TOELICHTING
1. Aanleiding en achtergrond
Met deze wijzigingsregeling is de Regeling havenstaatcontrole 2011 (hierna: regeling)
gewijzigd in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2017/21101 betreffende een inspectiesysteem voor de veilige exploitatie van ro-ro-passagiersschepen
en hogesnelheidspassagiersvaartuigen op geregelde diensten en tot wijziging van Richtlijn
2009/16/EG2 en tot intrekking van Richtlijn 1999/35/EG3 (hierna: richtlijn). Met deze wijzigingsregeling is artikel 14 van de richtlijn geïmplementeerd.
Richtlijn 1999/35/EG voorziet in een aantal soorten inspecties gericht op de bijzondere
veiligheidskenmerken van ro-ro-veerboten en hogesnelheidsvaartuigen. Die inspecties
betreffen de specifieke risico's van onverdeelde voertuigdekken die de stabiliteit
van het schip in gevaar kunnen brengen en het schip kwetsbaar maken voor brand, risico’s
van zeer intense activiteit, risico’s van het verschuiven van de lading, problemen
met de waterdichtheid, met ophaalbare op- en afrijkleppen en slijtage.
Een speciale keuringsregeling voor die schepen blijft noodzakelijk, maar de voorschriften
van Richtlijn 1999/35/EG voldoen niet langer aangezien de situatie nu helemaal anders
dan bijna 20 jaar geleden, toen Richtlijn 1999/35/EG werd vastgesteld. Toen telde
de EU 15 lidstaten en voer een groot aantal ro-ro-passagiersschepen en hogesnelheidsvaartuigen
geregeld tussen EU-landen en derde landen. De havenstaatcontrole versterkt, vooral
sinds Richtlijn 2009/16/EG in werking is getreden, waarbij een risicogebaseerde inspectieregeling
is ingevoerd en de lidstaten een minimumaantal schepen met een hoog risico moeten
inspecteren.
Tegenwoordig combineren de meeste lidstaten een aantal volgens Richtlijn 1999/35/EG
vereiste inspecties met onderzoeken door de vlaggenstaat of inspecties in het kader
van havenstaatcontroles of hebben ze die vereiste inspecties daardoor vervangen. Door
het verschillende toepassingsgebied van die inspecties en de overlappende regelgeving
veroorzaakt die werkwijze problemen bij de uitvoering en handhaving van de richtlijn.
In het bijzonder kan volgens het rechtskader een inspectie in het kader van havenstaatcontroles
worden vervangen door een onderzoek volgens Richtlijn 1999/35/EG. Aangezien het toepassingsgebied
van een onderzoek volgens Richtlijn 1999/35/EG niet alle elementen van de havenstaatcontrole
omvat, veroorzaakt die overlapping in feite een lacune in de regelgeving.
Om die reden is in het kader van een EU fitness-check voorgesteld om de huidige onderzoeksvereisten
voor ro-ro-veerboten en hogesnelheidsvaartuigen bij te werken, te verduidelijken en
te vereenvoudigen, met behoud van hetzelfde veiligheidsniveau en de belangrijkste
uitvoeringsmechanismen. Dit om te komen tot een verdere rationalisering van de inspecties
van de nationale overheden en een maximalisering van de tijd gedurende welke het schip
commercieel kan worden geëxploiteerd. In die geest en met het oog op de duidelijkheid
en de samenhang is Richtlijn 1999/35/EG ingetrokken en vervangen door de (nieuwe)
richtlijn. Deze richtlijn omvat een vernieuwd stelsel van verplichte onderzoeken voor
de veilige exploitatie van de bovengenoemde passagiersschepen.
Met geregelde dienst wordt in het kader van de richtlijn bedoeld de situatie waarbij
schepen een vaste dienst verzorgen tussen twee of meer havens. In de volksmond worden
dit ferrydiensten genoemd.
De implementatie van het vernieuwd stelsel van verplichte onderzoeken wordt separaat
geïmplementeerd in de Regeling veiligheid zeeschepen.
Artikel 14 van de richtlijn wijzigt ook Richtlijn 2009/16/EG inzake havenstaatcontrole.
Deze wijziging bewerkstelligt dat de huidige inhoud en frequentie van inspecties van
ro-ro-veerboten en hogesnelheidspassagiersvaartuigen worden behouden.
Havenstaatcontroles in het kader van de richtlijn zijn controles van buitenlandse
schepen die een Nederlandse haven aandoen op de naleving van internationale verplichtingen
op het gebied van veiligheid, voorkoming van verontreiniging en de leef- en werkomstandigheden
aan boord. Een havenstaatcontrole bestaat uit een bezoek aan boord van een buitenlands
schip om na te gaan of dit schip is voorzien van de vereiste certificaten of documenten
en om de toestand van het schip, de uitrusting, de bemanning en de leef- en werkomstandigheden
aan boord te inspecteren.
2. Hoofdlijnen wijziging van de Regeling havenstaatcontrole
Richtlijn 2009/16/EG is geïmplementeerd in de Wet havenstaatcontrole en de Regeling
havenstaatcontrole. De Wet havenstaatcontrole bevat de regels inzake het inspectieregime
en de daarvoor benodigde instrumenten en bevoegdheden. De regeling implementeert de
technische en meer gedetailleerde bepalingen van richtlijn 2009/16/EG en regelt daarmee
de feitelijke uitvoering van inspecties. Voor de implementatie van wijzigingen van
Richtlijn 2009/16/EG in artikel 14 van de richtlijn volstaat deze wijzigingsregeling.
Daarmee worden aan de inspecties van ro-ro-passagiersschepen of hogesnelheidspassagiersvaartuigen
op een ferrydienst andere eisen gesteld. Deze eisen zijn opgenomen in bijlage XVII
bij de richtlijn en hebben onder meer betrekking op het moment voorafgaand aan de
inzet van deze schepen op een ferrydienst. Dit is geregeld in artikel 4, derde lid,
jo. 11a, eerste tot en met vijfde lid. Verder wordt de mogelijkheid geboden om voor
deze beide scheepstypen ook inspecties buiten de haven of ankerplaatsen uit te voeren.
Dit is geregeld in artikel 4, vierde lid. In de praktijk betekent dit dat de inspectie
plaats kan vinden tijdens een (over)vaart zodat de dienstregeling van een (veer)dienst
zo beperkt mogelijk wordt beïnvloed. Ook is de mogelijkheid geïntroduceerd dat een
inspecteur tijdens een inspectie door een waarnemer van een andere lidstaat (host
state) wordt vergezeld. Dit is geregeld in artikel 11a, zesde lid.
Artikel 22 bewerkstelligt een dynamische verwijzing naar de relevante bijlagen van
de richtlijn. Dit artikel is in overeenstemming gebracht met de wijze waarop dynamisch
verwezen moet worden in regelgeving.
3. Uitvoering en handhaving
De uitvoering en handhaving van de onderhavige regelgeving is in handen van de Inspectie
Leefomgeving en Transport (ILT). Dit is onder meer geregeld in de artikelen 3 en 4
van de Wet havenstaatcontrole. De aanpassing van deze regeling voorziet in een behoefte
om het controle- en inspectiesysteem efficiënter uit te voeren. De huidige situatie
waarbij dezelfde objecten onder twee Europese richtsnoeren dubbel worden gecontroleerd
dan wel geïnspecteerd komt hiermee te vervallen. De wijzigingsregeling is in het kader
van een zgn. HUF-toets door de ILT beoordeeld als handhaafbaar, uitvoerbaar en fraudebestendig.
