De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
Gelet op:
Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/273 van de Commissie van 11 december 2017 tot aanvulling
van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft
het vergunningenstelsel voor het aanplanten van wijnstokken, het wijnbouwkadaster,
begeleidende documenten en certificering, het in- en uitslagregister, de verplichte
opgaven, meldingen en de bekendmaking van meegedeelde informatie, tot aanvulling van
Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de
toepasselijke controles en sancties, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 555/2008,
(EG) nr. 606/2009 en (EG) nr. 607/2009 van de Commissie en tot intrekking van Verordening
(EG) nr. 436/2009 van de Commissie en Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/560 van de
Commissie (Pb EU 2018, L58);
Uitvoeringsverordening (EU) 2018/274 van de Commissie van 11 december 2017 tot vaststelling
van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement
en de Raad wat betreft het vergunningenstelsel voor het aanplanten van wijnstokken,
certificering, het in- en uitslagregister, verplichte opgaven en meldingen, en voor
Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de
toepasselijke controles, en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/561
van de Commissie (Pb EU 2018, L58);
Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie van 17 oktober 2018 tot aanvulling
van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft
aanvragen tot bescherming van oorsprongsbenamingen, geografische aanduidingen en traditionele
aanduidingen in de wijnsector, de bezwaarprocedure, gebruiksbeperkingen, wijzigingen
van productdossiers, de annulering van bescherming en de etikettering en presentatie
(Pb EU 2019, L9);
Uitvoeringsverordening (EU) 2019/34 van de Commissie van 17 oktober 2018 tot vaststelling
van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement
en de Raad wat betreft aanvragen tot bescherming van oorsprongsbenamingen, geografische
aanduidingen en traditionele aanduidingen in de wijnsector, de bezwaarprocedure, wijzigingen
van productdossiers, het register van beschermde namen, de annulering van bescherming
en het gebruik van symbolen, en voor Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees
Parlement en de Raad wat betreft een adequaat controlesysteem (Pb EU 2019, L9);
Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/934 van de Commissie van 12 maart 2019 tot aanvulling
van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft
de wijnbouwoppervlakten waar het alcoholgehalte mag worden verhoogd, de toegestane
oenologische procedés en de beperkingen met betrekking tot de productie en de bewaring
van wijnbouwproducten, het minimale alcoholpercentage voor bijproducten en de verwijdering
van die producten, en de bekendmaking van OIV-dossiers (PbEU 2019, L149);
Uitvoeringsverordening (EU) 2019/935 van de Commissie van 16 april 2019 tot vaststelling
van voorschriften voor de toepassing van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees
Parlement en de Raad wat betreft analysemethoden om de fysische, chemische en organoleptische
kenmerken van wijnbouwproducten te bepalen, en wat betreft meldingen van besluiten
van de lidstaten betreffende de verhoging van het natuurlijke alcoholgehalte (PbEU
2019, L149); en
artikel 19, eerste lid, van de Landbouwwet;
Besluit:
TOELICHTING
1. Aanleiding
De onderhavige wijziging van de Regeling wijn en olijfolie strekt tot uitvoering van
enige bepalingen van de volgende onlangs vastgestelde verordeningen van de Europese
Commissie:
Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/273 van de Commissie van 11 december 2017 tot aanvulling
van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft
het vergunningenstelsel voor het aanplanten van wijnstokken, het wijnbouwkadaster,
begeleidende documenten en certificering, het in- en uitslagregister, de verplichte
opgaven, meldingen en de bekendmaking van meegedeelde informatie, tot aanvulling van
Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de
toepasselijke controles en sancties, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 555/2008,
(EG) nr. 606/2009 en (EG) nr. 607/2009 van de Commissie en tot intrekking van Verordening
(EG) nr. 436/2009 van de Commissie en Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/560 van de
Commissie (Pb EU 2018, L58) (hierna: verordening 2018/273);
