VERKEERSBESLUIT: brommers op de rijbaan gemeente Oisterwijk

Logo Oisterwijk

Onderwerp: brommers op de rijbaan gemeente Oisterwijk

Nummer: 2019-24

Datum: 05-08-2019

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oisterwijk,

Gelet op:

Grond van artikel 15, eerste lid, van de wegenverkeerswet 1994 en artikel 12 van het Besluit Administratieve Bepalingen (BABW) genoemde verkeerstekens, alsmede voor onderborden voor zover daarvoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd en de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

Overwegingen ten aanzien van het besluit:

In december 1999 is de maatregel ‘Bromfiets op de rijbaan’ landelijk ingevoerd. Na december 1999 mag een bromfietser niet meer op een ‘verplicht fietspad’ rijden. Deze maatregel is onderdeel van het Startprogramma Duurzaam Veilig. In de gemeente Oisterwijk is op een groot aantal wegen binnen de bebouwde kom en buiten de bebouwde kom in 60-zones deze maatregel nog niet toegepast. Bromfietsers rijden hier niet op de rijbaan, maar op het fietspad/bromfietspad.

Door het vervangen van de bestaande fietspad/bromfiets (G12a) bebording door fietspad bebording (G11) binnen de bebouwde kom, buiten de bebouwde kom in 60-zones en door het aanbrengen van een bromfietsdoorsteek ter hoogte van de komgrens op de Pannenschuurlaan en op de Tilburgseweg in Moergestel kan bovengenoemde maatregel worden ingesteld.

Overwegende:

• dat het, gelet op de maatregel ‘Bromfiets op de rijbaan’, als bromfietser niet is toegestaan om op een verplicht fietspad te rijden;

• dat het snelheidsverschil tussen bromfietsers en fietsers voor verkeersonveilige en onvoorspelbare situaties kan zorgen;

• dat het wenselijk is de maatregel ‘Bromfiets op de rijbaan’ toe te passen door middel van het plaatsen van de verkeersborden D103, D104 en G11 en het verwijderen van verkeersbord G12a van bijlage 1 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV 1990);

• dat deze maatregel binnen de gehele bebouwde kom van de gemeente Oisterwijk en op alle wegen buiten de bebouwde kom ingericht als 60-zone wordt ingesteld, uitgezonderd de Pannenschuurlaan (ten noorden van de Bedrijfsweg);

• dat genoemde maatregel in het belang is van de verkeersveiligheid;

• dat overleg met de korpschef van het politieteam Midden- en West Brabant heeft plaatsgevonden en zij positief hebben geadviseerd;

• dat de genoemde wegen c.q. weggedeelten onder beheer zijn en gelegen zijn binnen de gemeentegrenzen van de gemeente Oisterwijk;

• dat de aan dit besluit gehechte tekeningen (met de tekeningnummers: 180174, 180175, 180287 en 180290) onderdeel uitmaken van dit verkeersbesluit.

Besluit:

• Het instellen van de maatregel ‘Bromfiets op de rijbaan’ zoals gesteld in het Startprogramma Duurzaam Veilig door middel van de plaatsing van de verkeersborden D103, D104 en G11 van bijlage 1 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV 1990) voor alle wegen in de gemeente met een (brom)fietspad uitgezonderd de Pannenschuurlaan ten noorden van de Bedrijfsweg;

• Het instellen van de maatregel ‘Bromfiets op de rijbaan’ zoals gesteld in het Startprogramma Duurzaam Veilig door middel van het verwijderen van het verkeersbord G12a van bijlage 1 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV 1990) voor alle wegen in de gemeente met een (brom)fietspad uitgezonderd de Pannenschuurlaan ten noorden van de Bedrijfsweg;

• Een en ander zal geschieden op de wijze zoals op de bij dit besluit behorende tekeningen is aangegeven.

 

 

Oisterwijk, 06 augustus 2019

Hoogachtend,

het college,

namens dezen,

het hoofd van de afdeling Ruimte,

S.Kort

Bezwaar:

  • 1.

    Belanghebbenden kunnen tegen dit besluit binnen zes weken na de datum van openbare publicatie een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en wethouders, De Lind 44, 5061 HX Oisterwijk. Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en bevat tenminste de volgende informatie:

  • 1.

    naam en adres van de indiener;

  • 2.

    de dagtekening;

  • 3.

    vermelding van de datum en het kenmerk van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt;

  • 4.

    een opgave van de reden(en) waarom men zich met de beschikking niet kan verenigen.

Als u niet kunt wachten op de uitspraak in bezwaar en snel een voorlopige maatregel nodig is, kunt u de rechter daar om verzoeken. Dat verzoek moet u richten tot de Voorzieningenrechter van de rechtbank Zeeland-West Brabant, locatie Breda, Postbus 90110, 4800 RA Breda. Dit kan alleen als u het bezwaarschrift al bij het college van burgemeester en wethouders heeft ingediend. Met uw verzoek aan de Voorzieningenrechter van de rechtbank moet u een kopie van uw bezwaarschrift meesturen. Als u van deze mogelijkheid gebruikt maakt, wordt u griffierecht berekend.

Naar boven