Besluit verlenen opsporingsvergunning aardwarmte Ypenburg, Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

4 september 2019

DGKE-WO/ 19211636

Procesverloop:

  • – Hydreco GeoMEC B.V., Haagse Aardwarmte Leyweg B.V. en Eneco Warmte en Koude B.V. (hierna gezamenlijk: Hydreco c.s.) hebben per bericht, ontvangen op 18 mei 2018, een aanvraag ingediend voor een opsporingsvergunning voor aardwarmte, ingevolge artikel 6 van de Mijnbouwwet (hierna: Mbw). De aanvraag is voor het laatst aangevuld op 12 juni 2019. Het aangevraagde gebied, genaamd Ypenburg, ligt in de provincie Zuid-Holland, in de gemeenten Delft, Rijswijk, Den Haag, Zoetermeer, Pijnacker-Nootdorp en Leidschendam-Voorburg. De oppervlakte van het aangevraagde gebied bedraagt 41,73 km2;

  • – in de Staatscourant van 19 juni 2018 (Staatscourant 2018, nr. 33732) is een uitnodiging geplaatst voor het indienen van een concurrerende aanvraag. Binnen de termijn van dertien weken is een deels concurrerende aanvraag ontvangen van N.V. Nuon Energy (thans: Vattenfall N.V., hierna: Vattenfall) voor het gebied genaamd Nootdorp-Oost;

  • – TNO-AGE (hierna: TNO) heeft op verzoek van de Minister van Economische Zaken en Klimaat (hierna: Minister van EZK) op 25 februari 2019 advies uitgebracht (kenmerk: AGE 19-10.018). Op 4 juni 2019 is op verzoek van EZK een addendum op het advies ontvangen (kenmerk: AGE 19-10-041);

  • – Staatstoezicht op de Mijnen (hierna: SodM) heeft op verzoek van de Minister van EZK op 7 september 2018 advies uitgebracht (kenmerk: 18194931);

  • – het College van gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland (hierna: GS) is op grond van artikel 16 van de Mbw om advies gevraagd. Van GS is op 12 december 2018 advies ontvangen (kenmerk: ODH-2018-00117398);

  • – de Mijnraad is, op grond van artikel 105, derde lid, Mbw om advies gevraagd en heeft per brief van 28 juni 2019 advies uitgebracht (kenmerk: MIJR/19159803).

Gelet op:

de artikelen 6, 7, 9, 11, eerste tot en met derde lid, en vierde lid, eerste volzin, 12, 13, tweede lid, 15, 16, 17, eerste lid en 105, derde lid, Mijnbouwwet, alsmede artikel 1.3.1 van de Mijnbouwregeling.

Besluit

Artikel 1

Aan Hydreco GeoMEC B.V., Haagse Aardwarmte Leyweg B.V. en Eneco Warmte en Koude B.V. (hierna: de vergunninghouder) wordt een opsporingsvergunning voor aardwarmte verleend voor het gebied genaamd Ypenburg.

Artikel 2

Hydreco GeoMEC B.V. wordt degene die de werkzaamheden uitvoert of daartoe opdracht verleent, als bedoeld in artikel 22, vijfde lid, Mbw.

Artikel 3

De vergunning geldt voor het gebied dat ligt in de provincie Zuid-Holland, in de gemeenten Delft, Rijswijk, Den Haag, Zoetermeer, Pijnacker-Nootdorp en Leidschendam-Voorburg en wordt begrensd door de rechte lijnen tussen de punten zoals weergegeven in tabel 1.

Tabel 1:

Punt

X

Y

1

86134,657

455834,280

2

89034,027

451619,305

3

87055,032

449925,216

4

87534,680

449322,230

5

86352,160

448385,710

6

85720,000

448865,000

7

83200,000

447200,000

8

82618,000

448147,000

9

81889,934

448703,627

10

83431,299

449394,981

11

81929,948

451690,067

12

84432,141

453600,331

13

84083,464

454138,801

Bovenstaande coördinaten zijn weergegeven volgens het stelsel van de Rijksdriehoekmeting (RD).

Op basis van deze grensbeschrijving is de oppervlakte van het gebied 32,00 km2.

Artikel 3

De vergunninghouder geeft uitvoering aan het werkprogramma dat onderdeel uitmaakt van de op 18 mei 2018 ontvangen aanvraag.

Artikel 4

De vergunning geldt vanaf het tijdstip waarop zij in werking is getreden tot vier jaar na het tijdstip waarop zij onherroepelijk is geworden.

Artikel 5

De vergunning treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beschikking is bekendgemaakt.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, namens deze: J.L. Rosch MT-lid directie Warmte en Ondergrond

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen 6 weken na de dag waarop dit besluit is verzonden, een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken en Klimaat, directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.

Naar boven