Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 12 juli 2019 nr. IENW/BSK-2019/143431, tot wijziging van de Regeling havenstaatcontrole 2011 vanwege de implementatie van Richtlijn (EU) 2017/2110 inzake passagiersschepen op ferrydiensten

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 5 en 30 van de Wet havenstaatcontrole en Richtlijn (EU) 2017/2110 van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2017 betreffende een inspectiesysteem voor de veilige exploitatie van ro-ro-passagiersschepen en hogesnelheidspassagiersvaartuigen op geregelde diensten en tot wijziging van Richtlijn 2009/16/EG en tot intrekking van Richtlijn 1999/35/EG van de Raad (PbEU 2017, L 315);

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Regeling havenstaatcontrole 2011 wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1 worden onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel n door een puntkomma, drie onderdelen toegevoegd, luidende:

o. ro-ro-passagiersschip:

schip dat de nodige voorzieningen heeft om weg- of spoorvoertuigen het vaartuig op en af te laten rijden en dat bestemd is voor het vervoer van meer dan twaalf passagiers;

p. hogesnelheidspassagiersvaartuig:

vaartuig als omschreven in hoofdstuk X, voorschrift 1, van het op 1 november 1974 te Londen tot stand gekomen Verdrag inzake de beveiliging van mensenlevens op zee (Trb. 1977, 77), dat bestemd is voor het vervoer van meer dan twaalf passagiers;

q. geregelde dienst:

reeks oversteken van een ro-ro-passagiersschip of hogesnelheidspassagiersvaartuig ten behoeve van het verkeer tussen dezelfde twee of meer havens, of een reeks reizen van en naar dezelfde haven zonder tussenliggende aanloophavens, welke plaatsvinden:

  • (i) volgens een gepubliceerde dienstregeling; of

  • (ii) met een zodanige regelmaat of frequentie dat zij een herkenbare systematische reeks vormen.

B

Aan artikel 4 worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 3. De ambtenaren van de Inspectie Leefomgeving en Transport voeren voorts inspecties uit als bedoeld in artikel 11a.

  • 4. Het is toegestaan inspecties als bedoeld in het derde lid uit te voeren buiten een haven of ankerplaats tijdens een geregelde dienst.

C

Na artikel 11 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 11a

  • 1. Inspectie van ro-ro-passagiersschepen en hogesnelheidspassagiersvaartuigen die worden ingezet op een geregelde dienst geschiedt overeenkomstig bijlage XVII bij de richtlijn.

  • 2. Bij het plannen van inspecties van ro-ro-passagiersschepen of hogesnelheidspassagiersvaartuigen wordt naar behoren rekening gehouden met het vaar- en onderhoudsschema van het ro-ro-passagiersschip of hogesnelheidspassagiersvaartuig.

  • 3. Wanneer een ro-ro-passagiersschip of hogesnelheidspassagiersvaartuig overeenkomstig bijlage XVII bij de richtlijn aan een inspectie is onderworpen, wordt die inspectie in de inspectiedatabank geregistreerd en in aanmerking genomen voor de toepassing van de artikelen 4, 9, 10. De inspectie wordt meegeteld voor het totale aantal jaarlijks uit toe voeren inspecties bedoeld in artikel 3.

  • 4. De artikelen 4, eerste lid, onderdelen a tot en met c, 9, 10, eerste en tweede lid, en 13, eerste lid, zijn niet van toepassing op ro-ro-passagiersschepen en hogesnelheidspassagiersvaartuigen op een geregelde dienst die overeenkomstig dit artikel worden geïnspecteerd.

  • 5. Ro-ro-passagiersschepen of hogesnelheidspassagiersvaartuigen die overeenkomstig de artikelen 4, eerste lid, onderdeel d, 10, derde of vierde lid, aan een aanvullende inspectie worden onderworpen, worden geselecteerd voor een inspectie overeenkomstig bijlage I, deel II, punten 3A, onderdeel c, en 3B, onderdeel c, van de richtlijn. Overeenkomstig dit lid uitgevoerde inspecties laten het inspectie-interval zoals bepaald in artikel 2 van bijlage XVII bij de richtlijn onverlet.

