VERKEERSBESLUIT PROVINCIALE WEG N276 BRUNSSUM-ST. JOOST     

Logo Limburg

(Afsluiting afrit ter hoogte van Limbricht , km 16.9a )

( VERKEERSMAATREGELEN)

GEDEPUTEERDE STATEN VAN LIMBURG

Bevoegdheidsgrondslag

Gelet op artikel 18 eerste lid, onder b van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW1994) zijn Gedeputeerde Staten bevoegd tot het nemen van verkeersbesluiten in de provincie Limburg.

Op grond van artikel 15, eerste lid, van de WVW1994 moet een verkeersbesluit worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake wegverkeer genoemde verkeerstekens, alsmede voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd.

Op grond van artikel 15, tweede lid, van de WVW1994 moet een verkeersbesluit worden genomen voor maatregelen op of aan de weg tot wijziging van de inrichting van de weg of het aanbrengen of verwijderen van voorzieningen ter regeling van het verkeer, indien de maatregelen leiden tot een beperking of uitbreiding van het aantal categorieën weggebruikers dat van een weg of weggedeelte gebruik kan maken.

Overeenkomstig artikel 2, lid 1, sub a t/m d, van de WVW1994 en artikel 21 Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: BABW) op de bovengenoemde weg maatregelen dienen te worden genomen met als doel:

  • a.

    het verzekeren van de veiligheid op de weg;

  • b.

    het beschermen van weggebruikers en passagiers;

  • c.

    het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan.

Op basis van bovenstaande overweging en met inachtneming van:

  • de Algemene wet bestuursrecht;

  • de Wegenverkeerswet 1994;

  • het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer;

  • het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990;

  • het bordenboek (VNVF);

  • uitvoeringsvoorschriften BABW inzake verkeerstekens;

  • het mandaatbesluit van Gedeputeerde Staten;

zijn wij bevoegd dit besluit te nemen.

Motivering

De N276 BRUNSSUM-ST. JOOST is in eigendom van en in beheer en onderhoud bij de Provincie Limburg.

Door het aanleggen van een tweerichtingenfietspad, waarvoor eerder al een definitief verkeersbesluit is gepubliceerd (nr. 33301 d.d. 13 juni 2019), is het noodzakelijk dat de afrit ter hoogte van Limbricht voor de rijrichting vanuit het zuiden in noordelijke richting afgesloten wordt. De afrit betreft de afrit met kilometrering 16.9a aan de rechterzijde van de weg.

Maatregelen op de provinciale weg

De afrit ter hoogte van Limbricht wordt tijdelijk afgesloten om de aanleg van een tweerichtingenfietspad mogelijk te maken. De afrit wordt afgesloten in de periode van 12 augustus tot en met 6 september 2019. De bebording voor de afsluiting alsook de bebording voor de omleiding zijn opgenomen in de bijgevoegde tekening met tekeningnummer 20194503-001 d.d. 7 juni 2019.

Belangenafweging

De werkzaamheden gaan hinder met zich brengen voor weggebruikers, omwonenden en bedrijven in de vorm van werkzaamheden op de route naar hun woning of bedrijf. Tijdens alle fasen blijft de bereikbaarheid wel gewaarborgd. Er zal enige hinder en ongemak ontstaan. Men zal er dus rekening mee moeten houden dat de reistijd langer of de bereikbaarheid minder kan worden.

Door de tijdelijke verkeersmaatregelen kan er efficiënt en veilig worden gewerkt. De provincie heeft daarom het belang van het plaatsen van de tijdelijke verkeersmaatregelen en het belang van de verkeersveiligheid zwaarder laten wegen dan de relatief korte periode van hinder voor weggebruikers, bedrijven en omwonenden.

Volgens vaste jurisprudentie moeten tijdelijke verkeersmaatregelen worden beschouwd als een normale maatschappelijke ontwikkeling, waarmee iedereen kan worden geconfronteerd. De nadelige gevolgen van dergelijke maatregelen mogen echter niet onevenredig zijn in verhouding tot de met het besluit te dienen doelen. De tijdelijke verkeersmaatregelen van het onderhavige verkeersbesluit leiden niet tot onevenredige hinder of overlast. Door dat de bereikbaarheid via andere straten gewaarborgd is, kan het bestemmingsverkeer (bewoners, bezoekers én bedrijven) en verkeer voor aanliggende straten altijd hun bestemming bereiken en doorgang blijven vinden, waardoor de hinder van de werkzaamheden zo veel mogelijk wordt beperkt.