4. Gevolgen
Daar waar voor ro-ro-passagiersschepen met een Nederlandse vlag de inspecties door
de vlaggenstaat in de rol van host state komen te vervallen, worden deze inspecties
vervangen door reguliere havenstaatinspecties. De vlaggenstaat zal, conform zijn risico
gestuurde inspectieprogramma, inspecties uitvoeren op ro-ro-passagiersschepen met
een Nederlandse vlag. Door de geringe aantallen en compensatie van de havenstaatinspecties
door het weggevallen van host state inspecties, blijft het aantal benodigde formatieplaatsen
voor de handhaving van deze schepen ongeveer gelijk. Van een extra claim voor handhaving
is geen sprake. Deze wijziging heeft derhalve geen gevolgen voor de capaciteit of
middelen van de ILT.
5. Advisering en consultatie
Deze wijzigingsregeling betreft strikte implementatie en brengt geen ingrijpende veranderingen
teweeg in de rechten en plichten van burgers en bedrijven en heeft ook geen ingrijpende
gevolgen voor de uitvoeringspraktijk. Om deze reden is afgezien van internetconsultatie.
Wel heeft een consultatieronde plaatsgevonden onder de brancheverenigingen Koninklijke
Vereniging van Nederlandse Reders (KVNR), Vereniging van Waterbouwers, Netherlands
Maritime Technology (NMT) en werknemers vakbond organisatie Nautilus. Deze ronde heeft
geen commentaar opgeleverd anders dan dat men akkoord was met de voorgestelde wijziging.
6. Inwerkingtreding/overgangsrecht
Deze wijzigingsregeling treedt met ingang van 21 december 2019 in werking. Dit is
de datum waarop de richtlijn moet zijn omgezet. Deze datum van inwerkingtreding brengt
met zich dat is afgeweken van het systeem voor Vaste Verandermomenten (Kamerstukken
II 2008/09, 29 515, nr. 270 en 2009/10, 29 515, nr. 309). Hiertoe is een beroep gedaan op de vierde uitzonderingsgrond: Europese of internationale
regelgeving. Deze uitzonderingsgrond biedt de mogelijkheid om af te wijken van het
systeem voor Vaste Verandermomenten indien Europese implementatietermijnen onvoldoende
ruimte bieden voor toepassing van vaste inwerkingtredingdata. Er is geen noodzaak
voor overgangsbepalingen.
Transponeringstabel
Bepaling richtlijn, artikel 14, wijzigt Rl 2009/16/EG
|
Bepaling regeling
Whc: Wet havenstaatcontrole
Rhc: Regeling havenstaatcontrole 2011
|
Toelichting
|
Onderdeel 1, artikel 2
|
Artikel 1, onderdelen o tot en met r, Rhc
|
Opnemen drie begripsbepalingen
|
Onderdeel 2, artikel 3, eerste lid
|
Artikel 4, derde lid, Rhc
|
Uitbreiding reikwijdte richtlijn, toestaan inspecties van ro-ro-passagiersschepen
en hogesnelheidspassagiersvaartuigen buiten een haven of ankerplaats
|
Onderdeel 3,
artikel 13
|
Artikel 4 Rhc
|
Betreft de wijze van selectie schepen die in aanmerking komen voor inspectie
|
Onderdeel 4,
artikel 14 bis
|
Artikel 11a Rhc
|
Inspecties ro-ro-passagiersschepen en hogesnelheidspassagiersvaartuigen op een geregelde
dienst
|
Onderdeel 5,
artikel 15, derde lid
|
Behoeft geen implementatie
|
Bepaling betreft een verwijzing naar ingetrokken richtlijn 1999/35/EG. Deze verwijzing
komt niet voor in de regeling.
|
Onderdeel 6,
artikel 16, eerste lid
|
Artikel 1, onderdeel d jo. artikel 11 Whc
|
|
Onderdeel 7,
Bijlage XVII
|
Artikel 11a, eerste lid, Rhc en artikel 22
|
Dynamische verwijzing naar bijlage van de richtlijn
|
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga