Besluit van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 13 september 2019, tot aanwijzing van Stichting DMI-EMCI als keuringsinstantie op grond van artikel 8, eerste lid, van de Wet pleziervaartuigen 2016

Gelezen het verzoekschrift van Stichting DMI-EMCI te Werkendam van 28 augustus 2019;

Overwegende, dat een aangewezen keuringsinstantie moet voldoen aan de criteria voor aanwijzing, die zijn vermeld in de Regeling keuringsinstanties Wet pleziervaartuigen 2016;

Overwegende, dat het verzoek van Stichting DMI-EMCI vergezeld gaat van het certificaat van accreditatie gepubliceerd door de Raad voor Accreditatie op 22 augustus 2019, bedoeld in artikel 3 van de Regeling keuringsinstanties Wet pleziervaartuigen 2016;

Gelet op de artikelen 8, eerste lid en artikel 9 van de Wet pleziervaartuigen 2016 en de Regeling keuringsinstanties Wet pleziervaartuigen 2016;

BESLUIT:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. Richtlijn:

richtlijn nr. 2013/53/EU van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 20 november 2013 betreffende pleziervaartuigen en waterscooters en tot intrekking van richtlijn 94/25/EG (PbEU L 354)

Artikel 2

De Stichting DMI-EMCI te Werkendam wordt, op grond van artikel 8, eerste lid, van de Wet pleziervaartuigen 2016, aangewezen als keuringsinstantie, bevoegd tot het verrichten van de taken in het kader van de conformiteitsbeoordelingsmodules Al, B, F, Gen de beoordeling na de bouw (PCA module), bedoeld in artikel 19 tot en met 24 van de richtlijn.

Artikel 3

Aan Stichting DMI-EMCI wordt, in het kader van de uitvoering van beoordelingen na de bouw, de identificatiecode 'OME' toegewezen.

Artikel 4

Indien de keuringsinstantie voornemens is werkzaamheden waarvoor zij is aangewezen, te beëindigen, deelt zij dit ten minste drie maanden voor de voorgenomen datum van beëindiging mede aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift toegezonden aan de betrokken keuringsinstantie.

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT, namens deze, DE INSPECTEUR-GENERAAL LEEFOMGEVING EN TRANSPORT, J.A. van den Bos

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan een belanghebbende tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit is bekendgemaakt een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de inspecteur-generaal leefomgeving en Transport, Juridische zaken, Postbus 16191, 2500 BO Den Haag.

Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend en ten minste te bevatten:

  • a. naam en adres van de indiener;

  • b. de dagtekening;

  • c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich, onder vermelding van de datum en nummer of kenmerk; en

  • d. een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen.

Naar boven