Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 1 juli 2019, houdende het toevoegen van projecten en gebieden aan experimenten ter uitvoering van de Crisis- en herstelwet (Regeling uitvoering Crisis- en herstelwet)

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op de artikelen 2.2 en 2.4, vijfde lid, van de Crisis- en herstelwet;

Besluit:

Paragraaf 1. Algemeen

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

besluit:

Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet;

wet:

Crisis- en herstelwet.

Paragraaf 2. Ontwikkelingsgebieden

Artikel 2

Als ontwikkelingsgebied als bedoeld in artikel 2.2 van de wet worden voor de duur van tien jaar aangewezen:

  • a. Bedrijventerrein ’t Veen, gemeente Hattem, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 1;

  • b. Spoorzone, gemeente Hilversum, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 2;

  • c. Zevenbergen-Noord, gemeente Moerdijk, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 3;

  • d. Bedrijventerrein Lagedijk, gemeente Schagen, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 4; en

  • e. Zevenhont Oost, gemeente Zwartewaterland, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 5.

Paragraaf 3. Innovatie

Artikel 3.1

  • 1. Artikel 7c van het besluit geldt ook voor de volgende plangebieden:

    • a. Heesch West, gemeenten Bernheze, ’s-Hertogenbosch en Oss, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 6;

    • b. Centrum Bodegraven, gemeente Bodegraven-Reeuwijk, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 7;

    • c. Bongerd Wingerd, gemeente Capelle aan den IJssel, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 8;

    • d. Molenpolder, gemeente Cromstrijen, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 9;

    • e. Bedrijventerrein ’t Veen, gemeente Hattem, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 1;

    • f. Stationsgebied, gemeente Heerhugowaard, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 10;

    • g. Spoorzone, gemeente Hilversum, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 2;

    • h. Kern De Moer, gemeente Loon op Zand, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 11;

    • i. Nieuwveense Landen, gemeente Meppel, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 12;

    • j. Kern Overschild, gemeente Midden-Groningen, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 13;

    • k. Rijnhuizen, gemeente Nieuwegein, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 14;

    • l. Buitengebied, gemeente Reusel-De Mierden, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 15;

    • m. Spoorzone013, gemeente Tilburg, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 16;

    • n. Van Bennekomweg, gemeente Utrechtse Heuvelrug, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 17;

    • o. Galgeriet, gemeente Waterland, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 18; en

    • p. Oostergast, gemeente Westerkwartier, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 19.

  • 2. Van de bevoegdheid tot het vaststellen van bestemmingsplannen met verbrede reikwijdte, bedoeld in artikel 7c van het besluit, kan tot 1 januari 2024 gebruik worden gemaakt mits het ontwerp van deze plannen ter inzage is gelegd voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet.

Artikel 3.2

  • 1. Artikel 7g van het besluit geldt ook voor de volgende gemeenten:

    • a. Almere;

    • b. Bloemendaal;

    • c. Moerdijk;

    • d. Schagen; en

    • e. Zwartewaterland.

  • 2. Van de bevoegdheid tot het vaststellen van bestemmingsplannen met verbrede reikwijdte, bedoeld in artikel 7g van het besluit, kan tot 1 januari 2024 gebruik worden gemaakt mits het ontwerp van deze plannen ter inzage is gelegd voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet.

Paragraaf 4. Overige bepalingen

Artikel 4.1

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 4.2

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling uitvoering Crisis- en herstelwet.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

BIJLAGE 1. BIJ REGELING UITVOERING CRISIS- EN HERSTELWET

Kaart Hattem, Bedrijventerrein ’t Veen

Kaart Hattem, Bedrijventerrein ’t Veen

BIJLAGE 2. BIJ REGELING UITVOERING CRISIS- EN HERSTELWET

Kaart Hilversum, Spoorzone

Kaart Hilversum, Spoorzone

BIJLAGE 3. BIJ REGELING UITVOERING CRISIS- EN HERSTELWET

Kaart Moerdijk, Zevenbergen-Noord

Kaart Moerdijk, Zevenbergen-Noord

BIJLAGE 4. BIJ REGELING UITVOERING CRISIS- EN HERSTELWET

Kaart Schagen, Bedrijventerrein Lagedijk

Kaart Schagen, Bedrijventerrein Lagedijk

BIJLAGE 5. BIJ REGELING UITVOERING CRISIS- EN HERSTELWET

Kaart Zwartewaterland, Zevenhont Oost

Kaart Zwartewaterland, Zevenhont Oost

BIJLAGE 6. BIJ REGELING UITVOERING CRISIS- EN HERSTELWET

Kaart Bernheze, ’s-Hertogenbosch en Oss, Heesch West

Kaart Bernheze, ’s-Hertogenbosch en Oss, Heesch West

BIJLAGE 7. BIJ REGELING UITVOERING CRISIS- EN HERSTELWET

Kaart Bodegraven-Reeuwijk, Centrum Bodegraven

Kaart Bodegraven-Reeuwijk, Centrum Bodegraven

BIJLAGE 8. BIJ REGELING UITVOERING CRISIS- EN HERSTELWET

Kaart Capelle aan den IJssel, Bongerd Wingerd

BIJLAGE 9. BIJ REGELING UITVOERING CRISIS- EN HERSTELWET

Kaart Cromstrijen, Molenpolder

Kaart Cromstrijen, Molenpolder

BIJLAGE 10. BIJ REGELING UITVOERING CRISIS- EN HERSTELWET

Kaart Heerhugowaard, Stationsgebied

Kaart Heerhugowaard, Stationsgebied

BIJLAGE 11. BIJ REGELING UITVOERING CRISIS- EN HERSTELWET

Kaart Loon op Zand, Kern De Moer

Kaart Loon op Zand, Kern De Moer

BIJLAGE 12. BIJ REGELING UITVOERING CRISIS- EN HERSTELWET

Kaart Meppel, Nieuwveense Landen

Kaart Meppel, Nieuwveense Landen

BIJLAGE 13. BIJ REGELING UITVOERING CRISIS- EN HERSTELWET

Kaart Midden-Groningen, Kern Overschild

Kaart Midden-Groningen, Kern Overschild

BIJLAGE 14. BIJ REGELING UITVOERING CRISIS- EN HERSTELWET

Kaart Nieuwegein, Rijnhuizen

Kaart Nieuwegein, Rijnhuizen

BIJLAGE 15. BIJ REGELING UITVOERING CRISIS- EN HERSTELWET

Kaart Reusel-De Mierden, Buitengebied

Kaart Reusel-De Mierden, Buitengebied

BIJLAGE 16. BIJ REGELING UITVOERING CRISIS- EN HERSTELWET

Kaart Tilburg, Spoorzone013

Kaart Tilburg, Spoorzone013

BIJLAGE 17. BIJ REGELING UITVOERING CRISIS- EN HERSTELWET

Kaart Utrechtse Heuvelrug, Van Bennekomweg

Kaart Utrechtse Heuvelrug, Van Bennekomweg

BIJLAGE 18. BIJ REGELING UITVOERING CRISIS- EN HERSTELWET

Kaart Waterland, Galgeriet

Kaart Waterland, Galgeriet

BIJLAGE 19. BIJ REGELING UITVOERING CRISIS- EN HERSTELWET

Kaart Westerkwartier, Oostergast

Kaart Westerkwartier, Oostergast

TOELICHTING

I. Algemeen

Deze regeling is een nadere uitwerking van de Crisis- en herstelwet (hierna: Chw) en het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet (hierna: Bu Chw), waarbij nieuwe gebieden en projecten worden toegevoegd aan bestaande bij wet en algemene maatregel van bestuur (hierna: AMvB) mogelijk gemaakte experimenten. Het betreft:

  • toevoeging van nieuwe gebieden en projecten aan het experiment ontwikkelingsgebieden (artikel 2.2 van de Chw); en

  • uitbreiding van bestaande, bij AMvB mogelijk gemaakte experimenten (artikel 2.4 van de Chw) door toevoeging van nieuwe gebieden en projecten aan het experiment van het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte voor projecten en voor het gehele grondgebied (artikelen 7c respectievelijk 7g van het Bu Chw).

Bij deze regeling worden gebieden en projecten aan bestaande experimenten in het Bu Chw toegevoegd. Tot de inwerkingtreding van de Omgevingswet zal de regeling verder worden aangevuld met nieuwe gebieden en projecten. In de praktijk blijkt dat gemeenten behoefte hebben om vooruitlopend op de Omgevingswet knelpunten op te lossen die aan maatschappelijke ontwikkelingen in de weg staan. Een voorbeeld daarvan is het experiment bestemmingsplan met verbrede reikwijdte, waarmee gemeenten kunnen vooruitlopen op één van de kerninstrumenten uit de Omgevingswet, het omgevingsplan. Voor deelname aan de experimenten blijkt veel animo te zijn. Bij de voorbereiding van de experimenten is het van belang rekening te houden met de aanwezige belangen, waaronder de belangen van de verschillende bestuursorganen.

Aanleiding en achtergrond

Om snel in te kunnen spelen op gewenste lokale ontwikkelingen is de procedure voor toevoeging van nieuwe projecten en gebieden aan bestaande experimenten verkort. Voortaan worden nieuwe projecten en gebieden aangewezen bij ministeriële regeling en dit levert een tijdswinst op van ten minste zeven maanden. Op deze manier kunnen projecten vaker en sneller vooruitlopen op de Omgevingswet.

Beleidsregel aanmeldingen Regeling uitvoering Crisis- en herstelwet

Bij deze regeling worden uitsluitend projecten en gebieden toegevoegd aan experimenten waarvoor nog nadere besluitvorming noodzakelijk is voordat het experiment daadwerkelijk kan worden toegepast. Daarbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het vaststellen van een bestemmingsplan, zoals dat ook voor de projecten en gebieden die bij deze regeling worden toegevoegd het geval is. Voor deze zogenaamde indirecte experimenten volgt uit de Beleidsregel aanmeldingen Regeling uitvoering Crisis- en herstelwet dat de betrokkenheid van de gemeenteraad respectievelijk provinciale staten, omwonenden en andere belanghebbenden voldoende geborgd is in de fase van nadere besluitvorming. In dit geval dus de voorbereiding van het bestemmingsplan volgens de uniforme openbare voorbereidingsprocedure, bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.

II. Artikelsgewijs

Paragraaf 2. Ontwikkelingsgebieden

Artikel 2.1
Algemeen

Aan het experiment met ontwikkelingsgebieden, bedoeld in artikel 2.2 van de Chw, worden vijf gebieden toegevoegd. Zoals in de toelichting bij de eerste tranche van het besluit (Stb. 2010, 289) is aangegeven, gaat het bij ontwikkelingsgebieden met name om het mogelijk maken van gewenste maatschappelijke ontwikkelingen die door het ontbreken van milieugebruiksruimte niet van de grond komen. Te denken valt aan gebieden in transitie en aan intensivering van ruimtegebruik op en rond bedrijventerreinen. De aanwijzing als ontwikkelingsgebied maakt het mogelijk dat tijdelijk kan worden afgeweken van bepaalde milieunormen. Een voorwaarde hiervoor is dat in het bestemmingsplan wordt gewaarborgd dat uiterlijk binnen tien jaar nadat het bestemmingsplan onherroepelijk is geworden weer aan de geldende milieunormen wordt voldaan.

De gebieden die aan het experiment, bedoeld in artikel 2.2 van de wet, worden toegevoegd, worden hieronder beschreven.

Bedrijventerrein ’t Veen, gemeente Hattem

Bedrijventerrein ’t Veen is een gemengd bedrijventerrein van 23 ha en ligt in de gemeente Hattem. De gemeente heeft als doel dit bedrijventerrein te transformeren naar een gemengd gebied met de hoofdfunctie wonen voor circa 300 tot 500 nieuw te bouwen woningen en (bestaande) bedrijven in categorie 1 en 2. Bij de transformatie van het gebied loopt de gemeente tegen verschillende milieunormen aan. Om met de bouw van de woningen te kunnen beginnen, is het van belang dat tijdelijk van deze milieunormen kan worden afgeweken. Het experiment met het ontwikkelingsgebied kan hier uitkomst bieden. Aanwijzing als ontwikkelingsgebied maakt het mogelijk om enerzijds milieuruimte van bestaande bedrijven in te perken en anderzijds tijdelijk af te wijken van milieunormen. Zodoende kan eerder kan worden gestart met de realisatie van de woningbouw. De gemeente kan alleen tijdelijk afwijken van milieunormen als in het bestemmingsplan wordt aangetoond en gewaarborgd dat binnen tien jaar weer aan de geldende normen kan worden voldaan.

Spoorzone, gemeente Hilversum

De gemeente Hilversum wil de omgevingskwaliteit van de Spoorzone (postcodegebied 1221) versterken. Daarbij wordt onder andere ingezet op een betere gezondheid onder bewoners en het bestendig maken van de wijk tegen de gevolgen van klimaatverandering. Duurzaamheid staat centraal en kan naast de versterkte omgevingskwaliteit tot uiting komen in onder andere het stimuleren van duurzame energie, circulaire economie en het aardgasvrij maken van gebouwen. Bovendien kan met de transformatie van het gebied de bouw van 500 tot 1.000 woningen worden gerealiseerd. De gemeente kiest voor een werkwijze die vooruitloopt op de Omgevingswet. Er wordt ingezet op een geleidelijke en organische ontwikkeling, waarbij bewoners en bedrijven worden gevraagd zelf initiatief te nemen. Om dit type ontwikkeling mogelijk is te maken is het van belang om tijdelijk af te kunnen wijken van grenswaarden, bijvoorbeeld geluidsnormen in de Wet geluidhinder. De aanwijzing als ontwikkelingsgebied maakt het mogelijk om de milieugebruiksruimte te optimaliseren, omdat tijdelijk van bepaalde milieunormen kan worden afgeweken als is aangetoond en gewaarborgd in het bestemmingsplan dat binnen tien jaar weer aan de geldende normen kan worden voldaan.

Zevenbergen-Noord, gemeente Moerdijk

In de gemeente Moerdijk ligt het gebied Zevenbergen-Noord. Een deel van het gebied bestaat op dit moment uit een gezoneerd bedrijventerrein; in dit gebied is zwaardere bedrijvigheid toegestaan. Het is de bedoeling dit terrein te dezoneren en te transformeren naar een gebied waar naast lichtere vormen van bedrijvigheid, ook wonen en recreëren zijn toegestaan. Om de binnenstedelijke bouw van 500 woningen mogelijk te maken, moet worden bezien hoe omgegaan kan worden met de milieugebruiksruimte van bestaande bedrijven. Het experiment met het ontwikkelingsgebied kan hier uitkomst bieden. Het ontwikkelingsgebied biedt de mogelijkheid om enerzijds milieugebruiksruimte in te perken en anderzijds tijdelijk af te wijken van milieunormen om al eerder te kunnen starten met woningbouw. Er kan gedurende tien jaar worden afgeweken van milieunormen, mits de gemeente in het bestemmingsplan borgt dat binnen tien jaar weer aan de geldende normen kan worden voldaan.

Bedrijventerrein Lagedijk, gemeente Schagen

Het bestaande bedrijventerrein Lagedijk in de gemeente Schagen is ongeveer 64 ha groot. Hiervan is 6 ha nog uitgeefbaar. Het bedrijventerrein ligt tegen de kern van Schagen aan. Met een nieuw bestemmingsplan wil de gemeente samen met de bewoners en ondernemers het woon- en werkklimaat optimaliseren. Door transformatie en revitalisering wordt het vestigingsklimaat op het bedrijventerrein verbeterd. Door te zorgen voor flexibele, maar wel passende regelgeving kan worden ingespeeld op toekomstige vraag en aanbod van ontwikkelingen. Verder is binnen het bedrijventerrein een haven aanwezig. De recreatieve functie van de haven is voor de gemeente aanleiding om met het bestemmingsplan te bewerkstelligen dat de omgeving van de haven wordt getransformeerd naar een meer recreatief gebied. De huidige invulling van milieugebruiksruimte staat echter aan deze ontwikkeling in de weg. Er is namelijk geen milieugebruiksruimte voor nieuwe ontwikkelingen, terwijl tegelijkertijd veel bedrijven hun verkregen gebruiksruimte niet volledig benutten. Het experiment met het ontwikkelingsgebied biedt mogelijkheden om deze ruimte beschikbaar te maken voor nieuwe ontwikkelingen. Wanneer gebruiksruimte gedurende drie jaar niet is gebruikt of als er geen concrete uitbreidingsplannen zijn, dan kan de ongebruikte ruimte worden ingeperkt. Dit komt duurzaam ruimtegebruik ten goede.

Zevenhont Oost, gemeente Zwartewaterland

Genemuiden, één van de plaatsen in de gemeente Zwartewaterland, is dé tapijtstad van Nederland. In de kern van Genemuiden ligt het bedrijventerrein Zevenhont Oost. Vanwege het internationaal toonaangevende karakter en het onderscheidende profiel heeft de provincie Overijssel het tapijtcluster Genemuiden - Hasselt aangewezen als topwerklocatie. Dit cluster heeft een stuwende functie voor de regionale economie en werkgelegenheid en heeft de potentie om zich te ontwikkelen tot een innovatief circulair ecosysteem. Om dit potentieel volledig te ontwikkelen is de gemeente voornemens het bestaande bedrijventerrein met circa 22 ha uit te breiden. Hiermee kan worden voorzien in de uitbreidingsbehoefte van bestaande bedrijven. In combinatie met de mogelijkheden van het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte en de aanwijzing als ontwikkelingsgebied ziet de gemeente kansen om naast ruimtelijke kaders ook duurzaamheid, het vormgeven van circulaire economie en het optimaliseren van milieugebruiksruimte in het bestemmingsplan op te nemen. Door het opnemen van monitorregels in het plan houdt de gemeente controle op de ontwikkeling van het bedrijventerrein.

Paragraaf 3. Innovatie

Artikel 3.1
Algemeen

Aan het experiment van het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte in artikel 7c van het besluit worden zestien gebieden toegevoegd. Met dit experiment kunnen gemeenten vooruitlopen op de in de Omgevingswet beoogde verbreding van het bestemmingsplan tot een omgevingsplan. De gemeenten waar deze gebieden liggen, hebben voor deze gebieden te kennen gegeven dat de bestaande regelgeving op het gebied van ruimtelijke ordening beperkingen heeft voor het bereiken van de gewenste ontwikkelingen in het betreffende gebied.

De gebieden die met deze regeling worden toegevoegd aan het experiment, bedoeld in artikel 7c van het besluit, liggen in de gemeenten Bernheze, ’s-Hertogenbosch en Oss, Bodegraven-Reeuwijk, Capelle aan den IJssel, Cromstrijen, Hattem, Heerhugowaard, Hilversum, Loon op Zand, Meppel, Midden-Groningen, Nieuwegein, Reusel-De Mierden, Tilburg, Utrechtse Heuvelrug, Waterland en Westerkwartier. De aangewezen projecten bevinden zich in verschillende stadia van het planvormingsproces. In sommige gevallen weet de gemeente al precies welke ontwikkelingen zullen plaatsvinden, waar regelgeving wringt en zijn er al concrete ideeën over de invulling van het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte. In andere gevallen weet de gemeente wel de ontwikkelingsrichting die ze mogelijk wil maken en is duidelijk dat het bestaande instrumentarium onvoldoende ruimte biedt om deze ontwikkeling te realiseren. Deze gemeenten weten echter nog niet precies wanneer de ontwikkelingen zullen plaatsvinden (organische gebiedsontwikkeling), of hebben nog geen duidelijkheid welke elementen van de verbrede reikwijdte toegepast zullen worden in het bestemmingsplan. Daarom levert deze innovatie in wet- en regelgeving een belangrijke bijdrage aan het vormgeven van de organische gebiedsontwikkeling.

De gebieden die aan het experiment, bedoeld in artikel 7c van het besluit, worden toegevoegd, worden hieronder beschreven.

Heesch West, gemeenten Bernheze, ’s-Hertogenbosch en Oss

De gemeenten Bernheze, ’s-Hertogenbosch en Oss werken gezamenlijk aan de ontwikkeling van het regionale bedrijventerrein Heesch West. Dit project is in achtste tranche van het Bu Chw (Stb. 2014, 331) al opgenomen in artikel 7b (planperiode van 20 jaar) en in de negentiende tranche van het besluit (Stb. 2019, 121) is dit project opgenomen in artikel 7ab (experiment Bevi). Dit blijkt niet voldoende te zijn om het project te realiseren. Het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte biedt meer ruimte voor het combineren van bedrijvigheid die veel ruimte vraagt, bijvoorbeeld logistieke bedrijvigheid, en duurzame projecten, zoals bedrijvigheid op het gebied van circulaire economie, energie en nieuwe concepten in de bouw.

Centrum Bodegraven, gemeente Bodegraven-Reeuwijk

De doelstelling van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk is om het centrum van Bodegraven als aantrekkelijk verblijfsgebied te versterken en compacter te maken. Daarom gaat de gemeente aan de slag met een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte voor het centrumgebied. In het nieuwe bestemmingsplan wordt de centrumvisie verankerd. De relatie tussen de centrumvisie en het bestemmingsplan bestaat vooral uit de begrenzing van het kernwinkelgebied. Het nieuwe bestemmingsplan moet onder andere de mogelijkheid bieden voor transformatie van functies. Hiermee moet het voorzieningenniveau in stand worden gehouden. Dit komt de economische vitaliteit van het gebied ten goede. Verder wordt het nieuwe bestemmingsplan zo vormgegeven dat het niet in de weg staat aan nieuwe ontwikkelingen op het gebied van centrummanagement en duurzaamheid. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan maatregelen voor extra waterberging en maatregelen ter voorkoming van hitte-stress.

Bongerd Wingerd, gemeente Capelle aan den IJssel

De buurt Bongerd Wingerd in Capelle aan den IJssel wordt getransformeerd naar een meer divers gebied dat intensiever wordt gebruikt. Daarvoor komen gebouwen in aanmerking voor sloop-nieuwbouw en kunnen woningen van een hogere prijscategorie worden toegevoegd. Ook worden bestaande flats gemoderniseerd en geïsoleerd. Lokale bewoners en ondernemers worden uitgenodigd om zelf initiatieven te ontplooien. Met het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte is het mogelijk om open normen te stellen die meer ruimte bieden voor dergelijke initiatieven. Bovendien ontstaat er door het opnemen van regels over de fysieke leefomgeving in het bestemmingsplan een integraal kader voor de beoordeling van initiatieven. Vernieuwing in de gebouwde omgeving en ruimte voor initiatieven moeten bijdragen aan het intensievere gebruik van het gebied en de sociale cohesie. Het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte draagt dus niet alleen bij aan ruimtelijke, maar ook aan maatschappelijke doelen. Daarnaast wordt de verbrede reikwijdte ingezet om de gezondheid en duurzaamheid te bevorderen.

Molenpolder, gemeente Cromstrijen

Vanaf 2010 is in de gemeente Cromstrijen een ontwikkeling in gang gezet die moet leiden tot een nieuw natuur-, recreatie- en woongebied ten zuiden van Numansdorp. Een groot deel van dit gebied is al in ontwikkeling voor woningbouw en landgoederen. De laatste fase van deze ontwikkeling ziet op de recreatieontwikkeling in het deelgebied de Molenpolder. De gemeente wil in regionaal verband inzetten op een forse toeristische ambitie. Om tot recreatieontwikkeling te komen zijn forse ingrepen nodig zoals de aanleg van een grote waterplas, een open verbinding met het Hollands Diep, de aanleg van natuur en strand, de omlegging van waterkeringen en andere infrastructurele werken. De gemeente Cromstrijen wil een bestemmingsplan opstellen dat voldoende ontwikkelingsmogelijkheden biedt, zodat de markt bereid is de investeringen te doen die nodig zijn om de benodigde ingrepen uit te voeren en de toeristische ambitie te halen. Een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte biedt hier meer mogelijkheden voor. Zo is de gemeente voornemens om via een open norm de verantwoordelijkheid voor duurzame gebiedsontwikkeling bij de initiatiefnemers te leggen. De initiatiefnemers krijgen in eerste instantie zelf de mogelijkheid om hier invulling aan te geven. Deze norm zal de komende jaren verder worden ingevuld. De gemeente denkt daarbij onder andere aan het stimuleren van de aanleg van zonnevelden, circulair bouwen en duurzame mobiliteit.

Bedrijventerrein ’t Veen, gemeente Hattem

De gemeente Hattem heeft als doelstelling het gemengde bedrijventerrein ‘t Veen van 23 ha geleidelijk te laten verkleuren tot een gemengd gebied met hoofdfunctie 'wonen’ voor 300 tot 500 nieuwe woningen en (bestaande) bedrijven in categorie 1 en 2. De gemeente wil in samenspraak met eigenaren en andere belanghebbenden komen tot een vorm van organische gebiedsontwikkeling. Het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte maakt dit makkelijker. Bij het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte kan de gemeente bijvoorbeeld gebruikmaken van de mogelijkheid om onderzoek te faseren en kan het bestemmingsplan ook gericht zijn op milieuaspecten. Door de verbrede reikwijdte wordt het daarnaast makkelijker om in te spelen op efficiënt ruimtegebruik en het optimaliseren van de waterhuishouding. Bedrijventerrein ’t Veen wordt in deze regeling ook toegevoegd aan het experiment met het ontwikkelingsgebied.

Stationsgebied, gemeente Heerhugowaard

Het stationsgebied in de gemeente Heerhugowaard is een belangrijk knooppunt voor de stad en de regio. De doelstelling van de gemeente is om van dit gebied een hoogwaardig stedelijk kerngebied te maken waarin verschillende functies zoals openbaar vervoer, infrastructuur, openbare ruimte en woningbouw samenkomen en elkaar versterken. Het gebied is geschikt voor deze transformatie omdat er nog relatief veel ontwikkelingsruimte is en de goede bereikbaarheid via het spoor gecombineerd kan worden met een goede ontsluiting via de weg (N242). Bovendien zijn Heerhugowaard en Alkmaar benoemd als versnellingslocaties voor de woningbouwopgave in dit deel van Nederland. Om de economische en stedelijke potenties van dit gebied goed te benutten is het belangrijk om de transformatie van het stationsgebied optimaal te faciliteren. Daarom wil de gemeente Heerhugowaard een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte vaststellen.

Spoorzone, gemeente Hilversum

De gemeente Hilversum wil de omgevingskwaliteit van de Spoorzone (postcodegebied 1221) versterken. Daarbij wordt onder andere ingezet op een betere gezondheid onder bewoners en het bestendig maken van de wijk tegen de gevolgen van klimaatverandering. Duurzaamheid staat centraal en kan naast de versterkte omgevingskwaliteit tot uiting komen in onder andere het stimuleren van duurzame energie, circulaire economie en het aardgasvrij maken van gebouwen. Bovendien kan met de transformatie van het gebied de bouw van 500 tot 1.000 woningen worden gerealiseerd. De gemeente kiest voor een werkwijze die vooruitloopt op de Omgevingswet. Er wordt ingezet op een geleidelijke en organische ontwikkeling, waarbij bewoners en bedrijven worden gevraagd zelf initiatief te nemen. De gemeente stelt voor het gebied een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte vast. Dit maakt de gewenste organische gebiedsontwikkeling mogelijk. De gemeente wil in het bestemmingsplan bijvoorbeeld regels opnemen over de fysieke leefomgeving, lokale verordeningen integreren en flexibiliteit inbouwen door het hanteren van beleidsregels, het doorschuiven van de onderzoeksverplichting en het faseren van kostenverhaal. Het project Spoorzone wordt in deze regeling ook toegevoegd aan het experiment met het ontwikkelingsgebied.

Kern De Moer, gemeente Loon op Zand

De kern De Moer is met ongeveer 600 inwoners de kleinste kern van de drie kernen van de gemeente Loon op Zand. In De Moer is er sprake van een grote diversiteit aan bestemmingen. Door een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte voor dit gebied op te stellen wil de gemeente ervaringen opdoen in aanloop naar de inwerkingtreding van de Omgevingswet. In het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte wil de gemeente bestaande verordeningen integreren. Daarnaast wil de gemeente met het nieuwe bestemmingsplan inspelen op thema’s als duurzaamheid, leefbaarheid, gezondheid en veiligheid. Meer specifiek is de gemeente voornemens om in te zetten op recreatie aangezien de gemeente Loon op Zand zich profileert als toeristisch-recreatieve gemeente. Dit kan bijvoorbeeld worden gerealiseerd door het toestaan van agrarische en andere functies ter vervulling van maatschappelijke behoeften.

Nieuwveense Landen, gemeente Meppel

De woonwijk Nieuwveense Landen is in de derde tranche van het Bu Chw (Stb. 2012, 350) toegevoegd aan artikel 6c. Op basis van dit experiment kan op andere wijze invulling worden gegeven aan de in het Bouwbesluit 2012 opgenomen eis over energieprestatie. De gemeente wil voor dit gebied een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte regels vaststellen waarin regels worden opgenomen over het realiseren van duurzaamheidsmaatregelen. Duurzaamheid is het belangrijkste aspect in Nieuwveense Landen. Gestreefd wordt naar een 100% duurzame woonwijk, maar de gemeente wil ook bij de bouw, de inrichting en het beheer van het gebied uitsluitend gebruikmaken van energie die duurzaam gewonnen is. Daarmee wil de gemeente een voorbeeld stellen voor de toekomst. In het plangebied worden zonneparken gerealiseerd. De mogelijkheden van het integreren van verordeningen in het plan worden onderzocht, in het bijzonder het opnemen van welstandsregels. Daarnaast wordt gekeken op welke manier gebruik kan worden gemaakt van beleidsregels en hoe onderzoekslasten kunnen worden gefaseerd.

Kern Overschild, gemeente Midden-Groningen

Overschild ligt centraal in het aardbevingsgebied. Uit onderzoek blijkt dat aan 80% van de woningen en andere gebouwen dusdanige maatregelen moeten worden getroffen dat, conform de daarvoor geldende kaders, herbouw noodzakelijk is. In dat kader is met alle betrokkenen gewerkt aan de structuurvisie Overschild 2018-2028 waar het Witboek (2.0) Dorpsvisie Versterking Overschild deel van uitmaakt. Het op te stellen bestemmingsplan moet de processen en het uitvoeringsprogramma om tot herbouw te komen op een snelle manier faciliteren. De mogelijkheden van een flexibel plan worden onderzocht, waarbij het gebiedsproces en snelle en laagdrempelige procedures centraal staan. Uitgangspunt hierbij is de inzichtelijkheid, leesbaarheid en actualiteit van het bestemmingsplan. Ook de onderdelen van het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte zoals inpassing van het welstandsbeleid, fasering van onderzoekslasten en het stellen van brede indieningsvereisten worden onderzocht. De ervaringen van dit bestemmingsplan worden meegenomen bij het werken aan het omgevingsplan voor de gehele gemeente.

Rijnhuizen, gemeente Nieuwegein

In de veertiende tranche (Stb. 2016, 381) is de gemeente Nieuwegein voor het gebied Rijnhuizen toegevoegd aan het experiment van het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte. De gemeente wenst ook een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte te kunnen vaststellen voor de westelijke oever van het Merwedekanaal, zodat realisatie van een brug voor langzaam verkeer over het kanaal binnen het plangebied valt. Realisatie van een brug over het kanaal is onderdeel van de planvorming. Het moment van realisatie en financiering van deze brug is echter afhankelijk van marktinitiatieven in Rijnhuizen. Gelet op het organische karakter van de transformatie van dit gebied, is de financiering en de uitvoerbaarheid van de brug op voorhand lastig aan te tonen. Daarom wordt in deze regeling het Merwedekanaal over de lengte van het plangebied dat in de veertiende tranche is aangewezen, toegevoegd aan het experiment met het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte.

Buitengebied, gemeente Reusel-De Mierden

De gemeente Reusel-De Mierden heeft in haar omgevingsvisie, die in het voorjaar van 2018 is vastgesteld, een standpunt ingenomen over de omvang en de plek van intensieve veehouderijen in het buitengebied van de gemeente. Gelet op de verwachting dat vele veehouders de komende jaren zullen stoppen met hun bedrijf, wil de gemeente agrarische locaties herbestemmen. Het gebied is ook steeds meer in trek voor andere functies, zoals wonen, recreëren en kleinschalige bedrijvigheid. Het transformeren van de agrarische gebieden naar deze functies versterkt de vitaliteit van het buitengebied en zorgt voor een positieve impuls. Daarnaast kan met transformatie worden voorkomen dat op vrijkomende agrarische locaties ongewenste illegale ontwikkelingen plaatsvinden. Bij de transformatie van het gebied wil de gemeente ruimte laten aan initiatieven en kunnen inzetten op maatwerk. Daarom wil de gemeente met een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte een duidelijk kader scheppen dat houvast biedt voor initiatiefnemers en hun omwonenden, maar dat tegelijkertijd ook ruimte laat flexibiliteit. Hier kan bijvoorbeeld met open normen invulling aan worden gegeven.

Spoorzone013, gemeente Tilburg

In de gemeente Tilburg wordt Spoorzone013 ontwikkeld tot een hoogstedelijk gebied waar kan worden gewoond en gewerkt en waar culturele en horecagelegenheden kunnen worden bezocht. Dit gebied ligt in een groter gebied dat in de vierde tranche van het Bu Chw (Stb. 2012, 504) is aangewezen als ontwikkelingsgebied. Het project Spoorzone013 is gericht op het intensiveren van de centrum-stedelijke omgeving rond het knooppunt van openbaar vervoer. Hiermee wordt het ruimtebeslag op de groene buitengebieden en de automobiliteit beperkt. Het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte voor Spoorzone013 maakt het mogelijk om het gebied op organische wijze te ontwikkelen. Door het bestemmingsplan flexibel vorm te geven – bijvoorbeeld door te werken met open normen en beleidsregels – moet een gunstig vestigingsklimaat voor startende ondernemingen ontstaan. Ook wordt de verbrede reikwijdte van het bestemmingsplan gebruikt om in te spelen op de gevolgen van klimaatverandering.

Van Bennekomweg, gemeente Utrechtse Heuvelrug

De gemeente Utrechtse Heuvelrug gaat aan de slag om zich inhoudelijk goed voor te bereiden op het gefaseerd vaststellen van een omgevingsplan voor het gehele gemeentelijke grondgebied. Op de inbreidingslocatie “Van Bennekomweg” verkent de gemeente, in nauwe samenwerking met de samenleving, de mogelijkheden van de Omgevingswet op het vlak van integratie van verordeningen, flexibiliteit in regelgeving, deregulering, het opnemen van beeldkwaliteitseisen en het opnemen van energietransitie en klimaatadaptatie in het bestemmingsplan. Voor dit terrein, de voormalige gemeentewerf, is door de gemeenteraad een bouwenveloppe vastgesteld. Hierin is een beschrijving van de randvoorwaarden opgenomen voor de ontwikkeling van het gebied voor woningbouw in het (sociale) huursegment. Door middel van een flexibel plan wordt aan de markt overgelaten hoe het gebied, binnen de door de gemeente vastgelegde kaders, wordt ontwikkeld. De regels in het plan wil de gemeente op zodanige wijze vaststellen dat deze via meerdere ingangen gemakkelijk opvraagbaar en inzichtelijk zijn voor de gebruiker.

Galgeriet, gemeente Waterland

Het terrein Galgeriet ligt op een centrale locatie in Monnickendam tussen het oude centrum, de Gouwzee en het recreatiegebied Hemmeland. Het is een omvangrijk en uniek project binnen de gemeente Waterland. Het bestaande bedrijventerrein zal worden getransformeerd naar een woonwijk met een diversiteit aan nieuwe bedrijvigheid, waarbij de bestaande bedrijvigheid deels behouden blijft. Het project voorziet in de bouw van circa 600 woningen en maakt ook andere economische ontwikkelingen mogelijk, zoals horecagelegenheden, een hotel en een supermarkt. De diversiteit aan voorzieningen komt de woon- en werkgelegenheid ten goede. Verder zal het nieuwe (woon)gebied gasloos en energieneutraal worden ontwikkeld. Om aan deze opgave te kunnen voldoen heeft het project behoefte aan creatieve en innovatieve oplossingen. De gemeente is daartoe al met verschillende organisaties in gesprek. Vanwege de unieke locatie van het project aan de Gouwzee, wordt bijvoorbeeld gekeken naar de mogelijkheden voor energieopwekking uit het oppervlaktewater. De gemeente verwacht door het vaststellen van een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte beter en sneller in te kunnen spelen op innovatieve ontwikkelingen door te werken met open normen en flexibiliteit in beleidsregels. De verbrede reikwijdte wil de gemeente verder gebruiken om meer zaken in het bestemmingplan te betrekken, zoals het opnemen van gebiedsgerichte milieuregels, het integreren van lokale verordeningen en het opnemen van andere regels met betrekking tot de fysieke leefomgeving.

Oostergast, gemeente Westerkwartier

De gemeente Westerkwartier wil voor de locatie Oostergast een duurzame en kwalitatief hoogwaardige woonwijk ontwikkelen die voorziet in de lokale en deels regionale woningbehoefte. Oostergast is één van de grotere woningbouwlocaties rondom de stad Groningen. De komende jaren worden in de hele wijk nog circa 300 woningen gebouwd. Door de goede bereikbaarheid met de trein en de hoge ruimtelijke kwaliteit van de wijk worden veel inwoners vanuit de stad Groningen aangetrokken. De gemeente is initiatiefnemer van het project en werkt bij de realisatie samen met een marktpartij. Deze locatie ligt aan de oostzijde van het dorp Zuidhorn, tussen De Nieuwe Gast en de Spicastraat, en sluit aan op het gebied ‘Tussen de Gasten’ dat in de zeventiende tranche van het Bu Chw (Stb. 2019, 53) is opgenomen voor het experiment bestemmingsplan met verbrede reikwijdte. Het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte maakt het mogelijk meer kwalitatieve regels over beeldkwaliteit op te nemen. Ook op het gebied van klimaatadaptatie (waterberging, hittestress) wordt onderzocht of en zo ja, op welke wijze aan deze ambities vorm en inhoud kan worden gegeven.

Artikel 3.2
Algemeen

Aan het experiment van het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte voor het gehele grondgebied in artikel 7g van het besluit worden vijf nieuwe gemeenten toegevoegd. Dit experiment maakt het mogelijk dat gemeenten toewerken naar een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte voor het gehele grondgebied. Met een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte kunnen gemeenten vooruitlopen op de in de Omgevingswet beoogde verbreding van het bestemmingsplan tot een omgevingsplan.

De gemeenten Almere, Bloemendaal, Moerdijk, Schagen en Zwartewaterland worden met deze regeling toegevoegd aan het experiment, bedoeld in artikel 7g van het besluit. De betreffende gemeenten bevinden zich in verschillende stadia van het planvormingsproces. In sommige gevallen weet de gemeente al precies welke ontwikkelingen zullen plaatsvinden, waar regelgeving wringt en zijn er al concrete ideeën over de invulling van de verbrede reikwijdte van het bestemmingsplan. In andere gevallen kent de gemeente wel de ontwikkelingsrichting die ze mogelijk wil maken en is duidelijk dat het bestaande instrumentarium onvoldoende ruimte biedt om deze ontwikkeling te realiseren. Deze gemeenten weten echter nog niet precies wanneer de ontwikkelingen zullen plaatsvinden (organische gebiedsontwikkeling), of hebben nog geen duidelijkheid welke elementen van de verbrede reikwijdte toegepast zullen worden in het bestemmingsplan. Daarom levert deze innovatie in wet- en regelgeving een belangrijke bijdrage aan het vormgeven van de organische gebiedsontwikkeling.

De gemeenten die aan het experiment, bedoeld in artikel 7g van het besluit, worden toegevoegd, worden hieronder beschreven.

Almere

De gemeente Almere is al sinds 2014 aan de slag met bestemmingsplannen met verbrede reikwijdte voor de gebieden Floriade en Oosterwold. In navolging van deze plannen gaat de gemeente toewerken naar een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte voor het gehele grondgebied. Met dit bestemmingsplan wil de gemeente Almere onder andere inspelen op nieuwe ontwikkelingen in het kader van duurzaamheid. Door nu al in de geest van de Omgevingswet een innovatief bestemmingsplan op te stellen, waarmee bijvoorbeeld wordt gestuurd op opwekking van duurzame energie en CO2-reductie, geeft de gemeente hier invulling aan. Daarnaast moet dit bestemmingsplan bijdragen aan het halen van de afspraken die in het kader van de RRAAM (Rijksstructuurvisie Regio Amsterdam Almere Markermeer) met het Rijk zijn gemaakt. De komende vijftien jaar moeten er in de regio van Almere 60.000 nieuwe woningen en 100.000 nieuwe arbeidsplaatsen worden gerealiseerd. Door in het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte te werken met uitnodigingsplanologie en belemmeringen uit de huidige bestemmingsplannen weg te halen kan een stap worden gezet om deze doelen te halen.

