TOELICHTING
I. Algemeen
Deze regeling is een nadere uitwerking van de Crisis- en herstelwet (hierna: Chw)
en het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet (hierna: Bu Chw), waarbij nieuwe gebieden
en projecten worden toegevoegd aan bestaande bij wet en algemene maatregel van bestuur
(hierna: AMvB) mogelijk gemaakte experimenten. Het betreft:
-
– toevoeging van nieuwe gebieden en projecten aan het experiment ontwikkelingsgebieden
(artikel 2.2 van de Chw); en
-
– uitbreiding van bestaande, bij AMvB mogelijk gemaakte experimenten (artikel 2.4 van
de Chw) door toevoeging van nieuwe gebieden en projecten aan het experiment van het
bestemmingsplan met verbrede reikwijdte voor projecten en voor het gehele grondgebied
(artikelen 7c respectievelijk 7g van het Bu Chw).
Bij deze regeling worden gebieden en projecten aan bestaande experimenten in het Bu
Chw toegevoegd. Tot de inwerkingtreding van de Omgevingswet zal de regeling verder
worden aangevuld met nieuwe gebieden en projecten. In de praktijk blijkt dat gemeenten
behoefte hebben om vooruitlopend op de Omgevingswet knelpunten op te lossen die aan
maatschappelijke ontwikkelingen in de weg staan. Een voorbeeld daarvan is het experiment
bestemmingsplan met verbrede reikwijdte, waarmee gemeenten kunnen vooruitlopen op
één van de kerninstrumenten uit de Omgevingswet, het omgevingsplan. Voor deelname
aan de experimenten blijkt veel animo te zijn. Bij de voorbereiding van de experimenten
is het van belang rekening te houden met de aanwezige belangen, waaronder de belangen
van de verschillende bestuursorganen.
Aanleiding en achtergrond
Om snel in te kunnen spelen op gewenste lokale ontwikkelingen is de procedure voor
toevoeging van nieuwe projecten en gebieden aan bestaande experimenten verkort. Voortaan
worden nieuwe projecten en gebieden aangewezen bij ministeriële regeling en dit levert
een tijdswinst op van ten minste zeven maanden. Op deze manier kunnen projecten vaker
en sneller vooruitlopen op de Omgevingswet.
Beleidsregel aanmeldingen Regeling uitvoering Crisis- en herstelwet
Bij deze regeling worden uitsluitend projecten en gebieden toegevoegd aan experimenten
waarvoor nog nadere besluitvorming noodzakelijk is voordat het experiment daadwerkelijk
kan worden toegepast. Daarbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het vaststellen
van een bestemmingsplan, zoals dat ook voor de projecten en gebieden die bij deze
regeling worden toegevoegd het geval is. Voor deze zogenaamde indirecte experimenten
volgt uit de Beleidsregel aanmeldingen Regeling uitvoering Crisis- en herstelwet dat
de betrokkenheid van de gemeenteraad respectievelijk provinciale staten, omwonenden
en andere belanghebbenden voldoende geborgd is in de fase van nadere besluitvorming.
In dit geval dus de voorbereiding van het bestemmingsplan volgens de uniforme openbare
voorbereidingsprocedure, bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.
II. Artikelsgewijs
Paragraaf 2. Ontwikkelingsgebieden
Artikel 2.1
Algemeen
Aan het experiment met ontwikkelingsgebieden, bedoeld in artikel 2.2 van de Chw, worden
vijf gebieden toegevoegd. Zoals in de toelichting bij de eerste tranche van het besluit
(Stb. 2010, 289) is aangegeven, gaat het bij ontwikkelingsgebieden met name om het mogelijk maken
van gewenste maatschappelijke ontwikkelingen die door het ontbreken van milieugebruiksruimte
niet van de grond komen. Te denken valt aan gebieden in transitie en aan intensivering
van ruimtegebruik op en rond bedrijventerreinen. De aanwijzing als ontwikkelingsgebied
maakt het mogelijk dat tijdelijk kan worden afgeweken van bepaalde milieunormen. Een
voorwaarde hiervoor is dat in het bestemmingsplan wordt gewaarborgd dat uiterlijk
binnen tien jaar nadat het bestemmingsplan onherroepelijk is geworden weer aan de
geldende milieunormen wordt voldaan.
De gebieden die aan het experiment, bedoeld in artikel 2.2 van de wet, worden toegevoegd,
worden hieronder beschreven.
Bedrijventerrein ’t Veen, gemeente Hattem
Bedrijventerrein ’t Veen is een gemengd bedrijventerrein van 23 ha en ligt in de gemeente
Hattem. De gemeente heeft als doel dit bedrijventerrein te transformeren naar een
gemengd gebied met de hoofdfunctie wonen voor circa 300 tot 500 nieuw te bouwen woningen
en (bestaande) bedrijven in categorie 1 en 2. Bij de transformatie van het gebied
loopt de gemeente tegen verschillende milieunormen aan. Om met de bouw van de woningen
te kunnen beginnen, is het van belang dat tijdelijk van deze milieunormen kan worden
afgeweken. Het experiment met het ontwikkelingsgebied kan hier uitkomst bieden. Aanwijzing
als ontwikkelingsgebied maakt het mogelijk om enerzijds milieuruimte van bestaande
bedrijven in te perken en anderzijds tijdelijk af te wijken van milieunormen. Zodoende
kan eerder kan worden gestart met de realisatie van de woningbouw. De gemeente kan
alleen tijdelijk afwijken van milieunormen als in het bestemmingsplan wordt aangetoond
en gewaarborgd dat binnen tien jaar weer aan de geldende normen kan worden voldaan.
Spoorzone, gemeente Hilversum
De gemeente Hilversum wil de omgevingskwaliteit van de Spoorzone (postcodegebied 1221)
versterken. Daarbij wordt onder andere ingezet op een betere gezondheid onder bewoners
en het bestendig maken van de wijk tegen de gevolgen van klimaatverandering. Duurzaamheid
staat centraal en kan naast de versterkte omgevingskwaliteit tot uiting komen in onder
andere het stimuleren van duurzame energie, circulaire economie en het aardgasvrij
maken van gebouwen. Bovendien kan met de transformatie van het gebied de bouw van
500 tot 1.000 woningen worden gerealiseerd. De gemeente kiest voor een werkwijze die
vooruitloopt op de Omgevingswet. Er wordt ingezet op een geleidelijke en organische
ontwikkeling, waarbij bewoners en bedrijven worden gevraagd zelf initiatief te nemen.
Om dit type ontwikkeling mogelijk is te maken is het van belang om tijdelijk af te
kunnen wijken van grenswaarden, bijvoorbeeld geluidsnormen in de Wet geluidhinder.
De aanwijzing als ontwikkelingsgebied maakt het mogelijk om de milieugebruiksruimte
te optimaliseren, omdat tijdelijk van bepaalde milieunormen kan worden afgeweken als
is aangetoond en gewaarborgd in het bestemmingsplan dat binnen tien jaar weer aan
de geldende normen kan worden voldaan.
Zevenbergen-Noord, gemeente Moerdijk
In de gemeente Moerdijk ligt het gebied Zevenbergen-Noord. Een deel van het gebied
bestaat op dit moment uit een gezoneerd bedrijventerrein; in dit gebied is zwaardere
bedrijvigheid toegestaan. Het is de bedoeling dit terrein te dezoneren en te transformeren
naar een gebied waar naast lichtere vormen van bedrijvigheid, ook wonen en recreëren
zijn toegestaan. Om de binnenstedelijke bouw van 500 woningen mogelijk te maken, moet
worden bezien hoe omgegaan kan worden met de milieugebruiksruimte van bestaande bedrijven.
Het experiment met het ontwikkelingsgebied kan hier uitkomst bieden. Het ontwikkelingsgebied
biedt de mogelijkheid om enerzijds milieugebruiksruimte in te perken en anderzijds
tijdelijk af te wijken van milieunormen om al eerder te kunnen starten met woningbouw.
Er kan gedurende tien jaar worden afgeweken van milieunormen, mits de gemeente in
het bestemmingsplan borgt dat binnen tien jaar weer aan de geldende normen kan worden
voldaan.
Bedrijventerrein Lagedijk, gemeente Schagen
Het bestaande bedrijventerrein Lagedijk in de gemeente Schagen is ongeveer 64 ha groot.
Hiervan is 6 ha nog uitgeefbaar. Het bedrijventerrein ligt tegen de kern van Schagen
aan. Met een nieuw bestemmingsplan wil de gemeente samen met de bewoners en ondernemers
het woon- en werkklimaat optimaliseren. Door transformatie en revitalisering wordt
het vestigingsklimaat op het bedrijventerrein verbeterd. Door te zorgen voor flexibele,
maar wel passende regelgeving kan worden ingespeeld op toekomstige vraag en aanbod
van ontwikkelingen. Verder is binnen het bedrijventerrein een haven aanwezig. De recreatieve
functie van de haven is voor de gemeente aanleiding om met het bestemmingsplan te
bewerkstelligen dat de omgeving van de haven wordt getransformeerd naar een meer recreatief
gebied. De huidige invulling van milieugebruiksruimte staat echter aan deze ontwikkeling
in de weg. Er is namelijk geen milieugebruiksruimte voor nieuwe ontwikkelingen, terwijl
tegelijkertijd veel bedrijven hun verkregen gebruiksruimte niet volledig benutten.
Het experiment met het ontwikkelingsgebied biedt mogelijkheden om deze ruimte beschikbaar
te maken voor nieuwe ontwikkelingen. Wanneer gebruiksruimte gedurende drie jaar niet
is gebruikt of als er geen concrete uitbreidingsplannen zijn, dan kan de ongebruikte
ruimte worden ingeperkt. Dit komt duurzaam ruimtegebruik ten goede.
Zevenhont Oost, gemeente Zwartewaterland
Genemuiden, één van de plaatsen in de gemeente Zwartewaterland, is dé tapijtstad van
Nederland. In de kern van Genemuiden ligt het bedrijventerrein Zevenhont Oost. Vanwege
het internationaal toonaangevende karakter en het onderscheidende profiel heeft de
provincie Overijssel het tapijtcluster Genemuiden - Hasselt aangewezen als topwerklocatie.
Dit cluster heeft een stuwende functie voor de regionale economie en werkgelegenheid
en heeft de potentie om zich te ontwikkelen tot een innovatief circulair ecosysteem.
Om dit potentieel volledig te ontwikkelen is de gemeente voornemens het bestaande
bedrijventerrein met circa 22 ha uit te breiden. Hiermee kan worden voorzien in de
uitbreidingsbehoefte van bestaande bedrijven. In combinatie met de mogelijkheden van
het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte en de aanwijzing als ontwikkelingsgebied
ziet de gemeente kansen om naast ruimtelijke kaders ook duurzaamheid, het vormgeven
van circulaire economie en het optimaliseren van milieugebruiksruimte in het bestemmingsplan
op te nemen. Door het opnemen van monitorregels in het plan houdt de gemeente controle
op de ontwikkeling van het bedrijventerrein.
Paragraaf 3. Innovatie
Artikel 3.1
Algemeen
Aan het experiment van het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte in artikel 7c van
het besluit worden zestien gebieden toegevoegd. Met dit experiment kunnen gemeenten
vooruitlopen op de in de Omgevingswet beoogde verbreding van het bestemmingsplan tot
een omgevingsplan. De gemeenten waar deze gebieden liggen, hebben voor deze gebieden
te kennen gegeven dat de bestaande regelgeving op het gebied van ruimtelijke ordening
beperkingen heeft voor het bereiken van de gewenste ontwikkelingen in het betreffende
gebied.
De gebieden die met deze regeling worden toegevoegd aan het experiment, bedoeld in
artikel 7c van het besluit, liggen in de gemeenten Bernheze, ’s-Hertogenbosch en Oss,
Bodegraven-Reeuwijk, Capelle aan den IJssel, Cromstrijen, Hattem, Heerhugowaard, Hilversum,
Loon op Zand, Meppel, Midden-Groningen, Nieuwegein, Reusel-De Mierden, Tilburg, Utrechtse
Heuvelrug, Waterland en Westerkwartier. De aangewezen projecten bevinden zich in verschillende
stadia van het planvormingsproces. In sommige gevallen weet de gemeente al precies
welke ontwikkelingen zullen plaatsvinden, waar regelgeving wringt en zijn er al concrete
ideeën over de invulling van het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte. In andere
gevallen weet de gemeente wel de ontwikkelingsrichting die ze mogelijk wil maken en
is duidelijk dat het bestaande instrumentarium onvoldoende ruimte biedt om deze ontwikkeling
te realiseren. Deze gemeenten weten echter nog niet precies wanneer de ontwikkelingen
zullen plaatsvinden (organische gebiedsontwikkeling), of hebben nog geen duidelijkheid
welke elementen van de verbrede reikwijdte toegepast zullen worden in het bestemmingsplan.
Daarom levert deze innovatie in wet- en regelgeving een belangrijke bijdrage aan het
vormgeven van de organische gebiedsontwikkeling.
De gebieden die aan het experiment, bedoeld in artikel 7c van het besluit, worden
toegevoegd, worden hieronder beschreven.
Heesch West, gemeenten Bernheze, ’s-Hertogenbosch en Oss
De gemeenten Bernheze, ’s-Hertogenbosch en Oss werken gezamenlijk aan de ontwikkeling
van het regionale bedrijventerrein Heesch West. Dit project is in achtste tranche
van het Bu Chw (Stb. 2014, 331) al opgenomen in artikel 7b (planperiode van 20 jaar) en in de negentiende tranche
van het besluit (Stb. 2019, 121) is dit project opgenomen in artikel 7ab (experiment Bevi). Dit blijkt niet voldoende
te zijn om het project te realiseren. Het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte
biedt meer ruimte voor het combineren van bedrijvigheid die veel ruimte vraagt, bijvoorbeeld
logistieke bedrijvigheid, en duurzame projecten, zoals bedrijvigheid op het gebied
van circulaire economie, energie en nieuwe concepten in de bouw.
Centrum Bodegraven, gemeente Bodegraven-Reeuwijk
De doelstelling van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk is om het centrum van Bodegraven
als aantrekkelijk verblijfsgebied te versterken en compacter te maken. Daarom gaat
de gemeente aan de slag met een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte voor het centrumgebied.
In het nieuwe bestemmingsplan wordt de centrumvisie verankerd. De relatie tussen de
centrumvisie en het bestemmingsplan bestaat vooral uit de begrenzing van het kernwinkelgebied.
Het nieuwe bestemmingsplan moet onder andere de mogelijkheid bieden voor transformatie
van functies. Hiermee moet het voorzieningenniveau in stand worden gehouden. Dit komt
de economische vitaliteit van het gebied ten goede. Verder wordt het nieuwe bestemmingsplan
zo vormgegeven dat het niet in de weg staat aan nieuwe ontwikkelingen op het gebied
van centrummanagement en duurzaamheid. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan
maatregelen voor extra waterberging en maatregelen ter voorkoming van hitte-stress.
Bongerd Wingerd, gemeente Capelle aan den IJssel
De buurt Bongerd Wingerd in Capelle aan den IJssel wordt getransformeerd naar een
meer divers gebied dat intensiever wordt gebruikt. Daarvoor komen gebouwen in aanmerking
voor sloop-nieuwbouw en kunnen woningen van een hogere prijscategorie worden toegevoegd.