Niet is gebleken dat belanghebbenden onevenredig worden benadeeld dan wel dat door de te nemen maatregelen een onduidelijke verkeerssituatie zou ontstaan. Indien het besluit niettemin schade veroorzaakt die uitgaat boven het maatschappelijk risico dan wel ondernemersrisico, en de benadeelde in vergelijking met anderen onevenredig zwaar wordt getroffen, kan deze benadeelde de provincie verzoeken deze onevenredige schade te vergoeden. Hierover wordt later in dit besluit nog meer informatie gegeven.

De aanvrager van het verkeersbesluit heeft of zal nog met aanliggende bedrijven, omwonenden en de nood- en hulpdiensten overleggen.

Overig

Gelet op artikel 24 van het BABW is overleg gepleegd met de politie inzake de handhaafbaarheid. Gelet op artikel 25 van het BABW is overleg gepleegd met de gemeente Sittard-Geleen.

Overige direct belanghebbenden (bus- en hulpdiensten, om- en aanwonenden) zijn of worden hetzij door middel van een informatiebijeenkomst, hetzij schriftelijk dan wel mondeling door de aanvrager geïnformeerd.

Gelet op artikel 26 van het BABW wordt dit besluit bekendgemaakt door publicatie in de Staatscourant en is voor een ieder in te zien op de website van de Staatscourant.

Besluiten

Op grond van vorenstaande overwegingen besluiten:

  • 1.

    over te gaan tot afsluiting van de afrit op de N276 ter hoogte van km. 16.9 a aan de rechterzijde van de weg en wel in de periode van 12 augustus tot en met 6 september 2019, door o.a. plaatsing van borden C01 en C15, e.e.a. conform bijlage 1 van het RVV1990;

  • 2.

    de verkeersmaatregelen tevens vast te hebben gelegd op bijbehorende tekening met tekeningnummer 20194503-001 d.d. 7 juni 2019. Deze tekening is als bijlage bij dit verkeersbesluit gevoegd.

MEDEDELINGEN

Nadeelcompensatie

Indien het besluit niettemin schade veroorzaakt, die uitgaat boven het maatschappelijk risico, dan wel ondernemersrisico, en de benadeelde in vergelijking met andere onevenredig zwaar wordt getroffen, kan deze benadeelde de provincie verzoeken deze onevenredige schade te vergoeden. De provincie zal op dit verzoek een separaat besluit nemen. Dit verzoek moet worden gericht aan gedeputeerde staten van Limburg, Juridische Zaken en Inkoop team aansprakelijkheid, postbus 5700, 6202 MA Maastricht.

   

Rechtsbescherming

Als dit besluit uw belang rechtstreeks raakt en u het met de inhoud van dit besluit niet eens bent, kunt u bezwaar maken. U moet dan binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is verzonden een bezwaarschrift indienen. Op deze procedure is de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en moet ten minste bevatten: de naam en het adres van de indiener; de datum; een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht alsmede de redenen van het bezwaar (motivering). Het bezwaarschrift moet worden gericht aan: Gedeputeerde Staten van Limburg, Juridische Zaken en Inkoop, team Rechtsbescherming; Postbus 5700; 6202 MA Maastricht. Voor meer informatie verwijzen wij u naar www.limburg.nl.

Als u een bezwaarschrift heeft ingediend, dan kunt u tevens een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening indienen bij: de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg, locatie Maastricht, sector Bestuursrecht, Postbus 1988, 6201 BZ Maastricht. U kunt ook digitaal een verzoek indienen bij de genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden.

 

Aldus besloten te Maastricht, 4 juli 2019

 

Gedeputeerde Staten van Limburg, Namens dezen,

   

Drs. M. Buring Clustermanager Wegbeheer

Naar boven