Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van 21 januari 2019 houdende wijziging van de Regeling verslagstaten pensioenfondsen 2015

De Nederlandsche Bank N.V.;

Gelet op artikel 32 en artikel 33, derde lid, van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen;

Gelet op artikel II, onderdeel B, van het Besluit van 6 december 2018 tot wijziging van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling en het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen vanwege enkele wijzigingen van pensioenregelgeving;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling verslagstaten pensioenfondsen 2015 wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 2.1 komt te luiden:

Artikel 2.1. Modellen

  • 1. Voor een fonds, niet zijnde een algemeen pensioenfonds, worden de gegevens, bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel a, onder 1 t/m 5 en onder 7 t/m 10, onderdelen b tot en met i, k tot en met m, en p tot en met s, van het Besluit, aan DNB verstrekt door middel van de volgende modellen, zoals opgenomen in bijlage 1:

    • a. in het model van staten J101-1 tot en met J102-3: het fonds en zijn organisatie, als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel a, respectievelijk artikel 33, tweede lid, van het Besluit;

    • b. als bijlage bij model J101-1 tot en met J102-3 een bestuursverslag als bedoeld in artikel 30, eerste lid onderdeel b van het Besluit;

    • c. in het model van staten J301-1 tot en met J302-12: de enkelvoudige balans en, indien van toepassing, de geconsolideerde balans alsmede een toelichting daarop als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel c, aanhef, van het Besluit, een specificatie van de activa, als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel c, onder 1°., van het Besluit, en een specificatie van de passiva, als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel c, onder 2°., van het Besluit;

    • d. in het model van staat J307: informatie over ontvangen en gestelde zekerheden en garanties, als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel c, onder 3°., van het Besluit;

    • e. in het model van staat J309-1 tot en met J309-2: de financiële relaties en transacties van het fonds, als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel d, van het Besluit;

    • f. in het model van staten J311 en J312-1 en J312-2: informatie over grote posten binnen de beleggingen, als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel c, onder 4°., van het Besluit;

    • g. in het model van staten J401 en J402-1 t/m J402-5: een rekening van baten en lasten met specificatie van de posten, als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel e, van het Besluit;

    • h. in het model van staat J403-1 tot en met J403-6: specificatie van premiegegevens over het verslagjaar, als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel k, van het Besluit;

    • i. in het model van staten J501 tot en met J503: de dekkingsgraad, beleidsdekkingsgraad en de reële dekkingsgraad en de toetsing van het eigen vermogen als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdelen f en g, van het Besluit;

    • j. in het model van staten J601-1 tot en met J603 en staten J605-1 en J605-2: actuariële staten, als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel h, van het Besluit;

    • k. in het model van staat J604A en J604B: informatie over toeslagverlening en informatie over vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten, als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel p en q, van het Besluit;

    • l. in het model van staat J701-1 tot en met J701-3: het deelnemersbestand, als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel i, van het Besluit;

    • m. in het model van staten J801 en J802: verzekering, als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel l, van het Besluit;

    • n. in het model van staat J901-1 en J901-2: verplichtingen van het fonds voor risico van de deelnemers, als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel m, van het Besluit;

    • o. in het model van staat J902: uitvoering van een VUT-regeling, als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel r, van het Besluit;

    • p. in het model van staat J903: uitvoering van een inkoopregeling, als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel s, van het Besluit;

    • q. in het model van staat J904: de z-score indien sprake is van een verplicht gesteld bedrijfstakpensioenfonds, als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel c, onder 5°., van het Besluit.

  • 2. Behoudens onderdeel b is het eerste lid van overeenkomstige toepassing op een collectiviteitkring.

  • 3. De gegevens voor een algemeen pensioenfonds, bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel a, onder 1 t/m 5 en onder 7 t/m 10, onderdelen b, c, e en g van het Besluit worden aan DNB verstrekt door middel van de volgende modellen, zoals opgenomen in bijlage 1:

    • a. in het model van staat APF001-1, APF001-2 en APF006-1 tot en met APF006-7: het algemeen pensioenfonds en zijn organisaties, als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel a;

    • b. in het model van staat APF002: de enkelvoudige balans en, indien van toepassing, de geconsolideerde balans, als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel c;

    • c. in het model van staat APF003: een rekening van baten en lasten met specificatie van de posten, als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel e, van het Besluit;

    • d. in het model van staat APF004: informatie inzake het vereist eigen vermogen als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdelen g, van het Besluit;

    • e. in het model van staat APF005: toelichtingen inzake de balans, de rekening van baten en lasten en de organisatie;

    • f. als bijlage bij model APF005 een bestuursverslag, als bedoeld in artikel 30, eerste lid onderdeel b, van het Besluit.

