Regeling van het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek van 19 juli 2019, nr 5937, tot vaststelling van een tijdelijke subsidieregeling voor vergroting van de weerbaarheid van journalisten

Het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek,

Gezien de goedkeuring van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, gegeven op 9 juli 2019,

Gelet op de artikelen 8.3, tweede lid, onder a, en 8.15a, eerste lid, van de Mediawet 2008;

Besluit:

Artikel 1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. NVJ:

de Nederlandse Vereniging van Journalisten, gevestigd in Amsterdam;

b. Persvrijheidsfonds:

de Stichting Persvrijheidsfonds, gevestigd te Amsterdam;

c. Stimuleringsfonds:

het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek, bedoeld in artikel 8.2, eerste lid, van de Mediawet 2008.

Artikel 2. Subsidieontvangers

Het Stimuleringsfonds verstrekt op grond van deze regeling aan de NVJ en het Persvrijheidsfonds voor een periode van ten hoogste één jaar, lopende van 12 september 2019 tot 12 september 2020, subsidie ten behoeve van het vergroten van de weerbaarheid van journalisten tegen bedreigingen.

Artikel 3. Te subsidiëren activiteiten en kosten

  • 1. Het Stimuleringsfonds verstrekt subsidie voor activiteiten ten behoeve van de weerbaarheid van journalisten tegen bedreigingen, welke activiteiten bestaan uit:

    • a. het oprichten en beheren van een loket dat juridische ondersteuning biedt aan journalisten die daar vanwege de aard en uitoefening van hun werk behoefte aan hebben omdat zij zich onveilig voelen door al dan niet verholen bedreigingen; en

    • b. specifieke training en begeleiding van journalisten ten behoeve van de weerbaarheid bij de uitoefening van onderzoeksjournalistieke werkzaamheden.

  • 2. Voor subsidie komen slechts de kosten van de subsidieontvangers in aanmerking die rechtstreeks verband houden met de activiteiten waarvoor subsidie is verleend en die gemaakt zijn na de subsidieverlening.

  • 3. Het Stimuleringsfonds kan nadere richtlijnen omtrent de aard van de kosten vaststellen. Deze richtlijnen worden gepubliceerd op de website van het Stimuleringsfonds www.svdj.nl.

Artikel 4. Subsidieplafond

  • 1. Voor subsidieverstrekking op grond van deze regeling is een bedrag van € 100.000,– beschikbaar.

  • 2. Het Stimuleringsfonds verdeelt het beschikbare subsidiebedrag als volgt:

    • a. maximaal € 50.000 wordt verleend aan het Persvrijheidsfonds voor de activiteiten, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a; en

    • b. maximaal € 50.000 wordt verleend aan de NVJ voor de activiteiten, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b.

Artikel 5. Informatie ten behoeve van de subsidieverlening

  • 1. Ten behoeve van de subsidieverlening verstrekken de subsidieontvangers binnen een daartoe door het Stimuleringsfonds te bepalen termijn de volgende informatie:

    • a. een activiteitenplan; en

    • b. een begroting.

  • 2. Het activiteitenplan beschrijft nauwkeurig de aard en de omvang van de voorgenomen activiteiten, de ambities en het einddoel van het plan en bevat voorstellen voor het meten en waarderen van behaalde resultaten. Het Stimuleringsfonds kan hiertoe nadere richtlijnen vaststellen.

  • 3. De begroting heeft een duidelijke relatie met de activiteiten die worden uitgevoerd, waarbij de begrotingsposten aan de beschrijving van de uitvoering van de activiteiten gekoppeld zijn.

  • 4. Het Stimuleringsfonds bevestigt binnen een week de ontvangst van de informatie. Het Stimuleringsfonds beoordeelt daarbij de volledigheid van de informatie. De subsidieontvangers krijgen, indien nodig, de gelegenheid om de informatie binnen een door het Stimuleringsfonds te bepalen termijn aan te vullen. Wanneer ook dan de informatie onvolledig is, ziet het Stimuleringsfonds op formele gronden af van subsidieverlening.

Artikel 6. Medewerkings- en informatieplicht

  • 1. De subsidieontvangers werken mee aan door of namens het Stimuleringsfonds ingestelde onderzoeken die erop gericht zijn het Stimuleringsfonds inlichtingen te verschaffen ten behoeve van de ontwikkeling van het door of namens het Stimuleringsfonds te voeren beleid.

  • 2. De subsidieontvangers doen zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling aan het Stimuleringsfonds van omstandigheden die van belang kunnen zijn voor een beslissing tot wijziging, intrekking of vaststelling van de subsidie. Daarbij worden de relevante stukken overgelegd.

  • 3. De subsidieontvangers werken mee aan overleg over en presentatie en publicatie van tussentijdse en eindresultaten van de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten met als doel het informeren van andere partijen uit de sector.

Artikel 7. Betaling

Na verlening van de subsidies wordt bij wijze van voorschot in twee termijnen telkens maximaal 50 procent van het verleende subsidiebedrag betaald, waarbij de eerste termijn direct na subsidieverlening en de tweede termijn halverwege de periode van een jaar, bedoeld in artikel 2, wordt betaald.

Artikel 8. Subsidievaststelling

  • 1. Binnen twee maanden na afloop van de periode van een jaar, bedoeld in artikel 2 zal het Stimuleringsfonds ambtshalve de subsidie vaststellen.

  • 2. Ten behoeve van de subsidievaststelling verstrekken de subsidieontvangers:

    • a. een activiteitenverslag; en

    • b. een financieel verslag.

Artikel 9. Financieel verslag

  • 1. Het financieel verslag bevat een bestedingsverantwoording over de gehele subsidieperiode, afgezet tegen de begroting, bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdeel b.

  • 2. Het Stimuleringsfonds kan nadere verplichtingen opleggen in verband met de inrichting van het financieel verslag en de controleverklaring.

Artikel 10. Activiteitenverslag

  • 1. Het activiteitenverslag bevat een overzicht van de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt en van de daarmee bereikte resultaten.

  • 2. De inrichting van het verslag komt overeen met de inrichting van het activiteitenplan.

  • 3. Het verslag bevat, voor zover van toepassing, een analyse van verschillen tussen de voorgenomen activiteiten en beoogde resultaten, vermeld in het activiteitenplan, en de feitelijke realisatie.

Artikel 11. Controle

Het Stimuleringsfonds kan ten behoeve van de subsidievaststelling een door hem aan te wijzen accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek een onderzoek laten instellen naar de rechtmatigheid van de besteding van de subsidie en een verklaring laten opstellen waarin deze verklaart dat de in het financiële verslag opgenomen bedragen juist en volledig zijn. De verklaring bevat tevens een oordeel over de naleving van de aan de subsidie verbonden verplichtingen door de subsidieontvangers volgens een door het Stimuleringsfonds vastgesteld protocol.

Artikel 12. Wijziging, intrekking en terugvordering

  • 1. Zolang de subsidie niet is vastgesteld kan het Stimuleringsfonds de subsidieverlening intrekken of ten nadele van de subsidieontvangers wijzigen, als:

    • a. de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden of zullen plaatsvinden;

    • b. de subsidieontvangers niet hebben voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen;

    • c. de subsidieontvangers onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag tot subsidieverlening zou hebben geleid, of

    • d. de subsidieverlening anderszins onjuist was en de subsidieontvangers dit wisten of behoorden te weten.

    De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip waarop de subsidie is verleend, tenzij het Stimuleringsfonds bij de intrekking of wijziging anders bepaalt.

  • 2. Het Stimuleringsfonds kan de subsidievaststelling intrekken of ten nadele van de subsidieontvangers wijzigen:

    • a. op grond van feiten of omstandigheden waarvan het Stimuleringsfonds bij de subsidievaststelling redelijkerwijs niet op de hoogte kon zijn en op grond waarvan de subsidie lager dan overeenkomstig de subsidieverlening zou zijn vastgesteld;

    • b. als de subsidievaststelling onjuist was en de subsidieontvangers dit wisten of behoorden te weten, of

    • c. als de subsidieontvangers na de subsidievaststelling niet hebben voldaan aan verplichtingen die aan de subsidie zijn verbonden.

    De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip waarop de subsidie is vastgesteld, tenzij het Stimuleringsfonds bij de intrekking of wijziging anders bepaalt.

  • 3. Het Stimuleringsfonds kan onverschuldigd betaalde subsidiebedragen terugvorderen.

Artikel 13. Evaluatie

Binnen 13 weken na afloop van de datum, bedoeld in artikel 6, evalueert het Stimuleringsfonds de uitvoering van deze regeling.

Artikel 14. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 19 juli 2019 en vervalt op 09 december 2020

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De voorzitter van het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek, F. van Exter

Naar boven