Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 3 juli 2019, 2019-0000097316, tot wijziging van het Besluit aanmelding collectieve arbeidsovereenkomsten en het verzoeken om algemeen verbindend verklaring in verband met het vastleggen van het uitgangspunt van communicatie langs elektronische weg

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 4, tweede lid, juncto 4a, derde lid, en 7 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten en 14 van de Wet op de loonvorming;

Besluit:

ARTIKEL I

Het Besluit aanmelding van collectieve arbeidsovereenkomsten en het verzoeken om algemeen verbindend verklaring wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1:1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘wordt ondertekend’ vervangen door ‘wordt ingediend en ondertekend’ en er wordt een zin toegevoegd, luidende: Deze mededeling en alle daaropvolgende communicatie geschiedt uitsluitend langs elektronische weg, tenzij naar het oordeel van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid sprake is van omstandigheden die zich daartegen verzetten.

2. Het vierde lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In de aanhef wordt ‘de eerste lid’ vervangen door ‘het eerste lid’.

b. Onderdeel b komt te luiden:

  • b. het tijdvak waarvoor de collectieve arbeidsovereenkomst als geheel is gesloten, dan wel, indien de collectieve arbeidsovereenkomst bepalingen kent met uiteenlopende expiratiedata, de expiratiedatum van de langstlopende bepaling en de expiratiedatum van de bepaling dan wel bepalingen met een kortere looptijd;.

B

Artikel 1:2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a vervalt de voetnoot.

b. Onderdeel b komt te luiden:

  • b. een toelichting op de collectieve arbeidsovereenkomst, bedoeld in onderdeel a, waaronder een overzicht van de geschatte loonkosten van de collectieve arbeidsovereenkomst, tenzij een schatting niet mogelijk is door gebrek aan kennis van de loonkosten voorafgaand aan deze collectieve arbeidsovereenkomst.

c. De onderdelen c en d vervallen.

2. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

a. De puntkomma aan het slot van de aanhef wordt vervangen door een dubbele punt.

b. In onderdeel a vervalt de voetnoot.

c. In onderdeel b wordt ‘letterlijke’ telkens vervangen door ‘digitale’ en vervalt ‘in tweevoud’.

d. Onderdeel c komt te luiden:

  • c. een toelichting op de in onderdeel b bedoelde wijzigingen, waaronder een overzicht van de geschatte loonkosten van de wijzigingen, bedoeld in onderdeel b.

e. Onderdeel d vervalt.

3. In het derde lid vervalt ‘, onderdelen a tot en met d’ en wordt de puntkomma aan het slot van dat lid vervangen door een punt.

4. Het vierde lid komt te luiden:

4. Het eerste lid, onderdeel b, en het tweede lid, onderdelen b en c, zijn niet van toepassing in geval van een collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsniveau, indien het aantal werknemers, bedoeld in artikel 1:1, vierde lid, onderdeel c, minder dan 2000 bedraagt.

C

In het opschrift van paragraaf 2, en de artikelen 2:1, tweede lid, onderdeel a, 2:4, onderdeel a, en 2:7, vierde lid, wordt ‘algemeen verbindendverklaring’ vervangen door ‘algemeenverbindendverklaring’.

D

In artikel 2:1, eerste lid, vervalt ‘schriftelijk’ en er wordt een zin toegevoegd, luidende: Dit verzoek en alle daaropvolgende communicatie geschiedt uitsluitend langs elektronische weg, tenzij naar het oordeel van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid sprake is van omstandigheden die zich daartegen verzetten.

E

Artikel 2:2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Bij een verzoek als bedoeld in artikel 2:1, eerste lid, wordt gevoegd:

    • a. de digitale tekst van de integrale collectieve arbeidsovereenkomst, waarbij gebruik is gemaakt van algemeen gebruikte programmatuur, en waarbij de bepalingen waarvoor geen algemeenverbindendverklaring wordt verzocht door middel van duidelijke markeringen zijn aangegeven;

    • b. een opgave van:

      • 1°. het aantal werkgevers dat lid is van een werkgeversvereniging die partij is bij de collectieve arbeidsovereenkomst en onderscheidenlijk het aantal werkgevers dat naar de aard van de bedrijfsactiviteiten en de werkzaamheden tot de werkingssfeer van de collectieve arbeidsovereenkomst kan worden gerekend; en

      • 2°. het aantal personen werkzaam bij werkgevers die lid zijn van een werkgeversvereniging die partij is bij deze collectieve arbeidsovereenkomst en onderscheidenlijk het aantal personen werkzaam bij werkgevers die naar de aard van de bedrijfsactiviteiten en de werkzaamheden tot de werkingssfeer van de collectieve arbeidsovereenkomst gerekend kunnen worden.

    • c. een toelichting op de wijze van de verzameling van de representativiteitsgegevens, die in ieder geval het volgende bevat:

      • 1°. een opgave van de gebruikte bronnen voor de aantallen werkgevers en personen zoals genoemd onder onderdeel b, onder 1 en 2;

      • 2°. een opgave van de gehanteerde onderzoeksmethode;

      • 3°. een opgave van de wijze van meting;

      • 4°. een opgave van de peildatum of de periode waarop de cijfers betrekking hebben;

      • 5°. een toelichting waaruit blijkt dat de grenzen van het domein waarover de gegevens zijn verzameld gerelateerd zijn aan de werkingssfeer van de collectieve arbeidsovereenkomst. Daarbij dient ook duidelijk te zijn dat in de werkingssfeer van de collectieve arbeidsovereenkomst uitgesloten categorieën personen in de tellingen buiten beschouwing zijn gelaten.

2. In het tweede lid wordt ‘het eerste lid, onderdelen c en d’ vervangen door ‘het eerste lid, onderdelen b en c’ en wordt ‘algemeen verbindend verklaring’ vervangen door ‘algemeenverbindendverklaring’.

3. In het derde lid wordt ‘de letterlijke tekst’ vervangen door ‘de digitale tekst’.

F

Artikel 2:3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid vervalt, onder vernummering van het tweede en derde lid tot eerste en tweede lid.

2. In het eerste lid (nieuw) wordt ‘artikel 2:2, eerste lid, onderdeel c’ vervangen door ‘artikel 2:2, eerste lid, onderdeel b’ en wordt ‘nadere rapportage’ vervangen door ‘assurancerapport’.

3. In het tweede lid (nieuw) wordt ‘artikel 2:2, eerste lid, onderdeel c’ vervangen door ‘artikel 2:2, eerste lid, onderdeel b’ en wordt na ‘artikel 2:1, eerste lid’ een komma ingevoegd.

G

Artikel 2:4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘de programmatuur, bedoeld in artikel 2:2, onderdeel a,’ vervangen door ‘algemeen gebruikte programmatuur’.

2. Onderdeel b vervalt, onder verlettering van de onderdelen c en d tot b en c.

3. In onderdeel b (nieuw) wordt ‘artikel 2:2 onderdeel c en d’ vervangen door ‘artikel 2:2, eerste lid, onderdelen b en c’.

4. Onderdeel c (nieuw) wordt als volgt gewijzigd:

a. In de aanhef vervalt ‘, en de op papier geprinte versie, bedoeld in onderdeel b’.

b. Onder 1° wordt ‘welke’ vervangen door ‘die’.

c. Onder 2° wordt ‘welke’ vervangen door ‘die’ en wordt ‘algemeen verbindend verklaring’ vervangen door ‘algemeenverbindendverklaring’.

H

In artikel 2:6 wordt ‘Een verzoek, als bedoeld in artikel 2:1,’ vervangen door ‘Een verzoek als bedoeld in artikel 2:1’ en wordt na ‘genoemd in de artikelen 2:2 en 2:4’ een puntkomma ingevoegd.

I

In artikel 2:7, tweede lid, vervalt ‘schriftelijk’ en er wordt een zin toegevoegd, luidende: Dit verzoek en alle daaropvolgende communicatie geschiedt uitsluitend langs elektronische weg, tenzij naar het oordeel van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid sprake is omstandigheden die zich daartegen verzetten.

J

In artikel 2:8, onderdeel b, wordt ‘artikel 2:4, onderdeel d’ vervangen door ‘artikel 2:4, onderdeel c’.

K

In het opschrift van paragraaf 2b wordt ‘de verbindend verklaring’ vervangen door ‘de algemeenverbindendverklaring’.

L

Artikel 2:9 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste, tweede en vierde lid wordt ‘algemeen verbindend verklaring’ vervangen door ‘algemeenverbindendverklaring’.

2. Aan het eerste lid wordt een zin toegevoegd, luidende:

Dit verzoek en alle daaropvolgende communicatie geschiedt uitsluitend langs elektronische weg, tenzij naar het oordeel van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid sprake is van omstandigheden die zich daartegen verzetten.

3. In het tweede lid vervalt ‘schriftelijk’.

4. In het vierde lid wordt ‘worden niet worden gehonoreerd’ vervangen door ‘worden niet gehonoreerd’.

M

Paragraaf 3 komt te luiden:

§ 3. Elektronische communicatie

Artikel 3:1

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid draagt zorg voor de noodzakelijke elektronische infrastructuur waarmee alle mededelingen en verzoeken als bedoeld in dit besluit betrouwbaar en vertrouwelijk kunnen worden verzonden. Bij de verzending wordt gebruik gemaakt van door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ter beschikking gestelde elektronische formulieren en een door hem erkende methode van authenticatie.

N

Paragraaf 4 vervalt.

O

In artikel 5:2 wordt ‘algemeen verbindend verklaring’ vervangen door ‘algemeenverbindendverklaring’.

P

Bijlage 1 vervalt.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 3 juli 2019

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees

TOELICHTING

Algemeen

Met deze wijziging van het Besluit aanmelding van collectieve arbeidsovereenkomsten en het verzoeken om algemeen verbindend verklaring (verder: het Besluit aanmelding cao’s) wordt de procedure voor het mededelen van het sluiten, wijzigen of opzeggen van cao’s en het indienen van verzoeken tot (tussentijdse wijzigingen, dispensatie of verlenging van) algemeen verbindend verklaring (avv) gewijzigd. Bij deze procedures is de elektronische indiening voortaan het uitgangspunt en is schriftelijke indiening in principe alleen nog aan de orde in geval van calamiteiten of bijzondere omstandigheden. De vereisten die uitsluitend nog gelden voor de schriftelijke indiening van mededelingen met betrekking tot cao’s of avv-verzoeken zijn hierdoor komen te vervallen en de specifieke bepalingen voor elektronische indiening in paragraaf 3 en 4 zijn geïncorporeerd in de paragrafen 1 en 2.

Directe aanleiding voor deze modernisering is dat bij de Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid dit jaar een nieuw loket voor zaakgericht werken is ingevoerd om de elektronische indiening van cao-aanmeldingen en avv-verzoeken verder te faciliteren en te ondersteunen.

Nieuw element bij de avv-procedure is dat verzoeken om dispensatie dan wel bedenkingen tegen het avv-verzoek voortaan volledig digitaal ingediend kunnen worden.

Doordat de toelichting op de wijze van de verzameling van de representativiteitsgegevens bij avv-verzoeken volledig is opgenomen in het vragenformulier van het digitale loket is het oude (en in sommige gevallen verplichte) formulier representativiteitsopgave dat was opgenomen in bijlage 1 van het Besluit aanmelding cao’s komen te vervallen.

De overige wijzigingen zijn van redactionele aard en zijn bedoeld om de tekst te verduidelijken, in te korten, te corrigeren of te moderniseren.

Artikelsgewijs

In het onderstaande wordt, voor zover relevant, artikelsgewijs een toelichting gegeven.

Artikel I

Onderdeel A (artikel 1:1, vierde lid, onderdeel b)

In dit artikel is een redactionele wijziging doorgevoerd waardoor duidelijker tot uitdrukking komt dat wanneer de collectieve arbeidsovereenkomst bepalingen met uiteenlopende expiratiedata kent, de expiratiedatum van de langslopende bepaling(en) vermeld dient te worden (dat wordt gezien als de hoofdlooptijd) en daarnaast de expiratiedatum van de korter lopende bepaling(en) moet worden vermeld.

Onderdeel B (artikel 1:2, eerste lid en tweede lid)

In artikel 1:2, eerste lid, onderdeel a, en tweede lid, onder a, is de voetnoot bij de verplichting om gebruik te maken van algemeen gebruikte programmatuur vervallen, teneinde dit begrip een neutrale en toekomstbestendige betekenis te geven. Door de samenvoeging van artikel 1:2, eerste lid, onderdelen c en d, en tweede lid, onderdelen c en d, wordt aangegeven dat de toelichting bij (de wijzigingen in) de cao en de bijbehorende loonkostennotitie in dezelfde notitie opgegeven kunnen worden. Dit is conform de huidige praktijk.

Onderdeel F (artikel 2:3, eerste lid (nieuw))

Zoals toegelicht in het algemeen deel is het formulier representativiteitsgegevens vervallen. Met de tekstwijzing in artikel 2:3, eerste lid (nieuw) wordt naar het begrip ‘assurancerapport’ verwezen en daarmee specifieker aangegeven welke controle van de accountant vereist is in het geval de minister een verificatie van de representativiteitsgegevens verlangt.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees

Naar boven