Regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 5 juli 2019, nr. WJZ/ 19135543, tot wijziging van de Regeling nationale EZ-subsidies en de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2019 in verband met de openstelling en het budget van subsidiemodules binnen de Topsector energieprojeten

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op de artikelen 2, eerste lid, 4, aanhef en onderdeel a, 16, en 23, aanhef en onderdeel b, van het Kaderbesluit nationale EZ-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling nationale EZ-subsidies wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 4.2.67, tweede lid, wordt ‘aan het subsidieplafond voor de andere soort projecten toegevoegd’ vervangen door ‘toegevoegd aan het subsidieplafond voor de andere soort projecten waarvoor een zelfde openstellingsperiode geldt’.

B

Aan artikel 4.2.68 worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 3. In afwijking van het eerste en tweede lid is de termijn, bedoeld in artikel 23, onderdeel b, van het besluit voor projecten die passen binnen het in paragraaf 3.2.1 van bijlage 4.2.9, onderdeel B, opgenomen subthema en waarvoor een aanvraag om subsidie is gedaan op of na 1 augustus 2019, de periode van de datum van aanvang van de activiteiten tot en met 31 december 2020.

  • 4. Het tweede lid geldt niet voor projecten die passen binnen de in paragrafen 3.4 en 3.5 van bijlage 4.2.9, onderdeel B, opgenomen thema’s en waarvoor een aanvraag om subsidie is gedaan op of na 1 augustus 2019.

C

Bijlage 4.2.9, onderdeel B, wordt als volgt gewijzigd:

1. In paragraaf 3 wordt in de tabel ‘Recycling & hergebruik van afval’ vervangen door ‘Circulaire Economie’.

2. Paragraaf 3.2.1 komt te luiden:

3.2.1. Circulaire Economie

De circulaire economie heeft tot doel duurzamer met grondstoffen om te gaan door deze langer en hoogwaardiger te blijven gebruiken.

Onder het thema Circulaire Economie vallen recycling en hergebruik van afval, reparatie en het gebruik van biobased grondstoffen, waarbij sprake is van CO2-reductie.

Recycling van afval betreft elke nuttige toepassing waardoor afvalstoffen opnieuw worden verwerkt tot producten, materialen of stoffen, voor het oorspronkelijke doel of voor een ander doel. Dit omvat het opnieuw bewerken van organisch afval, maar het omvat niet energieterugwinning, noch het opwerken tot materialen die bestemd zijn om te worden gebruikt als brandstof of als opvulmateriaal.

Met hergebruik wordt bedoeld elke handeling waarbij producten of componenten die geen afvalstoffen zijn, opnieuw worden gebruikt voor hetzelfde doel als dat waarvoor zij waren bedoeld.

Het moet gaan om recycling en hergebruik van afval dat door andere ondernemingen geproduceerd is. Het gerecycleerde of hergebruikte materiaal zou anders bij het afval belanden of op een minder milieuvriendelijke wijze worden verwerkt. Steun voor nuttige toepassing van afvalstoffen, niet zijnde recycling, valt hier niet onder. De investering doet niet uitsluitend de vraag naar het te recycleren materiaal toenemen zonder dat de inzameling van dat materiaal toeneemt.

Bij biobased grondstoffen gaat het om het vervangen van grondstoffen van fossiele en/of minerale oorsprong door grondstoffen van biotische oorsprong (biobased). Biobased toepassingen moeten niet alleen gaan om het vervangen van fossiele of minerale grondstoffen. Het uiteindelijk product moet voldoen aan de voorschriften van de ‘Single Use Plastics’-richtlijn (Richtlijn (EU) 2019/904 van het Europees parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende de vermindering van de effecten van bepaalde kunststofproducten op het milieu (PbEU 2019, L 155)). Hiermee wordt het ontwikkelen van meervoudig bruikbare (‘multi use’), niet afbreekbare producten gestimuleerd. Vanwege het toepasselijke steunkader (de algemene groepsvrijstellingsverordening) komen op het gebied van biobased grondstoffen voor zover het geen recycling en hergebruik van afval betreft, alleen pilotprojecten in aanmerking voor subsidie.

Aansluitend bij het uitvoeringsprogramma circulaire economie worden voorstellen op het gebied van recycling, refurbishment en hergebruik van kunststoffen, textiel, meubels en matrassen aangemoedigd en worden ondernemers uit het MKB met name uitgenodigd om voorstellen in te dienen. Dit sluit aan bij de acties die zijn opgenomen in de transitieagenda’s Circulaire Economie (waaronder die voor kunststoffen en die voor consumptiegoederen).

3. In paragraaf 3.5, onderdeel Algemene doelen, vervalt in de derde alinea de zinsnede ‘binnen één jaar’.

ARTIKEL II

De tabel van artikel 1 van de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2019 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder de rij met titel 4.2, artikel 4.2.65, 2. CO2-reductie industrie, wordt een rij ingevoegd, luidende:

     

2. CO2-reductie industrie, projecten die passen binnen het subthema Circulaire Economie

01-08-2019 t/m 22-09-2020

€ 44.000.000

2. De rij met titel 4.2, artikel 4.2.65, 4. Flexibilisering van het elektriciteitssysteem, wordt vervangen door twee rijen, luidende:

     

4. Flexibilisering van het elektriciteitssysteem, voor zover het projecten betreft waarvoor een realisatietermijn als bedoeld in artikel 4.2.68, tweede lid, geldt

De dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin de Regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat houdende wijziging van de Regeling nationale EZ-subsidies en de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2019 in verband met de wijziging en openstelling van de subsidiemodules inzake de Topsector energieprojecten is geplaatst t/m 24-09-2019

€ 21.100.000

     

4. Flexibilisering van het elektriciteitssysteem

01-08-2019 t/m 07-01-2020

€ 12.500.000

3. De rij met titel 4.2, artikel 4.2.65, 5. Ruimtelijke inpassing grootschalige elektriciteitsopwekking met zon of wind, wordt vervangen door twee rijen, luidende:

     

5. Ruimtelijke inpassing grootschalige elektriciteitsopwekking met zon of wind, voor zover het projecten betreft waarvoor een realisatietermijn als bedoeld in artikel 4.2.68, tweede lid, geldt

De dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin de Regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat houdende wijziging van de Regeling nationale EZ-subsidies en de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2019 in verband met de wijziging en openstelling van de subsidiemodules inzake de Topsector energieprojecten is geplaatst t/m 24-09-2019

€ 5.100.000

     

5. Ruimtelijke inpassing grootschalige elektriciteitsopwekking met zon of wind

01-08-2019 t/m 07-01-2020

€ 4.500.000

4. In de rij met titel 4.2, artikel 4.2.79, wordt ‘€ 4.875.000’ vervangen door ‘€ 5.375.000’.

5. In de rij met titel 4.2, artikel 4.2.121, ERA-NET energiecall ACT, wordt ‘€ 4.000.000’ vervangen door ‘€ 4.500.000’.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 augustus 2019.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 5 juli 2019

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes

TOELICHTING

I. Algemeen deel

1. Aanleiding

Naar aanleiding van de Urgenda-zaak en vooruitlopend op het beschikbaar komen van de klimaatenvelopmiddelen worden er extra maatregelen genomen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Onderdeel hiervan is dat er binnen de subsidiemodule Demonstratie energie- en klimaatinnovatie (hierna: DEI+) meer en meerjarig budget beschikbaar wordt gesteld. De subsidies voor de Topsector energieprojecten (titel 4.2 van de Regeling nationale EZ-subsidies) worden op de volgende punten gewijzigd:

  • Het DEI+ thema Circulaire Economie (nieuw) wordt opengesteld met extra middelen voor maatregelen uit het Urgenda-pakket

  • Er kunnen nu ook meerjarige projecten worden gesubsidieerd voor de DEI+ onderwerpen Flexibilisering van het elektriciteitssysteem en Ruimtelijke inpassing grootschalige elektriciteitsopwekking met zon of wind

  • De eerder gepubliceerde budgetten voor de module Energie en industrie: joint industry projects en de module ERA-NET energieprojecten (energiecall ACT) worden verhoogd omdat er meer budget beschikbaar is.

