Delft, verkeersbesluit Asvest, aanwijzen verplicht fiets/bromfietspad bestemmingsverkeer toegestaan

Nr. 3992709

Burgemeester en wethouders van Delft,

Gelet op:

• 1. artikel 18, lid 1 onder d van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994) ingevolge verkeersbesluiten worden genomen door burgemeester en wethouders voor zover zij betreffen het verkeer op wegen, welke niet in beheer zijn bij het Rijk, de provincie of een waterschap en dat deze bevoegdheid op grond van het gewijzigde mandaatbesluit van 27 september 2011 is gemandateerd aan de gemeentedirecteur, waarbij ondermandaat is verleend aan het afdelingshoofd Ruimte & Economie Advies;

• 2. artikel 15 lid 1 van de WVW 1994 ingevolge de plaatsing of verwijdering van de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen verkeerstekens en onderborden, voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd, geschiedt krachtens een verkeersbesluit;

• 3. artikel 12 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: BABW) ingevolge het plaatsen en verwijderen van de in dit artikel genoemde verkeerstekens moet geschieden krachtens een verkeersbesluit;

• 4. krachtens artikel 14 van het BABW wordt de plaatsing van onderborden, zoals bedoeld in artikel 8, lid 2 en lid 3 van het BABW, in het betrokken verkeersbesluit tot uitdrukking gebracht;

• 5. artikel 24 BABW ingevolge verkeersbesluiten worden genomen na overleg met een gemachtigde van de korpschef van de politie;

Overwegende dat:

• 1. dit verkeersbesluit betrekking heeft op de Asvest in Delft;

• 2. de Asvest gelegen is in de wijk Binnenstad van Delft;

• 3. de gemeente Delft op 7 maart 1978 middels een verkeersbesluit met kenmerk 18029 het vrij liggende pad gelegen tussen de Asvest en de Ham aangewezen heeft als een verplicht fietspad, ook bestemd voor bromfietsers;

• 4. langs dit verplichte fiets/bromfietspad pad een nieuw appartementencomplex is gerealiseerd met drie inpandige garages;

• 5. deze garages niet direct op de rijbaan kunnen worden ontsloten;

• 6. om de garages te bereiken de bewoners van Asvest 28A t/m C over een deel van het fiets/bromfietspad moeten rijden;

• 7. deze bewoners vanaf de garage niet direct via het fiets/bromfietspad het kruispunt Asvest-Zuidwal op mogen rijden;

• 8. zij via het fiets/bromfietspad eerst de Asvest op moeten rijden alvorens richting het kruispunt te rijden;

• 9. het gaat om incidentele verkeersbewegingen op dit deel van het fiets/bromfietspad;

• 10. het gaat om automobilisten die bekend zijn met de verkeerssituatie;

• 11 het zicht van (brom)fietsers op de aanwezige motorvoertuigen afdoende is;

• 12 met het toestaan van het gemotoriseerd verkeer van de bewoners van Asvest 28 A t/m C de verkeersveiligheid gehandhaafd blijft;

• 13 de fietsers en bromfietsers geattendeerd moeten worden op de mogelijke aanwezigheid van gemotoriseerd verkeer op het fietspad;

• 14 dit middels onderborden met de tekst “motorvoertuigen bewoners Asvest 28A t/m C toegestaan” bij de borden verplicht fiets/bromfietspad wordt aangegeven;

• 15 deze maatregel wordt genomen om de veiligheid op de weg te verzekeren ;

• 16 deze maatregel wordt genomen op basis van artikel 2 van de WVW 1994 om de bruikbaarheid van de weg en de vrijheid van het verkeer te waarborgen;

• 17 de onder ‘besluiten’ genoemde weg in eigendom, beheer en onderhoud is bij de gemeente Delft;

• 18 overeenkomstig artikel 24 van het BABW overleg is gevoerd met de gemachtigde van de korpschef van politie;

• 19 het treffen van een verkeersmaatregel een normale maatschappelijke ontwikkeling is waarmee een ieder kan worden geconfronteerd en waarvan de nadelige gevolgen in beginsel voor rekening van betrokkenen behoren te blijven;

nemen, gelet op het voorgaande, de volgende

BESLUITEN:

• 1. door het plaatsen van het onderbord met de tekst “motorvoertuigen bewoners Asvest 28A t/m C toegestaan” bij de borden G12a van Bijlage I van het RVV 1990 een deel van het fiets/bromfietspad aan de Asvest aan te duiden als verplicht fiets/bromfietspad waar motorvoertuigen van de bewoners van Asvest 28A t/m C zijn toegestaan;

• 2. de bebording te plaatsen zoals aangegeven op de bij dit besluit behorende situatietekening.

Het college van burgemeester en wethouders van Delft,

Namens het college,

De heer P.A.J. Coene

Assetbeheerder Gebiedsbeheer & Leefbaarheid

Afdeling Beheer Openbare Ruimte

Delft, 15 juli 2019

Als u het met dit besluit niet eens bent, kunt u bi nnen 6 weken na dagtekening een

bezwaarschrift indienen bij het bestuursorgaan dat dit besluit genomen heeft. Hoe u dat doet,

kunt u lezen op www.delft.nl/bezwaarschrift.

Het indienen van een bezwaarschrift schorst de werking van di t besluit niet. Degenen die een

bezwaarschrift hebben ingediend kunnen, als er sprake is van spoedeisend belang, ook op

grond van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursre cht, bij de president van de

Arrondissementsrechtbank ‘s-Gravenhage, sector bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH

’s-Gravenhage vragen een voorlopige voorziening te treff en. Voor het behandelen van een

dergelijk verzoek wordt griffierecht geheven.

Bijlage