ARTIKEL I
De Regeling erkenning werkplaatsen boordcomputer taxi wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. De begripsbepaling ‘mobiele activeringseenheid’ komt te luiden:
- mobiele activeringseenheid:
-
voertuig van de voertuigcategorie M of N, niet zijnde een taxi, als bedoeld in artikel
1.1 van de Regeling voertuigen waarmee een erkenninghouder afwisselend, al dan niet
in verscheidene inrichtingen, werkzaamheden als bedoeld in deze regeling mag verrichten;
2. In de alfabetische rangschikking worden de volgende begripsbepalingen ingevoegd:
- fabrikant:
-
houder van een geldige typegoedkeuring als bedoeld in artikel 32, eerste lid, van
de Regeling specificaties en typegoedkeuring boordcomputer taxi;
- testen:
-
door de fabrikant uitgevoerde werkzaamheden ten behoeve van de voorbereiding van de
afgifte van een typegoedkeuring en programmatuurrevisie als bedoeld in de Regeling
specificaties en typegoedkeuring boordcomputer taxi en voor boordcomputers waarvoor
een certificaat van onmogelijkheid van gegevensoverdracht is afgegeven;
B
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder vernummering van het tweede tot en met vierde lid tot derde tot en met vijfde
lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
2. In het vierde lid (nieuw), onder b, wordt na ‘werkplaats’ ingevoegd: indien van toepassing.
C
Artikel 4 komt te luiden:
Artikel 4
-
1. De erkenning is slechts geldig voor de werkplaats, de vestiging van de fabrikant
of de mobiele activeringseenheid en eventuele inrichtingen die in het bewijs van erkenning
zijn vermeld.
-
2. Een werkplaats, fabrikant of mobiele activeringseenheid kan slechts in één erkenning
worden vermeld.
D
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1’ geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd luidende:
E
Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het derde lid, komt te luiden:
2. Onder vernummering van het vierde en vijfde lid tot vijfde en zesde lid wordt een
vierde lid ingevoegd, luidende:
-
4. Het eerste lid, onder b, en c, sub 1 tot en met 3, is niet van toepassing op fabrikanten.
3. In het zesde lid (nieuw) wordt ‘vierde’ vervangen door ‘vijfde’.
F
Artikel 21 komt te luiden:
Artikel 21
De in dit hoofdstuk genoemde erkenningsvoorschriften zijn niet van toepassing op de
erkenning van een fabrikant.
ARTIKEL II
De Regeling gebruik boordcomputer en boordcomputerkaarten wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 14 komt te luiden te luiden:
Artikel 14
-
1. De erkenninghouder, niet zijnde een fabrikant als bedoeld in artikel 1 van de Regeling
erkenning werkplaatsen boordcomputer taxi, ontvangt voor iedere door hem ten behoeve
van het activeren, onderzoeken of herstellen van de boordcomputer geëxploiteerde werkplaats
dan wel mobiele activeringseenheid ten hoogste twee keuringskaarten.
-
2. De erkenninghouder, zijnde een fabrikant als bedoeld in artikel 1 van de Regeling
erkenning werkplaatsen boordcomputer taxi, ontvangt ten behoeve van het testen van
boordcomputers ten hoogste twee keuringskaarten.
B
In de artikelen 18, eerste en derde lid, en 19, vierde lid, wordt na “een erkenninghouder”
ingevoegd “, niet zijnde een fabrikant als bedoeld in de Regeling erkenning werkplaatsen
boordcomputer taxi,”.
ARTIKEL III
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.
TOELICHTING
Inleiding
Deze regeling strekt tot wijziging van de Regeling erkenning werkplaatsen boordcomputer
taxi en de Regeling gebruik boordcomputer en boordcomputerkaarten. De wijzigingen
in deze regelingen hebben als doel om reset- en reparatiewerkzaamheden aan de boordcomputer
taxi (hierna: BCT) voor zowel de fabrikant als de gebruiker te vereenvoudigen. In
dat kader is het fabrikanten allereerst mogelijk gemaakt om twee keuringskaarten te
bezitten waarmee fabrikanten van de software systeemwijzigingen zelf kunnen toetsen
in hun kantoorruimte (de keuringskaarten worden ook wel werkplaatskaarten genoemd).
Ook zijn wijzigingen ten aanzien van de mobiele activeringseenheid gerealiseerd met
als doel om erkenninghouders de mogelijkheid te bieden om storingen te kunnen verhelpen
zonder dat de taxi eerst naar een inrichting of werkplaats moet.
Om in het kader van de productie configuraties te testen en dus de productie van de
BCT’s goed te kunnen realiseren, hebben fabrikanten de keuringskaarten nodig. Deze
keuringskaarten kunnen echter alleen worden verleend aan erkende werkplaatsen. De
erkenninghouder mag de keuringskaart alleen laten gebruiken door het onder zijn verantwoordelijkheid
werkzame personeel, dat belast is met het activeren, herstellen dan wel onderzoeken
van de BCT.1 Wanneer de fabriek is gevestigd in een kantoorruimte kan deze niet aangemerkt worden
als erkende werkplaats in de zin van de Regeling erkenning werkplaatsen BCT. Met deze
wijziging is geregeld dat fabrikanten ook in aanmerking komen voor keuringskaarten
door fabrikanten te brengen onder de definitie van erkenninghouder. Omdat fabrikanten
niet kunnen voldoen aan alle eisen die worden gesteld aan werkplaatsen, zijn op de
eisen en voorschriften wel uitzonderingen gemaakt voor fabrikanten.
Naast de Regeling erkenning werkplaatsen BCT is ter afstemming van de verschillende
regelingen ook een wijziging doorgevoerd in de Regeling gebruik boordcomputer en boordcomputerkaarten.
Deze wijziging in artikel 14 van de Regeling gebruik boordcomputer en boordcomputerkaarten
maakt het verstrekken van keuringskaarten aan fabrikanten die zijn erkend in de Regeling
erkenning werkplaatsen BCT mogelijk.
Tot slot is er met deze met deze wijzigingsregeling ook een wijziging gerealiseerd
ten aanzien van de mobiele activeringseenheid in de Regeling erkenning werkplaatsen
BCT. Door een wijziging van de definitie van de mobiele activeringseenheid is het
mogelijk gemaakt voor erkenninghouders om met een mobiele activeringseenheid werkzaamheden
aan boordcomputers buiten een inrichting uit te voeren.
Gevolgen van het voorstel voor regeldruk en overige bedrijfseffecten
Momenteel zijn er rond de 40.000 taxivoertuigen in Nederland. Op basis van de evaluatie
Boordcomputer Taxi (BCT) kan geconcludeerd worden dat taxichauffeurs met enige regelmaat
te maken hebben met storingen aan hun BCT (ongeveer drie keer per jaar per taxi).
Voor het verhelpen van een storing moeten chauffeurs een aparte afspraak maken met
een erkende werkplaats, waar vervolgens het taxivoertuig naar toe gebracht moet worden.
Door de aanpassing van de definitie voor een mobiele activeringseenheid is de rit
naar een inrichting of werkplaats niet meer noodzakelijk, maar kunnen werkzaamheden
aan de BCT ter plaatse worden uitgevoerd. De uitvoering van werkzaamheden ter plaatse
in plaats van in een inrichting of werkplaats kan een tijdsbesparing opleveren van
enkele minuten tot enkele uren per storing. Door deze extra mogelijkheid om storingen
op te lossen wordt de flexibiliteit vergroot.
Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft geoordeeld dat er geen omvangrijke
gevolgen zijn voor de regeldruk. Om die reden heeft het ATR geen formeel advies uitgebracht.
Consultatie
De lastenvermindering die het gevolg is van deze regeling, is door betrokken brancheorganisaties
positief ontvangen. De consultatie van deze organisaties heeft ter verduidelijking
tot een aantal wijzigingen geleid in de artikelsgewijze toelichting. Er is afgezien
van een brede internetconsultatie omdat er vanuit de sector gepleit is voor deze wijzigingen.
Ook in de begeleidingscommissie BCT zijn verschillende MKB-bedrijven en de branchevereniging
KNV vertegenwoordigd.
Handhaafbaarheid en uitvoerbaarheid
De regeling is door de ILT en de RDW getoetst op handhaafbaarheid en uitvoerbaarheid
en door beide instanties handhaafbaar en uitvoerbaar bevonden. De toets door de RDW
heeft geleid tot enkele tekstuele aanpassingen.
Vaste verandermomenten
Op grond van het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten treden ministeriële
regelingen in werking met ingang van 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober. Bekendmaking
geschiedt uiterlijk twee maanden voor inwerkingtreding. Deze regeling treedt overeenkomstig
het kabinetsbeleid in werking met ingang van 1 januari 2020.
Artikelsgewijs
Artikel I
A
Met dit onderdeel zijn de definities van ‘fabrikant’ en van ‘testen’ geïntroduceerd.
Tevens is de definitie van ‘mobiele activeringseenheid’ gewijzigd. De mobiele activeringseenheid
komt daarmee ook in aanmerking voor een erkenning buiten een werkplaats.
B
In het gewijzigde artikel 3 is een grondslag voor de erkenning van de fabrikant als
erkende werkplaats gecreëerd. Daarnaast is het artikel aangepast aan de nieuwe mogelijkheid
tot erkenning van de mobiele activeringseenheid buiten een werkplaats.
C
Artikel 4 is aangevuld met de mogelijkheid tot erkenning van de fabrikant als erkende
werkplaats.
D
Artikel 5 van de Regeling erkenning werkplaatsen boordcomputer taxi bepaalt dat de
Dienst Wegverkeer aan de erkenninghouder toegangscodes toekent voor datacommunicatie
met deze dienst. Daar fabrikanten slechts werkzaamheden ten behoeve van de voorbereiding
van de afgifte van een typegoedkeuring en programmatuurrevisie verrichten, is er een
uitzondering geformuleerd voor fabrikanten.
E
Dit onderdeel verklaart artikel 6, eerste lid, onder a en b, van de Regeling erkenning
werkplaatsen boordcomputer taxi van overeenkomstige toepassing op het door een erkenninghouder
met een mobiele activeringseenheid verrichten van werkzaamheden in een inrichting.
In het tweede lid zijn verschillende eisen die gelden voor de erkenning uitgezonderd
voor fabrikanten. Dit betreffen eisen die niet nodig zijn in het kader van de testwerkzaamheden
van fabrikanten.
F
Omdat het gebruik van keuringskaarten door fabrikanten alleen zal plaatsvinden ten
behoeve van de voorbereiding van de afgifte van een typegoedkeuring en programmatuurrevisie,
zijn de in hoofdstuk 3 neergelegde erkenningsvoorschriften uitgezonderd voor de fabrikanten.
Artikel II
A
Met de wijziging van artikel 14 van de Regeling gebruik boordcomputer en boordcomputerkaarten
is het mogelijk gemaakt om keuringskaarten aan fabrikanten en mobiele activeringseenheden
te verstrekken.
B
Gelet op het feit dat fabrikanten slechts voor testactiviteiten erkenninghouder zijn,
is met de wijziging van de artikelen 18 en 19 van de Regeling gebruik boordcomputer
en boordcomputerkaarten de fabrikant expliciet uitgezonderd van de bevoegdheid tot
het herstellen van de boordcomputer als bedoeld in artikel 18 van de Regeling gebruik
boordcomputer en boordcomputerkaarten en de bevoegdheid tot het overbrengen van de
gegevens als bedoeld in artikel 19 van de Regeling gebruik boordcomputer en boordcomputerkaarten.
Artikel III
Dit artikel regelt de inwerkingtreding.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
S. van Veldhoven-van der Meer