2. Openstelling 2019

2.1 DEI+: openstelling thema Circulaire Economie (Uitbreiding van oud thema Recycling en hergebruik van afval)

De openstelling van de DEI+ voor het thema Circulaire Economie is mogelijk doordat extra middelen beschikbaar zijn gemaakt door het kabinet om de versnelling en opschaling van de transitie naar een circulaire economie te ondersteunen. Voor het behalen van 49% reductie van CO2-emissies in 2030 wordt door het kabinet een klimaatakkoord gesloten met maatschappelijke organisaties. De openstelling sluit aan bij de maatregelen in het Ontwerp klimaatakkoord. Hoewel deze openstelling geen beperking kent in de mogelijke thema’s, worden met name initiatieven die gericht zijn op kunststof- en textielrecycling en initiatieven vanuit het MKB uitgenodigd om voorstellen in te dienen. Het betreft een openstelling van 44 miljoen euro waarbij projecten die uit deze subsidie voortkomen worden geacht een bijdrage te leveren aan de Urgenda doelstelling. Om deze bijdrage te kunnen realiseren, kan deze subsidie tot en met 22 september 2020 worden aangevraagd. Daarnaast is de realisatietermijn voor gesubsidieerde projecten aangepast. Projecten waarvoor subsidie wordt verstrekt, moeten zijn gerealiseerd voor 31 december 2020. Dit is geregeld in het nieuwe derde lid van artikel 4.2.68 (artikel I, onderdeel B). Hiermee wordt het mogelijk om langer durende projecten te subsidiëren waarmee word bijgedragen aan het behalen van de Urgenda doelstelling. Aanvullend wordt de naam van dit subthema gewijzigd van ‘Recycling en hergebruik van afval’ in ‘Circulaire Economie’. Dit sluit allereerst beter aan bij de bredere beleidsdoelstelling. Daarnaast is er sprake van een verruiming van dit subthema (maar niet van het gehele thema CO2-reductie in de industrie) doordat pilotprojecten op het gebied van biobased grondstoffen die eerder onder paragraaf 3.2.4 Overige CO2-reducerende maatregelen werden gefaciliteerd nu in het subthema Circulaire Economie worden meegenomen. Met deze nieuwe benaming wordt het thema circulaire economie nadrukkelijker op de kaart gezet. Dit is ook de reden voor deze wijziging. Circulaire Economie is bovendien een belangrijk beleidsdoel is voor de Ministeries van I&W en EZK.

2.2 DEI+: meerjarige openstelling thema’s Flexibilisering van het elektriciteitssysteem en Ruimtelijke inpassing grootschalige elektriciteitsopwekking met zon of wind

Vooruitlopend op het ter beschikking komen van meerjarige klimaatenvelopmiddelen wordt alvast ruimte geboden aan meerjarige projecten binnen de thema’s Flexibilisering van het elektriciteitssysteem en Ruimtelijke inpassing grootschalige elektriciteitsopwekking met zon of wind van de DEI+. Om dit te bereiken wordt een deel van het budget overgeheveld. Het budget van de huidige openstelling (tot en met 24 september 2019) van de betreffende thema’s wordt verlaagd maar dit budget wordt direct weer beschikbaar gesteld door middel van een nieuwe openstelling (tot en met 7 januari 2020) van diezelfde thema’s. Hiermee blijft het totale beschikbare budget ongewijzigd. Als gevolg van de in artikel 4.2.68, tweede lid, van de Regeling nationale EZ-subsidies opgenomen realisatietermijn geldt voor projecten onder de eerste openstelling een heel beperkte realisatietermijn van een jaar (voor zover door de onderneming of alle deelnemers in een samenwerkingsverband minder dan € 125.000 subsidie is aangevraagd) of de periode van de datum van aanvang van de activiteiten tot en met 31 december 2019 (voor zover door de onderneming of één of meer deelnemers in een samenwerkingsverband € 125.000 of meer subsidie is aangevraagd). Voor projecten waarvoor onder de tweede openstelling subsidie wordt aangevraagd geldt een realisatietermijn van vier jaar. Dit is geregeld in het nieuwe vierde lid van artikel 4.2.68 (artikel I, onderdeel B). Met deze aanpassing wordt het mogelijk om onder de nieuwe openstelling ook aanvragen om subsidie te doen voor projecten waarvan de uitvoering meerdere jaren in beslag neemt.

