Diverse verkeersmaatregelen Waterfront

Logo Harderwijk

Corsa reg.nr.: GEN19h0006095 / h190078671

 

[Burgemeester en wethouders van Harderwijk zijn op grond van artikel 18, lid 1, sub d van de Wegenverkeerswet 1994 bevoegd om verkeersbesluiten te nemen.

De directeur Domein Ruimte is namens burgemeester en wethouders van Harderwijk bevoegd tot het nemen van verkeersbesluiten op grond van het mandaatbesluit gemeente Harderwijk 2015, zoals is vastgesteld op 23 december 2014, onder nummer: 14.00821 met het recht tot het verlenen van ondermandaat.

Overwegingen ten aanzien van het besluit

De nieuwbouwwijk Waterfront groeit gestaag. Verschillende wegen worden voorzien van hun definitieve weginrichting en daarbij behorende verkeersmaatregelen. Tevens worden nieuwe wegen ter ontsluiting van Waterfront gerealiseerd. Voor deze gerelateerde verkeersmaatregelen dient een verkeersbesluit te worden genomen.

De huidige Flevoweg en het bestaande (brom)fietspad langs de N302 worden verlegd. De bestaande verkeerssituaties worden daartoe opgeheven en nieuwe kruisingen met omliggende straten worden ingericht.

Vuurtorenweg en (verlengde) Knardijk-West

De hoofdontsluitingsroute van Waterfront fase II en fase III-noord wordt gevormd door de Vuurtorenweg en een korte verlenging van de Knardijk-West. Deze gebiedsontsluitingswegen vormen de hoofdas van de wijk en bieden ook aansluiting op de N302. Langs een deel van de Vuurtorenweg en langs de Knardijk-West ligt een vrijliggend (brom)fietspad, die tevens onderdeel uitmaakt van de route Harderwijk - Flevoland. Uitgangspunt voor de inrichting van deze en aansluitende wegen zijn de richtlijnen van het CROW en het ontwerpprincipe Duurzaam Veilig.

De Vuurtorenweg sluit aan op de N302 (nabij hectometer 106,0) middels een ongelijkvloerse aansluiting. Vervolgens leidt de weg via een rotonde ter ontsluiting van parkeerterrein P8, dat ten oosten van de weg ligt, richting het viaduct over de N302, nabij N302 hectometer 105,4. De Vuurtorenweg kruist de Knarweg, het (brom)fietspad in het verlengde van de Vuurbaak en de Visserijstraat middels een reguliere kruising. Nabij de aansluiting op de (verlengde) Knardijk-West is een rotonde gerealiseerd. Even voor de rotonde ligt een scherpe bocht, waar een adviessnelheid (30 km/h) is ingesteld. Tevens is hier een waarschuwingsbord J2 aangebracht en zijn er bochtschilden geplaatst. Omdat de Vuurtorenweg is aangemerkt als gebiedsontsluitingsweg en de Knarweg, het (brom)fietspad, het busstation nabij P8 en de Visserijstraat als erftoegangsweg, wordt een voorrangsregeling op voornoemde kruisingen ingesteld. Bovendien is de Knarweg een private weg en een duidelijke private (inrit)uitstraling.

Gezien de weginrichting waarbij gelet wordt op het ontwerpprincipe Duurzaam Veilig, kennen de Vuurtorenweg en de (verlengde) Kardijk-West een rijbaanscheiding in de vorm van een middenberm of een doorgetrokken asstreep. Hierdoor is inhalen niet mogelijk. Om spookrijden te voorkomen, is het noodzakelijk dat verkeersborden D2 worden geplaatst in de middengeleiders.

De aansluiting van de N302 (komende vanuit Flevoland) met de (verlengde) Knardijk-West wordt gevormd middels een turborotonde met gescheiden rijstroken. De bestaande kruising van de Knardijk-West met de Flevoweg komt te vervallen. Op deze locatie is een rijbaansplitsing voorzien, waarbij verkeer vanuit de richting Vuurtorenweg de keuze heeft tussen de rijrichting Knardijk-West richting Harderwijk/Hierden en N302 richting A28. De rijrichting onder het viaduct door, richting Knardijk-Oost, is niet meer mogelijk. De splitsing is in beheer en eigendom van de provincie Gelderland.

Parkeerterrein P8

Aan de oostzijde van de N302 en de oostelijk parallel hieraan gelegen Vuurtorenweg is parkeerterrein P8 gelegen. Dit parkeerterrein biedt parkeergelegenheid aan bezoekers van de binnenstad en Boulevard van Harderwijk. Tevens zijn op het parkeerterrein een elftal vrachtwagenparkeerplaatsen gelegen.

De wandelroute tussen parkeerterrein P8 en de binnenstad leidt door Waterfront. De kruising met N302 en Vuurtorenweg (weggedeelte westelijk van de N302) is vormgegeven middels een voetgangerstunnel. De kruising van de wandelroute met de Vuurtorenweg (weggedeelte oostelijk van de N302), het Noorderhoofd en de Waterstadboulevard zijn vormgegeven middels voetgangersoversteekplaatsen. Hoewel het uitgangspunt is geen voetgangersoversteekplaatsen (zebrapaden) toe te passen in 30 km/h-straten, wordt een uitzondering gemaakt op dergelijke hoofdwandelroutes. Tevens heeft het Verkeersplatform geadviseerd de wandelroute als zodanig uit te voeren als bijdrage aan de herkenbaarheid hiervan. In het Verkeersplatform zijn onder meer Veilig Verkeer Nederland, Fietsersbond en de Oogvereniging vertegenwoordigd.

Direct ten westen van parkeerterrein P8 is een busstation gelegen. Dit terrein biedt parkeermogelijkheid aan autobussen die worden gebruikt als vervoermiddel voor bezoekers van bijvoorbeeld de binnenstad, de Boulevard en/of het Dolfinarium. Om die reden wordt dit weggedeelte aangewezen als parkeerterrein uitsluitend bestemd voor autobussen. Gelet op het doel van dit parkeerterrein, wordt een maximum parkeerduur ingesteld van 24 uur.

Erftoegangswegen Waterfront

De straten Brandaris, Noorderhoofd en Zuiderhoofd zijn smalle woonstraten. Daardoor is de passeerruimte bij tweerichtingsverkeer te beperkt. De straten zijn ontworpen en ingericht als eenrichtingsstraten. Daarom wordt hier eenrichtingsverkeer ingesteld. Het eenrichtingsverkeer vormt een circuit, waarbij verkeer de buurt inrijdt via de Waterstadboulevard en de buurt uitrijdt via het Noorderhoofd. De inrichting van de parkeervakken (gestoken parkeren) sluit hierop aan.

Op grond van artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994) moet een verkeersbesluit worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) genoemde verkeerstekens, alsmede voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd.

Op grond van het bepaalde in artikel 15, tweede lid Wegenverkeerswet (WVW) moet een verkeersbesluit worden genomen voor het aanbrengen van fysieke verkeersmaatregelen waardoor het aantal categorieën weggebruikers wijzigt.

In artikel 12 van het BABW is limitatief opgenomen voor welke verkeerstekens een verkeersbesluit vereist is. In Bijlage 1 van het Reglement en Verkeerstekens 1990 (RVV 1990) staan de verkeersborden genoemd. In dit besluit gaat het om van Bijlage 1, Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990).

Uit het oogpunt van:

- het beschermen van de weggebruikers en passagiers;

- het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

- het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer;

- het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu;

- het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte aantasting van het karakter of van de functie van objecten en gebieden;

is het noodzakelijk om de voorgestelde maatregel(en) te nemen.

Artikel 24 van het BABW vereist dat er voor het nemen van het verkeersbesluit overleg wordt gepleegd met de gemandateerde verkeersadviseur van politie Oost-Nederland, district Noord en Oost-Gelderland.

BESLUIT

Op grond van voorgaande overwegingen, wordt besloten om:

  • 1.

