Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 29 juni 2019, nr. WJZ/ 19065261, tot wijziging van de Regeling werkzaamheden Raad voor Plantenrassen in verband met aanpassing van vergoedingen

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op de artikelen 2a van de Zaaizaad- en plantgoedwet 2005 en 14, tweede lid, van de Kaderwet Zelfstandige bestuursorganen;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 42a van de Regeling werkzaamheden Raad voor Plantenrassen komt te luiden:

Artikel 42a

  • 1. Aan de voorzitter van de Raad wordt een vaste vergoeding per maand toegekend, waarbij de salarisschaal wordt vastgesteld overeenkomstig het maximum van schaal 17 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 met toepassing van een arbeidsduurfactor van 0,166.

  • 2. De overige leden van de Raad ontvangen voor een vergadering van de Raad een vergoeding van € 287,–. Twee of meer vergaderingen op dezelfde dag worden beschouwd als 1 vergadering

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2019.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 29 juni 2019

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

TOELICHTING

I. ALGEMEEN

1. Doel en aanleiding

Op grond van artikel 14, tweede lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen (Kaderwet zbo) stelt de minister de bezoldiging of de schadeloosstelling van de leden van de Raad vast. Artikel 42a van de Regeling werkzaamheden Raad voor plantenrassen dat uitvoering hieraan geeft wordt in deze regeling gewijzigd. Bij het vaststellen van de hoogte van de vergoeding van leden van zelfstandige bestuursorganen wordt aangesloten bij het vaststellen van de hoogte van de vergoeding voor leden van adviescolleges en commissies op grond van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies (Wvac). De hoogte van de vergoeding dient ook binnen de geldende kaders van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) te blijven.

2. Regeldruk

Het vaststellen van de hoogte van vergoedingen van de leden van een zelfstandig bestuursorgaan valt niet onder de definitie van regeldruk.

3. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2019. Conform het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten is dit één van de vier vaste inwerkingtredingdata per jaar voor ministeriële regelingen (Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309). Een spoedige inwerkingtreding is gewenst in verband met de werving van nieuwe (kandidaat) leden van de Raad en tevens het behoud van (de expertise van) de huidige leden van de Raad.

II. ARTIKELEN

Artikel I (artikel 42a)

Volgens de Memorie van Toelichting bij artikel 14 van de Kaderwet zbo dient bij de keuze tussen een schadeloosstelling of een bezoldiging primair naar de omvang van de werkzaamheden te worden gekeken. Indien de werkzaamheden slechts incidenteel van aard zijn, is een keuze voor schadeloosstelling aan de orde. Zijn de werkzaamheden meer substantieel van omvang of hebben zij een frequent karakter, bijvoorbeeld indien de werkzaamheden met grote regelmaat een of meer dagdelen in beslag nemen zodat er kan worden gesproken van een tijdbeslag dat overeenkomt met een volwaardige (deeltijd)betrekking, dan ligt toekenning van een bezoldiging meer voor de hand.

Aan de leden van de Raad, met uitzondering van de voorzitter, wordt een schadeloosstelling toegekend. De hoogte van de schadeloosstelling is gekoppeld aan het aantal vergaderingen van de Raad. Het gaat dan om vergaderingen in de zin van artikel 3 van het bestuursreglement van de Raad. De werkzaamheden van de leden van de Raad zijn minder frequent. Zij nemen deel aan de vergaderingen van de raad (inclusief de voorbereidende werkzaamheden) en zijn mede betrokken bij de organisatie van themamiddagen, symposia, de ontvangst van buitenlandse gasten in het kader van het internationaal kwekersrecht, het houden van presentaties op evenementen e.d.

Aan de voorzitter wordt de in deze regeling opgenomen bezoldiging toegekend. Deze bezoldiging is gebaseerd op afspraken gemaakt op 8 maart 2006 en gaat uit van een deeltijdfactor van 6/36. De omvang van de werkzaamheden van de voorzitter is sindsdien nauwelijks gewijzigd. De voorzitter heeft thans twee maal per week werkoverleg met de secretaris en neemt als voorzitter deel aan de vergaderingen (inclusief voorbereiding en coördinatie) en ook aan andere activiteiten van de Raad.

Bij het bepalen van de hoogte van de vergoeding is gekeken naar de omvang van de werkzaamheden, de benodigde en op peil te houden deskundigheid, het in te brengen en te behouden eigen netwerk en tot slot de ervaring van de leden van de Raad. De hoogte van de vergoeding blijft binnen de geldende kaders van de WNT.

Andersoortige persoonlijke onkosten die samenhangen met het lidmaatschap, anders dan de in artikel 42b van de Regeling genoemde reis- en verblijfkosten

worden geacht in de vergoeding te zijn begrepen en komen niet voor afzonderlijke vergoeding in aanmerking.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Naar boven