Regeling van het Stimuleringsfonds voor de journalistiek nr. 26421 tot vaststelling van subsidieplafonds voor het jaar 2019

Het Stimuleringsfonds voor de journalistiek,

Gelet op artikel 8.10, eerste lid en artikel 22 van de Mediaregeling 2008,

Besluit:

Artikel 1. Subsidieverlening op grond van artikelen 8.10 tot en met 8.15 van de Mediawet 2008

• 1. Voor subsidieverstrekking voor de activiteiten ten behoeve van persorganen en onderzoek bedoeld in deze artikelen is in 2019 een bedrag van ten hoogste € 1.000.000 beschikbaar;

• 2. Subsidie voor de in artikel 1 genoemde activiteiten is alleen beschikbaar indien:

  • a. de aanvrager aannemelijk heeft gemaakt dat de start of voortzetting van de activiteiten de versterking of vernieuwing van de Nederlandse journalistieke infrastructuur zeer ten goede komt; of

  • b. de start of voortzetting van de activiteiten de pluriformiteit van de pers zeer ten goede komt;

  • c. de aanvrager tenminste de helft van de totale kosten van de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd voor zijn rekening neemt dan wel door derden laat meefinancieren.

• 3. Subsidie voor de in artikel 1 genoemde activiteiten ten behoeve van persorganen is alleen beschikbaar indien:

  • a. de start of voortzetting van de bij de aanvraag betrokken persorganen zonder subsidie niet mogelijk is en gestaakt moet worden;

  • b. de aanvrager aannemelijk maakt alles in het werk te hebben gesteld om de activiteiten te starten of voort te zetten.

Artikel 2. Subsidieverlening op grond van artikel 8.15a van de Mediawet 2008

• 1. Voor subsidieverstrekking op grond van titel 8.15a van de Mediawet 2008 voor door het Stimuleringsfonds vast te stellen regelingen voor andere activiteiten dan die bedoeld in de artikelen 8.11 tot en met 8.15 is een bedrag van ten hoogste € 3.935.000,– beschikbaar.

• 2. De aanvraagvereisten voor de in lid 1 genoemde regelingen worden afzonderlijk bekendgemaakt en met toelichting in de Staatscourant geplaatst.

Artikel 3. Begrotingsvoorbehoud

Subsidies ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld worden verleend onder de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.

Artikel 4. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2019.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De voorzitter van het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek, F. van Exter

TOELICHTING

Algemeen

Op grond van de aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voorgelegde begroting 2019 van het Stimuleringsfonds voor de journalistiek is in 2019 is een bedrag van € 3.935.000,– beschikbaar voor het verstrekken van subsidies op basis van tijdelijke subsidieregelingen. Verder is het weerstandsvermogen van het Fonds ter hoogte van € 1.000.000 beschikbaar voor subsidieverlening aan persorganen op grond van titel 8.2 van de Mediawet 2008 en voor onderzoek in het belang van de persbedrijfstak op grond van titel 8.3 van de Mediawet 2008. Bij de toekenning van de subsidie houdt het bestuur van het Stimuleringsfonds rekening met de nadere bepalingen die in de artikelen 8.11 tot en met 8.15 van de Mediawet 2008 zijn gesteld ten aanzien van de vorm waarin de subsidie kan worden verstrekt, te weten: een uitkering, een krediet of een kredietfaciliteit.

Artikel 1

Subsidie op grond van dit artikel kan worden verstrekt aan uitgevers van persorganen en aan onderzoeksprojecten in het belang van de persbedrijfstak. Het begrip persorgaan wordt niet nader omschreven in de Mediawet 2008, maar het Stimuleringsfonds hanteert hiervoor de volgende werkdefinitie: een gedrukt of digitaal journalistiek product van een uitgever waarbij het zelfstandig produceren van journalistieke artikelen de hoofdactiviteit vormt. Er worden in de Mediawet wel eisen gesteld aan een persorgaan om voor subsidie in aanmerking te kunnen komen, waaronder dat het persorgaan in belangrijke mate nieuws, analyse, commentaar en achtergrondinformatie over een gevarieerd deel van de maatschappelijke actualiteit dient te bevatten (artikel 8.10 Mediawet 2008).

Aanvragen voor subsidie kunnen het gehele jaar worden ingediend omdat het de bedoeling is dat het weerstandsvermogen van het Stimuleringsfonds alleen wordt aangesproken als er sprake is van dermate belangrijke activiteiten dat het belang daarvan die van de aanvrager overstijgt en de journalistieke infrastructuur dan wel de pluriformiteit ten goede komt.

Artikel 2

Op grond van de Mediawet 2008 kan het Stimuleringsfonds voor andere activiteiten dan die genoemd in artikel 1 subsidie verstrekken. Het Fonds doet dat op basis van tijdelijke subsidieregelingen waarin in verschillende rondes subsidie kan worden aangevraagd en het ook mogelijk is deze regelingen jaarlijks in- en extern te evalueren en aan te passen.

De voorzitter van het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek, F. van Exter