Ook worden bestaande flats gemoderniseerd en geïsoleerd. Lokale bewoners en ondernemers
worden uitgenodigd om zelf initiatieven te ontplooien. Met het bestemmingsplan met
verbrede reikwijdte is het mogelijk om open normen te stellen die meer ruimte bieden
voor dergelijke initiatieven. Bovendien ontstaat er door het opnemen van regels over
de fysieke leefomgeving in het bestemmingsplan een integraal kader voor de beoordeling
van initiatieven. Vernieuwing in de gebouwde omgeving en ruimte voor initiatieven
moeten bijdragen aan het intensievere gebruik van het gebied en de sociale cohesie.
Het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte draagt dus niet alleen bij aan ruimtelijke,
maar ook aan maatschappelijke doelen. Daarnaast wordt de verbrede reikwijdte ingezet
om de gezondheid en duurzaamheid te bevorderen.
Molenpolder, gemeente Cromstrijen
Vanaf 2010 is in de gemeente Cromstrijen een ontwikkeling in gang gezet die moet leiden
tot een nieuw natuur-, recreatie- en woongebied ten zuiden van Numansdorp. Een groot
deel van dit gebied is al in ontwikkeling voor woningbouw en landgoederen. De laatste
fase van deze ontwikkeling ziet op de recreatieontwikkeling in het deelgebied de Molenpolder.
De gemeente wil in regionaal verband inzetten op een forse toeristische ambitie. Om
tot recreatieontwikkeling te komen zijn forse ingrepen nodig zoals de aanleg van een
grote waterplas, een open verbinding met het Hollands Diep, de aanleg van natuur en
strand, de omlegging van waterkeringen en andere infrastructurele werken. De gemeente
Cromstrijen wil een bestemmingsplan opstellen dat voldoende ontwikkelingsmogelijkheden
biedt, zodat de markt bereid is de investeringen te doen die nodig zijn om de benodigde
ingrepen uit te voeren en de toeristische ambitie te halen. Een bestemmingsplan met
verbrede reikwijdte biedt hier meer mogelijkheden voor. Zo is de gemeente voornemens
om via een open norm de verantwoordelijkheid voor duurzame gebiedsontwikkeling bij
de initiatiefnemers te leggen. De initiatiefnemers krijgen in eerste instantie zelf
de mogelijkheid om hier invulling aan te geven. Deze norm zal de komende jaren verder
worden ingevuld. De gemeente denkt daarbij onder andere aan het stimuleren van de
aanleg van zonnevelden, circulair bouwen en duurzame mobiliteit.
Bedrijventerrein ’t Veen, gemeente Hattem
De gemeente Hattem heeft als doelstelling het gemengde bedrijventerrein ‘t Veen van
23 ha geleidelijk te laten verkleuren tot een gemengd gebied met hoofdfunctie 'wonen’
voor 300 tot 500 nieuwe woningen en (bestaande) bedrijven in categorie 1 en 2. De
gemeente wil in samenspraak met eigenaren en andere belanghebbenden komen tot een
vorm van organische gebiedsontwikkeling. Het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte
maakt dit makkelijker. Bij het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte kan de gemeente
bijvoorbeeld gebruikmaken van de mogelijkheid om onderzoek te faseren en kan het bestemmingsplan
ook gericht zijn op milieuaspecten. Door de verbrede reikwijdte wordt het daarnaast
makkelijker om in te spelen op efficiënt ruimtegebruik en het optimaliseren van de
waterhuishouding. Bedrijventerrein ’t Veen wordt in deze regeling ook toegevoegd aan
het experiment met het ontwikkelingsgebied.
Stationsgebied, gemeente Heerhugowaard
Het stationsgebied in de gemeente Heerhugowaard is een belangrijk knooppunt voor de
stad en de regio. De doelstelling van de gemeente is om van dit gebied een hoogwaardig
stedelijk kerngebied te maken waarin verschillende functies zoals openbaar vervoer,
infrastructuur, openbare ruimte en woningbouw samenkomen en elkaar versterken. Het
gebied is geschikt voor deze transformatie omdat er nog relatief veel ontwikkelingsruimte
is en de goede bereikbaarheid via het spoor gecombineerd kan worden met een goede
ontsluiting via de weg (N242). Bovendien zijn Heerhugowaard en Alkmaar benoemd als
versnellingslocaties voor de woningbouwopgave in dit deel van Nederland. Om de economische
en stedelijke potenties van dit gebied goed te benutten is het belangrijk om de transformatie
van het stationsgebied optimaal te faciliteren. Daarom wil de gemeente Heerhugowaard
een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte vaststellen.
Spoorzone, gemeente Hilversum
De gemeente Hilversum wil de omgevingskwaliteit van de Spoorzone (postcodegebied 1221)
versterken. Daarbij wordt onder andere ingezet op een betere gezondheid onder bewoners
en het bestendig maken van de wijk tegen de gevolgen van klimaatverandering. Duurzaamheid
staat centraal en kan naast de versterkte omgevingskwaliteit tot uiting komen in onder
andere het stimuleren van duurzame energie, circulaire economie en het aardgasvrij
maken van gebouwen. Bovendien kan met de transformatie van het gebied de bouw van
500 tot 1.000 woningen worden gerealiseerd. De gemeente kiest voor een werkwijze die
vooruitloopt op de Omgevingswet. Er wordt ingezet op een geleidelijke en organische
ontwikkeling, waarbij bewoners en bedrijven worden gevraagd zelf initiatief te nemen.
De gemeente stelt voor het gebied een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte vast.
Dit maakt de gewenste organische gebiedsontwikkeling mogelijk. De gemeente wil in
het bestemmingsplan bijvoorbeeld regels opnemen over de fysieke leefomgeving, lokale
verordeningen integreren en flexibiliteit inbouwen door het hanteren van beleidsregels,
het doorschuiven van de onderzoeksverplichting en het faseren van kostenverhaal. Het
project Spoorzone wordt in deze regeling ook toegevoegd aan het experiment met het
ontwikkelingsgebied.
Kern De Moer, gemeente Loon op Zand
De kern De Moer is met ongeveer 600 inwoners de kleinste kern van de drie kernen van
de gemeente Loon op Zand. In De Moer is er sprake van een grote diversiteit aan bestemmingen.
Door een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte voor dit gebied op te stellen wil
de gemeente ervaringen opdoen in aanloop naar de inwerkingtreding van de Omgevingswet.
In het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte wil de gemeente bestaande verordeningen
integreren. Daarnaast wil de gemeente met het nieuwe bestemmingsplan inspelen op thema’s
als duurzaamheid, leefbaarheid, gezondheid en veiligheid. Meer specifiek is de gemeente
voornemens om in te zetten op recreatie aangezien de gemeente Loon op Zand zich profileert
als toeristisch-recreatieve gemeente. Dit kan bijvoorbeeld worden gerealiseerd door
het toestaan van agrarische en andere functies ter vervulling van maatschappelijke
behoeften.
Nieuwveense Landen, gemeente Meppel
De woonwijk Nieuwveense Landen is in de derde tranche van het Bu Chw (Stb. 2012, 350) toegevoegd aan artikel 6c. Op basis van dit experiment kan op andere wijze invulling
worden gegeven aan de in het Bouwbesluit 2012 opgenomen eis over energieprestatie.
De gemeente wil voor dit gebied een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte regels
vaststellen waarin regels worden opgenomen over het realiseren van duurzaamheidsmaatregelen.
Duurzaamheid is het belangrijkste aspect in Nieuwveense Landen. Gestreefd wordt naar
een 100% duurzame woonwijk, maar de gemeente wil ook bij de bouw, de inrichting en
het beheer van het gebied uitsluitend gebruikmaken van energie die duurzaam gewonnen
is. Daarmee wil de gemeente een voorbeeld stellen voor de toekomst. In het plangebied
worden zonneparken gerealiseerd. De mogelijkheden van het integreren van verordeningen
in het plan worden onderzocht, in het bijzonder het opnemen van welstandsregels. Daarnaast
wordt gekeken op welke manier gebruik kan worden gemaakt van beleidsregels en hoe
onderzoekslasten kunnen worden gefaseerd.
Kern Overschild, gemeente Midden-Groningen
Overschild ligt centraal in het aardbevingsgebied. Uit onderzoek blijkt dat aan 80%
van de woningen en andere gebouwen dusdanige maatregelen moeten worden getroffen dat,
conform de daarvoor geldende kaders, herbouw noodzakelijk is. In dat kader is met
alle betrokkenen gewerkt aan de structuurvisie Overschild 2018-2028 waar het Witboek
(2.0) Dorpsvisie Versterking Overschild deel van uitmaakt. Het op te stellen bestemmingsplan
moet de processen en het uitvoeringsprogramma om tot herbouw te komen op een snelle
manier faciliteren. De mogelijkheden van een flexibel plan worden onderzocht, waarbij
het gebiedsproces en snelle en laagdrempelige procedures centraal staan. Uitgangspunt
hierbij is de inzichtelijkheid, leesbaarheid en actualiteit van het bestemmingsplan.
Ook de onderdelen van het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte zoals inpassing
van het welstandsbeleid, fasering van onderzoekslasten en het stellen van brede indieningsvereisten
worden onderzocht. De ervaringen van dit bestemmingsplan worden meegenomen bij het
werken aan het omgevingsplan voor de gehele gemeente.
Rijnhuizen, gemeente Nieuwegein
In de veertiende tranche (Stb. 2016, 381) is de gemeente Nieuwegein voor het gebied Rijnhuizen toegevoegd aan het experiment
van het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte. De gemeente wenst ook een bestemmingsplan
met verbrede reikwijdte te kunnen vaststellen voor de westelijke oever van het Merwedekanaal,
zodat realisatie van een brug voor langzaam verkeer over het kanaal binnen het plangebied
valt. Realisatie van een brug over het kanaal is onderdeel van de planvorming. Het
moment van realisatie en financiering van deze brug is echter afhankelijk van marktinitiatieven
in Rijnhuizen. Gelet op het organische karakter van de transformatie van dit gebied,
is de financiering en de uitvoerbaarheid van de brug op voorhand lastig aan te tonen.
Daarom wordt in deze regeling het Merwedekanaal over de lengte van het plangebied
dat in de veertiende tranche is aangewezen, toegevoegd aan het experiment met het
bestemmingsplan met verbrede reikwijdte.
Buitengebied, gemeente Reusel-De Mierden
De gemeente Reusel-De Mierden heeft in haar omgevingsvisie, die in het voorjaar van
2018 is vastgesteld, een standpunt ingenomen over de omvang en de plek van intensieve
veehouderijen in het buitengebied van de gemeente. Gelet op de verwachting dat vele
veehouders de komende jaren zullen stoppen met hun bedrijf, wil de gemeente agrarische
locaties herbestemmen. Het gebied is ook steeds meer in trek voor andere functies,
zoals wonen, recreëren en kleinschalige bedrijvigheid. Het transformeren van de agrarische
gebieden naar deze functies versterkt de vitaliteit van het buitengebied en zorgt
voor een positieve impuls. Daarnaast kan met transformatie worden voorkomen dat op
vrijkomende agrarische locaties ongewenste illegale ontwikkelingen plaatsvinden. Bij
de transformatie van het gebied wil de gemeente ruimte laten aan initiatieven en kunnen
inzetten op maatwerk. Daarom wil de gemeente met een bestemmingsplan met verbrede
reikwijdte een duidelijk kader scheppen dat houvast biedt voor initiatiefnemers en
hun omwonenden, maar dat tegelijkertijd ook ruimte laat flexibiliteit. Hier kan bijvoorbeeld
met open normen invulling aan worden gegeven.
Spoorzone013, gemeente Tilburg
In de gemeente Tilburg wordt Spoorzone013 ontwikkeld tot een hoogstedelijk gebied
waar kan worden gewoond en gewerkt en waar culturele en horecagelegenheden kunnen
worden bezocht. Dit gebied ligt in een groter gebied dat in de vierde tranche van
het Bu Chw (Stb. 2012, 504) is aangewezen als ontwikkelingsgebied. Het project Spoorzone013 is gericht op het
intensiveren van de centrum-stedelijke omgeving rond het knooppunt van openbaar vervoer.
Hiermee wordt het ruimtebeslag op de groene buitengebieden en de automobiliteit beperkt.
Het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte voor Spoorzone013 maakt het mogelijk om
het gebied op organische wijze te ontwikkelen. Door het bestemmingsplan flexibel vorm
te geven – bijvoorbeeld door te werken met open normen en beleidsregels – moet een
gunstig vestigingsklimaat voor startende ondernemingen ontstaan. Ook wordt de verbrede
reikwijdte van het bestemmingsplan gebruikt om in te spelen op de gevolgen van klimaatverandering.
Van Bennekomweg, gemeente Utrechtse Heuvelrug
De gemeente Utrechtse Heuvelrug gaat aan de slag om zich inhoudelijk goed voor te
bereiden op het gefaseerd vaststellen van een omgevingsplan voor het gehele gemeentelijke
grondgebied. Op de inbreidingslocatie “Van Bennekomweg” verkent de gemeente, in nauwe
samenwerking met de samenleving, de mogelijkheden van de Omgevingswet op het vlak
van integratie van verordeningen, flexibiliteit in regelgeving, deregulering, het
opnemen van beeldkwaliteitseisen en het opnemen van energietransitie en klimaatadaptatie
in het bestemmingsplan. Voor dit terrein, de voormalige gemeentewerf, is door de gemeenteraad
een bouwenveloppe vastgesteld. Hierin is een beschrijving van de randvoorwaarden opgenomen
voor de ontwikkeling van het gebied voor woningbouw in het (sociale) huursegment.
Door middel van een flexibel plan wordt aan de markt overgelaten hoe het gebied, binnen
de door de gemeente vastgelegde kaders, wordt ontwikkeld. De regels in het plan wil
de gemeente op zodanige wijze vaststellen dat deze via meerdere ingangen gemakkelijk
opvraagbaar en inzichtelijk zijn voor de gebruiker.
Galgeriet, gemeente Waterland
Het terrein Galgeriet ligt op een centrale locatie in Monnickendam tussen het oude
centrum, de Gouwzee en het recreatiegebied Hemmeland. Het is een omvangrijk en uniek
project binnen de gemeente Waterland. Het bestaande bedrijventerrein zal worden getransformeerd
naar een woonwijk met een diversiteit aan nieuwe bedrijvigheid, waarbij de bestaande
bedrijvigheid deels behouden blijft. Het project voorziet in de bouw van circa 600
woningen en maakt ook andere economische ontwikkelingen mogelijk, zoals horecagelegenheden,
een hotel en een supermarkt. De diversiteit aan voorzieningen komt de woon- en werkgelegenheid
ten goede. Verder zal het nieuwe (woon)gebied gasloos en energieneutraal worden ontwikkeld.
Om aan deze opgave te kunnen voldoen heeft het project behoefte aan creatieve en innovatieve
oplossingen. De gemeente is daartoe al met verschillende organisaties in gesprek.
Vanwege de unieke locatie van het project aan de Gouwzee, wordt bijvoorbeeld gekeken
naar de mogelijkheden voor energieopwekking uit het oppervlaktewater. De gemeente
verwacht door het vaststellen van een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte beter
en sneller in te kunnen spelen op innovatieve ontwikkelingen door te werken met open
normen en flexibiliteit in beleidsregels. De verbrede reikwijdte wil de gemeente verder
gebruiken om meer zaken in het bestemmingplan te betrekken, zoals het opnemen van
gebiedsgerichte milieuregels, het integreren van lokale verordeningen en het opnemen
van andere regels met betrekking tot de fysieke leefomgeving.