  • 6. De ambtenaren van de Inspectie Leefomgeving en Transport kunnen ermee instemmen om tijdens een inspectie van een ro-ro-passagiersschip of hogesnelheidspassagiersvaartuig door een havenstaatinspecteur van een andere lidstaat als waarnemer te worden vergezeld. Indien de vlaggenstaat van dat vaartuig een lidstaat is, nodigt de havenstaat op verzoek een vertegenwoordiger van de vlaggenstaat uit om bij de inspectie als waarnemer aanwezig te zijn.

D

Artikel 22 komt te luiden:

Een wijziging van de bijlagen I, IV, V, VI, X, XI of XVII van de richtlijn gaat voor de toepassing van deze regeling gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijziging uitvoering moet zijn gegeven, tenzij bij ministerieel besluit, dat in de Staatscourant wordt bekendgemaakt, een ander tijdstip wordt vastgesteld.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 21 december 2019.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

TOELICHTING

1. Aanleiding en achtergrond

Met deze wijzigingsregeling is de Regeling havenstaatcontrole 2011 (hierna: regeling) gewijzigd in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2017/21101 betreffende een inspectiesysteem voor de veilige exploitatie van ro-ro-passagiersschepen en hogesnelheidspassagiersvaartuigen op geregelde diensten en tot wijziging van Richtlijn 2009/16/EG2 en tot intrekking van Richtlijn 1999/35/EG3 (hierna: richtlijn). Met deze wijzigingsregeling is artikel 14 van de richtlijn geïmplementeerd.

Richtlijn 1999/35/EG voorziet in een aantal soorten inspecties gericht op de bijzondere veiligheidskenmerken van ro-ro-veerboten en hogesnelheidsvaartuigen. Die inspecties betreffen de specifieke risico's van onverdeelde voertuigdekken die de stabiliteit van het schip in gevaar kunnen brengen en het schip kwetsbaar maken voor brand, risico’s van zeer intense activiteit, risico’s van het verschuiven van de lading, problemen met de waterdichtheid, met ophaalbare op- en afrijkleppen en slijtage.

Een speciale keuringsregeling voor die schepen blijft noodzakelijk, maar de voorschriften van Richtlijn 1999/35/EG voldoen niet langer aangezien de situatie nu helemaal anders dan bijna 20 jaar geleden, toen Richtlijn 1999/35/EG werd vastgesteld. Toen telde de EU 15 lidstaten en voer een groot aantal ro-ro-passagiersschepen en hogesnelheidsvaartuigen geregeld tussen EU-landen en derde landen. De havenstaatcontrole versterkt, vooral sinds Richtlijn 2009/16/EG in werking is getreden, waarbij een risicogebaseerde inspectieregeling is ingevoerd en de lidstaten een minimumaantal schepen met een hoog risico moeten inspecteren.

Tegenwoordig combineren de meeste lidstaten een aantal volgens Richtlijn 1999/35/EG vereiste inspecties met onderzoeken door de vlaggenstaat of inspecties in het kader van havenstaatcontroles of hebben ze die vereiste inspecties daardoor vervangen. Door het verschillende toepassingsgebied van die inspecties en de overlappende regelgeving veroorzaakt die werkwijze problemen bij de uitvoering en handhaving van de richtlijn. In het bijzonder kan volgens het rechtskader een inspectie in het kader van havenstaatcontroles worden vervangen door een onderzoek volgens Richtlijn 1999/35/EG. Aangezien het toepassingsgebied van een onderzoek volgens Richtlijn 1999/35/EG niet alle elementen van de havenstaatcontrole omvat, veroorzaakt die overlapping in feite een lacune in de regelgeving.

Om die reden is in het kader van een EU fitness-check voorgesteld om de huidige onderzoeksvereisten voor ro-ro-veerboten en hogesnelheidsvaartuigen bij te werken, te verduidelijken en te vereenvoudigen, met behoud van hetzelfde veiligheidsniveau en de belangrijkste uitvoeringsmechanismen. Dit om te komen tot een verdere rationalisering van de inspecties van de nationale overheden en een maximalisering van de tijd gedurende welke het schip commercieel kan worden geëxploiteerd. In die geest en met het oog op de duidelijkheid en de samenhang is Richtlijn 1999/35/EG ingetrokken en vervangen door de (nieuwe) richtlijn. Deze richtlijn omvat een vernieuwd stelsel van verplichte onderzoeken voor de veilige exploitatie van de bovengenoemde passagiersschepen.