Bloemendaal

De gemeente Bloemendaal is bezig met de voorbereidingen op de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Om deze voorbereiding verder vorm te geven gaat de gemeente Bloemendaal aan de slag met een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte voor het hele grondgebied. De gemeente gaat gefaseerd naar een grondgebied dekkend bestemmingsplan toewerken en richt zich daarom in navolging van het project Bleekersveld op drie andere pilotgebieden. Het gaat in eerste instantie om de gebieden Strand kuststrook, Vitaal Vogelenzang en Reinwaterpark. Centraal bij het opstellen van het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte voor het gehele grondgebied staat dat het plan ruimte moet bieden om duurzaamheidsdoelstellingen te behalen. Dit geldt voor aspecten als energieneutraal en aardgasvrij bouwen dan wel verbouwen en maatregelen in het kader van kilmaatadaptatie. Ook zal stevig worden ingezet op participatie. Voor het gebied Strand kuststrook wil de gemeente met het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte beter in kunnen spelen op de – volgens de gemeente niet wenselijke – verandering van familiestrand naar evenemententerrein. Het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte biedt verder de mogelijkheid om verordeningen te integreren. Door de verbrede reikwijdte kunnen ook geluidnormen worden opgenomen in het plan. Het project Vitaal Vogelenzang betreft een integrale herindeling van het gebied met als doel de leefbaarheid en kwaliteit van Vogelenzang te verbeteren. Het doel is om het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte in ieder geval te richten op duurzaamheid, beeldkwaliteit en beperking van lichtvervuiling. Het gebied Reinwaterpark is aangewezen als inbreidingslocatie voor woningbouw (circa 40.000 m2). De gemeente wil voor de planontwikkeling voor dit gebied haar duurzaamheidsdoelstellingen, de beeldkwaliteit en milieunormen (bijvoorbeeld aardgasvrij bouwen) opnemen in een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte.

Moerdijk

In aanloop naar de inwerkingtreding van de Omgevingswet wil de gemeente Moerdijk gefaseerd toewerken naar een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte voor het gehele grondgebied. Door steeds voor een deel van het grondgebied een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte op te stellen, wil de gemeente zich stapsgewijs voorbereiden op de regels en mogelijkheden van de Omgevingswet. Gedacht wordt aan het integreren van lokale verordeningen, het opnemen van open normen, het regelen van aspecten met betrekking tot gezondheid en het faseren van onderzoekslasten. Daarnaast loopt in de gemeente ook een aantal herstructurerings- en ontwikkelingsprojecten. Een voorbeeld hiervan is het project Zevenbergen-Noord. Dit project is in deze regeling ook als ontwikkelingsgebied aangemeld. Deze projecten kunnen met een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte op een flexibele manier worden gefaciliteerd.

Schagen

De gemeente Schagen gaat gefaseerd toewerken naar een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte voor het hele grondgebied. In aanloop naar de inwerkingtreding van de Omgevingswet kan de gemeente starten met het eenduidig maken van de planregels uit de verschillende bestemmingsplannen, het integreren van eventuele verordeningen en het opnemen van regels voor de gehele fysieke leefomgeving. Ook is de gemeente voornemens regels met betrekking tot klimaatadaptatie, duurzaamheid, gezondheid en energietransitie in het nieuwe bestemmingsplan op te nemen. Door in gebieden waar dat mogelijk is het plan flexibel in te richten, kan ruimte worden geboden aan nieuwe ontwikkelingen, hetgeen het vestigingsklimaat ten goede komt.

Zwartewaterland

De gemeente Zwartewaterland werkt stapsgewijs toe naar één bestemmingsplan voor het hele grondgebied in aanloop naar de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Vanwege de wisselwerking met de regels op het bedrijventerrein Zevenhont Oost en de uitbreiding daarvan wil de gemeente de planregels hiervoor afstemmen op de overige regels voor het gemeentelijk grondgebied. De gemeente is voornemens om regels met betrekking tot duurzaamheid, landschappelijke inpassing en klimaatadaptatie in de planregels op te nemen en deze af te stemmen op de regels die worden gesteld voor het bedrijventerrein Zevenhont Oost en de uitbreiding daarvan. Het bedrijventerrein Zevenhont Oost wordt in deze regeling ook toegevoegd aan het experiment met het ontwikkelingsgebied.

Paragraaf 4. Overige bepalingen

Artikel 4.1

Dit artikel regelt de inwerkingtreding. Er wordt afgeweken van de systematiek van vaste verandermomenten en een invoeringstermijn van drie maanden omdat door onmiddellijke inwerkingtreding voor de doelgroep (verschillende overheden) aanmerkelijke publieke nadelen worden voorkomen. De in deze regeling betrokken overheden hebben zelf verzocht om bij regeling te worden toegevoegd aan bij AMvB mogelijk gemaakte experimenten. Enkele zijn ook al begonnen met de procedures die moeten leiden tot besluiten waarin uitvoering wordt gegeven aan de experimenten waaraan de projecten middels deze regeling worden toegevoegd. Zij zullen worden benadeeld als de besluitvormingsprocedure voor deze projecten wordt vertraagd als toepassing wordt gegeven aan de regeling inzake vast verandermomenten en een invoeringstermijn van drie maanden. De regeling bevat verder geen regels waaraan administratieve lasten verbonden zijn voor burgers en bedrijven of andere nadelen als gevolg van de afwijking.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

Naar boven