Besluit van 10 september 2019 tot wijziging van de Nadere voorschriften permanente educatie 2019

Het bestuur van de Koninklijke Nederlandse beroepsorganisatie van accountants;

Overwegende dat voor het in stand houden van de professionele deskundigheid van de accountant kennis van en inzicht in de relevante vaktechnische, beroepsmatige en algemeen economische ontwikkelingen vereist is;

Overwegende dat permanente educatie de accountant in staat stelt in continuïteit deskundig op te treden in de omgeving waarin hij beroepsmatig werkzaam is;

Gelet op artikel 24 van de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants;

Besluit als volgt:

ARTIKEL I

De Nadere voorschriften permanente educatie 2019 worden als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 komt de definitie van leerresultaat te luiden:

leerresultaat:

resultaat van het verrichten van PE-activiteiten op het terrein van vaktechnische kennis, vaardigheden en houding voor zover deze voor de beroepsuitoefening van de accountant van belang zijn;

B

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt als volgt te luiden:

  • 2. In het PE-portfolio legt de accountant in elk geval het volgende vast:

    • a. voor 1 april van een kalenderjaar in een plan van aanpak:

      • zijn werkzaamheden;

      • de leerdoelen per werkzaamheid en de eventuele wijzigingen in de leerdoelen per werkzaamheid; en

      • de PE-activiteiten die de accountant in het kalenderjaar voornemens is te gaan verrichten.

    • b. uiterlijk op 31 januari van het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarop het PE-portfolio betrekking heeft:

      • de wijze waarop de accountant uitvoering heeft gegeven aan de PE-activiteiten die hij voornemens was te gaan verrichten; en

      • de behaalde leerresultaten.

2. Na het tweede lid wordt een lid toegevoegd luidende:

  • 3. Bij de vastlegging van de behaalde leerresultaten als bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, legt de accountant overwegingen vast ten aanzien van verkregen vaktechnische kennis, vaardigheid of houding, de concrete toepassing daarvan in de beroepsuitoefening van de accountant en een waardering van de toepasbaarheid van de verkregen vaktechnische kennis, vaardigheid of houding.

ARTIKEL II

Deze nadere voorschriften treden in werking op 1 januari 2020.

TOELICHTING

Op 1 januari van dit jaar is de eerste groep van accountants (Belastingdienst en Advisory van de vier grootste accountantsorganisaties) gestart met het nieuwe PE-systeem. Het nieuwe systeem is output-gericht en kent onder andere een verplichting om een PE-portfolio bij te houden. Uit verschillende terugkoppelingen uit die eerste groep, maar ook uit de eerder uitgevoerde pilot, is gebleken dat accountants vinden dat te weinig concreet invulling is gegeven aan de verplichting om het PE-portfolio bij te houden. De voorschriften in de Nvpe 2019 worden op dat punt als te vrijblijvend ervaren.

In eerste instantie werd beoogd om aan de wens van een concretisering van de verplichtingen tegemoet te komen, door een handleiding op te stellen die accountants behulpzaam is bij het bijhouden van het PE-portfolio. Bij het opstellen van die handleiding bleek echter dat het niet goed mogelijk was om de verplichtingen te concretiseren zonder ook aanvullende normen te stellen. Omdat accountants alleen verplicht zijn om normen na te leven die in verordeningen of nadere voorschriften staan, luidt het voorstel om de normen zoals die blijken uit de handleiding, ook op te nemen in de Nvpe 2019. Zonder opname in de Nvpe 2019 kunnen accountants immers niet worden verplicht de normen na te leven en kan bij niet-naleving daarover door de NBA bijvoorbeeld geen klacht worden ingediend bij de tuchtrechter.

Om die reden nemen wij de aanvullende normen alsnog op in de Nvpe 2019. Het betreft de volgende normen.

  • 1. De verplichting om voor 1 april een plan van aanpak gereed te hebben waarin de werkzaamheden, de leerdoelen en de te verrichten PE-activiteiten zijn vastgelegd (artikel 3, tweede lid, onderdeel a).

  • 2. De verplichting om per werkzaamheid leerdoelen vast te leggen (artikel 3, tweede lid, onderdeel a).

  • 3. De verplichting om uiterlijk op 31 januari van het opvolgende jaar te hebben gereflecteerd op de verrichte PE-activiteiten (artikel 3, tweede lid, onderdeel b).

  • 4. De verplichting om bij de vaststelling van de behaalde leerresultaten een reflectie toe te passen waarin voorgeschreven elementen worden betrokken: de verkregen vaktechnische kennis, vaardigheid of houding, de concrete toepassing daarvan in de beroepsuitoefening van de accountant en een waardering van de toepasbaarheid van de verkregen vaktechnische kennis, vaardigheid of houding (artikel 3, derde lid).

  • 5. Een wijziging van de definitie van leerresultaat. Daarin vaktechnische, beroepsmatige en zakelijke ontwikkelingen maar om de ontwikkeling van vaktechnische kennis, vaardigheden en houding (artikel 1).

Met deze wijzigingen wordt nadrukkelijker tot uitdrukking gebracht dat een PE-portfolio betrekking heeft op een kalenderjaar. Als een accountantseenheid een boekjaar of een HRM-cyclus toepast die afwijkt van een kalenderjaar, dan kan daarvoor op verzoek een vrijstelling worden verleend. De toelichting op de Nadere voorschriften is op dat punt verduidelijkt. Die vrijstelling ziet niet op de verplichting om uiterlijk op 31 januari op de ‘compliance knop’ te drukken. In het geval van een verleende vrijstelling vanwege een afwijkend boekjaar of een afwijkende HRM-cyclus, ziet de verklaring met de ‘compliance button’ op het laatst afgeronde PE-portfolio.

Voor de accountants die in 2019 al met het nieuwe systeem werken, geldt dat zij uiterlijk op 31 januari 2020 moeten verklaren dat zij het PE-portfolio overeenkomstig de Nadere voorschriften hebben bijgehouden. Op 31 januari 2020 gelden deze nieuwe normen al maar deze waren niet van toepassing in 2019. De eerste groep van accountants kon daar dus nog geen rekening mee houden. Zo konden zij bijvoorbeeld nog geen rekening houden met de verplichting om voor 1 april een plan van aanpak gereed te hebben. Omdat de accountants met de ‘compliance knop’ echter verklaren dat zij in het voorafgaande kalenderjaar (2019) de verplichtingen hebben nageleefd en de nieuwe normen op dat moment nog niet van toepassing waren, hebben wij het niet noodzakelijk geacht om voor die groep overgangsrecht vast te stellen. Voor de eerste groep van accountants geldt natuurlijk wel dat zij in 2020 rekening moeten houden met de nieuwe normen.

Wel is het zo dat accountants die in 2019 al werken met het nieuwe systeem, het PE-portfolio op 1 januari 2020 volledig dienen te hebben op basis van de voor deze wijziging geldende voorschriften. De wijziging van de Nadere voorschriften biedt hen wel de ruimte om dat tot 31 januari 2020 op te schuiven.

Naar boven