Besluit verlenen opsporingsvergunning aardwarmte Nootdorp-Oost, Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

4 september 2019

DGKE-WO/ 19211634

Procesverloop:

  • N.V. Nuon Energy (thans: Vattenfall N.V., hierna: Vattenfall) heeft per bericht, ontvangen op 28 mei 2018, een aanvraag ingediend voor een opsporingsvergunning voor aardwarmte, ingevolge artikel 6 van de Mijnbouwwet (hierna: Mbw). De aanvraag is voor het laatst aangevuld op 11 juli 2019. Het aangevraagde gebied, genaamd Nootdorp-Oost, ligt in de provincie Zuid-Holland, in de gemeenten Delft, Rijswijk, Den Haag, Zoetermeer, Pijnacker-Nootdorp en Lansingerland. De oppervlakte van het aangevraagde gebied bedraagt 35,20 km2;

  • het aangevraagde gebied Nootdorp-Oost concurreert deels met de aangevraagde opsporingsvergunning voor aardwarmte Ypenburg. In de Staatscourant van 27 juni 2018 (Staatscourant 2018, nr. 35359) is een uitnodiging geplaatst voor het indienen van een concurrerende aanvraag voor het niet-concurrerende deel van Nootdorp-Oost. Binnen de termijn van dertien weken vanaf de publicatie in de Staatscourant is geen concurrerende aanvraag ontvangen;

  • TNO-AGE (hierna: TNO) heeft op verzoek van de Minister van Economische Zaken en Klimaat (hierna: Minister van EZK) op 25 februari 2019 advies uitgebracht (kenmerk: AGE 19-10.018). Op 4 juni 2019 is op verzoek van EZK een addendum op het advies ontvangen (kenmerk: AGE 19-10-041);

  • Staatstoezicht op de Mijnen (hierna: SodM) heeft op verzoek van de Minister van EZK op 7 december 2018 advies uitgebracht (kenmerk: 18308116);

  • het College van gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland (hierna: GS) is op grond van artikel 16, Mbw om advies gevraagd. Van GS is op 14 januari 2019 advies ontvangen (kenmerk: ODH-2018-00118648);

  • de Mijnraad is, op grond van artikel 105, derde lid, Mbw om advies gevraagd en heeft per brief van 28 juni 2019 advies uitgebracht (kenmerk: MIJR/19159803).

Gelet op:

de artikelen 6, 7, 9, 11, eerste tot en met derde lid, en vierde lid, eerste volzin, 12, 13, tweede lid, 15, 16, 17, eerste lid en 105, derde lid, Mijnbouwwet, alsmede artikel 1.3.1 van de Mijnbouwregeling.

Besluit

Artikel 1

Aan Vattenfall N.V. (hierna: de vergunninghouder) wordt een opsporingsvergunning voor aardwarmte verleend voor het gebied genaamd Nootdorp-Oost.

Artikel 2

De vergunning geldt voor het gebied dat ligt in de provincie Zuid-Holland, in de gemeenten Pijnacker-Nootdorp, Lansingerland en Zoetermeer en wordt begrensd door de rechte lijnen tussen de punten zoals weergegeven in tabel 1.

Tabel 1:

Punt

X

Y

1

89366,360

451903,793

2

92021,160

448549,420

3

92250,950

447514,250

4

93318,000

447721,000

5

93099,600

446595,698

6

92750,000

446675,000

7

91925,000

444425,000

8

90019,859

445317,735

9

90195,530

446512,530

10

89092,140

446676,440

11

89432,190

446945,750

12

87534,680

449322,230

13

87055,032

449925,216

14

89034,027

451619,305

Bovenstaande coördinaten zijn weergegeven volgens het stelsel van de Rijksdriehoekmeting (RD).

Op basis van deze grensbeschrijving is de oppervlakte van het gebied 21,62 km2.

Artikel 3

De vergunninghouder geeft uitvoering aan het werkprogramma dat onderdeel uitmaakt van de op 28 mei 2018 ontvangen aanvraag.

Artikel 4

De vergunninghouder neemt bij de uitvoering van het werkprogramma de volgende voorwaarde in acht: zes maanden voorafgaand aan de uitvoering van fysieke activiteiten overlegt de vergunninghouder aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat, een geactualiseerde organisatiestructuur en -invulling, conform de dan geldende technische standaarden, welke aan de Inspecteur-Generaal der Mijnen wordt voorgelegd.

Artikel 5

De vergunning geldt vanaf het tijdstip waarop zij in werking is getreden tot vier jaar na het tijdstip waarop zij onherroepelijk is geworden.

Artikel 6

De vergunning treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beschikking is bekendgemaakt.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, namens deze: J.L. Rosch MT-lid directie Warmte en Ondergrond

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen 6 weken na de dag waarop dit besluit is verzonden, een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken en Klimaat, directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.

Naar boven