    De verkeersbesluiten die ten grondslag liggen aan de voorrangsregelingen op de kruisingen Flevoweg/N302 en Flevoweg/(brom)fietspad richting Flevoland in te trekken en deze kruisingen op te heffen.

  • 2.

    Het verkeersbesluit dat ten grondslag ligt aan het gebod om de middengeleider aan de rechterzijde te passeren aan de Flevoweg, ter hoogte van de aansluiting met het (brom)fietspad richting Flevoland, in te trekken en deze middengeleider te verwijderen.

  • 3.

    Op de kruising Vuurtorenweg/Visserijstraat een voorrangsregeling in te stellen, waarbij de voorrang ten gunste komt van verkeer op de Vuurtorenweg, en dit aan te duiden middels het plaatsen van de verkeersborden model B3 en B6 uit bijlage I van het RVV 1990 en het aanbrengen van haaientanden op het wegdek.

  • 4.

    Een gebod in te stellen om de middengeleiders aan de rechterzijde te passeren aan de Vuurtorenweg nabij de kruising Visserijstraat, en dit aan te duiden middels verkeersbord model D2 uit bijlage I van het RVV 1990.

  • 5.

    Een gebod in te stellen om de middengeleiders aan de rechterzijde te passeren op de aansluitende wegen van de rotonde Vuurtorenweg/verlengde Knardijk-West, en dit aan te duiden middels verkeersbord model D2 uit bijlage I van het RVV 1990.

  • 6.

    Het instellen van een verplichte rijrichting op de rotonde Vuurtorenweg/verlengde Knardijk-West, en dit aan te duiden middels het plaatsen van de verkeersborden D1 van bijlage I van het RVV 1990 op het middeneiland van de rotonde, tegenover de aansluitende wegen.

  • 7.

    Het instellen van een voorrangsregeling op de rotonde Vuurtorenweg/verlengde Knardijk-West, waarbij de voorrang ten gunste komt van verkeer op de rotonde en ten gunste van verkeer op het bij de rotonde behorende fietspad, en dit aan te geven middels het plaatsen van de verkeersborden B6 uit bijlage I van het RVV 1990 en het aanbrengen van haaientanden op het wegdek.

  • 8.

    Het instellen van een voorrangsregeling op de kruising van de Vuurtorenweg met het fietspad in het verlengde van de Vuurbaak, waarbij de voorrang ten gunste komt van verkeer op de Vuurtorenweg, en dit aan te duiden middels het plaatsen van de verkeersborden B3 en B6 van bijlage I van het RVV 1990 en het aanbrengen van haaientanden op het wegdek.

  • 9.

    Het instellen van een adviessnelheid van 30 km/h op de Vuurtorenweg, nabij de scherpe bocht ter hoogte van de voetgangerstunnel, en dit aan te geven middels verkeersbord A4 van bijlage I van het RVV 1990.

  • 10.

    Het instellen van een voorrangsregeling op de kruising Vuurtorenweg/Knarweg, waarbij de voorrang ten gunste komt van verkeer op de Vuurtorenweg, en dit aan te geven middels het plaatsen van verkeersbord model B4, B5 en B6 van bijlage I van het RVV 1990 en het aanbrengen van haaientanden op het wegdek.

  • 11

    Het instellen van een inhaalverbod op de Vuurtorenweg, op alle wegvakken waar geen middenberm gelegen is, middels het aanbrengen van een dubbel doorgetrokken asstreep op het wegdek.

  • 12

    Het aanwijzen van het fietspad langs de Vuurtorenweg als verplicht (brom)fietspad, door het plaatsen van de verkeersborden model G12a en G12b van bijlage I van het RVV 1990 bij alle entrees van het pad.

  • 13

    Het aanwijzen van het fietspad in het verlengde van de Vuurbaak als verplicht (brom)fietspad, door het plaatsen van de verkeersborden model G12a van bijlage I van het RVV 1990 bij alle entrees van het pad.

  • 14

    Het aanwijzen van het pad in het verlengde van de Vuurbaak, dat onder de tunnel door leidt, als voetpad, door het plaatsen van verkeersborden model G7 van bijlage I van het RVV 1990 aan alle entrees van het pad.

