TOELICHTING
Deze regeling wijzigt de Regeling zorgverzekering (Rzv) in verband met de inwerkingtreding
per 1 juli 2019 van de Wet van 27 maart 2019 tot wijziging van de Zorgverzekeringswet,
de Wet langdurige zorg en enige andere wetten in verband met het controleren van de
verzekeringsplicht voor de zorgverzekering en het regelen van de verwerking van gepseudonimiseerde
persoonsgegevens door Onze Minister voor Medische Zorg, het Zorginstituut Nederland
en het RIVM (Stb. 2019, 140). Die wet regelt onder meer dat de Sociale Verzekeringsbank (SVB) door middel van
bestandsvergelijking nagaat voor welke personen in weerwil van het ontbreken van een
verzekeringsplicht ingevolge de Zorgverzekeringswet (Zvw) een zorgverzekering wordt
uitgevoerd. Daartoe is in deze regeling bepaald welke bestanden door de SVB worden
vergeleken. In de wet is voorts geregeld dat de SVB daarna de zorgverzekeraar van
de desbetreffende verzekeringnemer of verzekerde informeert over de uitkomst van de
bestandsvergelijking, opdat de zorgverzekeraar kan onderzoeken of een zorgverzekering
al dan niet ten onrechte in stand wordt gehouden. Deze wijze van opsporen van ten
onrechte verzekerden is per 1 juli 2019 neergelegd in artikel 6, vijfde en zesde lid,
Zvw.
Wie van rechtswege verzekerd is voor de Wet langdurige zorg (Wlz) moet ook een zorgverzekering
hebben. Hierop bestaan twee uitzonderingen voor militairen en gemoedsbezwaarden (artikel
2 Zvw). Zorgverzekeraars houden bij wie een zorgverzekering heeft. Als daar iemand
tussen zit die niet van rechtswege verzekerd is voor de Wlz of een militair is, dan
is dat iemand die waarschijnlijk ten onrechte een zorgverzekering heeft. Het zou overigens
nog een gemoedsbezwaarde kunnen zijn die op zijn verzoek is uitgezonderd van de verzekeringsplicht.
Aangezien het een disproportionele verwerking van bijzondere persoonsgegevens van
alle gemoedsbezwaarden vergt, wordt deze bestandsvergelijking om die theoretische
mogelijkheid uit te sluiten achterwege gelaten.
Op grond van artikel 6, vijfde lid, Zvw zijn in het nieuwe artikel 6.4b.1 van de Rzv
derhalve de volgende bestanden aangewezen die de SVB vergelijkt om personen op te
sporen die ten onrechte een zorgverzekering hebben:
-
• Het bestand van verzekerden voor de Wlz.
Dit bestand is de Basisadministratie verzekerden volksverzekeringen (BAV) en wordt
beheerd door de Sociale verzekeringsbank (SVB). Op grond van artikel 35 van de Wet
Structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (Wet Suwi) is de SVB ter zake van
die verzekerdenadministratie de verantwoordelijke voor de gegevensverwerking. In dit
bestand heeft de SVB gegevens vastgelegd over verzekerde en niet-verzekerde tijdvakken
op grond van verplichte of vrijwillige verzekering voor de volksverzekeringen. De
BAV bevat de burgerservicenummers (BSN) van de verzekerden.
-
• Het bestand van de van verzekeringsplicht uitgezonderde militairen.
De militairen die zijn uitgezonderd van de verzekeringsplicht, staan in een deelbestand
van de BAV. De SVB herkent deze groep in de BAV aan de hand van werkgeverscode in
de loonaangifte.
-
• Het bestand van personen die een zorgverzekering hebben.
In de bijlage bij de Regeling elektronisch gegevensverkeer Zorgverzekeringswet 2017
is op grond van artikel 92 Zvw bepaald welke gegevens zorgverzekeraars moeten verstrekken
via een gemeenschappelijke voorziening voor elektronische gegevensuitwisseling met
onder meer de SVB. Deze gemeenschappelijke voorziening wordt wel aangeduid als het
Referentiebestand Verzekerden Zorgverzekeringswet (RBVZ). Voor het opsporen van ten
onrechte verzekerden verstrekken zorgverzekeraars dezelfde gegevens als voor het opsporen
van onverzekerden, namelijk:
-
a. het burgerservicenummer (BSN) van de verzekerde;
-
b. de Unieke ZorgVerzekeraarsIdentificatie (het UZOVI-nummer) van de betreffende verzekeraar;
-
c. de begindatum van de zorgverzekering;
-
d. de einddatum van de zorgverzekering.
De SVB stuurt het resultaat van de bestandsvergelijking in één bestand terug via Vecozo,
het landelijk communicatiepunt voor de zorg. Elke zorgverzekeraar ontvangt alleen
de informatie over zijn eigen, waarschijnlijk ten onrechte verzekerden. Het UZOVI-nummer
maakt dat mogelijk. Bij de terugkoppeling aan zorgverzekeraars wordt het BSN gebruikt
van degenen die vermoedelijk ten onrechte een zorgverzekering hebben. Door middel
van een algoritmecode wordt kenbaar gemaakt wat de reden is van dit vermoeden. De
grondslag voor het verstrekken van deze persoonsgegevens is artikel 89 Zvw, waarin
is opgenomen dat de SVB en zorgverzekeraars elkaar de gegevens kunnen verstrekken
die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de Zvw. Voor de grondslag voor het verwerken
van het BSN wordt hier kortheidshalve verwezen naar artikel 35 Wet suwi, artikel 86
Zvw en hoofdstuk 4 van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer.
Aan de hand van de van de SVB verkregen resultaten van de bestandsvergelijking gaat
de zorgverzekeraar vervolgens na of betrokkenen inderdaad ten onrechte verzekerd zijn.
Hiervoor is van belang de door de SVB meegezonden algoritmecode, die de reden weergeeft
van het vermoeden dat iemand ten onrechte verzekerd is. De zorgverzekeraar controleert
of de code strookt met de informatie die hem bekend is. Verder zal de zorgverzekeraar
bij de verzekerde informeren of er feiten en omstandigheden zijn die er toe zouden
kunnen leiden dat de zorgverzekering toch in stand moet blijven omdat er wel sprake
is van verzekering ingevolge de Wlz. Het doel van deze bestandsuitwisseling is immers
om de zorgverzekering van ten onrechte verzekerden te beëindigen en niet van verzekerden
die ten onrechte als niet verzekerd ingevolge de Wlz zijn aangemerkt. De algoritmecode
kan aldus fouten voorkomen, omdat een verzekerde kan reageren op eventuele onjuistheden.
De zorgverzekeraar zal de SVB daarover informeren. Van personen die een zorgverzekering
hebben en waarvan het vermoeden juist is gebleken dat zij niet verzekerd zijn ingevolge
de Wlz, zal de zorgverzekeraar de zorgverzekering beëindigen.
Gezien het huidige aantal van ca. 70.000 ten onrechte verzekerden wordt het proces
van opsporing gefaseerd uitgevoerd. Teneinde te bevorderen dat zorgverzekeraars één
gedragslijn hanteren zal het CAK – in samenspraak met zorgverzekeraars, SVB en VWS
– regie voeren over het gehele proces. Het CAK heeft eerder eenzelfde regierol vervuld
bij het proces van opsporing van niet-verzekerde verzekeringsplichtige personen.
Frauderisico
De vergelijking van gegevensbestanden is volledig geautomatiseerd. De mogelijkheid
dat bewust verkeerde gegevens worden verwerkt om (frauduleus) de vaststelling van
verzekeringsplicht te beïnvloeden bestaat, maar de kans daarop is zeer klein.
Consultatie SVB en ZN
De SVB heeft aangegeven dat de hierboven omschreven werkwijze correct is weergegeven
en dat de beschreven bestanden kunnen worden gebruikt. De SVB heeft geen verdere opmerkingen
gemaakt.
Zorgverzekeraars Nederland (ZN) heeft geen noodzaak gezien voor commentaar op de beschreven
processen.
Advisering Autoriteit Persoonsgegevens
Het ontwerp van deze regeling is voor advies voorgelegd aan de Autoriteit Persoonsgegevens
(AP). Bij schrijven van 19 juli 2019 heeft de AP aangegeven geen opmerkingen te hebben.
Regeldruk en advisering ATR
De hierboven omschreven activiteiten van zorgverzekeraars worden thans ook al uitgevoerd
in het kader van de Richtlijn toepassing gerede twijfel verzekeringsplicht Zorgverzekeringswet,
waarin uitvoerig beschreven is wat zij dienen te ondernemen indien er twijfel bestaat
over de juistheid van de verzekeringsplicht. Dit is immers voorgeschreven in de artikelen
5 en 6 van de Zvw in het kader van het vaststellen van de verzekeringsplicht. Het
benaderen van de verzekerde, eventuele aanpassing van de inschrijving en terugkoppeling
aan de SVB zijn daarbij standaardactiviteiten.
Door de structurele uitwisseling is de verwachting dat er sprake zal zijn van een
volumetoename. Zorgverzekeraars hebben desgevraagd aangegeven dat niet is in te schatten
of dit zal leiden tot meer signaleringen dan de huidige processen.
De hierboven beschreven uitwisseling en de benodigde vervolgactiviteiten brengt geen
nieuwe verplichtingen met zich.
Het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR) heeft bij schrijven van 19 juni 2019 aangegeven
dat zij zich in analyse en conclusie ten aanzien van de gevolgen voor de regeldruk
kan vinden.
Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2019. Aangezien de gegevensbestanden
beschikbaar zijn, de bestandsvergelijking direct door de SVB kan worden uitgevoerd
en Vecozo in staat is het resultaat daarvan door te geven aan zorgverzekeraars, is
er geen noodzaak rekening te houden met een minimale invoeringstermijn. Op basis van
de resultaten van de bestandsuitwisseling zullen de opsporing en de benodigde vervolgactiviteiten
– zoals hierboven omschreven – geïmplementeerd en uitgevoerd worden.
De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins