Mededeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat van 4 juli 2019, nr IENW/BSK-2019/42944, inzake de implementatie van Richtlijn (EU) 2018/849

DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT,

deelt, overeenkomstig aanwijzing 9.13 van de Aanwijzingen voor de regelgeving, mede dat Richtlijn (EU) 2018/849 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot wijziging van de Richtlijnen 2000/53/EG betreffende autowrakken, 2006/66/EG inzake batterijen en accu’s, alsook afgedankte batterijen en accu’s, en 2012/19/EU betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (PbEU 2018, L 150) zonder dat daarvoor nieuwe regelgeving nodig is, wordt geïmplementeerd op de wijze die is aangegeven in de bij deze mededeling opgenomen transponeringstabel.

Deze wijziging gaat gelden met ingang van het verstrijken van de implementatietermijn op 5 juli 2020.

Toelichting

Op 4 juli 2018 is Richtlijn (EU) 2018/8491 (verder aan te duiden als: wijzigingsrichtlijn) in de Europese Unie van kracht geworden. De wijzigingsrichtlijn wijzigt:

  • Richtlijn 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 september 2000 betreffende autowrakken (PbEU 2000, L 269);

  • Richtlijn 2006/66/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 september 2006 inzake batterijen en accu’s, alsook afgedankte batterijen en accu’s en tot intrekking van Richtlijn 91/157/EEG (PbEU 2006, L 288); en

  • Richtlijn 2012/19/EU van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) (PbEU 2012, L 197).

Voor implementatie van de wijzigingsrichtlijn hoeft in Nederland geen nieuwe regelgeving te worden vastgesteld. Volgens de Aanwijzingen voor de regelgeving2 doet in een dergelijk geval de verantwoordelijke bewindspersoon hiervan mededeling in de Staatscourant. Bij deze mededeling wordt tevens een transponeringstabel gevoegd, waarin is aangegeven op welke wijze Nederland de desbetreffende richtlijn heeft geïmplementeerd.

De wijzigingsrichtlijn bevat veel bepalingen die zich richten tot de EU-instellingen zelf. Deze bepalingen behoeven naar hun aard geen implementatie in de Nederlandse regelgeving.

Voorts bevat de wijzigingsrichtlijn bepalingen die feitelijk handelen van de centrale overheid vragen zonder dat derden daarop aanspraak hoeven te maken. Dergelijke bepalingen behoeven eveneens geen implementatie in de Nederlandse regelgeving.

In 3 bepalingen3 in de wijzigingsrichtlijn wordt de lidstaten opgedragen maatregelen te nemen die leiden tot toepassing van de in de Kaderrichtlijn afvalstoffen4 opgenomen afvalstoffenhiërarchie. Gelet op de in het Landelijk afvalbeheerplan (LAP) opgenomen minimumstandaarden ten aanzien van de verwerking van afvalstoffen, zijn dergelijke maatregelen in Nederland al gedurende een aantal jaren gangbaar beleid. Het LAP wordt vastgesteld op grond van artikel 10.3 Wet milieubeheer. Bij de vaststelling daarvan wordt, overeenkomstig artikel 10.4 Wet milieubeheer, de afvalstoffenhiërarchie in acht genomen. Implementatie van de desbetreffende bepalingen van de wijzigingsrichtlijn middels nieuwe wettelijke bepalingen is derhalve niet nodig. Deze bepalingen zijn reeds geïmplementeerd met bestaand recht.

Transponeringstabel

De transponeringstabel geeft weer hoe Nederland de wijzigingsrichtlijn heeft geïmplementeerd.

Bepaling van Richtlijn (EU) 2018/849

Beschrijving inhoud bepaling

Waar wordt bepaling

geïmplementeerd?

Toelichting

Artikel 1

Wijziging van Richtlijn 2000/53/EG

 

Richtlijn 2000/53/EG heeft betrekking op autowrakken.

Lid 1

Vervangt artikel 4, lid 2, onderdeel b.

Wijzigt bevoegdheid van de Commissie om bijlage II van de richtlijn te wijzigen.

Behoeft geen implementatie.

Bepaling richt zich tot de EU-instellingen zelf.

Lid 2

Vervangt artikel 5, lid 5.

Voegt bevoegdheid Commissie toe om via gedelegeerde handelingen richtlijn aan te vullen.

Behoeft geen implementatie.

Bepaling richt zich tot de EU-instellingen zelf.

Lid 3, onderdeel a

Vervangt artikel 6, lid 1.

Verplicht lidstaten o.a. om maatregelen te nemen opdat autowrakken worden opgeslagen en verwerkt overeenkomstig de afvalhiërarchie.

Implementatie met bestaand recht.

Artikel 10.3 (vaststellen landelijk

afvalbeheerplan (LAP) en artikel 10.4 (toepassen afvalhiërarchie bij vaststellen LAP en nemen andere maatregelen) Wet milieubeheer.

Lid 3, onderdeel b

Vervangt artikel 6, lid 6.

Commissie is middels gedelegeerde handeling bevoegd bijlage I te wijzigen.

Behoeft geen implementatie.

Bepaling richt zich tot de EU-instellingen zelf.

Lid 4

Vervangt artikel 7, lid 2.

Mogelijkheid tot vaststellen van uitvoeringshandelingen door de Commissie.

Behoeft geen implementatie.

Bepaling richt zich tot de EU-instellingen zelf.

Lid 5

Vervangt artikel 8, lid 2.

Mogelijkheid tot vaststellen van uitvoeringshandelingen door de Commissie.

Behoeft geen implementatie.

Bepaling richt zich tot de EU-instellingen zelf.

Lid 6, onderdeel a

Schrapt artikel 9, lid 1.

Behoeft geen implementatie.

Geschrapte bepaling had betrekking op feitelijk handelen van de centrale overheid zonder dat derden daarop aanspraak hoeven te kunnen maken.

Lid 6, onderdeel b

Voegt aan artikel 9 toe:

– lid 1 bis: betreft rapportageverplichtingen van de lidstaten.

– lid 1 ter: verplicht lidstaten tot het leveren van een kwaliteitscontroleverslag.

– lid 1 quarter: draagt Commissie op om verslag op te stellen van beoordeling van de aan haar door de lidstaten gerapporteerde gegevens.

– lid 1 quinquies: betreft vaststellen van uitvoeringshandelingen door Commissie.

Behoeft geen implementatie.

Betreft feitelijk handelen van de centrale overheid zonder dat derden daarop aanspraak hoeven te maken (lid 1 bis en lid 1 ter).

De bepaling richt zich tot de EU-instellingen zelf (lid 1 quarter en lid 1 quinquies).

Lid 7

Voegt een artikel 9 bis in aangaande de uitoefening van bevoegdheids-

delegatie.

Behoeft geen implementatie.

Bepaling richt zich tot de EU-instellingen zelf.

Lid 8

Voegt een artikel 10 bis in.

Betreft een evaluatiebepaling.

Behoeft geen implementatie.

Bepaling richt zich tot de EU-instellingen zelf.

Lid 9

Vervangt artikel 11. Betreft de Comitéprocedure.

Behoeft geen implementatie.

Bepaling richt zich tot de EU-instellingen zelf.

       

Artikel 2

Wijziging van Richtlijn 2006/66/EG

 

Richtlijn 2006/66/EG heeft betrekking op batterijen en accu’s.

Lid 1

Vervangt artikel 10, lid 3. Nieuwe lid 3 bevat verplichtingen voor lidstaten omtrent verslaglegging inzake inzamelingspercentages aan de Commissie.

Behoeft geen implementatie.

Betreft feitelijk handelen van de centrale overheid zonder dat derden daarop aanspraak hoeven te maken.

Lid 2

Vervangt artikel 12, lid 5.

Nieuwe lid 5 bevat verplichtingen voor lidstaten omtrent verslaglegging inzake recylingrendementen aan de Commissie.

Behoeft geen implementatie.

Betreft feitelijk handelen van de centrale overheid zonder dat derden daarop aanspraak hoeven te maken.

Lid 3

Schrapt artikel 22.

Behoeft geen implementatie.

Artikel 22 had betrekking op nationale uitvoeringsverslagen.

Lid 4

Voegt artikel 22 bis toe. Draagt lidstaten op prikkels te bieden voor de toepassing van de afvalhiërarchie.

Implementatie met bestaand recht.

Artikel 10.3 (vaststellen landelijk afvalbeheerplan (LAP) en artikel 10.4 (toepassen afvalhiërarchie bij vaststellen LAP en nemen andere maatregelen) Wet milieubeheer.

Lid 5

Wijzigt artikel 23.

   

Lid 5,

Onderdeel a.

Vervangt artikel 23, lid 1.

Betreft het door de Commissie vaststellen van een verslag over o.a. de uitvoering van deze richtlijn.

Behoeft geen implementatie.

Bepaling richt zich tot de EU-instellingen zelf.

Lid 5, Onderdeel b.

Vervangt de inleidende zin in lid 2 van artikel 23.

Behoeft geen implementatie.

Bepaling richt zich tot de EU-instellingen zelf.

       

Artikel 3

Wijziging van Richtlijn 2012/19/EU

 

Richtlijn 2012/19/EU heeft betrekking op afgedankte elektrische en elektronische apparatuur.

Lid 1

Wijzigt artikel 16.

   

Lid 1, onderdeel a

Schrapt artikel 16, lid 5.

Behoeft geen implementatie.

Artikel 16, lid 5, had betrekking op de rapportageverplichting van de lidstaten.

Lid 1, Onderdeel b

Voegt aan artikel 16 toe:

– lid 6: betreft rapportageverplichtingen van de lidstaten.

– lid 7: verplicht lidstaten tot het leveren van een kwaliteitscontroleverslag.

– lid 8: draagt Commissie op om verslag op te stellen van beoordeling van de aan haar door de lidstaten gerapporteerde gegevens.

– lid 9: betreft vaststellen van uitvoeringshandelingen door Commissie.

Behoeft geen implementatie.

Betreft feitelijk handelen van de centrale overheid zonder dat derde daarop aanspraak hoeven te maken (lid 6 en 7).

Bepaling richt zich tot de EU-instellingen zelf (lid 8 en 9).

Lid 2

Voegt artikel 16 bis in.

Draagt lidstaten op prikkels te bieden voor de toepassing van de afvalhiërarchie.

Implementatie via bestaand recht.

Artikel 10.3 (vaststellen landelijk afvalbeheerplan (LAP) en artikel 10.4 (toepassen afvalhiërarchie bij vaststellen LAP en nemen andere maatregelen) Wet milieubeheer.

Lid 3

Vervangt 1e alinea van artikel 19. Betreft vaststellen gedelegeerde handelingen door Commissie.

Behoeft geen implementatie.

Bepaling richt zich tot de EU-instellingen zelf.

       

Artikel 4

Omzetting

   

Lid 1

Omzetting uiterlijk 5 juli 2020.

Behoeft geen implementatie

Betreft feitelijk handelen van de centrale overheid zonder dat derde daarop aanspraak hoeven te maken.

Lid 2

Mededelen bepalingen intern recht door lidstaten aan Commissie.

Behoeft geen implementatie.

Betreft feitelijk handelen van de centrale overheid zonder dat derde daarop aanspraak hoeven te maken.

       

Artikel 5

Inwerkingtreding

Behoeft geen implementatie.

 
       

Artikel 6

Adressaten

Behoeft geen implementatie.

 

DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT, namens deze, DE DIRECTEUR BESTUURLIJKE EN JURIDISCHE ZAKEN, J.H. Meijer


X Noot
1

Richtlijn (EU) 2018/849 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot wijziging van de Richtlijnen 2000/53/EG betreffende autowrakken, 2006/66/EG inzake batterijen en accu’s, alsook afgedankte batterijen en accu’s, en 2012/19/EU betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (PbEu 2018, L 150).

X Noot
2

Aanwijzing 9.13.

X Noot
3

Artikel 1, lid 3, onderdeel a, artikel 2, lid 4, en artikel 3, lid 2.

X Noot
4

Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen (PbEU 2008, L 312).

Naar boven