Met geregelde dienst wordt in het kader van de richtlijn bedoeld de situatie waarbij schepen een vaste dienst verzorgen tussen twee of meer havens. In de volksmond worden dit ferrydiensten genoemd.

De implementatie van het vernieuwd stelsel van verplichte onderzoeken wordt separaat geïmplementeerd in de Regeling veiligheid zeeschepen.

Artikel 14 van de richtlijn wijzigt ook Richtlijn 2009/16/EG inzake havenstaatcontrole. Deze wijziging bewerkstelligt dat de huidige inhoud en frequentie van inspecties van ro-ro-veerboten en hogesnelheidspassagiersvaartuigen worden behouden.

Havenstaatcontroles in het kader van de richtlijn zijn controles van buitenlandse schepen die een Nederlandse haven aandoen op de naleving van internationale verplichtingen op het gebied van veiligheid, voorkoming van verontreiniging en de leef- en werkomstandigheden aan boord. Een havenstaatcontrole bestaat uit een bezoek aan boord van een buitenlands schip om na te gaan of dit schip is voorzien van de vereiste certificaten of documenten en om de toestand van het schip, de uitrusting, de bemanning en de leef- en werkomstandigheden aan boord te inspecteren.

2. Hoofdlijnen wijziging van de Regeling havenstaatcontrole

Richtlijn 2009/16/EG is geïmplementeerd in de Wet havenstaatcontrole en de Regeling havenstaatcontrole. De Wet havenstaatcontrole bevat de regels inzake het inspectieregime en de daarvoor benodigde instrumenten en bevoegdheden. De regeling implementeert de technische en meer gedetailleerde bepalingen van richtlijn 2009/16/EG en regelt daarmee de feitelijke uitvoering van inspecties. Voor de implementatie van wijzigingen van Richtlijn 2009/16/EG in artikel 14 van de richtlijn volstaat deze wijzigingsregeling. Daarmee worden aan de inspecties van ro-ro-passagiersschepen of hogesnelheidspassagiersvaartuigen op een ferrydienst andere eisen gesteld. Deze eisen zijn opgenomen in bijlage XVII bij de richtlijn en hebben onder meer betrekking op het moment voorafgaand aan de inzet van deze schepen op een ferrydienst. Dit is geregeld in artikel 4, derde lid, jo. 11a, eerste tot en met vijfde lid. Verder wordt de mogelijkheid geboden om voor deze beide scheepstypen ook inspecties buiten de haven of ankerplaatsen uit te voeren. Dit is geregeld in artikel 4, vierde lid. In de praktijk betekent dit dat de inspectie plaats kan vinden tijdens een (over)vaart zodat de dienstregeling van een (veer)dienst zo beperkt mogelijk wordt beïnvloed. Ook is de mogelijkheid geïntroduceerd dat een inspecteur tijdens een inspectie door een waarnemer van een andere lidstaat (host state) wordt vergezeld. Dit is geregeld in artikel 11a, zesde lid.

Artikel 22 bewerkstelligt een dynamische verwijzing naar de relevante bijlagen van de richtlijn. Dit artikel is in overeenstemming gebracht met de wijze waarop dynamisch verwezen moet worden in regelgeving.

3. Uitvoering en handhaving

De uitvoering en handhaving van de onderhavige regelgeving is in handen van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). Dit is onder meer geregeld in de artikelen 3 en 4 van de Wet havenstaatcontrole. De aanpassing van deze regeling voorziet in een behoefte om het controle- en inspectiesysteem efficiënter uit te voeren. De huidige situatie waarbij dezelfde objecten onder twee Europese richtsnoeren dubbel worden gecontroleerd dan wel geïnspecteerd komt hiermee te vervallen. De wijzigingsregeling is in het kader van een zgn. HUF-toets door de ILT beoordeeld als handhaafbaar, uitvoerbaar en fraudebestendig.

4. Gevolgen

Daar waar voor ro-ro-passagiersschepen met een Nederlandse vlag de inspecties door de vlaggenstaat in de rol van host state komen te vervallen, worden deze inspecties vervangen door reguliere havenstaatinspecties. De vlaggenstaat zal, conform zijn risico gestuurde inspectieprogramma, inspecties uitvoeren op ro-ro-passagiersschepen met een Nederlandse vlag. Door de geringe aantallen en compensatie van de havenstaatinspecties door het weggevallen van host state inspecties, blijft het aantal benodigde formatieplaatsen voor de handhaving van deze schepen ongeveer gelijk. Van een extra claim voor handhaving is geen sprake. Deze wijziging heeft derhalve geen gevolgen voor de capaciteit of middelen van de ILT.

5. Advisering en consultatie

Deze wijzigingsregeling betreft strikte implementatie en brengt geen ingrijpende veranderingen teweeg in de rechten en plichten van burgers en bedrijven en heeft ook geen ingrijpende gevolgen voor de uitvoeringspraktijk. Om deze reden is afgezien van internetconsultatie. Wel heeft een consultatieronde plaatsgevonden onder de brancheverenigingen Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders (KVNR), Vereniging van Waterbouwers, Netherlands Maritime Technology (NMT) en werknemers vakbond organisatie Nautilus. Deze ronde heeft geen commentaar opgeleverd anders dan dat men akkoord was met de voorgestelde wijziging.

6. Inwerkingtreding/overgangsrecht

Deze wijzigingsregeling treedt met ingang van 21 december 2019 in werking. Dit is de datum waarop de richtlijn moet zijn omgezet. Deze datum van inwerkingtreding brengt met zich dat is afgeweken van het systeem voor Vaste Verandermomenten (Kamerstukken II 2008/09, 29 515, nr. 270 en 2009/10, 29 515, nr. 309). Hiertoe is een beroep gedaan op de vierde uitzonderingsgrond: Europese of internationale regelgeving. Deze uitzonderingsgrond biedt de mogelijkheid om af te wijken van het systeem voor Vaste Verandermomenten indien Europese implementatietermijnen onvoldoende ruimte bieden voor toepassing van vaste inwerkingtredingdata. Er is geen noodzaak voor overgangsbepalingen.

Transponeringstabel

Bepaling richtlijn, artikel 14, wijzigt Rl 2009/16/EG

Bepaling regeling

Whc: Wet havenstaatcontrole

Rhc: Regeling havenstaatcontrole 2011

Toelichting

Onderdeel 1, artikel 2

Artikel 1, onderdelen o tot en met r, Rhc

Opnemen drie begripsbepalingen

Onderdeel 2, artikel 3, eerste lid

Artikel 4, derde lid, Rhc

Uitbreiding reikwijdte richtlijn, toestaan inspecties van ro-ro-passagiersschepen en hogesnelheidspassagiersvaartuigen buiten een haven of ankerplaats

Onderdeel 3,

artikel 13

Artikel 4 Rhc

Betreft de wijze van selectie schepen die in aanmerking komen voor inspectie

Onderdeel 4,

artikel 14 bis

Artikel 11a Rhc

Inspecties ro-ro-passagiersschepen en hogesnelheidspassagiersvaartuigen op een geregelde dienst

Onderdeel 5,

artikel 15, derde lid

Behoeft geen implementatie

Bepaling betreft een verwijzing naar ingetrokken richtlijn 1999/35/EG. Deze verwijzing komt niet voor in de regeling.

Onderdeel 6,

artikel 16, eerste lid

Artikel 1, onderdeel d jo. artikel 11 Whc

 

Onderdeel 7,

Bijlage XVII

Artikel 11a, eerste lid, Rhc en artikel 22

Dynamische verwijzing naar bijlage van de richtlijn

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga


X Noot
1

Richtlijn (EU) 2017/2110 van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2017 betreffende een inspectiesysteem voor de veilige exploitatie van ro-ro-passagiersschepen en hogesnelheidspassagiersvaartuigen op geregelde diensten en tot wijziging van Richtlijn 2009/16/EG en tot intrekking van Richtlijn 1999/35/EG van de Raad (PbEU L 315).

X Noot
2

Richtlijn 2009/16/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende havenstaatcontrole (Herschikking) (PbEU L 315).

X Noot
3

Richtlijn 1999/35/EG van de Raad van 29 april 1999 betreffende een stelsel van verplichte onderzoeken voor veilige exploitatie van geregelde diensten met ro-ro-veerboten en hogesnelheidspassagiersvaartuigen (PbEU 1999, L 138).

Naar boven