Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 13 september 2019, nr. WJZ/ 18250526, houdende regels omtrent het verstrekken van gegevens en inlichtingen door de Autoriteit Consument en Markt en het intrekken van de Regeling gegevensverstrekking ACM (Regeling gegevensverstrekking ACM 2019)

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op artikel 7, derde lid, onderdeel a, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. De Autoriteit Consument en Markt is bevoegd om aan de volgende bestuursorganen, diensten en toezichthouders gegevens en inlichtingen te verstrekken voor zover dat noodzakelijk is voor de goede vervulling van hun taak:

    a. de Autoriteit Persoonsgegevens:

    gegevens en inlichtingen ten behoeve van de in artikel 51 van de Algemene verordening gegevensbescherming opgedragen taak;

    b. de Autoriteit woningcorporaties:

    gegevens en inlichtingen ten behoeve van de in artikel 61 van de Woningwet opgedragen taak;

    c. de Belastingdienst/FIOD:

    gegevens en inlichtingen ten behoeve van het opsporen van overtredingen van fiscaal-economische wetgeving;

    d. het Bureau bevordering integriteitsbeoordeling door het openbaar bestuur:

    gegevens en inlichtingen nodig voor het op verzoek van de Autoriteit Consument en Markt uitbrengen van een advies als bedoeld in artikel 9 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur;

    e. het Bureau Financieel Toezicht:

    gegevens en inlichtingen ten behoeve van de in artikel 110 van de Wet op het notarisambt en de in artikel 30 van de Gerechtsdeurwaarderswet opgedragen taken;

    f. het College van Toezicht,

    bedoeld in artikel 2 van de Wet toezicht en geschillenbeslechting collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten: gegevens en inlichtingen ten behoeve van de hem in dat artikel opgedragen taak;

    g. het Commissariaat voor de Media:

    gegevens en inlichtingen ten behoeve van de in artikel 7.1 van de Mediawet 2008 opgedragen taak;

    h. de Inspectie gezondheidszorg en jeugd:

    gegevens en inlichtingen ten behoeve van het toezicht op de naleving van de artikelen 82 tot en met 96 van de Geneesmiddelenwet;

    i. de Inspectie Leefomgeving en Transport, Inlichtingen- en Opsporingsdienst:

    gegevens en inlichtingen ten behoeve van de in artikel 3 van de Wet op de bijzondere opsporingsdiensten opgedragen taak;

    j. de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid:

    gegevens en inlichtingen ten behoeve van het toezicht op de naleving van wet- en regelgeving over arbeidsomstandigheden, de arbeidsmarkt, arbeidsverhoudingen en het sociale zekerheidsstelsel;

    k. de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Directie Opsporing:

    gegevens en inlichtingen ten behoeve van de in artikel 3 van de Wet op de bijzondere opsporingsdiensten opgedragen taak;

    l. de Kansspelautoriteit:

    gegevens en inlichtingen ten behoeve van de in artikel 33b van de Wet op de kansspelen opgedragen taak;

    m. het Nationaal Cyber Security Centrum:

    gegevens en inlichtingen ten behoeve van het opsporen en bestrijden van computercriminaliteit;

    n. de Nederlandsche Bank N.V.:

    gegevens en inlichtingen ten behoeve van de in artikel 1:24 van de Wet op het financieel toezicht, artikel 151 van de Pensioenwet en artikel 146 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling opgedragen taak;

    o. de Nederlandse Zorgautoriteit:

    gegevens en inlichtingen ten behoeve van de in artikel 16 van de Wet marktordening gezondheidszorg opgedragen taak;

    p. het openbaar ministerie:

    gegevens en inlichtingen ten behoeve van de in artikel 124 van de Wet op de rechterlijke organisatie opgedragen taak;

    q. de Politie:

    gegevens en inlichtingen ten behoeve van de in artikel 3 van de Politiewet 2012 opgedragen taak;

    r. de rijksbelastingdienst:

    gegevens en inlichtingen ten behoeve van het uitvoeren van de belastingwet, genoemd in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen;

    s. de Rijksrecherche:

    gegevens en inlichtingen ten behoeve van opsporingsonderzoeken naar (semi-)overheidsfunctionarissen;

    t. de Stichting Autoriteit Financiële Markten:

    gegevens en inlichtingen ten behoeve van de in artikel 3.1 van de Wet handhaving consumentenbescherming en artikel 1:25 van de Wet op het financieel toezicht opgedragen taak;

    u. de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit:

    gegevens en inlichtingen ten behoeve van het toezicht op de naleving vanop wet- en regelgeving op het gebied van voedsel- en productveiligheid, alcohol en tabak, diergezondheid, dierenwelzijn, visserij, plantgezondheid en landbouw en natuur;

    v. de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, Inlichtingen- en Opsporingsdienst:

    gegevens en inlichtingen ten behoeve van de in artikel 3 van de Wet op de bijzondere opsporingsdiensten opgedragen taak.

  • 2. De Autoriteit Consument en Markt is bevoegd om aan personen of colleges, werkzaam onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Economische Zaken en Klimaat of de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, gegevens en inlichtingen te verstrekken voor zover dat noodzakelijk is voor de goede uitoefening van de aan hen bij wettelijk voorschrift toegedeelde bevoegdheid tot het nemen van besluiten of tot het verrichten van andere handelingen dan besluiten.

Artikel 2

De Regeling gegevensverstrekking ACM wordt ingetrokken.

Artikel 3

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 4

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling gegevensverstrekking ACM 2019.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 13 september 2019

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer

TOELICHTING

Deze regeling vervangt de Regeling gegevensverstrekking ACM. Deze was op sommige punten verouderd en behoefde op andere punten aanpassing. Zo behoefden enkele verwijzingen actualisering. In artikel 1 zijn de bestuursorganen, diensten en toezichthouders opgenomen aan wie de ACM bevoegd is gegevens en inlichtingen te verstrekken. Een aantal instanties was in de oude regeling nog niet opgenomen terwijl de ACM in de praktijk wel op voor hen relevante gegevens stuit ten behoeve van de uitvoering van aan deze instanties opdragen wettelijke taken. Deze instanties zijn bovendien wel bevoegd gegevens en inlichtingen aan de ACM te verstrekken. Het betreft de volgende instanties: de Inlichtingen- en Opsporingsdienst van de Inspectie Leefomgeving en Transport, de Directie Opsporing van de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Inlichtingen- en Opsporingsdienst van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit en de Rijksrecherche. Daarnaast wordt het ook mogelijk gemaakt om aan de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit en de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid gegevens en inlichtingen te verstrekken in het kader van hun wettelijke taken.

De regeling strekt uitsluitend tot het aanwijzen van bestuursorganen aan wie de ACM gegevens mag verstrekken. De kaders voor de gegevens die verstrekt mogen worden, wijzigen met deze regeling niet. Bij de gegevens die worden verstrekt, kan het ook gaan om persoonsgegevens. Voor zover er sprake is van de verwerking van persoonsgegevens is die verwerking gerechtvaardigd in verband met de taken van toezicht en opsporing van de instanties waaraan de ACM gegevens kan verstrekken. De gegevens die de ACM verstrekt, zijn gewone persoonsgegevens (naam, adres). De ACM deelt geen bijzondere of strafrechtelijke persoonsgegevens. Voor alle persoonsgegevens geldt dat de verwerking geschiedt binnen het kader van de regels van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) en de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming (UAVG).

De wijze waarop de ACM borgt alleen relevante gegevens te delen, blijft ten opzichte van de oude regeling eveneens gelijk. De ACM zal ook ten aanzien van de nieuw toegevoegde instanties veilige opslag en levering van gegevens gaan borgen. Zo zal de ACM identificeren welke gegevens noodzakelijk zijn voor de taakuitoefening door de betreffende instantie. Na overdracht gelden de bewaartermijnen van de desbetreffende instantie. De bestaande procedures zullen ook voor de met deze regeling toegevoegde instanties worden gehanteerd.

Over de conceptregeling is advies gevraagd aan de Autoriteit persoonsgegevens. Als gevolg van het advies is in deze toelichting verduidelijkt dat deze regeling strekt tot het aanwijzen van bestuursorganen aan wie gegevens mogen worden verstrekt en dat voor de verwerking van persoonsgegevens het regime van de AVG en de UAVG geldt.

De systematiek van de vaste verandermomenten is niet gevolgd ten aanzien van het tijdstip van publicatie en ten aanzien van de termijn tussen de publicatiedatum van de regeling en het tijdstip van inwerkingtreding, vanwege het grotendeels reparatoire karakter van de regeling.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer

Naar boven