Uitvoeringsverordening (EU) 2018/274 van de Commissie van 11 december 2017 tot vaststelling
van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement
en de Raad wat betreft het vergunningenstelsel voor het aanplanten van wijnstokken,
certificering, het in- en uitslagregister, verplichte opgaven en meldingen, en voor
Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de
toepasselijke controles, en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/561
van de Commissie (Pb EU 2018, L58) (hierna: verordening 2018/274);
Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie van 17 oktober 2018 tot aanvulling
van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft
aanvragen tot bescherming van oorsprongsbenamingen, geografische aanduidingen en traditionele
aanduidingen in de wijnsector, de bezwaarprocedure, gebruiksbeperkingen, wijzigingen
van productdossiers, de annulering van bescherming en de etikettering en presentatie
(Pb EU 2019, L9) (hierna verordening 2019/33);
Uitvoeringsverordening (EU) 2019/34 van de Commissie van 17 oktober 2018 tot vaststelling
van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement
en de Raad wat betreft aanvragen tot bescherming van oorsprongsbenamingen, geografische
aanduidingen en traditionele aanduidingen in de wijnsector, de bezwaarprocedure, wijzigingen
van productdossiers, het register van beschermde namen, de annulering van bescherming
en het gebruik van symbolen, en voor Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees
Parlement en de Raad wat betreft een adequaat controlesysteem (Pb EU 2019, L9) (hierna:
verordening 2019/34);
Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/934 van de Commissie van 12 maart 2019 tot aanvulling
van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft
de wijnbouwoppervlakten waar het alcoholgehalte mag worden verhoogd, de toegestane
oenologische procedés en de beperkingen met betrekking tot de productie en de bewaring
van wijnbouwproducten, het minimale alcoholpercentage voor bijproducten en de verwijdering
van die producten, en de bekendmaking van OIV-dossiers (PbEU 2019, L149) (hierna:
verordening 2019/934); en
Uitvoeringsverordening (EU) 2019/935 van de Commissie van 16 april 2019 tot vaststelling
van voorschriften voor de toepassing van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees
Parlement en de Raad wat betreft analysemethoden om de fysische, chemische en organoleptische
kenmerken van wijnbouwproducten te bepalen, en wat betreft meldingen van besluiten
van de lidstaten betreffende de verhoging van het natuurlijke alcoholgehalte (PbEU
2019, L149) (hierna: verordening 2019/935).
De belangrijkste aanpassingen van de onderhavige wijziging van de Regeling wijn en
olijfolie vloeien voort uit de verordening 2019/33 en verordening 2019/34 en zijn
de volgende:
-
• De introductie van de mogelijkheid van de minister om bij uitzonderlijk ongunstige
weersomstandigheden het maximum alcoholpercentage van een wijnproduct te verhogen
en om toestemming te verlenen voor het aanzuren van een wijnproduct.
-
• Een aanpassing van de procedure van verzoeken tot wijziging van beschermde oorsprongsbenamingen
als gevolg van het onderscheid in standaard wijzigingen enerzijds en wijzigingen op
het niveau van de Unie anderzijds.
-
• Het vervallen van verplichting tot opgave van bewerkingen van wijnproducten bij de
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.
Daarnaast is in het nieuwe artikel 6 van de Regeling wijn en olijfolie uitvoering
gegeven aan artikel 13 van verordening 2019/934, te weten de vaststelling van een
minimumpercentage van 5% voor het alcoholvolume dat bijproducten moeten hebben na
de afscheiding van wijn in verhouding tot het alcoholvolume in de geproduceerde wijn.
Tot slot is een aantal technische aanpassingen en correcties aangebracht, zoals aanpassing
van verwijzingen naar de thans geldende verordeningen.
2. Artikelsgewijs
Artikel I, onderdeel A
In het eerste lid komt de definitie ‘aanvraag tot registratie’ te vervallen omdat
registratie zowel voor wijnproducenten geldt als voor beschermde oorsprongsbenaming
of geografische aanduiding en dit verwarrend is. In artikel 3a is aangegeven dat wijnproducenten
zich bij de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit registreren. In de praktijk
is dat bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland’ (hierna: RVO), die namens de
minister het register van wijnproducenten beheert.
