Amsterdam-centrum, verkeersbesluit Westerdokskade éénrichtingsverkeer, verplicht fietspad, verplicht voetpad, gebod volgen rijrichting, voetgangers oversteekplaats, einde 30 km/u zone.

Logo Amsterdam

CE19-05739 d.d. 9 juli 2019

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

g elet op:

  • de Wegenverkeerswet (WVW 1994);

  • het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV 1990);

  • de bepalingen en de uitvoeringsvoorschriften van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW);

  • de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

  • de Verordening op het lokaal bestuur in Amsterdam;

  • de ondermandaatbesluiten van de stadsdelen.

Overwegende dat:

  • Er een herprofilering plaatsvindt Op de Westerdokskade, tussen de Korte Prinsengracht en De Ruijterkade en het definitieve ontwerp op 9 april 2019 is vastgesteld in de Stadsdeelcommissie Centrum;

  • De nieuwe inrichting een aantal maatregelen ter verbetering van de verkeersveiligheid omvat, waarvoor een verkeersbesluit genomen dient te worden;

  • op 26-02-2019 overleg met de verkeerscommissie heeft plaatsgevonden waarin een gemandateerde van de politie, eenheid Amsterdam, is vertegenwoordigd, waarbij de verkeerscommissie positief op het plan heeft geadviseerd;

  • deze aanwijzing van verkeersmaatregelen in het algemeen verkeersbelang wenselijk c.q. noodzakelijk kan worden geacht;

  • de hierna genoemde wegen c.q. weggedeelten onder beheer zijn van en gelegen binnen de gemeente Amsterdam.

Besluit

  • 1.

    Door het plaatsen van verkeersborden conform model C2 en C3 van Bijlage I van het RVV 1990, met onder C2 het onderbord ‘m.u.v. bestemmingsverkeer Prorail’ op te richten éénrichtingsverkeer op de Westerdokskade in de richting van de Korte Prinsengracht naar De Ruijterkade, uitgezonderd bestemmingsverkeer Prorail tussen De Ruijterkade en de oprit naar Prorail.

  • 2.

    Door het plaatsen van verkeersborden conform model G11 van Bijlage I van het RVV 1990, met onderbord ‘snorfietsen niet toegestaan’ op te richten een verplicht twee richtingen fietspad op de Westerdokskade, waar snorfietsen niet is toegestaan.

  • 3.

    Door het plaatsen van verkeersbord conform model G11 van Bijlage I van het RVV 1990, op te richten een verplicht fietspad op De Ruijterkade.

  • 4.

    Door het plaatsen van verkeersborden conform model G7 van Bijlage I van het RVV 1990, met onderborden ‘fietsen is toegestaan’ en ‘snorfietsers verboden’ op te richten een verplicht voetpad waar fietsen is toegestaan en snorfietsers verboden, op de Han Lammersbrug.

  • 5.

    Door het plaatsen van verkeersbord conform model D2 van Bijlage I van het RVV 1990, met onderbord ‘uitgezonderd fietsers’ op te richten een gebod voor alle bestuurders het bord voorbij te gaan aan de zijde die de pijl aangeeft, uitgezonderd fietsers, op de Westerdokskade ter hoogte van de Korte Prinsengracht.

  • 6.

    Door het plaatsen van verkeersbord conform model D5 van Bijlage I van het RVV 1990, op te richten het gebod tot het volgen van de rijrichting die op het bord is aangegeven bij het verlaten van de uitrit van Prorail.

  • 7.

    Door het plaatsen van verkeersbord conform model D4 van Bijlage I van het RVV 1990, op te richten het gebod tot het volgen van de rijrichting die op het bord is aangegeven op De Ruijterkade vlak voor de splitsing met de Westerdokskade.

  • 8.

    Een voetgangers oversteekplaats op te richten en dit door het aanbrengen van zebra strepen op de weg conform het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) kenbaar te maken op de Westerdokskade vlak voor de T-splitsing met De Ruijterkade.

  • 9.

    Door het plaatsen van verkeersborden conform model B6 van Bijlage I van het RVV 1990, de voorrang te regelen op de kruising van de Westerdokskade met De Ruijterkade, in die zin dat verkeer op De Ruijterkade voorrang heeft op verkeer op de Westerdokskade.

  • 10.

    Door het plaatsen van verkeersborden conform model A2van Bijlage I van het RVV 1990, de bestaande 30 km/u zone op de Westerdokskade te laten eindigen ter hoogte van de oude niet meer in gebruik zijnde spoorbrug.

Zoals aangegeven op bijgevoegde tekening.

Amsterdam,

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, namens hen,

Nina Gombert

Teammanager a.i. Expertisecentrum, Operationele Ondersteuning, Stadswerken

Niet mee eens ?

Bent u het niet eens met dit besluit? Dan kunt u binnen zes weken na de bekendmaking van dit besluit bezwaar maken.

Stuur uw bezwaarschrift naar:

Gemeente Amsterdam

T.a.v. Juridisch Bureau

Postbus 483

1000 AL Amsterdam

Vermeld in uw bezwaarschrift altijd:

  • uw naam, adres en telefoonnummer

  • de datum waarop u het bezwaarschrift schrijft en uw handtekening

  • het besluit waartegen u bezwaar maakt, met datum en referentienummer van het besluit

  • waarom u bezwaar maakt.

Na ontvangst informeert de gemeente u over de manier waarop zij uw bezwaarschrift gaat behandelen.

Schorsende werking

Het indienen van een bezwaarschrift heeft geen schorsende werking. Dat wil zeggen: het besluit waartegen u bezwaar maakt, blijft geldig totdat over uw bezwaar is beslist.

Spoed? Voorlopige voorziening

Bij grote spoed kunt u (tegen kosten) een zogeheten voorlopige voorziening aanvragen. Dat is een spoedprocedure waarmee het genomen besluit tijdelijk kan worden ingetrokken en/of andere maatregelen kunnen worden getroffen. Een voorlopige voorziening vraagt u aan bij:

de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam

sector Bestuursrecht Algemeen

Postbus 75850

1070 AW AMSTERDAM

Dat kan ook via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor hebt u een DigiD nodig. Op deze site vindt u ook meer informatie

Naar boven