Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 9 juli 2019, nr. MBO/9154565, tot wijziging van de Uitvoeringsregeling WEB 2007 in verband met de vaststelling van de vaste voet en de prijs per leerling voorbereidend beroepsonderwijs voor de jaren 2019 en 2020

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

handelend in overeenstemming met de minister voor Basis- en voortgezet onderwijs en media;

Gelet op artikel 2.3.2, derde lid, van het Uitvoeringsbesluit WEB;

Besluit:

ARTIKEL I

De Uitvoeringsregeling WEB 2007 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3.1.2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘2018’ vervangen door ‘2019’ en wordt ‘€ 61.121,56’ vervangen door ‘€ 63.167,79’.

2. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

a. in de aanhef wordt ‘2018’ vervangen door ‘2019’;

b. in onderdeel a wordt ‘€ 7.175,31’ vervangen door ‘€ 7.377,06’ en wordt ‘€ 6.026,39’ vervangen door ‘€ 6.228,14’; en

c. in onderdeel b wordt ‘€ 4.505,54’ vervangen door ‘€ 4.640,88’ en wordt ‘€ 4.324,05’ vervangen door ‘€ 4.459,39’.

B

Artikel 3.1.2a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘2019’ vervangen door ‘2020’ en wordt ‘€ 61.250,64’ vervangen door ‘€ 63.407,83’.

2. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

a. in de aanhef wordt ‘2019’ vervangen door ‘2020’;

b. in onderdeel a wordt ‘€ 7.188,04’ vervangen door ‘€ 7.400,73’ en wordt ‘€ 6.039,12’ vervangen door ‘€ 6.251,81’; en

c. in onderdeel b wordt ‘€ 4.505,54’ vervangen door ‘€ 4.640,88’ en wordt ‘€ 4.324,05’ vervangen door ‘€ 4.459,39’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

TOELICHTING

Aanleiding

In de Uitvoeringsregeling WEB 2007 worden de bedragen bekendgemaakt die zien op de rijksbijdrage voor personeels-, exploitatie- en huisvestingskosten van een agrarisch opleidingscentrum (aoc) voor wat betreft het voorbereidend beroepsonderwijs (vbo). Met deze regeling worden de vaste voet per instelling en de prijzen per leerling voor de vaststelling van de rijksbijdrage voor kalenderjaar 2019 bijgesteld en voor het kalenderjaar 2020 bekendgemaakt. Op grond van artikel 2.3.2, derde lid, van het Uitvoeringsbesluit WEB geschiedt de bekendmaking van deze nieuwe prijzen altijd voor 1 november van het kalenderjaar waarvoor de rijksbijdrage wordt vastgesteld.

Aanpassing bekostigingsbedragen

De bedragen voor 2019 en 2020 in deze regeling worden gewijzigd als gevolg van de volgende ontwikkelingen in het voortgezet onderwijs:

  • In 2019 is er geen kabinetsbijdrage voor prijsontwikkeling beschikbaar. De prijsbijstelling in het voortgezet onderwijs wordt gebruikt ter dekking van problematiek op de OCW-begroting. Dit is bij voorjaarsnota 2019 aan de Tweede Kamer bekendgemaakt. De bekostigingsbedragen voor exploitatiekosten in deze regeling worden dus niet aangepast.

  • Er is in 2019 wel een kabinetsbijdrage voor loonontwikkeling beschikbaar. Deze bijdrage bedraagt 3,13 procent. De bekostigingsbedragen voor personeelskosten in deze regeling zijn aangepast aan deze bijdrage.

  • De bedragen over het kalenderjaar 2020 zijn voor het onderwijzend personeel hoger dan de bedragen over 2019. Dit heeft te maken met extra middelen voor leraren die gekoppeld zijn aan het Actieplan Leerkracht. Het gaat om een verhoging van 0,38 procent.

De Regeling bekostiging exploitatiekosten vo en de Regeling vaststelling bedragen landelijke gemiddelde personeelslast vo zijn op eenzelfde wijze aangepast.

Uitvoering en handhaafbaarheid

DUO acht de regeling uitvoerbaar.

Administratieve lasten

Er zijn geen regeldrukeffecten. De regeling bevat geen informatieverplichtingen voor bedrijven of burgers en veroorzaakt dus geen administratieve lasten. Evenmin is sprake van inhoudelijke nalevingskosten.

Vaste verandermomenten

Het tijdstip van inwerkingtreding wijkt af van het beleid inzake de vaste verandermomenten. Deze uitzondering is toegestaan, omdat onderwijsinstellingen zijn gebaat bij spoedige inwerkingtreding.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

Naar boven