2.3 Budgetophogingen Energie en industrie: joint industry projects en ERA-NET energiecall ACT

De subsidieplafonds voor de subsidiemodules Energie en industrie: joint industry projects en ERA-NET energieprojecten (energiecall ACT) worden opgehoogd met € 500.000,-. Voor de subsidiemodule Energie en industrie, omdat deze module per abuis met een te laag budget was opengesteld. Voor de subsidiemodule ERA-NET energieprojecten (energiecall ACT), omdat er extra budget vrij gemaakt is om zoveel mogelijk kwalitatief goede aanvragen te kunnen honoreren.

3. Staatssteun

Subsidieverlening op grond van de subsidiemodules DEI+, Energie en industrie: joint industry projects en ERA-NET energieprojecten (energiecall ACT) vormt een steunmaatregel als bedoeld in artikel 107, eerste lid, VWEU. De staatssteun wordt gerechtvaardigd door de algemene groepsvrijstellingsverordening. De wijzigingen die met deze regeling worden doorgevoerd, hebben geen gevolgen voor de staatssteunaspecten. De uitbreiding van het DEI+ thema Recycling en hergebruik van afval (nieuwe benaming: Circulaire Economie) met pilotprojecten op het gebied van biobased grondstoffen valt onder de reikwijdte van artikel 25 van de algemene groepsvrijstellingsverordening, waar de pilotprojecten op het gebied van Recycling en hergebruik van afval ook al onder vallen. Steun die wordt toegekend op basis van de algemene groepsvrijstellingsverordening moet voldoen aan een aantal algemene eisen. Het vereiste van transparantie van de steun (artikel 5 van de verordening) wordt gewaarborgd doordat de steun in de vorm van een subsidie wordt verleend. Het vereiste van het stimulerend effect (artikel 6 van de verordening) wordt gewaarborgd doordat geen steun wordt verleend aan rechtspersonen, of natuurlijke personen ten behoeve van hun bedrijf, indien reeds kosten zijn gemaakt voordat de aanvraag is gedaan. Zie hiertoe de artikelen 10, tweede lid, en 23, tweede lid, van het kaderbesluit. In artikel 6 van het kaderbesluit zijn tevens regels opgenomen in verband met de cumulatie-eisen van verschillende subsidieregelingen van artikel 8 van de algemene groepsvrijstellingsverordening. De informatie over deze regeling wordt gepubliceerd op de uitgebreide staatssteunwebsite, bedoeld in artikel 9 van de algemene groepsvrijstellingsverordening en kennisgegeven bij de Europese Commissie, op grond van artikel 11 van de algemene groepsvrijstellingsverordening.

4. Regeldruk

Bij de introductie van een nieuwe subsidie of de wijziging van een subsidie wordt in de toelichting bij die regeling uitvoerig stilgestaan bij de administratieve lasten die de desbetreffende subsidie met zich brengt. Deze subsidies zijn verregaand lastenarm ingericht. Met de onderhavige regeling worden geen informatieverplichtingen gewijzigd en worden de administratieve lastenpercentages van de subsidiemodules DEI+, Energie en industrie: joint industry projects en ERA-NET energieprojecten (energiecall ACT) dus niet gewijzigd. De regeling is voorgelegd aan het Adviescollege toetsing regeldruk en is niet geselecteerd voor een formeel advies.

5. Uitvoering

De uitvoering van dit subsidie-instrumentarium is in handen van RVO.nl, onderdeel van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. RVO.nl heeft de regeling getoetst op de doelmatigheid en de gebruiksvriendelijkheid voor subsidieaanvragers en RVO.nl. Deze wijzigingsregeling wordt uitvoerbaar en handhaafbaar geacht.

II. Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A

Artikel 4.2.67, tweede lid, regelt dat subsidiebudget dat overblijft in het DEI+ thema Flexibilisering van het elektriciteitssysteem wordt toegevoegd aan het thema Ruimtelijke inpassing grootschalige elektriciteitsopwekking met zon of wind en vice versa. Omdat deze thema’s thans opnieuw worden opengesteld en de realisatietermijn met het oog daarop is aangepast (zie hierna onderdeel B en artikel II), is geregeld dat het resterende budget alleen overgeheveld wordt naar het andere thema met dezelfde openstellingsperiode. Dit in verband met de te verwachten kasritmes die verleende projecten zullen hebben.

Onderdeel B

Voor projecten binnen de DEI+ (sub)thema’s Circulaire economie (onderdeel van het thema CO2-reductie industrie), Flexibilisering van het elektriciteitssysteem en Ruimtelijke inpassing grootschalige elektriciteitsopwekking met zon of wind geldt de in artikel 4.2.68, tweede lid, opgenomen realisatietermijn. Met het oog op de nieuwe openstellingen van deze (sub)thema’s wordt deze termijn aangepast. Voor het subthema Circulaire Economie geldt nu dat een project gerealiseerd moet worden voor 31 december 2020. Het nieuwe derde lid van artikel 4.2.68 regelt dit. Het nieuwe vierde lid van artikel 4.2.68 regelt de aangepaste realisatietermijn voor aanvragen gedaan op of na 1 augustus 2019 voor projecten binnen de DEI+ thema’s Flexibilisering van het elektriciteitssysteem en Ruimtelijke inpassing grootschalige elektriciteitsopwekking met zon of wind. Voor deze projecten geldt een realisatietermijn van vier jaar. Een en ander is verder toegelicht in paragrafen 2.1 en 2.2.

Onderdeel C

Met dit artikel wordt het thema ‘Recycling en hergebruik van afval’ uitgebreid en voorzien van de nieuwe benaming ‘Circulaire Economie’. Het thema is gericht op projecten die worden geacht een bijdrage te leveren aan de Urgenda doelstelling. Om deze bijdrage te kunnen realiseren, kan deze subsidie tot en met 22 september 2020 worden aangevraagd en is de realisatietermijn aangepast. Er is sprake van een verruiming van dit subthema (maar niet van het gehele thema CO2-reductie in de industrie) doordat pilotprojecten op het gebied van biobased grondstoffen die eerder onder paragraaf 3.2.4 Overige CO2-reducerende maatregelen werden gefaciliteerd nu in deze openstelling worden meegenomen. Dit is toegelicht in paragraaf 2.

In bijlage 4.2.9, onderdeel B, paragraaf 3.5 Ruimtelijke inpassing grootschalige elektriciteitsopwekking met zon of wind (onder het kopje Algemene doelen) staat dat in projecten waarvoor onder dit thema subsidie wordt verstrekt binnen één jaar prototypes of demonstraties van enkele of meer innovatieve producten, uitvoeringsvormen en diensten ontwikkeld moeten worden. Met de gewijzigde openstelling zijn nu ook langlopende projecten mogelijk dus moet de resultaatsverplichting van één jaar vervallen.

Artikel II

Met dit artikel worden de openstelling en het subsidieplafond van diverse thema’s binnen de subsidiemodule DEI+ en de subsidiemodules Energie en industrie: joint industry projects en ERA-NET energieprojecten (energiecall ACT) aangepast. Dit is toegelicht in paragraaf 2.

Artikel III

Dit artikel regelt de inwerkingtreding. De regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Met de datum van inwerkingtreding wordt afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van een kwartaal in werking treden en twee maanden voordien bekend worden gemaakt. Dat kan in dit geval worden gerechtvaardigd, omdat de doelgroep van deze regeling gebaat is bij spoedige inwerkingtreding.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes

Naar boven