Verkeersbesluit N479 – N480

Logo Zuid-Holland

PZH-2019-690958203 / DOS-2019-0001649

Inleiding

De N479 en N480 zijn provinciale wegen, gelegen in de gemeente Molenlanden. Deze provinciale wegen vormen een verbinding tussen de veerpont aan de Veerstoep in Streefkerk en Nieuw-Lekkerland. In het kader van grootschalige trajectaanpak worden diverse verkeersmaatregelen uitgevoerd op de N479 (Veerweg) en N480 (Middenpolderweg).

Bevoegdheid

De weggedeelten waar de verkeersmaatregelen worden ingesteld liggen buiten de bebouwde kom en zijn in beheer bij de provincie Zuid-Holland. Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland hebben de bevoegdheid om op grond van artikel 18, eerste lid, sub b van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW) en artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) verkeersbesluiten te nemen voor wegen die bij haar in beheer zijn. Krachtens het ambtelijk mandaatbesluit voor de provinciale organisatie 2019, het ondermandaatbesluit secretaris 2019 en het ondermandaatbesluit directeur Dienst Beheer Infrastructuur 2019, is deze bevoegdheid door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland gemandateerd aan het hoofd van de eenheid Advies Beheer Assets.

Overwegingen ten aanzien van het besluit

Krachtens artikel 15 lid 1 van de WVW dient er een verkeersbesluit te worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het BABW inzake het wegverkeer opgenomen verkeerstekens, evenals voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd. Daarnaast moet een verkeersbesluit worden genomen krachtens artikel 15 lid 2 van de WVW voor maatregelen op of aan de weg tot wijziging van de inrichting van de weg of tot het aanbrengen of verwijderen van voorzieningen ter regeling van het verkeer, indien de maatregelen leiden tot een beperking of uitbreiding van het aantal categorieën weggebruikers dat van een weg of weggedeelte gebruik kan maken.

Motivering

Uit het oogpunt van:

  • het verzekeren van de veiligheid op de weg;

  • het beschermen van weggebruikers en passagiers;

  • het instandhouden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

  • het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer;

is het gewenst om op de hoofdrijbaan van de Veerweg (N479) en Middenpolderweg (N480) een inhaalverbod in te stellen.

Belangenafweging

In overeenstemming met de landelijke ontwerprichtlijnen en inzichten in het kader van een duurzaam veilige weginrichting zijn de provinciale wegen N479 en N480 aangewezen als gebiedsontsluitingsweg buiten de bebouwde kom.

Een inhaalverbod is voor dit type wegen niet ongebruikelijk. Het instellen van een inhaalverbod door middel van bebording is in dit geval de meest wenselijke oplossing, omdat op dit traject van de N479 – N480 ook langzaam verkeer aanwezig is. Het langzame verkeer (waaronder landbouwverkeer) heeft een maximale snelheid van 25 km/h en brommobielen een maximum snelheid van 45 km/h. Bij een inhaalverbod zouden deze twee voertuigcategorieën kunnen zorgen voor pelotonvorming danwel filevorming. Het weren van deze voertuigcategorieën is niet wenselijk, omdat deze geen geschikte alternatieve routes hebben. Het inhaalverbod is daarom niet van toepassing voor het inhalen van tractoren en brommobielen en kan enkel met een onderbord geregeld worden.

Overleg

Overeenkomstig artikel 24 van het BABW is overleg gepleegd met de korpschef van de Nationale Politie. Deze heeft ingestemd met de maatregelen.

Besluit

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, gelet op het voorgaande en besluiten:

 

  • 1.

    Alle eerder genomen verkeersbesluiten respectievelijk d.d. 22 oktober 1999, kenmerk EV/150497 en kenmerk EV/150496, d.d. 5 februari 2001, kenmerk DEV/2001/1357 en d.d. 10 juni 2002, kenmerk DRM/02/4861 in te trekken voor zover die strijdig of gelijk zijn met de hieronder beschreven verkeersmaatregelen die betrekking hebben op het instellen c.q. aanwijzen van verkeersmaatregelen aan desbetreffende wegen of weggedeelten opgenomen in dit besluit;

  • 2.

    Voor het in de gemeente Molenlanden buiten de bebouwde kom gelegen gedeelte van de provinciale weg N479 tussen de kruispunten Veerweg – Middenpolderweg en Veerweg – Bergstoep (hectometer 2.5 t/m 3.7) de volgende verkeersmaatregelen vast te stellen overeenkomstig bijgaande tekeningen met tekeningnummer 420131-S-2-0301, 420131-S-2-0501, 420131-S-2-1301, 420131-S-2-1401, 420131-S-2-1501 en 420131-S-2-1001:

    • a.

      Door plaatsing van borden B1 uit bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV) de hoofdrijbaan van de N479 aan te wijzen als voorrangsweg buiten de bebouwde kom;

    • b.

      Door plaatsing van borden F1 uit het RVV een verbod in te stellen voor motorvoertuigen om elkaar onderling in te halen, met uitzondering van landbouwvoertuigen en brommobielen;

    • c.

      Door plaatsing van borden G12a uit bijlage I van het RVV het naast de hoofdrijbaan gelegen vrijliggende pad aan te wijzen als verplicht (brom-) fietspad;

    • d.

      Door plaatsing van borden B6 uit bijlage I van het RVV en het aanbrengen van haaientanden op het wegdek aan te geven dat verkeer vanuit beide zijden van de Beneden Tiendweg (ter hoogte van hectometer 3.4) voorrang dient te verlenen aan het verkeer op de N479.

  • 3.

    Voor het in de gemeente Molenlanden buiten de bebouwde kom gelegen kruispunt Veerweg – Middenpolderweg de volgende verkeersmaatregelen vast te stellen:

    • a.

      Door plaatsing van bord B6 uit bijlage I van het RVV en het aanbrengen van haaientanden op het wegdek aan te geven dat verkeer dat vanuit oostelijke richting (Middenpolderweg) het kruispunt nadert voorrang dient te verlenen aan het doorgaande verkeer op de N479 en N480;

    • b.

      Door plaatsing van borden B6 uit bijlage I van het RVV en het aanbrengen van haaientanden op het (brom-)fietspad aan te geven dat bestuurders op het (brom-)fietspad voorrang dienen te verlenen aan het kruisende verkeer op de N479 en N480;

    • c.

      Door plaatsing van borden A4 uit bijlage I van het RVV aan weerszijden van het kruispunt een adviessnelheid van 40km/h in te stellen.

  • 4.

    Voor het in de gemeente Molenlanden buiten de bebouwde kom gelegen gedeelte van de provinciale weg N480 tussen de kruispunten Middenpolderweg – Schoonenburgweg – Nieuwe Zijdeweg en Veerweg – Middenpolderweg (hectometer 5.4.t/m 10.3) de volgende verkeersmaatregelen vast te stellen:

    • a.

      Door plaatsing van borden B1 uit bijlage I van het RVV de hoofdrijbaan van de N480 aan te wijzen als voorrangsweg buiten de bebouwde kom;

    • b.

      Door plaatsing van borden F1 uit bijlage I van het RVV een verbod in te stellen voor motorvoertuigen om elkaar onderling in te halen, met uitzondering van landbouwvoertuigen en brommobielen;

    • c.

      Door plaatsing van borden G12a uit bijlage I van het RVV het naast de hoofdrijbaan gelegen vrijliggende pad aan te wijzen als verplicht (brom-) fietspad;

    • d.

      Door plaatsing van borden B6 uit bijlage I van het RVV en het aanbrengen van haaientanden op het wegdek aan te geven dat verkeer vanuit beide zijden van de Zijdeweg, Randweg en Halfweg (ter hoogte van hectometer 5.5, 7.1 en 8.7) voorrang dient te verlenen aan het verkeer op de N480;

    • e.

      Door plaatsing van bord B6 uit bijlage I van het RVV en het aanbrengen van haaientanden op het (brom-) fietspad aan te geven dat (brom-)fietsverkeer bij de kruispunten de Zijdeweg, Randweg en Halfweg (ter hoogte van hectometer 5.5, 7.1 en 8.7) voorrang dient te verlenen aan het kruisende verkeer.

  • 5.

    Te bepalen dat dit besluit in werking treedt met ingang van de dag na publicatie in de Staatscourant.

  • 6.

    Dit besluit te publiceren in de Staatscourant

Bezwaar en beroep

Tegen dit besluit kunnen belanghebbenden ingevolge artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bij ons een gemotiveerd bezwaarschrift indienen. Dit bezwaarschrift moet binnen zes weken na de dag van verzending van dit besluit worden toegezonden, onder vermelding van “Awb-Bezwaar” in de linkerbovenhoek van enveloppe en bezwaarschrift. Het bezwaar moet worden gericht aan: Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, t.a.v. het Awb-secretariaat, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag.

 

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en het volgende te bevatten:

  • naam en adres van de indiener;

  • dagtekening;

  • omschrijving van het besluit waar tegen het bezwaar is gericht;

  • gronden van het bezwaar.

 

Krachtens artikel 6:16 van de Awb schorst het bezwaar de werking van dit besluit niet. Gelet hierop kan – als tegen dit besluit bezwaar wordt aangetekend – ingevolge artikel 8:81 van de Awb bij de Voorzieningen rechter van de Rechtbank ’s-Gravenhage, sector Bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag (bezoekadres: Prins Clauslaan 60 te Den Haag), een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening worden ingediend. Voor het verzoek zal griffierecht worden geheven.

Wij verzoeken u een kopie van dit verzoek om een voorlopige voorziening toe te zenden aan: Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag.

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland

Naar boven