Regeling van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 2 juli 2019, nr. PO/8361278, houdende wijziging van de Subsidieregeling Teambeurs primair onderwijs in verband met het openstellen van de subsidieregeling voor aanvragen in 2019

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

Gelet op artikel 4, eerste en tweede lid, van de Wet overige OCW-subsidies en artikel 1.3 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling Teambeurs primair onderwijs wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt in de begripsomschrijving van ‘masteropleiding’ ‘of tweede lid, onderdeel b’ vervangen door ‘of tweede lid, onderdeel c’.

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, dat luidt:

  • 2. Het subsidieplafond voor nieuwe subsidieaanvragen in 2019 bedraagt €2.900.000

C

In artikel 6, eerste lid, wordt ‘studie’ vervangen door ‘masteropleiding’.

D

Artikel 7, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. De zinsnede ‘het subsidiebedrag voor een uur als bedoeld in het tweede lid, onderdelen d en e, € 37,79 bedraagt voor leraren uit het primair onderwijs en € 39,58 voor leraren uit het speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs’ wordt vervangen door ‘het subsidiebedrag voor een uur als bedoeld in onderdelen d en e, bedraagt € 40,89 voor leraren uit het primair onderwijs en € 43,02 voor leraren uit het speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs’.

2. De zin ‘Het bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd en wordt bekendgemaakt in de Staatscourant.’ vervalt.

E

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het eerste lid wordt een volzin toegevoegd, die luidt:

In 2019 kan van 15 juli tot en met 15 oktober subsidie worden aangevraagd.

2. Het zesde lid komt te luiden:

  • 6. Indien een aanvraag betrekking heeft op een masteropleiding die nog niet geaccrediteerd is, besluit de minister voor dat deel van de aanvraag niet eerder op de aanvraag dan nadat de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie een besluit heeft genomen over de accreditatie van die opleiding. De uiterste datum waarop de minister beslist is 1 februari 2020.

F

Artikel 11, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. De minister betaalt de subsidie ineens.

G

In artikel 21, tweede lid, wordt ‘1 januari 2020’ vervangen door ‘1 januari 2024’.

ARTIKEL II. INWERKINGTREDING

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob

TOELICHTING

Algemeen

Met deze aanpassing van de Subsidieregeling Teambeurs primair onderwijs worden schoolbesturen in staat gesteld om ook in 2019 een Teambeurs aan te vragen voor het volgen van masteropleidingen. In 2019 is geen subsidie meer beschikbaar voor het ontwikkelen van een geheel nieuwe masteropleiding.

Het belangrijkste doel van de Teambeurs is om de kennis en competenties van masteropgeleide leraren meer en duurzamer in te zetten voor school- en teamontwikkeling. Het instrument van de Teambeurs is voortgekomen uit een evaluatie van de Subsidieregeling Lerarenbeurs die had uitgewezen dat er behoefte bestaat aan een betere inbedding van de kennis en vaardigheden van masteropgeleide leraren in de school en in het lerarenteam.1 De Teambeurs omvat subsidie voor studiekosten en studieverlof, maar ook subsidie voor kennisinbedding en aanpassing van de opleiding aan de wensen van de school.

De oorspronkelijke regeling Teambeurs primair onderwijs kent twee aanvraagrondes, namelijk een in 2017 en een in 2018. Omdat de gelden voor de Teambeurs onderdeel uitmaken van het sectorakkoord dat loopt tot en met schooljaar 2019/2020 en om de effecten van de Teambeurs te borgen, wordt daar in 2019 één aanvraagronde voor het volgen van een master aan toegevoegd.

Het openstellen van extra aanvraagtermijnen is onder andere van belang voor besturen die samen met lerarenopleidingen een nieuwe masteropleiding hebben ontwikkeld met de Teambeurs. De accreditatie van de nieuw ontwikkelde masters is in meerdere gevallen namelijk niet op tijd gereed om de Lerarenbeurs aan te vragen. Dit zou betekenen dat het voor leraren minder aantrekkelijk is om een nieuwe, met de Teambeurs ontwikkelde master te volgen dan om een bestaande master te volgen en dat zorgt voor verlies van het effect van de bestaande Teambeurs.

Voor de ontwikkeling van een nieuwe masteropleiding wordt geen subsidie beschikbaar gesteld. In de praktijk zien we namelijk dat opleidingen zich ook aanpassen aan de wensen van schoolbestuur door binnen bestaande opleidingen aanpassingen te doen. Het ontwikkelen van een nieuwe master is hiervoor niet altijd nodig.

Administratieve lasten

De wijzigingen van de regeling brengen geen nieuwe of andere administratieve lasten met zich mee dan voorheen. De inrichting van het aanvraagproces blijft gelijk. Vanuit DUS-I wordt een format beschikbaar gesteld, waarmee de aanvraag wordt ingediend. Aan aanvragers wordt gevraagd om een beknopt, maar duidelijk activiteitenplan in te dienen.

Inwerkingtreding en vaste verandermomenten

Er wordt in deze wijzigingsregeling afgeweken van de vaste verandermomenten en de minimale invoeringstermijn van twee maanden. Reden hiervoor is dat het onderwijsveld gebaat is bij een snelle inwerkingtreding.

Artikelsgewijze toelichting

Onderdeel A (Artikel 1 Begripsbepalingen)

De verwijzing in de begripsomschrijving van ‘masteropleiding’ naar artikelen in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek is aangepast. Het betreft een technische wijziging.

Onderdeel B (Artikel 2 Subsidieplafond)

In artikel 2, tweede lid, is een nieuw subsidieplafond voor 2019 toegevoegd. Op basis van ervaringen in voorgaande aanvraagrondes is het budget bepaald op € 2.900.000.

Onderdeel D (Artikel 7 Omvang subsidie, tweede lid)

De uurtarieven voor vergoeding van studieverlof en verlof voor kennisbenutting worden aangepast vanwege de indexatie.

Onderdeel E (Artikel 8, Aanvraagprocedure, zesde lid)

Indien er subsidie wordt aangevraagd voor een opleiding die de NVAO nog niet heeft geaccrediteerd, wordt het besluit tot subsidieverlening pas genomen als de accreditatie is afgerond. Als uiterste datum geldt hiervoor 1 februari 2020, zodat leraren nog gebruik kunnen maken van de ‘februari-instroom’ van de desbetreffende opleiding. Wanneer de NVAO voor die datum niet over de accreditatie heeft besloten, is er geen sprake van het kunnen volgen van een geaccrediteerde masteropleiding en zal de subsidieaanvraag worden afgewezen.

Onderdeel F (Artikel 11, Besteding en verantwoording, tweede lid)

De subsidie wordt in één keer betaalt, zodat het bevoegd gezag het geld direct kan benutten voor deelname van leraren aan een masteropleiding in studiejaar 2019-2020.

Onderdeel G (Artikel 21 Inwerkingtreding en vervaldatum, tweede lid)

De vervaldatum is aangepast, omdat de regeling is verlengd.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob

Naar boven