Bij registratie geeft de wijnproducent tevens aan of men wijn met een beschermde oorsprongsbenaming
en/of beschermde geografische aanduiding produceert.
De definitie van de NVWA als Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit is geschrapt omdat
de vermelding van de NVWA niet meer voorkomt in de gewijzigde Regeling wijn en olijfolie.
De definities van ‘verzoek tot annulering’, ‘verzoek tot niet-minimale wijziging’
en ‘verzoek tot wijziging’ zijn ook geschrapt omdat deze begrippen niet meer voorkomen
door wijziging van de artikelen 16 en 17.
Met het vervallen en aanpassen van de definities van de vermelde verordeningen in
artikel 1 zijn deze definities in overeenstemming gebracht met de vigerende verordeningen.
Artikel I, onderdeel B
In het eerste lid van artikel 4 is de verwijzing voor het begeleidend document bij
het vervoer van wijnproducten, aangepast aan het vigerende artikel 10 van verordening
2018/273.
Voor het referentienummer in het tweede lid moet nu verwezen worden naar ‘bijlage
V, onderdeel A, bij verordening 2018/273’.
De vervanging van ‘Rijksdienst voor Ondernemend Nederland’ door ‘minister’ is een
technische wijziging die in alle regelgeving wordt doorgevoerd waar de Minister van
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit de bevoegde autoriteit is voor de uitvoering
van regelgeving en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (hierna: RVO) die namens
de minister op dit terrein handelt.
Artikel I, onderdeel C
Artikel 5 geeft uitvoering aan het zevende lid van deel I van bijlage VIII van de
basisverordening, op grond waarvan lidstaten voor de productie van wijn- al dan niet
met een beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding- het totale alcoholvolumegehalte
voor die wijn bij verrijking kunnen verhogen tot een door de lidstaten vast te stellen
waarde.
Aangezien het bij verrijking gaat om verrijking van “stille” wijn, die dan als grondwijn
voor het maken van mousserende wijn kan worden gebruikt, is "mousserende wijn" om
die reden komen te vervallen in onderdeel c van het derde lid van artikel 5 ”.
In het derde lid van artikel 5 is het totale alcoholvolumegehalte bij verrijking voor
rode wijn gehandhaafd op 12%, voor rode wijn met een oorsprongsbenaming 13,5% en 13%
voor witte en rosé wijn met een oorsprongsbenaming (zie het zevende lid van onderdeel
B van bijlage VIII van de basisverordening.
Artikel I, onderdelen D, E en F
De achtergrond voor het vervallen van de artikelen 6, 7 en 8 van de huidige Regeling
wijn en olijfolie is artikel 34 van verordening 2018/273 waarin de opgave van diverse
bewerkingen geen verplichting meer is, maar een mogelijkheid voor de lidstaat om dit
te eisen. De verplichting tot opgave van verzoeten, aanzuren, ontzuren of verhogen
van alcoholvolumegehalte van wijnbouwproducten komt te vervallen. Hiermee wordt een
vermindering van de administratieve lasten beoogd.
Artikel 6 (nieuw)
Op grond van artikel 13 van verordening 2019/934 leggen de lidstaten een minimumpercentage
vast voor het alcoholvolume dat bijproducten moeten hebben na de afscheiding van wijn
in verhouding tot het alcoholvolume in de geproduceerde wijn. De lidstaten kunnen
dat minimumpercentage differentiëren op basis van objectieve en niet-discriminerende
criteria. In het nieuwe artikel 6 van de Regeling wijn en olijfolie is dat percentage,
overeenkomstig punt D, deel II van bijlage VIII van de basisverordening, vastgesteld
op 5%.
Aangezien het nieuwe artikel 6 geen administratieve verplichting meer bevat maar ziet
op de bereiding van wijn is van de gelegenheid gebruik gemaakt om het artikel te verplaatsen
van paragraaf 4 naar paragraaf 3 van hoofdstuk 2 van de regeling.
