Besluit van 30 augustus 2019 nr. 2019001693, houdende aanwijzing tot ‘verboden plaatsen’

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister-President, Minister van Algemene Zaken, van 19 augustus, nr. 3708955;

Gelet op de artikelen I en IV van de Wet bescherming staatsgeheimen;

HEBBEN GOEDGEVONDEN EN VERSTAAN:

Artikel 1

Als ‘verboden plaats’ in de zin van artikel 1 van de Wet bescherming staatsgeheimen wordt met ingang van 1 februari 2018 aangewezen:

  • a. het gebouw Binnenhof 17 te ’s-Gravenhage;

  • b. de ruimte 0.61 van het gebouw Binnenhof 18 te ’s-Gravenhage;

  • c. de ruimten 0.51 en 0.65 van het gebouw Binnenhof 19 te ’s-Gravenhage

  • d. de ruimten in de kelder, op de begane grond, de eerste etage en de tweede etage van het gebouw Binnenhof 20 te ’s-Gravenhage;

  • e. de ruimten in gebruik bij de Toetsingscommissie Inzet bevoegdheden en de ruimte 3.08a op de derde etage van het gebouw Binnenhof 20 te ’s-Gravenhage;

  • f. het Catshuis, Adriaan Goekooplaan 10 te ’s-Gravenhage;

  • g. de ruimten in gebruik bij de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten in het gebouw van de Raad van State, Kneuterdijk 22 te ’s-Gravenhage.

Artikel 2

De krachtens artikel 1 aangewezen ‘verboden plaatsen’ worden als zodanig aangegeven op de deuren toegang gevende tot de in artikel 1 genoemde ruimten, vermeldende: ‘Verboden toegang voor onbevoegden - Verboden plaats ingevolge de Wet bescherming staatsgeheimen’.

Artikel 3

Het besluit van 12 januari 2018 (nr. 2018000031) wordt ingetrokken.

Onze Minister-President, Minister van Algemene Zaken, is belast met de uitvoering van dit besluit.

’s-Gravenhage, 30 augustus 2019

Willem Alexander

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, M. Rutte

Naar boven