatbaarheidsonderzoeken toegevoegd aan het gemeentefonds.
De onderhavige regeling bevat de wijzigingen in ministeriële regelingen die voortvloeien uit voormelde wijziging van het Bbz 2004. Het gaat daarbij om de Regeling financiering en verantwoording IOAW, IOAZ en Bbz 2004, de Regeling administratieve uitvoeringsvoorschriften Bbz 2004, de Regeling uitkeringen gemeenten Bbz 2004 voor de uitvoeringsjaren 2012 en volgende en de Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ. Van de gelegenheid is gebruikgemaakt om ook de Regeling statistiek Participatiewet, IOAZ en IOAW 2015 te wijzigen met het oog op wijziging en toevoeging van een aantal statistiekkenmerken.
Als gevolg van de per 1 januari 2020 ingevoerde nieuwe financieringssystematiek voor het Bbz 2004 hebben de meeste artikelen van de Regeling financiering en verantwoording IOAW, IOAZ en Bbz 2004 hun grondslag verloren. De nog wel relevante regelgeving is verplaatst naar de Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ, waardoor de Regeling financiering en verantwoording IOAW, IOAZ en Bbz 2004 is ingetrokken.
Met de nieuwe financieringssystematiek voor het Bbz 2004 is voor gemeenten, meer dan voorheen, een direct financieel belang ontstaan om het Bbz 2004 zo goed en doeltreffend mogelijk uit te voeren. Als gevolg hiervan kan tot verdere deregulering worden overgegaan, wat optimale ruimte creëert voor lokaal beleid. Daartoe is de Regeling administratieve uitvoeringsvoorschriften Bbz 2004 ingetrokken, hetgeen betekent dat de centrale administratieve voorschriften inzake onderzoeksverplichtingen en -frequenties zijn komen te vervallen. Dit laat overigens onverlet dat gemeenten, net als bij de Participatiewet, zelf moeten regelen hoe zij de rechtmatigheid borgen. Zij hebben nu beleidsruimte voor een eigen werkwijze en administratieve inrichting.
De Regeling uitkeringen gemeenten Bbz 2004 voor de uitvoeringsjaren 2012 en volgende heeft onder de nieuwe financieringssystematiek voor het Bbz 2004 geen grondslag meer en is om de die reden ingetrokken.
De begripsbepalingen ‘incidentele aanvullende uitkering’, zoals opgenomen in artikel 1, onderdeel d, en ‘meerjarige aanvullende uitkering’, zoals opgenomen in artikel 1, onderdeel e, zijn komen te vervallen, omdat deze aanvullende uitkeringen met ingang van 1 januari 2015 zijn vervallen.
Aan artikel 1 is een begripsbepaling ‘Bbz 2004’ toegevoegd, omdat het gewijzigde artikel 4 nu ook ziet op het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004. Bovendien ziet het nieuwe artikel 15a op het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004.
Met de wijziging van artikel 4 is alle regelgeving die betrekking heeft op het Beeld van de uitvoering Participatiewet, IOAW, IOAZ en Bbz 2004 nu opgenomen in één artikel in één ministeriele regeling. Aan het eerste lid is toegevoegd – zoals was geregeld in artikel 7b, eerste lid, van de Regeling financiering en verantwoording IOAW, IOAZ en Bbz 2004 (oud) – dat het beeld van de uitvoering nu ook betrekking heeft de IOAW, de IOAZ en het Bbz 2004. Het betreft een technische wijziging die aansluit bij de praktijk van één beeld van de uitvoering voor de Participatiewet, de IOAW, de IOAZ en het Bbz 2004.
Aan het vijfde lid is toegevoegd – zoals was geregeld in artikel 3, eerste lid, van de Regeling financiering en verantwoording IOAW, IOAZ en Bbz 2004 (oud) – dat de betaling van de gebundelde uitkering artikel 69 Pw kan worden opgeschort, indien het college in gebreke blijft om binnen een door de minister vastgestelde termijn aanvullende informatie te verstrekken noodzakelijk voor het financieel beheer van de IOAW, de IOAZ en het Bbz 2004. Het betreft een technische wijziging die aansluit bij de opschorting in de praktijk van één gebundelde uitkering artikel 69 Pw, waarin middelen ontschot zijn opgenomen voor de uitkeringskosten van de Participatiewet, de IOAW, de IOAZ en het Bbz 2004, alsmede voor loonkostensubsidies op grond van artikel 10d Pw.
De financieringswijze van de bijstandverlening aan ondernemers in de binnenvaart is ongewijzigd. De negen centrumgemeenten die de bijstandverlening aan ondernemers in de binnenvaart verzorgen, worden ongewijzigd volledig door het Rijk vergoed voor de kosten ervan.
Een besluit op een aanvraag van een ondernemer in de binnenvaart komt uitsluitend nog voor vergoeding in aanmerking, indien het besluit betrekking heeft op een aanvraag die een ondernemer in de binnenvaart vóór 1 januari 2020 bij een centrumgemeente heeft ingediend. Het college dient in beginsel binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag een besluit op de aanvraag te nemen, met nog de mogelijkheid van een verlenging van de beslistermijn met dertien weken.
In artikel 6, derde lid, van het Besluit Participatiewet is bepaald dat jaarlijks de peildata en gewichten worden vastgesteld voor de indicatoren die zijn genoemd in de bijlage van dat besluit. In de Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ zijn de peildata, gewichten en normbedragen voor het verdeelmodel 2020 vastgelegd. Bij de schattingen van de bijstandskansen voor het verdeelmodel 2020 is rekening gehouden met het feit dat met ingang van 1 januari 2020 de gemeentelijke middelen voor het levensonderhoud van alle zelfstandigen zijn opgenomen in de gebundelde uitkering artikel 69 Pw.
Het gewicht van de indicator ‘aandeel laagst opgeleiden in gemeente’ in tabel 1 van de bijlage is op nul gesteld. Bij de schattingen van de bijstandskansen voor het verdeelmodel 2020 bleek namelijk een implausibele negatieve samenhang tussen de hoogte van het ‘aandeel laagst opgeleiden in gemeente’ en de hoogte van de bijstandskansen. Het ging daarbij overigens om een statistisch niet-significante samenhang. Het advies van de onderzoekers van SEO Economisch Onderzoek om de indicator een gewicht van nul toe te kennen, is gevolgd. De uiteindelijke schatting van de overige gewichten is tot stand gekomen middels een analyse waarbij de indicator ‘aandeel laagst opgeleiden in gemeente’ buiten beschouwing is gelaten.
De wijzigingen van artikel 1, onderdelen f en g, zijn technische correcties.
Met ingang van 1 januari 2020 wordt een aantal kenmerken van de Bijstandsuitkeringenstatistiek (BUS) gewijzigd. De wijzigingen zijn opgenomen in bijlage 1 van de Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ.
De indeling van het kenmerk ‘STATISTIEKCODE’ met daarin het soort uitkering wordt gewijzigd. De huidige indeling bevat zes categorieën, waaronder de categorie ‘BBZ’. Onder deze categorie valt niet alleen bedrijfskapitaal, maar ook andere verstrekkingen zoals studie, omscholingskosten en reiskosten voor arbeid of scholing. Omdat het allemaal onder één categorie valt, is het bedrijfskapitaal niet eenduidig herleidbaar uit de statistiek te halen. Om de verschillende verstrekkingen beter te kunnen onderscheiden wordt vanaf 1 januari 2020 statistiekcode 14 ‘BBZ’ gewijzigd in ‘BBZ levensonderhoud’ en wordt een nieuwe statistiekcode 20 ‘BBZ bedrijfskapitaal’ toegevoegd.
De indeling van het kenmerk ‘REDEN VERMINDERING N.A.V. AFSTEMMING’ wordt gewijzigd. In het huidige kenmerking worden zeven categorieën met redenen van vermindering van uitkering onderscheiden. Hieraan wordt een nieuwe categorie ‘tekortschietend besef van verantwoordelijkheid’ toegevoegd.
Met ingang van 1 januari 2020 wordt eveneens een aantal kenmerken van de Bijstandsdebiteuren en -fraudestatistiek (BDFS) gewijzigd. De wijzigingen zijn opgenomen in bijlage 3 van de Regeling statistiek Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015.
Een nieuw kenmerk ‘REGISTRATIENUMMER UITKERING’ toegevoegd. Met dit kenmerk kan een koppeling worden gemaakt tussen de verstrekking van Bbz-uitkering in de BUS en een eventuele bijbehorende vordering in de BDFS. Toevoeging van het kenmerk zal meer inzicht bieden in de verstrekkingen vanuit het Bbz 2004 in relatie tot de bijstandsuitkering. Het kenmerk maakt het volgen van deze relatie in de tijd eveneens mogelijk.
Daarnaast is een aantal wijzigingen in codes in zowel bijlage 1 van de Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ als in bijlage 3 van de Regeling statistiek Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 aangebracht om deze in overeenstemming te laten zijn met de huidige uitvraag voor de BUS en de BDFS.
De meeste artikelen van de Regeling financiering en verantwoording IOAW, IOAZ en Bbz 2004, hebben onder de nieuwe financieringssystematiek voor het Bbz 2004 geen grondslag meer en zijn daarom komen te vervallen. De nog relevante bepalingen zijn ondergebracht in de Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ.
Voor de in artikel 3, eerste lid (oud) geregelde opschorting van de betaling van de gebundelde uitkering, bedoeld in artikel 69, eerste lid, van de Participatiewet, is aansluiting gevonden bij artikel 4, derde lid, van de Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ. De in het vervallen artikel 3, vijfde lid, opgenomen regelgeving is nu opgenomen in artikel 4, vijfde lid, van de Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ. Voor de in artikel 3, zesde lid (oud), geregelde bepaling dat kan worden afgezien van opschorting als op het moment waarop over opschorting wordt beslist het beeld van de uitvoering alsnog juist en volledig is ontvangen, is aansluiting gevonden bij artikel 4, zesde lid, van de Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ.
De nog relevante regelgeving in artikel 5 (oud) is opgenomen in het nieuwe artikel 15a van de Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ. Het nieuwe artikel 15a van de Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ ziet uitsluitend nog op de vergoeding aan de centrumgemeenten voor de uitvoerings- en onderzoekskosten in het kader van de bijstandverlening voor ondernemers in de binnenvaart. De vergoeding voor de overige onderzoekskosten in het kader van het Bbz 2004 is komen te vervallen, omdat met ingang van 1 januari 2020 de middelen voor deze onderzoekskosten (i.c. de middelen voor de levensvatbaarheidsonderzoeken) zijn toegevoegd aan het gemeentefonds.
Artikel 7b is komen te vervallen. Dit artikel had betrekking op het beeld van de uitvoering IOAW, IOAZ en Bbz 2004. De regelgeving rond het beeld van de uitvoering is nu opgenomen in artikel 4, eerste lid, van de Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ, samengevoegd met de bestaande regelgeving rond het beeld van de uitvoering Participatiewet.
Het tweede en vierde lid van artikel 7b (oud) zijn niet opgenomen in artikel 4 van de Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ, omdat in de nieuwe financieringssystematiek voor het Bbz 2004 het beeld van de uitvoering geen functie meer heeft in het kader van declaratie van kosten en in het kader van de verrekening van de (niet meer te verstrekken) maandelijkse voorschotten.
Met de nieuwe financieringssystematiek voor het Bbz 2004 is voor gemeenten, meer dan voorheen, een direct financieel belang ontstaan om het Bbz 2004 zo goed en doeltreffend mogelijk uit te voeren. Als gevolg hiervan kan tot verdere deregulering worden overgegaan. De Regeling administratieve uitvoeringsvoorschriften Bbz 2004 bevatte uitsluitend nog regels ten aanzien van de uitvoering van heronderzoeken, beëindigingsonderzoeken en debiteurenonderzoeken. In verband met de gewenste deregulering is de Regeling administratieve uitvoeringsvoorschriften Bbz 2004 ingetrokken.
Met het met ingang van 1 januari 2020 vervallen van artikel 50, tweede lid (oud), van het Bbz 2004 is de grondslag voor de Regeling uitkeringen gemeenten Bbz voor de uitvoeringsjaren 2012 en volgende komen te vervallen. Onder de oude financieringssystematiek ontvingen gemeenten van het Rijk op basis van declaratie een vergoeding van 75% van de kosten van het levensonderhoud van gevestigde, oudere en beëindigende zelfstandigen en van de kapitaalverstrekking; voor de overige 25% van deze kosten ontvingen gemeenten een budget. De Regeling uitkeringen gemeenten Bbz 2004 voor de uitvoeringsjaren 2012 en volgende bevatte uitsluitend regels voor de berekening van de omvang van dat gemeentelijk budget. Omdat gemeenten onder de nieuwe financieringssystematiek niet langer dit budget ontvangen, is de Regeling uitkeringen gemeenten Bbz 2004 voor de uitvoeringsjaren 2012 en volgende ingetrokken.
De Regeling financiering en verantwoording IOAW, IOAZ en Bbz 2004 en de Regeling uitkeringen gemeenten Bbz 2004 voor de uitvoeringsjaren 2012 en volgende, zoals die luiden op 31 december 2019, blijven van toepassing op de financiële afwikkeling van het Bbz 2004 met betrekking tot de uitvoeringsjaren gelegen voor het jaar 2020.
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2020, gelijktijdig met het wijzigingsbesluit van het Bbz 2004.
Met ingang van 1 januari 2021 komt artikel 52, eerste lid, onderdeel c, van het Bbz 2004 te vervallen. Op dat moment vervalt ook de grondslag voor artikel 15a, tweede lid, van de Regeling Participatiewet, IOW en IOAZ. Dit betekent dat met ingang van 1 januari 2021 een besluit op een aanvraag van een ondernemer in de binnenvaart niet meer voor vergoeding in aanmerking komt.
Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, T. van Ark
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2019-53169.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.