  • 15

    Het instellen van eenrichtingsverkeer (met uitzondering voor fietsers) op de Brandaris, en dit aan te geven middels het plaatsen van de verkeersborden model C2, C3 en C4 van bijlage I van het RVV 1990 en onderbord model OB52 (uitgezonderd fietsers) ter hoogte van de kruisingen met de Waterstadboulevard (bord C3), Brandarishof (bord C4) en Noorderhoofd (bord C2).

  • 16

    Het instellen van eenrichtingsverkeer (met uitzondering voor fietsers) op het Noorderhoofd, en dit aan te geven middels het plaatsen van de verkeersborden model C2, C3 en C4 van bijlage I van het RVV 1990 en onderbord model OB52 (uitgezonderd fietsers) ter hoogte van de kruisingen met de Waterstadboulevard (begin Noorderhoofd, bord C3), Bonrifhof (bord C4), Brandaris (bord C4), Vuurbaak (borden C2 en C3) en Visserijstraat (bord C2).

  • 17

    Het instellen van eenrichtingsverkeer (met uitzondering voor fietsers) op het Zuiderhoofd, en dit aan te geven middels het plaatsen van de verkeersborden model C2, C3 en C4 van bijlage I van het RVV 1990 en onderbord model OB52 (uitgezonderd fietsers) ter hoogte van de kruisingen met de Visserijstraat (bord C2), Venhof (bord C4) en Waterstadboulevard (bord C3).

  • 18

    Het aanbrengen van een voetgangersoversteekplaats aan de Waterstadboulevard, ter hoogte van de aansluiting met de Brandaris, middels het aanbrengen van markering op het wegdek en het plaatsen van verkeersborden model L2 van bijlage I van het RVV 1990.

  • 19

    Het aanbrengen van een voetgangersoversteekplaats aan het Noorderhoofd, ter hoogte van de aansluiting met de Brandaris, middels het aanbrengen van markering op het wegdek en het plaatsen van verkeersborden model L2 van bijlage I van het RVV 1990.

  • 20

    Het aanbrengen van een voetgangersoversteekplaats aan de Vuurtorenweg (oostzijde N302), ter hoogte van de voetgangerstunnel onder de N302, middels het aanbrengen van markering op het wegdek en het plaatsen van verkeersborden model L2 van bijlage I van het RVV 1990.

  • 21

    Een gebod in te stellen om de middengeleiders aan de rechterzijde te passeren op de aansluitende wegen van de rotonde Vuurtorenweg/parkeerterrein P8, en dit aan te duiden middels verkeersbord model D2 uit bijlage I van het RVV 1990.

  • 22

    Het instellen van een verplichte rijrichting op de rotonde Vuurtorenweg/parkeerterrein P8, en dit aan te duiden middels het plaatsen van de verkeersborden D1 van bijlage I van het RVV 1990 op het middeneiland van de rotonde, tegenover de aansluitende wegen.

  • 23

    Het instellen van een voorrangsregeling op de rotonde Vuurtorenweg/parkeerterrein P8, waarbij de voorrang ten gunste komt van verkeer op de rotonde, en dit aan te geven middels het plaatsen van de verkeersborden B6 uit bijlage I van het RVV 1990 en het aanbrengen van haaientanden op het wegdek.

  • 24

    Het instellen van een geslotenverklaring voor voetgangers, fietsers en bromfietsers op de Vuurtorenweg ten zuiden van de rotonde Vuurtorenweg/parkeerterrein P8, en dit aan te geven middels het plaatsen van de verkeersborden C15 en C16 van bijlage I van het RVV 1990.

  • 25

    Het aanwijzen van de parkeergelegenheid gelegen ten westen van de Vuurtorenweg (het deel oostelijk van de N302) en ten oosten van de N302 als parkeergelegenheid uitsluitend bestemd voor autobussen met een maximum parkeerduur van 24 uur, en dit aan te geven door middel van het plaatsen van de verkeersborden E8 van bijlage I van het RVV 1990 en een aanduiding van een autobus (bord E8-4), plus een onderbord met de tekst ‘max 24h’ aan beide entrees van dit parkeerterrein.