Artikel 7 (nieuw)
In het aangepaste artikel 7 van de Regeling wijn en olijfolie zijn de wijzigingen
van Bijlage VIII, deel I, Afdeling A, en C van de basisverordening overgenomen. Op
basis van punt 3 onder Afdeling A kan een lidstaat bepalen dat in een oogstjaar waarin
de weersomstandigheden uitzonderlijk ongunstig zijn geweest, het maximale alcoholpercentage
wordt verhoogd met 0,5%. Dit geldt voor alle wijnproducenten. Het verzoek verloopt
via de Vereniging van Nederlandse Wijnproducenten. De minister doet melding van deze
verhoging aan de Europese Commissie. Daarnaast kan op grond van punt 6 van Afdeling
C bij uitzonderlijke ongunstige weersomstandigheden er op verzoek aan een wijnproducent
toestemming worden verleend voor het aanzuren van wijnbouwproducten. Dit verzoek dient
te worden ingediend bij RVO (namens de minister) met een daarvoor bestemd standaard
formulier.
Artikel I, onderdeel G
In artikel 9 is de termijn voor het melden van door ongeluk veroorzaakte veranderingen
van de hoeveelheid producten, teruggebracht van 14 dagen na constatering naar 7 werkdagen
na constatering. Een termijn van 7 werkdagen is haalbaar en draagt bij aan betere
update van het register hiervoor.
Artikel I onderdeel H
In artikel 10, eerst en tweede lid, zijn de verwijzingen aangepast aan de vigerende
bepalingen van verordening 2018/274.
In het tweede lid van artikel 10 is ook de termijn waarbinnen de wijnhandelaar of
wijnproducent melding doet van een overschrijding van de percentages of van de toleranties
voor verlies, als bedoeld in het eerste lid van artikel 10, teruggebracht van 14 dagen
naar 7 werkdagen na constatering. Ook voor deze situaties is een termijn van 7 werkdagen
haalbaar en door een inkorting van de termijn beschikt RVO over meer actuele informatie.
Artikel I, onderdeel I
Het nieuwe artikel 11 geeft uitvoering aan artikel 31, derde lid, van verordening
2018/273 bepalende dat producenten elk jaar bij de bevoegde autoriteit van hun lidstaat
een productieopgave van de oogst van het betreffende wijnoogstjaar indienen. De producenten
in Nederland dienen deze opgave jaarlijks voor 15 januari met een standaardformulier
in bij RVO (namens de minister), als beheerder van het wijnbouwregister. Voorheen
was dat uiterlijk 10 december.
Artikel I onderdeel J
De verwijzing met betrekking tot de codenummers, als bedoeld in artikel 56, vijfde
lid, van de ingetrokken verordening 607/2009, is hier aangepast naar het thans geldende
artikel 46, vijfde lid, van verordening 2019/33 voor de codenummers.
Artikel I, onderdeel K
In artikel 16 is ‘Rijksdienst voor Ondernemend Nederland’ vervangen door de ‘minister’.
De reden hiervoor is weergegeven onder de toelichting bij Artikel I, onderdeel B.
Artikel I, onderdeel L
De vervanging van de passage ‘niet minimale wijziging’ in ‘wijziging’ in artikel 17
van de Regeling wijn en olijfolie hangt samen met het nieuwe onderscheid, zoals opgenomen
in Afdeling 3 van verordening 2019/33, tussen enerzijds standaardwijziging van beschermde
oorsprongsbenamingen en anderzijds wijzigingen van beschermde oorsprongsbenamingen
op het niveau van de Unie. De indeling in deze twee categorieën houdt verband met
het belang van de wijziging. In artikel 14, derde lid, van verordening 2019/33 worden
de volgende wijzigingen als een wijziging op het niveau van de Unie aangemerkt:
-
• een wijziging van de naam van de beschermde oorsprongsbenaming of beschermde geografische
aanduiding;
-
• een wijziging, schrapping of toevoeging van een categorie wijnbouwproducten;
-
• het verband tussen de kwaliteit en de kenmerken van het product en de specifieke geografische
omgeving en aanduiding;
-
• wijzigingen die verdere beperkingen meebrengen voor het in de handel brengen van het
product.
Alle andere aanvragen worden beschouwd als standaardwijzigingen, die op het niveau
van de lidstaat of het derde land kunnen worden afgehandeld.
Voor wijzigingen waarvoor een bezwaarprocedure op het niveau van de Unie nodig is,
geldt de procedure conform artikel 15 van verordening 2019/34. Dat is ook de reden
waarom ‘niet minimale wijziging’ in het eerste lid van artikel 17 is geschrapt. Immers
een verzoek voor een niet minimale wijziging (op het niveau van de Unie) wordt niet
alleen door de minister bekend gemaakt in de Staatscourant, maar ook door de Commissie
in het Publicatieblad van de Europese Unie. Voor de standaardwijzigingen (nationale
aanvragen) geldt de procedure conform artikel 17 van verordening 2019/34.
Artikel I, onderdeel M
Voor de reden voor vervanging in artikel 18 van ‘Rijksdienst voor Ondernemend Nederland’
door de ‘minister’ zij verwezen naar de toelichting bij Artikel I, onderdeel B.
Artikel I, onderdeel N
De reden voor het vervallen van artikel 19 is dat de verplichting om de aanvang van
productie van een product met een beschermde oorsprongsbenaming en/of geografische
aanduiding te melden voortvloeit uit artikel 15, vijfde lid, van verordening 2019/34
en dit artikel rechtstreekse werking heeft.
Artikel I, onderdeel O
In artikel 19c wordt de verwijzing naar artikel 4 van verordening 606/2009 vervangen
door verwijzing naar artikel 4 van verordening 2019/934. Toegevoegd wordt dat de toestemming
voor drie jaar wordt verleend. Dit onderdeel treedt ingevolge Artikel III, tweede
lid, in werking met ingang van 7 december 2019.
Artikel I, onderdeel P
In artikel 21 waren overgangsbepalingen opgenomen naar aanleiding van de opheffing
van de productschappen en de overgang van regelgeving naar het ministerie. De leden
twee en drie kunnen inmiddels vervallen. Het eerste lid wordt nu artikel 21 waarin
de verwijzing met betrekking tot de codenummers, als bedoeld in artikel 56, vijfde
lid, van de ingetrokken verordening 607/2009, wordt vervangen door verwijzing naar
artikel 46, vijfde lid, van verordening 2019/33.
Artikel II
Artikel 1 wordt aan de inwerkingtreding van de verordeningen 2019/934 en 2019/935
en intrekking van verordening 606/2009 (per 7 december 2019) aangepast. De artikelen
die uitvoering geven aan onderdelen van verordening 2019/934 (de onderdelen D en O
van artikel I) treden ingevolge artikel III, tweede lid, ook in werking met ingang
van 7 december 2019.
3. Regeldruk
De onderhavige wijziging betreft ‘een op een’ implementatie van de verordening 2018/273,
verordening 2018/274 verordening 2019/33, verordening 2019/34 en verordening 2019/934.
Gezien deze ‘een op een’ implementatie is de toetsing van de effecten op de regeldruk
van de onderhavige wijziging niet aan de orde. Deze toetsing wordt normaliter uitgevoerd
door het Adviescollege Toetsing Regeldruk.
4. Inwerkingtreding
Deze regeling treedt voor de onderdelen A, B, C, E en F tot en met N en P van artikel
I in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin
zij wordt geplaatst. Voor de uitvoering in regelgeving van de Europese verordeningen
hoeft niet te worden aangesloten bij een vast verandermoment, zoals opgenomen in het
kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten (Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309). Het kabinetsbeleid biedt de mogelijkheid af te wijken van vaste verandermomenten
indien nodig voor uitvoering of implementatie van Europese regelgeving.
Voor de onderdelen D en O van artikel I en artikel II treedt de regeling in werking
met ingang van 7 december 2019. Deze datum houdt verband met de datum waarop verordening
2019/934 van kracht wordt.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten