Besluit van de Minister van Justitie en Veiligheid van 20 augustus 2019 (kenmerk: 2661825/19/DP&O), houdende wijziging van het Mandaatbesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid in verband met het herstel van enkele omissies

De Minister van Justitie en Veiligheid,

Handelende in overeenstemming met de Minister voor Rechtsbescherming en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid;

Gelet op de artikelen 10:3, 10:9, eerste lid, en 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

ARTIKEL I

Het Mandaatbesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 3 wordt gewijzigd als volgt:

1. Aan het derde lid wordt na de eerste volzin toegevoegd: Het ondermandaat kan steeds één hiërarchisch niveau verder worden doorgegeven.

2. Aan het vierde lid wordt na de eerste volzin toegevoegd: Het ondermandaat kan steeds één hiërarchisch niveau verder worden doorgegeven.

B

In artikel 8 wordt ‘het toenmalige Ministerie van Veiligheid en Justitie’ vervangen door: het ministerie.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 19 oktober 2018.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

TOELICHTING

Dit besluit tot wijziging van het Mandaatbesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid strekt tot herstel van enkele omissies.

Artikel I, onderdeel A

Artikel 3, derde en vierde lid, van het Mandaatbesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid maakt rechtstreekse ondermandaatverlening van de hoofden van de clusters aan de directeur Wetgeving en Juridische Zaken voor centrale en decentrale juridische taken mogelijk. Per abuis is in deze bepalingen thans niet opgenomen dat het ondermandaat steeds één hiërarchisch niveau verder kan worden doorgegeven. Dit is een omissie. Het was niet de bedoeling om met het Mandaatbesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid een inhoudelijke wijziging aan te brengen in de bepalingen over ondermandatering binnen de directie Wetgeving en Juridische Zaken voor de centrale en decentrale juridische taken. Met de onderhavige wijziging wordt deze omissie hersteld.

Artikel I, onderdeel B

Tevens wordt van de gelegenheid gebruik gemaakt om een omissie in artikel 8 van het Mandaatbesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid te herstellen. Hoewel in artikel 8 van het Mandaatbesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid thans staat ‘op het terrein van het toenmalige ministerie van Veiligheid en Justitie’ is het nooit de bedoeling geweest om een beperking aan te brengen ten aanzien van de geldigheid van reeds verstrekte ondermandaten, volmachten en machtigingen. Met de onderhavige wijziging wordt buiten twijfel gesteld dat ook ondermandaten, volmachten en machtigingen die ná het aantreden van het nieuwe kabinet en de daarmee samenhangende naamswijziging van het ministerie en vóór de inwerkingtreding van het Mandaatbesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid zijn verstrekt, van kracht zijn gebleven.

Artikel II

Aan dit besluit wordt terugwerkende kracht verleend tot en met 19 oktober 2018, gelijk aan de datum waarop het Mandaatbesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid in werking trad.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Naar boven