Verkeerbesluit, plaatsen van een doorgestrokken streep en een gebod voor alle bestuurders het bord voorbij te gaan aan de zijde die de pijl aangeeft, N639, tussen Chaam (km 10,400) en Ulvenhout (km 16,300)

Logo Noord-Brabant

C2244582/ 4574456

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Overwegingen ten aanzien van het besluit

De provincie Noord-Brabant heeft medio 2019 groot onderhoud gepleegd aan de provinciale weg N639, tussen Chaam (km 10,400) en Ulvenhout (km 16,300). Daarbij is onder andere de verharding vervangen en nieuwe markering op de rijbaan aangebracht.

Eerder zijn ter hoogte van de kruising met de Geersbroekseweg (km 14,175) middengeleiders in de provinciale weg aangebracht om de oversteekbaarheid voor (brom-)fietsers en voetgangers te verbeteren en de verkeersveiligheid bij deze kruising te verhogen.

In de N639 liggen enkele scherpe bochten waarin het, vanwege het beschikbare zicht, niet verantwoord is om in te halen. Vanuit verkeersveiligheidsoverwegingen is het inhalen in deze bochten niet meer toegestaan.

Door de dichte bebouwing en de daarbij behorende uitwegen, tussen de Ganzenbeemd (km 10,475) en de Dassemussestraat (km 11,175), is ook daar vanuit verkeersveiligheidsoverwegingen inhalen niet meer toegestaan.

Met dit verkeersbesluit beogen wij de verkeersveiligheid, bereikbaarheid en doorstroming te waarborgen en de leefbaarheid te verhogen.

Vereiste van besluit

Op grond van artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 moet een verkeersbesluit worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer

(BABW) genoemde verkeerstekens, alsmede voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd.

Motivering van het besluit

Op grond van artikel 21 van het BABW bevat de motivering van een verkeersbesluit welke doelstelling of doelstellingen met het verkeersbesluit worden beoogd. Daarbij wordt aangegeven welke van de in artikel 2, eerste en tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994 genoemde belangen ten grondslag liggen aan het verkeersbesluit. Indien tevens andere dan voornoemde belangen in het geding zijn, wordt voorts aangegeven op welke wijze de belangen tegen elkaar zijn afgewogen.

Aan dit verkeersbesluit liggen de volgende belangen ten grondslag:

  • -

    het verzekeren van de veiligheid op de weg;

  • -

    het beschermen van weggebruikers en passagiers;

  • -

    het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

  • -

    het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer;

Om de weggebruikers te attenderen op de aanwezigheid van de middengeleiders ter hoogte van de kruising met de Geersbroekseweg (km 14,175), zijn deze voorzien van borden model D2 van bijlage 1 van het RVV 1990.

De bochten in de N639, waar inhalen vanwege het beschikbare zicht gevaarlijk is, liggen tussen km 11,700 en km 12,700 en tussen km 13,330 en km 14,300. In deze bochten is een asmakering aangebracht in de vorm van een doorgetrokken streep op het wegdek, waardoor inhalen niet meer is toegestaan.

Door de dichte bebouwing en de daarbij behorende uitwegen, tussen de Ganzenbeemd (km 10,475) en de Dassemussestraat (km 11,175), is inhalen op dit weggedeelte niet gewenst. Ook daar is een asmakering aangebracht in de vorm van een doorgetrokken streep op het wegdek, waardoor inhalen niet meer is toegestaan.

Overleg politie

Overeenkomstig artikel 24 van het BABW is overleg gepleegd met de korpschef van de politie eenheid Zeeland - West - Brabant.

Ter verzekering van de aan het verkeersbesluit ten grondslag liggende belangen is het noodzakelijk de hierna, onder ‘besluiten’, genoemde verkeerstekens te verwijderen dan wel te plaatsen.

Besluiten

Op de provinciale weg N639, tussen Chaam (km 10,400) en Ulvenhout (km 16,300), de volgende verkeerstekens te plaatsen:

  • 1.

    Doorgetrokken streep (artikel 76 RVV 1990):

    • a.

      tussen km 10,475 (Ganzenbeemd) en km 11,175 (Dassemussestraat);

    • b.

      tussen km 11,700 en km 12,700;

    • c.

      tussen km 13,330 en km 14,300.

  • 2.

    Borden model D2, van bijlage 1 van het RVV 1990 (Gebod voor alle bestuurders het bord voorbij te gaan aan de zijde die de pijl aangeeft), op de middengeleiders ter hoogte van km 14,175 (Geersbroekseweg).

's-Hertogenbosch, 9 september 2019.

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

namens deze,

J.H.M. Goossens,

programmaleider Beheer en Onderhoud

Bezwaar

Bezwaren tegen dit besluit kunnen binnen zes weken na de bekendmaking van dit besluit worden ingediend bij:

Het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Secretariaat van de hoor- en adviescommissie

Postbus 90151

5200 MC te ‘S‑HERTOGENBOSCH

Wij vragen u om op de linkerbovenhoek van de envelop het woord "bezwaarschrift" te vermelden.

Het bezwaarschrift moet zijn voorzien van een handtekening, naam en adres van de indiener, de dagtekening en ons kenmerk van het besluit. Ook dient u een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar gericht is en de gronden van het bezwaar hierin op te nemen.

Daarnaast vragen wij u vriendelijk om een kopie van dit besluit bij te voegen. Kunt u ons ook uw telefoonnummer geven? De provincie kan dan, mocht dit nodig zijn, u bellen om samen de beste aanpak van behandeling van uw bezwaarschrift te bespreken.

Meer informatie over de behandeling van bezwaarschriften vindt u op www.brabant.nl/bezwaar.

U kunt het secretariaat van de Hoor- en adviescommissie bereiken via telefoonnummer (073) 680 83 04, faxnummer (073) 680 76 80 en e mailadres bezwaar@brabant.nl.

Voorlopige voorziening

Bovenstaand besluit treedt in werking, ook al wordt een bezwaarschrift ingediend. Het is daarom mogelijk om gelijktijdig met of na het indienen van een bezwaarschrift een zogenaamde “voorlopige voorziening” te vragen bij: de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant, sector Bestuursrecht, Postbus 70584, 5201 CZ 's‑Hertogenbosch.

Een voorlopige voorziening is in feite het nemen van een tijdelijke maatregel, bijvoorbeeld het schorsen van het besluit gedurende de tijd die nodig is om de bezwaren te behandelen en daarop een besluit te nemen. Voorwaarde om zo’n voorlopige voorziening te vragen is, dat er sprake is van spoedeisend belang.

Voor het vragen van een voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd.

Naar boven