Belastingen. Internationale administratieve samenwerking; aanwijzing bevoegde autoriteiten Belastingdienst

Besluit van 19 juli 2019,

nr. 2019-78533

Directoraat-generaal Belastingdienst, Corporate dienst Vaktechniek

De Directeur-generaal Belastingdienst heeft het volgende besloten.

Dit besluit bevat op grond van het besluit van de Staatssecretaris van Financiën van 12 juli 2019, nr. 2019-78534, de aanwijzing door de Directeur-generaal Belastingdienst van andere functionarissen binnen de Belastingdienst om te handelen als bevoegde autoriteit voor de uitvoering van de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen, de EU-verordeningen (EU) nr. 904/2010 (administratieve samenwerking BTW) en (EU) nr. 389/2012 (administratieve samenwerking accijnzen), de Wet wederzijdse bijstand in de Europese Unie bij de invordering van belastingschulden en enkele andere schuldvorderingen 2012, alsmede voor de uitvoering van overige internationale bijstandsverplichtingen.

1. Aanwijzing algemeen directeur Midden- en Kleinbedrijf

De algemeen directeur Midden- en Kleinbedrijf is aangewezen om besluiten te nemen namens ‘Onze Minister’ en te handelen als ‘bevoegde autoriteit’ ter uitvoering van de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen, de Verordening (EU) nr. 904/2010 van de Raad van 7 oktober 2010 betreffende de administratieve samenwerking en de bestrijding van fraude op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde, de Wet wederzijdse bijstand in de Europese Unie bij de invordering van belastingschulden en enkele andere schuldvorderingen 2012, alsmede ter uitvoering van overige internationale verplichtingen ten aanzien van bijstandsverlening bij heffing en invordering.

2. Aanwijzing algemeen directeur FIOD

De algemeen directeur FIOD is aangewezen om te handelen als ‘bevoegde autoriteit’ ter uitvoering van de Verordening (EU) nr. 904/2010 van de Raad van 7 oktober 2010 betreffende de administratieve samenwerking en de bestrijding van fraude op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde, voor zover het betreft de uitwisseling van inlichtingen in het kader van de bestrijding van intracommunautaire BTW-fraude.

Verder is genoemde algemeen directeur aangewezen om te handelen als ‘bevoegde autoriteit’ ter uitvoering van internationale verplichtingen ten aanzien van bijstandsverlening bij de handhaving van de nationale wetten bij onderzoek naar of vervolging van strafrechtelijke belasting- en douaneaangelegenheden.

3. Aanwijzing algemeen directeur Douane

De algemeen directeur Douane is aangewezen om te handelen als ‘bevoegde autoriteit’ ter uitvoering van de Verordening (EU) nr. 389/2012 van de Raad van 2 mei 2012 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de accijnzen.

De algemeen directeur Douane is voorts aangewezen om besluiten te nemen namens ‘Onze Minister’ en te handelen als ‘bevoegde autoriteit’ ter uitvoering van de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen, voor zover het betreft de administratieve samenwerking met landen buiten de Europese Unie op het gebied van de accijnzen.

Ten slotte is genoemde algemeen directeur aangewezen om besluiten te nemen namens ‘Onze Minister’ en te handelen als ‘bevoegde autoriteit’ ter uitvoering van de Wet wederzijdse bijstand in de Europese Unie bij de invordering van belastingschulden en enkele andere schuldvorderingen 2012, voor zover het betreft douaneaangelegenheden.

4. Bevoegdheid tot het aanwijzen van andere bevoegde autoriteiten

  • a. De hiervoor onder 1 genoemde algemeen directeur is gemachtigd om andere functionarissen van de Belastingdienst aan te wijzen om besluiten te nemen namens ‘Onze Minister’ en te handelen als ‘bevoegde autoriteit’ ter uitvoering van de regelingen waarvoor hij als zodanig is aangewezen. Ingeval deze algemeen directeur functionarissen van de Belastingdienst aanwijst die ressorteren onder de verantwoordelijkheid van een andere (algemeen) directeur, doet hij dat niet dan na instemming van de desbetreffende (algemeen) directeur.

  • b. De hiervoor onder 2 genoemde algemeen directeur is gemachtigd om onder hem ressorterende functionarissen aan te wijzen om te handelen als ‘bevoegde autoriteit’ ter uitvoering van de regelingen waarvoor hij als ‘bevoegde autoriteit’ is aangewezen.

  • c. De hiervoor onder 3 genoemde algemeen directeur is gemachtigd om onder hem ressorterende functionarissen aan te wijzen om besluiten te nemen namens ‘Onze Minister’ en te handelen als ‘bevoegde autoriteit’ ter uitvoering van de regelingen waarvoor hij als zodanig is aangewezen.

5. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

6. Ingetrokken besluit

Het besluit van 18 december 2014, nr. DGBel/2014/6991 M, is met ingang van de inwerkingtreding van dit besluit ingetrokken.

7. Overgangsbepaling

Beslissingen die zijn of worden genomen door functionarissen van de Belastingdienst die vóór inwerkingtreding van dit besluit bevoegd waren dan wel zonder inwerkingtreding van deze regeling bevoegd zouden zijn geweest, worden geacht te zijn genomen door de functionarissen die in dit besluit als ‘bevoegde autoriteit’ zijn aangewezen.

Dit besluit wordt in de Staatscourant gepubliceerd.

Den Haag, 19 juli 2019

De Directeur-generaal Belastingdienst, namens deze, de plaatsvervangend directeur-generaal, F. Diepstraten

Naar boven