Delft, verkeersbesluit herinrichting Van Foreestweg

Logo Delft

 

 

 

 

Nr. 3951611

 

Burgemeester en wethouders van Delft,

 

Gelet op:

 

  • -

    artikel 18, lid 1 onder d van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994) ingevolge verkeersbesluiten worden genomen door burgemeester en wethouders voor zover zij betreffen het verkeer op wegen, welke niet in beheer zijn bij het Rijk, de provincie of een waterschap en dat deze bevoegdheid op grond van het gewijzigde mandaatbesluit van 27 september 2011 is gemandateerd aan de gemeentedirecteur, waarbij ondermandaat is verleend aan de assetmanager Gebiedsbeheer bij afdeling Beheer Openbare Ruimte;

  • -

    artikel 15 lid 1 van de WVW 1994 ingevolge de plaatsing of verwijdering van de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen verkeerstekens en onderborden, voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd, geschiedt krachtens een verkeersbesluit;

  • -

    artikel 12 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: BABW) ingevolge het plaatsen en verwijderen van de in dit artikel genoemde verkeerstekens moet geschieden krachtens een verkeersbesluit;

  • -

    krachtens artikel 14 van het BABW wordt de plaatsing van onderborden, zoals bedoeld in artikel 8, lid 2 en lid 3 van het BABW, in het betrokken verkeersbesluit tot uitdrukking gebracht;

  • -

    artikel 24 BABW ingevolge verkeersbesluiten worden genomen na overleg met een gemachtigde van de korpschef van de politie;

Overwegende dat:

 

  • 1.

    dit verkeersbesluit betrekking heeft op de noordelijke parallelweg van de Van Foreestweg in Delft;

  • 2.

    de Van Foreestweg gelegen is in de wijk Voordijkshoorn;

  • 3.

    de gemeente het fietsverkeer wil stimuleren;

  • 4.

    de regionale fietsroute concurrerend is met de auto en het openbaar vervoer;

  • 5.

    de regionale fietsroute een snelle, veilige en comfortabele route moet zijn;

  • 6.

    de regionale fietsroute over de Van Foreestweg wordt geleid;

  • 7.

    de noordelijke parallelweg van de Van Foreestweg, gelegen tussen de Prinses Beatrixlaan en het Voordijkshoornsepad hiervoor wordt heringericht tot doorgaande regionale fietsroute;

  • 8.

    dit deel in de voorrang komt te liggen;

  • 9.

    dat elk weggedeelte waar nu autoverkeer mag rijden, wordt ingericht als fietsstraat;

  • 10.

    dat het gedeelte tussen de Van der Lelijstraat en Van Schuijlenburchstraat een fiets/bromfietspad blijft;

  • 11

    dat voor het gedeelte tussen de Tedin van Berkhoutlaan en het Voordijkshoornsepad het bestaande eenrichtingsfietspad wordt opgeheven en een tweerichtings fiets/bromfietspad wordt aangelegd;

  • 12

    deze maatregelen worden genomen om de veiligheid op de weg te verzekeren en de weggebruikers en passagiers te beschermen;

  • 13

    overeenkomstig artikel 24 van het BABW overleg is gevoerd met de gemachtigde van de chef van politie en dat positief is geadviseerd;

  • 14

    het treffen van een verkeersmaatregel een normale maatschappelijke ontwikkeling is waarmee een ieder kan worden geconfronteerd en waarvan de nadelige gevolgen in beginsel voor rekening van betrokkenen behoren te blijven;

 

 

nemen, gelet op het voorgaande, de volgende

 

BESLUITEN:

 

 

  • 1.

    door het plaatsen van de borden B3, B4 en B6 van Bijlage I van het RVV 1990 en het aanbrengen van haaientanden aan te geven dat het verkeer op de noordelijke parallelweg van de Van Foreestweg voorrang heeft op de kruisende wegen;

  • 2.

    door het plaatsen van de borden C2, C3 en C4 van Bijlage I van het RVV 1990 en onderborden uitgezonderd fietsers/bromfietsers het instellen van eenrichtingsverkeer met uitzondering van fietsers/bromfietsers voor de noordelijke parallelweg van de Van Foreestweg, tussen de Van Van Schuilenburchstraat en de (voormalig) Van Kinschotstraat gesloten voor alle verkeer met uitzondering van fietsers en bromfietsers in de richting van de (voormalig) Van Kinschotstraat;

  • 3.

    door het plaatsen van het bord G11 van Bijlage I van het RVV 1990 het vrijliggende pad aan de Van Foreestweg, ten westen van het Voordijkshoornsepad, aan te wijzen als verplicht fietspad;

  • 4.

    door het plaatsen van de borden G12a en G12b van Bijlage I van het RVV 1990 het nieuw aan te leggen pad tussen de Teding van Berkhoutlaan en het Voordijkshoornsepad aan te wijzen als fiets/bromfietspad in twee richtingen;

  • 5.

    door het verwijderen van de borden G12a en G12b van Bijlage I van het RVV 1990 de huidige vrijliggende paden aansluitend op de Van Foreestweg, tussen de Teding van Berkhoutlaan en het Voordijkshoornpad op te heffen als fiets/bromfietspad;

  • 6.

    de verkeerstekens aan te brengen zoals aangegeven op de bij dit besluit behorende situatietekening.

 

Het college van burgemeester en wethouders van Delft,

Namens het college,

De heer P.A.J. Coene

Assetbeheerder Gebiedsbeheer & Leefbaarheid

Afdeling Beheer Openbare Ruimte

Delft, 29 juli 2019

Als u het met dit besluit niet eens bent, kunt u bi nnen 6 weken na dagtekening een

bezwaarschrift indienen bij het bestuursorgaan dat dit besluit genomen heeft. Hoe u dat doet,

kunt u lezen op www.delft.nl/bezwaarschrift.

 

Het indienen van een bezwaarschrift schorst de werking van di t besluit niet. Degenen die een

bezwaarschrift hebben ingediend kunnen, als er sprake is van spoedeisend belang, ook op

grond van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursre cht, bij de president van de

Arrondissementsrechtbank ‘s-Gravenhage, sector bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH

’s-Gravenhage vragen een voorlopige voorziening te treff en. Voor het behandelen van een

dergelijk verzoek wordt griffierecht geheven.

 

Bijlage

Naar boven