Oostergast, gemeente Westerkwartier
De gemeente Westerkwartier wil voor de locatie Oostergast een duurzame en kwalitatief
hoogwaardige woonwijk ontwikkelen die voorziet in de lokale en deels regionale woningbehoefte.
Oostergast is één van de grotere woningbouwlocaties rondom de stad Groningen. De komende
jaren worden in de hele wijk nog circa 300 woningen gebouwd. Door de goede bereikbaarheid
met de trein en de hoge ruimtelijke kwaliteit van de wijk worden veel inwoners vanuit
de stad Groningen aangetrokken. De gemeente is initiatiefnemer van het project en
werkt bij de realisatie samen met een marktpartij. Deze locatie ligt aan de oostzijde
van het dorp Zuidhorn, tussen De Nieuwe Gast en de Spicastraat, en sluit aan op het
gebied ‘Tussen de Gasten’ dat in de zeventiende tranche van het Bu Chw (Stb. 2019, 53) is opgenomen voor het experiment bestemmingsplan met verbrede reikwijdte. Het bestemmingsplan
met verbrede reikwijdte maakt het mogelijk meer kwalitatieve regels over beeldkwaliteit
op te nemen. Ook op het gebied van klimaatadaptatie (waterberging, hittestress) wordt
onderzocht of en zo ja, op welke wijze aan deze ambities vorm en inhoud kan worden
gegeven.
Artikel 3.2
Algemeen
Aan het experiment van het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte voor het gehele
grondgebied in artikel 7g van het besluit worden vijf nieuwe gemeenten toegevoegd.
Dit experiment maakt het mogelijk dat gemeenten toewerken naar een bestemmingsplan
met verbrede reikwijdte voor het gehele grondgebied. Met een bestemmingsplan met verbrede
reikwijdte kunnen gemeenten vooruitlopen op de in de Omgevingswet beoogde verbreding
van het bestemmingsplan tot een omgevingsplan.
De gemeenten Almere, Bloemendaal, Moerdijk, Schagen en Zwartewaterland worden met
deze regeling toegevoegd aan het experiment, bedoeld in artikel 7g van het besluit.
De betreffende gemeenten bevinden zich in verschillende stadia van het planvormingsproces.
In sommige gevallen weet de gemeente al precies welke ontwikkelingen zullen plaatsvinden,
waar regelgeving wringt en zijn er al concrete ideeën over de invulling van de verbrede
reikwijdte van het bestemmingsplan. In andere gevallen kent de gemeente wel de ontwikkelingsrichting
die ze mogelijk wil maken en is duidelijk dat het bestaande instrumentarium onvoldoende
ruimte biedt om deze ontwikkeling te realiseren. Deze gemeenten weten echter nog niet
precies wanneer de ontwikkelingen zullen plaatsvinden (organische gebiedsontwikkeling),
of hebben nog geen duidelijkheid welke elementen van de verbrede reikwijdte toegepast
zullen worden in het bestemmingsplan. Daarom levert deze innovatie in wet- en regelgeving
een belangrijke bijdrage aan het vormgeven van de organische gebiedsontwikkeling.
De gemeenten die aan het experiment, bedoeld in artikel 7g van het besluit, worden
toegevoegd, worden hieronder beschreven.
Almere
De gemeente Almere is al sinds 2014 aan de slag met bestemmingsplannen met verbrede
reikwijdte voor de gebieden Floriade en Oosterwold. In navolging van deze plannen
gaat de gemeente toewerken naar een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte voor het
gehele grondgebied. Met dit bestemmingsplan wil de gemeente Almere onder andere inspelen
op nieuwe ontwikkelingen in het kader van duurzaamheid. Door nu al in de geest van
de Omgevingswet een innovatief bestemmingsplan op te stellen, waarmee bijvoorbeeld
wordt gestuurd op opwekking van duurzame energie en CO2-reductie, geeft de gemeente hier invulling aan. Daarnaast moet dit bestemmingsplan
bijdragen aan het halen van de afspraken die in het kader van de RRAAM (Rijksstructuurvisie
Regio Amsterdam Almere Markermeer) met het Rijk zijn gemaakt. De komende vijftien
jaar moeten er in de regio van Almere 60.000 nieuwe woningen en 100.000 nieuwe arbeidsplaatsen
worden gerealiseerd. Door in het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte te werken
met uitnodigingsplanologie en belemmeringen uit de huidige bestemmingsplannen weg
te halen kan een stap worden gezet om deze doelen te halen.
Bloemendaal
De gemeente Bloemendaal is bezig met de voorbereidingen op de inwerkingtreding van
de Omgevingswet. Om deze voorbereiding verder vorm te geven gaat de gemeente Bloemendaal
aan de slag met een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte voor het hele grondgebied.
De gemeente gaat gefaseerd naar een grondgebied dekkend bestemmingsplan toewerken
en richt zich daarom in navolging van het project Bleekersveld op drie andere pilotgebieden.