  • 26

    Het aanwijzen van het gedeelte van parkeerterrein P8 ten zuiden van de toegangsweg als parkeergelegenheid uitsluitend voor vrachtauto’s, en dit aan te geven middels het plaatsen van verkeersbord E8 van bijlage I van het RVV 1990 en een aanduiding van een vrachtauto (bord E8-3).

  • 27

    Het weggedeelte op parkeerterrein P8, dat toegang biedt tot de parkeergelegenheid uitsluitend voor vrachtauto’s, voor zover gelegen tussen de aansluiting met de Marie Curiestraat en de toegangsweg tot het parkeerterrein, aan te wijzen als rijbaan uitsluitend ten behoeve van vrachtauto’s, en dit aan te duiden middels het plaatsen van de verkeersborden F21 van bijlage I van het RVV 1990.

  • 28

    Het instellen van een voorrangsregeling op de kruising van de Vuurtorenweg met de parkeergelegenheid uitsluitend bestemd voor autobussen, waarbij de voorrang ten gunste komt van verkeer op de Vuurtorenweg, en dit aan te geven middels het plaatsen van de verkeersborden model B4, B5 en B6 van bijlage I van het RVV 1990 en het aanbrengen van haaientanden op het wegdek.

  • 29

    Een gebod in te stellen om de middengeleiders aan de rechterzijde te passeren op de aansluitende wegen van de kruising van de Vuurtorenweg met het parkeerterrein uitsluitend bestemd voor autobussen, en dit aan te duiden middels verkeersbord model D2 uit bijlage I van het RVV 1990.

  • 30

    Een gebod in te stellen om de middengeleiders aan de rechterzijde te passeren op de aansluitende wegen van de rotonde Knardijk-West/afrit N302 Rechts vanuit Flevoland, en dit aan te duiden middels verkeersbord model D2 uit bijlage I van het RVV 1990.

  • 31

    Het instellen van een verplichte rijrichting op de rotonde Knardijk-West/afrit N302 Rechts vanuit Flevoland, en dit aan te duiden middels het plaatsen van de verkeersborden D1 van bijlage I van het RVV 1990 op het middeneiland van de rotonde, tegenover de aansluitende wegen.

  • 32

    Het instellen van een voorrangsregeling op de rotonde Knardijk-West/afrit N302 Rechts vanuit Flevoland, waarbij de voorrang ten gunste komt van verkeer op de rotonde, en dit aan te geven middels het plaatsen van de verkeersborden B6 uit bijlage I van het RVV 1990 en het aanbrengen van haaientanden op het wegdek.

  • 33

    Het instellen van een gebod om de middengeleider aan de rechterzijde te passeren op de verbindingsweg tussen de Knardijk-Oost en de Knardijk-West (ter hoogte van N302 hectometer 106,2), en dit aan te geven middels het plaatsen van het verkeersbord D2 van bijlage I van het RVV 1990.

    Eén en ander volgens bijbehorende tekeningen.

Namens burgemeester en wethouders,

mevrouw M.A.J. Oosterwijk

directeur Domein Ruimte

Mededelingen

Bezwaar- of beroepsclausule

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kunt u bij het college van burgemeester en wethouders van Harderwijk gemotiveerd bezwaar maken tegen dit besluit als u belanghebbende bent. U dient uw bezwaarschrift uiterlijk zes weken na de datum van bekendmaking op de elektronische Staatscourant van http://www.officielebekendmakingen.nl/ te sturen naar:

Burgemeester en wethouders gemeente Harderwijk

p/a secretariaat Bezwaarschriftencommissie Postbus 1 3890 AA  ZEEWOLDE.

Het maken van bezwaar heeft geen schorsende werking (zie art. 6:16 Awb). De indiener van het bezwaar heeft echter wel de mogelijkheid om een voorlopige voorziening bij de rechtbank te vragen (bijvoorbeeld schorsing).

Naar boven