Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 16 augustus 2019, nr. WJZ/16103054, houdende wijziging van de Subsidieregeling instandhouding monumenten

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Gelet op artikel 7.3, eerste lid, en 7.5, eerste lid, van de Erfgoedwet;

Besluit:

ARTIKEL I

In de Subsidieregeling instandhouding monumenten wordt na artikel 42c een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 42d. Aanpassing subsidieplafond 2019

  • 1. In 2019 wordt het budget voor archeologische rijksmonumenten, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, verminderd met een bedrag van € 2 miljoen.

  • 2. In 2019 wordt aan het budget voor groene monumenten, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, een bedrag van € 2 miljoen toegevoegd.

  • 3. In 2019 wordt aan het budget voor overige monumenten, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel c, een bedrag van € 23 miljoen toegevoegd.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap I.K. van Engelshoven

TOELICHTING

Algemeen

Eenmalige verhoging subsidieplafonds overige rijksmonumenten en groene monumenten

In 2019 is er voor € 25 miljoen meer subsidie aangevraagd dan er initieel aan budget beschikbaar was gesteld. Er is sprake van overvraag bij de categorieën overige rijksmonumenten en groene monumenten. Daar tegenover staat dat er evenals vorige jaren budget overblijft bij de categorie archeologische monumenten.

De overvraag wordt gedeeltelijk verklaard door een vergelijking te maken met 2013. Ook toen was er sprake van een overvraag. Van die groep aanvragers heeft 65% dit jaar (vanwege de 6-jaarscyclus van de Sim) wederom subsidie aangevraagd. Andere oorzaken zijn de prijsstijgingen in de restauratiesector, die net zoals prijsstijgingen in andere sectoren van de bouw het gevolg zijn van de sterke economische groei van de afgelopen jaren. Bovendien wordt de Sim steeds beter benut door bepaalde groepen eigenaren zoals decentrale overheden en het bedrijfsleven, en is het aantal aanvragen gegroeid voor agrarische gebouwen en kastelen, landhuizen.

De overvraag wordt gedekt door een herschikking van reeds bestaande middelen binnen de monumentenzorg. Al enkele jaren blijft er budget over bij de categorie archeologische monumenten. Een deel van deze middelen wordt gebruikt om de overvraag bij groene monumenten te dekken. De overvraag bij de overige rijksmonumenten wordt deels gefinancierd door vrijvallende middelen in de monumentenzorg. Subsidies worden gemiddeld 10% lager vastgesteld dan het verleende subsidiebedrag. De vrijvallende middelen die daardoor over meerdere jaren ontstaan zet ik nu in ter verhoging van het budget voor de Sim. Ten slotte is er voor 2019 € 5,169 miljoen prijsbijstelling beschikbaar.

In 2020 wordt de Sim geëvalueerd (tegelijkertijd met de evaluatie van het eerste gebruik van de woonhuisregeling) en op basis daarvan zo nodig aangepast. Dat biedt mogelijkheden voor meer structurele oplossingen voor een eventueel blijvende overvraag op de Sim-regeling.

In 2020 wordt de Sim geëvalueerd (evenals het eerste gebruik van de woonhuisregeling) en op basis daarvan zo nodig aangepast.

Administratieve lasten

Deze regeling heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten, omdat er geen wijzigingen zijn aangebracht in de indieningsvereisten voor een aanvraag of de voorbereidingshandelingen voor een aanvraag.

Artikelsgewijs

Artikel I

De afgelopen jaren was de vraag naar Sim-subsidies voor archeologische monumenten lager dan het jaarlijks beschikbare bedrag. Daardoor is het beschikbare budget voor archeologie opgelopen tot € 3.186.564. Van dit budget wordt € 2.000.000 overgeheveld naar het budget voor groene monumenten. Het resterende bedrag voor archeologische monumenten is € 1.186.564 (eerste lid).

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap I.K. van Engelshoven

Naar boven