Het gaat in eerste instantie om de gebieden Strand kuststrook, Vitaal Vogelenzang
en Reinwaterpark. Centraal bij het opstellen van het bestemmingsplan met verbrede
reikwijdte voor het gehele grondgebied staat dat het plan ruimte moet bieden om duurzaamheidsdoelstellingen
te behalen. Dit geldt voor aspecten als energieneutraal en aardgasvrij bouwen dan
wel verbouwen en maatregelen in het kader van kilmaatadaptatie. Ook zal stevig worden
ingezet op participatie. Voor het gebied Strand kuststrook wil de gemeente met het
bestemmingsplan met verbrede reikwijdte beter in kunnen spelen op de – volgens de
gemeente niet wenselijke – verandering van familiestrand naar evenemententerrein.
Het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte biedt verder de mogelijkheid om verordeningen
te integreren. Door de verbrede reikwijdte kunnen ook geluidnormen worden opgenomen
in het plan. Het project Vitaal Vogelenzang betreft een integrale herindeling van
het gebied met als doel de leefbaarheid en kwaliteit van Vogelenzang te verbeteren.
Het doel is om het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte in ieder geval te richten
op duurzaamheid, beeldkwaliteit en beperking van lichtvervuiling. Het gebied Reinwaterpark
is aangewezen als inbreidingslocatie voor woningbouw (circa 40.000 m2). De gemeente wil voor de planontwikkeling voor dit gebied haar duurzaamheidsdoelstellingen,
de beeldkwaliteit en milieunormen (bijvoorbeeld aardgasvrij bouwen) opnemen in een
bestemmingsplan met verbrede reikwijdte.
Moerdijk
In aanloop naar de inwerkingtreding van de Omgevingswet wil de gemeente Moerdijk gefaseerd
toewerken naar een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte voor het gehele grondgebied.
Door steeds voor een deel van het grondgebied een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte
op te stellen, wil de gemeente zich stapsgewijs voorbereiden op de regels en mogelijkheden
van de Omgevingswet. Gedacht wordt aan het integreren van lokale verordeningen, het
opnemen van open normen, het regelen van aspecten met betrekking tot gezondheid en
het faseren van onderzoekslasten. Daarnaast loopt in de gemeente ook een aantal herstructurerings-
en ontwikkelingsprojecten. Een voorbeeld hiervan is het project Zevenbergen-Noord.
Dit project is in deze regeling ook als ontwikkelingsgebied aangemeld. Deze projecten
kunnen met een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte op een flexibele manier worden
gefaciliteerd.
Schagen
De gemeente Schagen gaat gefaseerd toewerken naar een bestemmingsplan met verbrede
reikwijdte voor het hele grondgebied. In aanloop naar de inwerkingtreding van de Omgevingswet
kan de gemeente starten met het eenduidig maken van de planregels uit de verschillende
bestemmingsplannen, het integreren van eventuele verordeningen en het opnemen van
regels voor de gehele fysieke leefomgeving. Ook is de gemeente voornemens regels met
betrekking tot klimaatadaptatie, duurzaamheid, gezondheid en energietransitie in het
nieuwe bestemmingsplan op te nemen. Door in gebieden waar dat mogelijk is het plan
flexibel in te richten, kan ruimte worden geboden aan nieuwe ontwikkelingen, hetgeen
het vestigingsklimaat ten goede komt.
Zwartewaterland
De gemeente Zwartewaterland werkt stapsgewijs toe naar één bestemmingsplan voor het
hele grondgebied in aanloop naar de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Vanwege
de wisselwerking met de regels op het bedrijventerrein Zevenhont Oost en de uitbreiding
daarvan wil de gemeente de planregels hiervoor afstemmen op de overige regels voor
het gemeentelijk grondgebied. De gemeente is voornemens om regels met betrekking tot
duurzaamheid, landschappelijke inpassing en klimaatadaptatie in de planregels op te
nemen en deze af te stemmen op de regels die worden gesteld voor het bedrijventerrein
Zevenhont Oost en de uitbreiding daarvan. Het bedrijventerrein Zevenhont Oost wordt
in deze regeling ook toegevoegd aan het experiment met het ontwikkelingsgebied.
Paragraaf 4. Overige bepalingen
Artikel 4.1
Dit artikel regelt de inwerkingtreding. Er wordt afgeweken van de systematiek van
vaste verandermomenten en een invoeringstermijn van drie maanden omdat door onmiddellijke
inwerkingtreding voor de doelgroep (verschillende overheden) aanmerkelijke publieke
nadelen worden voorkomen. De in deze regeling betrokken overheden hebben zelf verzocht
om bij regeling te worden toegevoegd aan bij AMvB mogelijk gemaakte experimenten.
Enkele zijn ook al begonnen met de procedures die moeten leiden tot besluiten waarin
uitvoering wordt gegeven aan de experimenten waaraan de projecten middels deze regeling
worden toegevoegd. Zij zullen worden benadeeld als de besluitvormingsprocedure voor
deze projecten wordt vertraagd als toepassing wordt gegeven aan de regeling inzake
vast verandermomenten en een invoeringstermijn van drie maanden. De regeling bevat
verder geen regels waaraan administratieve lasten verbonden zijn voor burgers en bedrijven
of andere nadelen als gevolg van de afwijking.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren