Overwegingen ten aanzien van het besluit
De aanschaf en het gebruik van elektrische voertuigen in Nederland neemt toe, wat resulteert in een toenemende vraag naar oplaadfaciliteiten voor elektrische voertuigen. Binnen de gemeente Leiderdorp worden aanvragen voor oplaadpunten voor elektrische voertuigen getoetst aan de beleidsregels die op 10 december 2017 zijn vastgesteld door het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Leiderdorp. Deze beleidsregels hebben tot doel om de oplaadpunten op weloverwogen locaties te plaatsen. De belangrijkste hiervan zijn:
- het oplaadpunt staat niet direct voor een woning (Wanneer aan een woonstraat slechts aan één zijde woningen staan is het mogelijk om aan de andere zijde van de woonstraat (de zijde waar geen woningen staan) een oplaadpaal te plaatsen.)
- de locatie is goed vindbaar en zichtbaar;
- het is aannemelijk dat het betreffende laadpunt door meerdere gebruikers gedeeld kan worden (iedereen met een elektrische auto mag er gebruik van maken, het oplaadpunt in kwestie is en blijft immers een openbare voorziening);
- de oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur kan worden voorzien van twee of meer aansluitpunten en kunnen - eventueel op termijn - twee of meer parkeerplaatsen worden bediend;
- dat het instellen van deze maatregel niet zal leiden tot een significant hogere parkeerdruk in de directe omgeving van het oplaadpunt, aangezien de bestuurder(s) die van de oplaadpunten gebruik gaan maken in de huidige situatie reeds in (de omgeving van) de betreffende straat parkeren;
Wettelijke grondslag
Het besluit is gebaseerd op:
- de Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994);
- het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990);
- het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW).
- dat er overeenkomstig artikel 24 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW) overleg is gevoerd met de verkeersadviseur van de politie. Deze heeft een positief advies uitgebracht.
Bevoegdheid
- dat het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiderdorp, overeenkomstig artikel 18, lid 1 onder d van de WVW 1994, het bevoegd gezag is voor het nemen van dit verkeersbesluit en dat deze bevoegdheid op grond van het mandaatbesluit van 21 juni 2010 is gemandateerd aan het hoofd van de afdeling Beleid en op 29 januari 2013 gemandateerd aan de coördinator cluster Ruimte van de afdeling Beleid en de medewerkers Verkeer;