Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Overijssel | Staatscourant 2019, 37368 | Instelling gemeenschappelijke regelingen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Overijssel | Staatscourant 2019, 37368 | Instelling gemeenschappelijke regelingen |
Het College van Gedeputeerde Staten van
De Colleges van Burgemeester en Wethouders van
tezamen verder ook wel (deelnemende) partijen of deelnemers te noemen;
partijen in 2005 de gemeenschappelijke regeling Regionaal Bedrijventerrein Twente zijn aangegaan voor onbepaalde tijd met als doel te komen tot een gezamenlijke ontwikkeling, realisatie en beheer van een, qua verschijningsvorm hoogwaardig, grootschalig en duurzaam bedrijventerrein van bovengemeentelijke betekenis, aard en omvang, door partijen genoemd XL Businesspark Twente;
het bepaalde in de Wet gemeenschappelijke regelingen, meer in het bijzonder op het bepaalde in de artikelen 51 en volgende van die wet alsmede op het bepaalde in de Provinciewet en de Gemeentewet;
Hoofdstuk I. Algemene bepalingen
Er is een Openbaar Lichaam als bedoeld in artikel 8, lid 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, te weten de publiekrechtelijke rechtspersoon Regionaal Bedrijventerrein Twente, gevestigd te Almelo.
In deze regeling wordt verstaan onder:
Het RBT-gebied: het al dan niet aaneengesloten gebied of de gebieden, waarop is en zal worden gerealiseerd het in de considerans sub A bedoelde bedrijventerrein, zoals weergegeven op de bij deze regeling behorende kaart (bijlage 1) en zoals bij de vaststelling van deze regeling gelegen op het grondgebied van de gemeente Almelo in het gebied dat globaal wordt begrensd door het Twentekanaal (zijkanaal naar Almelo), de Rijksweg 35 en de Doorbraak;
Het RBT-profiel: het profiel waaraan die bedrijven uit de sector grootschalige industriële productie en de sector transport en distributie voldoen (conform de staat van inrichtingen behorende bij het geldende bestemmingsplan), wier situering op het regionaal bedrijventerrein in het bijzonder is aangewezen in verband met het te hanteren terreinquotiënt van 20 tot 50 arbeidsplaatsen per hectare en hun terreinbehoefte vanaf 2 hectare;
Waar in deze regeling artikelen van enige wet of andere wettelijke regeling van overeenkomstige toepassing worden verklaard, komen in die artikelen in de plaats van provincie/gemeente, Provinciale Staten/gemeenteraad, Gedeputeerde Staten/burgemeester en wethouders en de Commissaris (van de Koning)/burgemeester onderscheidenlijk het RBT, het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur en de voorzitter.
Artikel 3. Algemene taakstelling omtrent te bereiken doelen en te behartigen belangen
Het RBT heeft tot taak het ontwikkelen, realiseren, exploiteren en beheren van het in bijlage 1 van deze regeling bedoelde bedrijventerrein, ten tijde van de vaststelling van deze regeling bruto groot ongeveer 180 hectare. Onder deze taak is alles begrepen, wat in de ruimste zin des woords met de ontwikkeling en realisering en de exploitatie en het beheer samenhangt.
Het (tijdelijk) beheer van de openbare ruimte, totdat de daartoe behorende onroerende zaken in eigendom worden overgedragen aan de gemeente Almelo, al dan niet na uitgifte in erfpacht aan de coöperatie. Onder beheer is mede begrepen het feitelijk beheer van het bedrijventerrein, bestaande uit de feitelijke uitvoering van allerhande beheersmaatregelen in de openbare ruimte, waartoe in ieder geval behoren de wegen en trottoirs, de groenvoorzieningen en de (ondergrondse) infrastructuur, teneinde deze openbare ruimte op een adequate manier in goede orde te kunnen onderhouden.
A. Ten aanzien van de (ruimtelijke) ontwikkeling en realisering van het Bedrijventerrein
De deelnemers stemmen hun ruimtelijk beleid en planologie af en richten dit op de ontwikkeling en realisering van het regionaal bedrijventerrein en waar mogelijk ook ten behoeve van een optimale exploitatie en verantwoord beheer van dit regionaal bedrijventerrein. Ook zal de provincie Overijssel via haar omgevingsvisie en in het kader van het programmeringsoverleg bedrijventerreinen de ontwikkeling in de regio van bedrijventerreinen coördineren en afstemmen op de ontwikkeling van het RBT en zal zij de vestiging van nieuwe bedrijven die voldoen aan het RBT-profiel op bedrijventerreinen in andere Twentse gemeenten ontmoedigen en zo nodig en mogelijk tegengaan.
In het geval zich ten aanzien van de in dit artikel bedoelde planologische procedures danwel in verband met de al dan niet op basis daarvan benodigde vergunningverlening problemen voordoen danwel aankondigen, die geheel of gedeeltelijk in de weg staan van een verdere ontwikkeling en realisering van het regionaal bedrijventerrein, zijn de deelnemers gehouden om aan de hand van een daartoe strekkend advies van het Algemeen Bestuur ieder afzonderlijk te besluiten of de regeling met inachtneming van het daaromtrent hierna in de artikelen over ‘Wijziging’ en over ‘Opheffing’ bepaalde moet worden gewijzigd danwel opgeheven.
Per gronduitgifte wordt afgedragen aan de gemeente Almelo, als vergoeding voor de door de gemeente te realiseren en nog te realiseren bovenwijkse voorzieningen. Deze afdracht is thans vastgesteld op € 6,- per m2 uitgeefbaar terrein, gebaseerd op het laatst door Almelo vastgestelde raadsbesluit. De gemeente zendt jaarlijks per 31-12 een factuur aan RBT, die op haar beurt de kosten doorbelast aan de deelnemers, op basis van de in deze gemeenschappelijke regeling vastgelegde verdeelsleutel.
Het regionaal bedrijventerrein zal feitelijk gefaseerd worden gerealiseerd, totdat alle grond binnen het RBT-gebied voor het eerst is uitgegeven. Het bouwrijp maken van het bedrijventerrein geschiedt in opdracht van het RBT, zal eveneens gefaseerd plaatsvinden, waarbij de fasering zal worden afgestemd op het tempo, waarin de grond door het RBT kan worden uitgegeven.
B. Ten aanzien van de exploitatie en het beheer van het bedrijventerrein
Ter uitvoering van de in artikel 3 omschreven doelen hebben deelnemende gemeenten – ook met het oog op de in dat artikel beoogde belangenbehartiging – de verplichting om bedrijven die voldoen aan het RBT-profiel en die zich binnen het rechtsgebied willen vestigen danwel verplaatsen, naar het regionaal bedrijventerrein te verwijzen.
Van de in het vorige lid bedoelde verplichting kan in zeer incidentele gevallen door een deelnemende gemeente worden afgezien op voorwaarde dat de betrokken gemeente een financiële compensatie aan het RBT voldoet. Zolang niet alle grond in het RBT-gebied is uitgegeven bedraagt die compensatie 25% van de verkoopwaarde van een even groot stuk grond in het RBT-gebied van het laagste prijsniveau. In uitzonderlijke gevallen kan het voltallige Dagelijkse Bestuur van het RBT bij unaniem besluit afzien van deze compensatieverplichting.
Indien een grootschalig bedrijf van binnen danwel van buiten het rechtsgebied van het RBT zelf uitdrukkelijk de voorkeur geeft aan vestiging op het regionaal bedrijventerrein, maar dit bedrijf niet geheel binnen het RBT-profiel past, kan het Dagelijks Bestuur in bijzondere gevallen hiervan in redelijkheid en billijkheid ontheffing verlenen.
Tot de feitelijke taken in het kader van exploitatie en beheer van het regionaal bedrijventerrein behoren het onderhoud en het beheer van de openbare ruimte, totdat de daartoe behorende onroerende zaken aan de gemeente Almelo in eigendom worden overgedragen, al dan niet na uitgifte in erfpacht aan de coöperatie.
Wat betreft het beheer en onderhoud van het regionaal bedrijventerrein wordt gewerkt aan een overdracht van verantwoordelijkheden aan de coöperatie waarbij het wenselijk geoordeelde kwaliteitsniveau wordt gebaseerd op het geldende beeldkwaliteitsplan en waarbij tevens aansluiting wordt gezocht bij de bij de deelnemers gebruikelijke eisen voor het beheer en onderhoud van openbare ruimte. Additionele wensen komen voor rekening van de gevestigde bedrijven.
De reëel te maken kosten voor beheer en onderhoud worden vergoed door de gemeente Almelo, zulks aan de hand van een daartoe door het Dagelijks Bestuur in overleg met de gemeente Almelo opgesteld en door het Algemeen Bestuur jaarlijks vastgesteld overzicht van de te verwachte kosten voor beheer en onderhoud (dat in de begroting is geïntegreerd). De gemeente Almelo stelt jaarlijks een overzicht beschikbaar van de verkregen opbrengsten uit de aan eigenaren en gebruikers van gronden in het RBT-gebied opgelegde aanslagen in de onroerendezaakbelasting (OZB) welke gelden als referentiekader. Dit overzicht wordt in het jaarverslag van het RBT geïntegreerd.
Artikel 5. Het Algemeen Bestuur
Onverminderd het bepaalde in artikel 13 van de wet eindigt het (plaatsvervangend) lidmaatschap van het algemeen bestuur op de dag aangegeven in artikel c4 van de Kieswet. Aftredende leden blijven hun functie waarnemen totdat opnieuw in de benoeming is voorzien, tenzij betrokkene geen zitting meer heeft in het college.
Het Algemeen Bestuur wijst in verband met een eventueel wenselijk te achten roulerend voorzitterschap als eerste voorzitter aan het lid, dat als zodanig wordt voorgedragen door en uit GS Overijssel en kan tevens bepalen hoe lang die voorzitter in functie blijft alsook door wie die voorzitter nadien in beginsel wordt opgevolgd.
Artikel 6. Bevoegdheden Algemeen Bestuur
Aan het algemeen bestuur komen alle taken toe die bij of krachtens deze regeling aan de het Algemeen Bestuur zijn opgedragen, en niet bij of krachtens de wet of deze regeling aan het Dagelijks Bestuur of de voorzitter zijn opgedragen. Tot deze taken en bevoegdheden behoren in ieder geval:
Artikel 7a. Inlichtingen en verantwoordingsplicht tussen lid algemeen bestuur en deelnemers
Op het ontslag is artikel 50 van de Gemeentewet en de Provinciewet van overeenkomstige toepassing, doch artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing.
Artikel 8. Het Dagelijks Bestuur
In geval van ontstentenis van een lid van het Dagelijks Bestuur of van een naar het oordeel van de voorzitter te langdurige verhindering anderszins tot het vervullen van zijn taak als zodanig wijst het Algemeen Bestuur het plaatsvervangende lid van de deelnemer aan als lid van het Dagelijks Bestuur.
Artikel 9. Bevoegdheden Dagelijks Bestuur
Het Dagelijks Bestuur is belast met:
het nemen van besluiten tot het voeren van rechtsgedingen en tot het aangaan van minnelijke schikkingen ter voorkoming danwel beëindiging daarvan alsmede het nemen van alle conservatoire maatregelen, zowel in als buiten rechte en het doen van alles wat nodig is ter voorkoming van verjaring en het verlies van recht of bezit;
Ten behoeve van een slagvaardig bestuur en beheer kan het Dagelijks Bestuur ook wijzigingsbesluiten nemen ten aanzien van de begroting en de grondexploitatie alsmede wijzigingsbesluiten nemen ten aanzien van de onderwerpen, genoemd in artikel 6 lid 3 tot en met 5, mits deze besluiten bij unanimiteit van stemmen in het Dagelijks Bestuur zijn genomen en – voorzover dat niet het geval is – bij de eerstvolgende vergadering van het Algemeen Bestuur wel met 2/3 meerderheid van het aantal uitgebrachte stemmen achteraf worden bekrachtigd.
Wijzigingsbesluiten inzake de begroting en/of de grondexploitatie, waaraan financiële gevolgen zijn verbonden die uitstijgen boven het laatst vastgestelde grondexploitatietekort en risico kunnen door het Dagelijks Bestuur slechts bij unanimiteit worden genomen en dienen door het Algemeen Bestuur achteraf ook steeds bij unanimiteit worden bekrachtigd.
Ten behoeve van een slagvaardig bestuur en beheer kan het Dagelijks Bestuur de in dit artikel genoemde taken en bevoegdheden uitoefenen door middel van het nemen van besluiten die – mits passend binnen het totaal van de begroting – in financieel opzicht 10% mogen afwijken van hetgeen ingevolge de vigerende begroting zou hebben te gelden.
Voor de besluitvorming in het Dagelijks Bestuur en de oplegging en opheffing van de verplichting tot geheimhouding zijn de bepalingen zoals die zijn opgenomen in de Provinciewet voor het College van Gedeputeerde Staten en Gemeentewet voor het college dan Burgemeester en Wethouders van overeenkomstige toepassing.
In vergaderingen van het Algemeen Bestuur wordt met gewone meerderheid van stemmen van de leden besloten, tenzij in deze regeling anders is aangegeven. Er kan niet bij volmacht worden gestemd. Indien een lid verhinderd is, kan de plaatsvervanger zijn plaats innemen. Er kan ook een schriftelijke stem worden ingebracht. Bij het staken der stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.
In vergaderingen van het Dagelijks Bestuur wordt met gewone meerderheid van stemmen van de leden besloten, tenzij in de regeling anders is aangegeven. Er kan niet bij volmacht worden gestemd. Er kan ook een schriftelijke stem worden ingebracht. Bij het staken der stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.
Indien het Algemeen Bestuur met het oog op de behartiging van bepaalde in artikel 3 van deze regeling bedoelde belangen een commissie heeft ingesteld, de bevoegdheden en samenstelling daarvan heeft geregeld en voor de leden van die commissie tevens tegemoetkomingen in, of vergoedingen van de al dan niet bijzondere kosten en andere financiële voorzieningen heeft vastgesteld, zijn de artikelen 93 tot en met 96 van de Provinciewet van toepassing.
Het Dagelijks Bestuur benoemt een secretaris en een plaatsvervangend secretaris. De secretaris kan niet zijn een lid van het Algemeen of Dagelijks Bestuur of van de organen waaruit en waardoor die leden zijn benoemd of aangewezen en kan niet zijn lid van de gemeenteraad of provinciale staten van de deelnemers.
Het Dagelijks Bestuur benoemt een directeur. De directeur kan niet zijn een lid van het Algemeen of Dagelijks Bestuur of van de organen waaruit en waardoor die leden zijn benoemd of aangewezen en kan niet zijn lid van de gemeenteraad of provinciale staten van de deelnemers en hij kan geen (plaatsvervangend) secretaris van het RBT zijn.
Artikel 21. Begroting en jaarrekening
De ontwerpbegroting wordt acht weken voordat deze ter vaststelling aan het algemeen bestuur wordt toegezonden, doch uiterlijk 15 april, toegezonden aan de raden/staten. De raden/staten kunnen bij het dagelijks bestuur hun zienswijzen hierover naar voren brengen (artikel 59 derde lid). Het Dagelijks Bestuur voegt deze commentaren bij de ontwerpbegroting zoals die aan het algemeen bestuur wordt aangeboden.
Nadat de begroting is vastgesteld, zendt het algemeen bestuur zo nodig de begroting aan de raden van de deelnemende raden/staten, zodat zij kunnen zien wat er met hun zienswijzen is gebeurd en zodat zij deze zienswijzen waar nodig kenbaar kunnen maken bij BZK. Wanneer de ontwerpbegroting ongewijzigd wordt vastgesteld, dan is het niet nodig om deze opnieuw aan de raden/staten te zenden.
Artikel 22. Exploitatie, inbreng en risico
De deelnemers zullen er steeds zorg voor dragen dat het openbaar lichaam te allen tijde over voldoende middelen beschikt om aan al zijn verplichtingen jegens derden te kunnen voldoen. De benodigde middelen volgen jaarlijks uit de begroting en jaarverantwoording van het RBT. Hierin wordt in ieder geval het volgende opgenomen:
Ingebracht worden voorts de aanspraken op zowel de door een of meer van de deelnemers ten behoeve van de ontwikkeling en realisering van het RBT aangevraagde en toegekende subsidiebedragen, voorzover deze niet reeds zijn uitgekeerd en verdisconteerd in reeds in eigendom verworven onroerende zaken als op de door een of meer van de deelnemers aan te vragen subsidies.
Het dagelijks bestuur is belast met de zorg voor de archiefbescheiden van de organen van het openbaar lichaam/het samenwerkingsverband, overeenkomstig een door het algemeen bestuur, met inachtneming van artikel 40 van de Archiefwet 1995 vast te stellen regeling (Archiefverordening), die aan gedeputeerde staten moet worden medegedeeld. Bij opheffing van de gemeenschappelijke regeling wordt ten aanzien van de archiefbescheiden een voorziening getroffen conform artikel 4 lid 1 van de Archiefwet 1995.
Indien een deelnemer wil uittreden, zal deze in het kader van de afwikkeling van de financiële gevolgen daarvan een compensatie verschuldigd zijn voor de rechten en verplichtingen die RBT voor de uitvoering van taken voor deze deelnemer is aangegaan. De hoogte van de compensatie wordt nader bepaald door het algemeen bestuur op basis van de begroting over het jaar voorafgaand aan het jaar van uittreding.
De colleges hebben de gelegenheid binnen acht weken na dagtekening hun zienswijzen naar voren te brengen dan wel toestemming als bedoeld in artikel 51 van de wet te vragen aan hun gemeenteraden dan wel provinciale staten en een besluit te nemen.
Artikel 27. Opheffing en liquidatie
Het liquidatieplan voorziet in de verplichting van de deelnemers tot deelneming in de financiële gevolgen van de opheffing. De activa worden gewaardeerd door een commissie, waarin zitting hebben een jurist, een accountant, een fiscalist, een planeconoom en een rentmeester-taxateur. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen.
Bij een dergelijke afwikkeling geldt als basisuitgangspunt dat activa en passiva na aftrek van alle met de opheffing en liquidatie samenhangende kosten worden verdeeld naar rato van de verhoudingen zoals die golden ten tijde van de inbreng of het ontstaan van die activa en die ten tijde van het ontstaan van de passiva.
Het algemeen bestuur kan ten behoeve van de beslechting van geschillen als bedoeld in het vorige lid een regeling vaststellen, onverminderd het bepaalde in artikel 136 van de Grondwet.
Gedeputeerde Staten zijn belast met de tijdige bekendmaking overeenkomstig artikel 53, lid 2 van de wet.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2019-37368.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.