B

In artikel 2.2, eerste lid, wordt “de Aanwijzingen verslagstaten pensioenfondsen, zoals opgenomen in bijlage 4” vervangen door “de Aanwijzingen verslagstaten pensioenfondsen, zoals opgenomen in bijlage 2”.

C

Artikel 2.2, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Het fonds stuurt de controleverklaringen, bedoeld in artikel 33, tweede lid, van het Besluit, voorzien van de daarbij behorende handtekening van onderscheidenlijk de actuaris en de accountant, aan DNB middels het daartoe door DNB aangewezen elektronische rapportagesysteem.

D

Artikel 2.2, derde tot en met zesde lid, vervalt.

E

In artikel 3.1, eerste lid, aanhef, wordt “zoals opgenomen in bijlage 2” vervangen door “zoals opgenomen in bijlage 1”.

F

In artikel 3.1, eerste lid, onderdeel a, wordt “staat K101” vervangen door “staat K101-1 en K101-2”.

G

In artikel 3.1, tweede lid, aanhef, wordt “zoals opgenomen in bijlage 2” vervangen door “zoals opgenomen in bijlage 1”.

H

Artikel 3.1, eerste lid, onderdeel b, komt te luiden:

  • b. in het model van staten K201-1 tot en met K207: specificatie van de beleggingen met betrekking tot de valuta, de risicoklassen, derivatenposities, beleggingsrendementen en liquiditeitspositie, als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel c, onder 5°., van het Besluit;

I

In artikel 3.1, eerste lid, onderdeel c, wordt “staat 401” vervangen door “staat K401-1 tot en met K401-6 en K402”.

J

In artikel 3.1, eerste lid, onderdeel d, wordt “staat K501 en K502” vervangen door “staat K501-1 tot en met K502-2”.

K

In artikel 3.1, tweede lid, onderdeel a, wordt “staat KW002” vervangen door “staat APF002”.

L

In artikel 3.1, tweede lid, onderdeel b, wordt “staat KW003” vervangen door “staat APF003”.

M

In artikel 3.1, tweede lid, onderdeel c, wordt “staat KW004” vervangen door “staat APF004”.

N

Artikel 3.2 komt te luiden:

Artikel 3.2. Eisen aan de gegevensverstrekking

De modellen van de verslagstaten, bedoeld in artikel 32, aanhef en onderdeel a, van het Besluit, zijn voor wat betreft de kwartaalstaten opgenomen in bijlage 1 en de daarbij behorende toelichting. De regels met betrekking tot de staten, bedoeld in artikel 32, aanhef en onderdelen b tot en met e, van het Besluit, zijn opgenomen in de modellen van de kwartaalstaten, bedoeld in artikel 3.1, en in de Aanwijzingen verslagstaten pensioenfondsen, zoals opgenomen in bijlage 2.

O

In artikel 4.1, aanhef, wordt “zoals opgenomen in bijlage 3” vervangen door “zoals opgenomen in bijlage 1”.

P

Artikel 4.2 komt te luiden:

Artikel 4.2. Eisen aan de gegevensverstrekking

De modellen van de verslagstaten, bedoeld in artikel 32, aanhef en onderdeel a, van het Besluit, zijn voor wat betreft de maandstaten opgenomen in bijlage 1 en de daarbij behorende toelichting. De regels met betrekking tot de staten, bedoeld in artikel 32, aanhef en onderdelen b tot en met e, van het Besluit, zijn opgenomen in de modellen van de maandstaten, bedoeld in artikel 4.1, en in de Aanwijzingen verslagstaten pensioenfondsen, zoals opgenomen in bijlage 2.

Q

Artikel 6.1, derde lid, vervalt.

R

In artikel 6.4 wordt “met uitzondering van de bijlagen 1 tot en met 4, die worden gepubliceerd op de website http://www.dnb.nl/statistiek/eline-dnb/pensioenfondsen/” vervangen door “met uitzondering van de bijlagen 1 en 2, die worden gepubliceerd op de website https://www.dnb.nl/statistiek/digitaal-loket-rapportages/toezicht-rapportages/040_Pensioenfondsen/index.jsp”.

S

Bijlage 1 komt te luiden:

BIJLAGE 1. MODELLEN VAN DE JAARSTATEN, DE KWARTAALSTATEN EN DE MAANDSTATEN

[Gepubliceerd op https://www.dnb.nl/statistiek/digitaal-loket-rapportages/toezicht-rapportages/040_Pensioenfondsen/index.jsp]

T

Bijlage 2 komt te luiden:

BIJLAGE 2. AANWIJZINGEN VERSLAGSTATEN PENSIOENFONDSEN

[Gepubliceerd op https://www.dnb.nl/statistiek/digitaal-loket-rapportages/toezicht-rapportages/040_Pensioenfondsen/index.jsp]

U

Bijlage 3 vervalt.

V

Bijlage 4 vervalt.

ARTIKEL II

A

De onderdelen A, B, C, D, E, G, I, J, N, O, P, Q, R, S, T, U, en V van artikel I, treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin deze Regeling wordt geplaatst en werken terug tot en met 1 januari 2019.

B

De onderdelen F, H, K, L, en M van artikel I, treden in werking met ingang van 1 april 2019.

Amsterdam, 21 januari 2019

De Nederlandsche Bank N.V., E.F. Bos, directeur.

TOELICHTING

Vanwege de wijziging van artikel 33 van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen is een aanpassing van de Regeling verslagstaten pensioenfondsen 2015 noodzakelijk.

De controleverklaringen van de accountant en de actuaris dienen niet langer door henzelf naar DNB opgestuurd te worden. Beide controleverklaringen dienen voortaan door het pensioenfonds zelf bij DNB te worden ingediend middels het elektronische rapportagesysteem van DNB. Dit sluit aan bij de huidige praktijk.

Met de overstap naar het nieuwe elektronische rapportagesysteem van DNB, het Digitaal Loket Rapportages (DLR), is het technisch mogelijk om controleverklaringen die elektronisch ondertekend zijn te verwerken. In de regeling wordt daarom niet meer uitgegaan van schriftelijke controleverklaringen met daarop een handgeschreven handtekening. In 2019 kunnen fondsen nog zowel een schriftelijk ondertekende (met dus een handgeschreven handtekening) als een elektronisch ondertekende controleverklaring aanleveren. Vanaf 2020 zal een elektronische ondertekening worden gevraagd.

In lijn met de wijzigingen in het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen wordt de verplichte controleverklaring van het bestuur geschrapt. Het bestuur van een pensioenfonds is en blijft verantwoordelijk voor het correct, tijdig en volledig indienen van de verklaringen van de accountant en actuaris bij DNB.

Ook wordt de nummering van de modellen van de kwartaal- en de jaarstaten aangepast aan het nieuwe elektronische rapportagesysteem. Daarnaast worden de bijlagen 1 tot en met 3 samengevoegd tot één bijlage en wordt de verwijzing naar de vindplaats van de bijlagen bijgewerkt.

Voor de rapportage van de FTK Jaarstaten, de APF Jaarstaten en het Herstelplan, zal vanaf verslagperiode 2018 overgestapt worden naar DLR. Aangezien de rapportage van deze gegevens na afloop van de verslagperiode plaatsvindt, namelijk in 2019, treden de wijzigingen die hierop zien per 1 januari 2019 in werking.

Voor de jaarlijkse rapportage van de FTK Premie, het Reglement en de Haalbaarheidstoets zal vanaf verslagperiode 2019 overgestapt worden naar DLR. Aangezien de rapportage van deze gegevens al gedurende de verslagperiode plaatsvindt, namelijk in 2019, treden de wijzigingen die hierop zien ook per 1 januari 2019 in werking.

Voor de rapportage van de FTK Financiële Positie, FTK Beleggingen en de APF Kwartaalstaten wordt per verslagperiode eerste kwartaal 2019 overgestapt naar DLR. Aangezien de rapportage van deze gegevens op kwartaalbasis en na afloop van de verslagperiode plaatsvindt, namelijk in het tweede kwartaal van 2019, treden de wijzigingen die hierop zien pas per 1 april 2019 in werking.

De Nederlandsche Bank N.V., E.F. Bos, Directeur.

Naar boven