Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 26 juni 2019, nr. 2019-0000343502, houdende wijziging van de Regeling Bouwbesluit 2012 met betrekking tot het aanwijzen van een nieuwe versie van het CCV-inspectieschema, van de Bepalingsmethode Milieuprestatie Gebouwen en GWW-werken, en van een aantal normen

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 1a, derde lid, van de Woningwet en op de artikelen 1.5, eerste en derde lid, en 5.9, vijfde lid, van het Bouwbesluit 2012;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling Bouwbesluit 2012 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1.12 wordt ‘versie 11.0 (inclusief correctie van 16 januari 2018)’ vervangen door ‘versie 12.0 van 1 januari 2019’.

B

Artikel 3.1 komt te luiden:

Artikel 3.1

Waar in artikel 5.9 van het besluit wordt verwezen naar de Bepalingsmethode Milieuprestatie Gebouwen en GWW-werken is bedoeld de Bepalingsmethode Milieuprestatie Gebouwen en GWW-werken van 1 januari 2019 met inbegrip van het wijzigingsblad van 1 juli 2019.

C

Artikel 5.5 komt te luiden:

Artikel 5.5.NEN 2654-2

Waar in artikel 6.23, derde en vijfde lid, van het besluit wordt verwezen naar NEN 2654-2 zijn bedoeld de onderdelen 5, 6 en 7 van die norm.

D

Bijlage I wordt als volgt gewijzigd:

1. De verwijzing naar NEN 6069+A1:2016 komt te luiden:

NEN 6069+A1+C1:2019 Beproeving en klassering van de brandwerendheid van bouwdelen en bouwproducten.

2. De verwijzing naar NEN 3215 2011+C1:2014 komt te luiden:

NEN 3215+C1+A1:2018 Gebouwriolering en buitenriolering binnen de perceelgrenzen -Bepalingsmethoden voor de afvoercapaciteit, water- en luchtdichtheid en afstand van dakuitmondingen.

3. De verwijzing naar NEN 7120+C2 2012 komt te luiden:

NEN 7120+C2 2012 Energieprestatie van gebouwen - Bepalingsmethode, inclusief correctiebladen C3 2013, C4 2014, C5:2014, wijzigingsblad A1:2017 voor wat betreft de hierin opgenomen wijzigingen van bijlage E en het correctieblad A1:2017/C1:2017 voor wat betreft de hierin opgenomen wijzigingen van bijlage E (alleen bij toepassing van artikel 3.6 gelden het volledige wijzigingsblad A1:2017 en correctieblad A1:2017/C1:2017).

E

Bijlage II wordt als volgt gewijzigd:

1. De verwijzing naar NEN-EN 1996-1-1+A1:2013 komt te luiden:

NEN-EN 1996-1-1:2006+A1:2013 Eurocode 6: Ontwerp en berekening van constructies van metselwerk - Deel 1-1: Algemene regels voor constructies van gewapend en ongewapend metselwerk, inclusief nationale bijlage NB:2018.

2. De verwijzing naar NEN-EN 1997-1+C1+A1:2016 komt te luiden:

NEN-EN 1997-1+C1+A1:2016 Eurocode 7: Geotechnisch ontwerp - Deel 1: Algemene regels, inclusief nationale bijlage NB+C1:2018.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2019.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

TOELICHTING

Algemeen

1. Inleiding

Met deze wijziging van de Regeling Bouwbesluit 2012 is een nieuwe versie van het CCV-inspectieschema Brandbeveiliging- Inspectie brandbeveiligingsysteem aangewezen.

Voorts is voor de bepaling van de milieuprestatie zoals bedoeld in artikel 5.9 van het Besluit een nieuwe versie van de Bepalingsmethode Milieuprestatie Gebouwen en GWW-werken aangewezen. Deze nieuwe versie met als datum 1 januari 2019 met inbegrip van het wijzigingsblad van 1 juli 2019 is met ingang van 1 juli 2019 in de plaats gekomen van de Bepalingsmethode Milieuprestatie Gebouwen en GWW-werken van november 2014 (met inbegrip van wijzigingsbladen). Met de introductie van deze nieuwe bepalingsmethode is de correctiefactor van 0.4 komen te vervallen.

Daarnaast zijn van een aantal in het Bouwbesluit 2012 aangestuurde NEN-normen en NEN-EN-normen nieuwe uitgaves van toepassing verklaard of correcties van de aansturing doorgevoerd. Hiermee is zeker gesteld dat bij de toepassing van die normen gebruik kan worden gemaakt van de laatste versie.

2. Procedure en inspraak

De ontwerpregeling is voorgelegd aan de Juridisch Technische Commissie (JTC) van het Overlegplatform bouwregelgeving (OPB). Dit heeft niet tot wijzigingen geleid.

3. Code interbestuurlijke verhoudingen

De ontwerpregeling is voorgelegd aan de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) in het kader van de formele adviesbevoegdheid als bedoeld in de Code interbestuurlijke verhoudingen. De VNG heeft geen opmerkingen gemaakt.

4. Notificatie

De ontwerpregeling is op 14 maart 2019 ingevolge artikel 5, eerste lid, van Richtlijn (EU) 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende diensten van de informatiemaatschappij (codificatie) (PbEU 2015, L241) voorgelegd aan de Europese Commissie (notificatienummer 2019/0114/NL). De bepalingen van deze regeling bevatten mogelijk technische voorschriften in de zin van deze richtlijn. Deze bepalingen zijn verenigbaar met het vrije verkeer van goederen; zij zijn evenredig en waar nodig voorzien van een gelijkwaardigheidsbepaling met het oog op de wederzijdse erkenning. Zie voor deze gelijkwaardigheidsbepaling artikel 1.3 van het Bouwbesluit 2012. Van de Europese Commissie zijn geen opmerkingen ontvangen.

Melding aan het Secretariaat van de Wereldhandelsorganisatie ingevolge artikel 2, negende lid, van de op 15 april 1994 te Marrakech tot stand gekomen Overeenkomst inzake technische handelsbelemmeringen (Trb. 1994, 235) heeft niet plaatsgevonden nu in casu geen sprake is van significantie voor de handel.

5. Lasten

De aanwijzing van deze nieuwe versie van het CCV-inspectieschema brengt geen lastenverzwaring mee. Het gaat bij deze nieuwe versie vergeleken met de eerdere versie om enkele verduidelijkingen, aanvullingen en relatief ondergeschikte correcties. Deze beperkte wijzigingen betreffen zogenoemde bedrijfseigen kosten. Zie voor een overzicht van deze wijzigingen paragraaf 1.5 van versie 12.0 (1 januari 2019) van het CCV-inspectieschema.

Wat betreft de wijzigingen ten aanzien van de Bepalingsmethode van de Milieuprestatie heeft Stichting Bouwkwaliteit in februari 2019 een impact-analyse laten uitvoeren door LBP|Sight en SGS Search. De rapporten zijn te raadplegen op de site over de Nationale Milieudatabase van de Stichting Bouwkwaliteit www.milieudatabase.nl. Op basis van deze rapporten kan worden geconcludeerd dat de nieuwe bepalingsmethode alsmede het vervallen van de correctiefactor in de Regeling Bouwbesluit niet leidt tot een lastenverzwaring. Er is evenmin sprake van extra administratieve lasten of regeldruk, omdat het een reguliere actualisatie betreft van een al bestaande bepalingsmethode.

De aanwijzing van de laatste versies van een aantal normen (artikel I, onderdelen D en E) brengt in principe geen lastenverzwaring mee. Het gaat bij deze nieuwe versies vergeleken met de eerdere versies slechts om enkele verduidelijkingen, aanvullingen en relatief ondergeschikte wijzigingen.

Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) deelt de analyse dat deze wijzigingsregeling geen omvangrijke gevolgen heeft voor de regeldruk. De ATR heeft om die reden geen formeel advies uitgebracht.

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A

In artikel 1.12 is een nieuwe versie van het CCV-inspectieschema Brandbeveiliging- Inspectie brandbeveiligingsysteem aangewezen. Deze versie 12.0 (1 januari 2019) van het CCV-inspectieschema Brandbeveiliging- Inspectie brandbeveiligingsysteem is met ingang van 1 juli 2019 in de plaats van de versie 11.0 gekomen. Versie 12.0 is te raadplegen op de site van het CCV, Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid: www.hetccv.nl. In paragraaf 1.5 van versie 12.0 is een schema opgenomen met de wijzigingen die zijn aangebracht ten opzichte van de eerdere versie.

Onderdeel B

Met de wijziging van artikel 3.1 is de laatste versie van de Bepalingsmethode Milieuprestatie Gebouwen en GWW-werken aangewezen. Deze nieuwe versie van de bepalingsmethode MPG (versie 1 januari 2019 met inbegrip van het wijzigingsblad van 1 juli 2019) is te raadplegen op de site over de Nationale Milieudatabase van Stichting Bouwkwaliteit: www.milieudatabase.nl. Met deze wijziging is de bepalingsmethode verder afgestemd op NEN-EN15804. Ook zijn in deze versie de databases voor de burgerlijke en utiliteitsbouw samengevoegd met die voor de grond-, weg- en waterbouw. De nieuwe versie van de bepalingsmethode MPG is voorafgaand aan de vaststelling door de Stichting Bouwkwaliteit getoetst bij gebruikers, deskundigen en andere belanghebbende partijen. Met de introductie van de nieuwe bepalingsmethode is de correctiefactor van 0.4 die eerder in het tweede lid van dit artikel was opgenomen vervallen. Op basis van artikel 3.1, tweede lid, mocht de uitkomst van de milieuprestatieberekening worden verlaagd met 0.4 wanneer er bij de berekening gebruik was gemaakt van de Nationale Milieudatabase (NMD) release 2.0 of hoger. Deze correctie was alleen bedoeld als een tijdelijke maatregel en vervalt nu. In het verlengde van de vaststelling van de nieuwe bepalingsmethode MPG zijn overigens diverse technische verbeteringen in de Nationale Milieudatabase doorgevoerd.

Onderdeel C

Artikel 5.5 is aangepast in verband met de aansturing van een nieuwe versie van NEN 2654-2 met ingang van 1 januari 2019. In deze nieuwe versie van de norm is sprake van een andere indeling van de onderwerpen dan in de daaraan voorafgaande versie van NEN 2654-2. Dit maakt het nodig dat artikel 5.5 daarop wordt aangepast. Deze redactionele correctie was abusievelijk niet meegenomen in de wijziging van de Regeling Bouwbesluit 2012 met ingang van 1 januari 2019.

Onderdeel D

Met deze wijziging inzake NEN 7120 wordt het wijzigingsblad A1:2017 en correctieblad A1:2017/C1:2017 alleen aangewezen voor wat betreft de hierin opgenomen wijzigingen van bijlage E van NEN 7120. Bijlage E heeft betrekking op de correcte waardering van de lucht-waterwarmtepompen voor het maken van een EPC-berekening. Met de andere onderdelen van het wijzigingsblad A1:2017 en het correctieblad A1:2017/C1:2017 op NEN 7120 behoeft dus geen rekening te worden gehouden. Dit is alleen anders wanneer artikel 3.6 van de Regeling Bouwbesluit 2012 van toepassing is, in dat geval geldt het volledige wijzigingsblad A1:2017 en het correctieblad A1:2017/C1:2017. Genoemd artikel 3.6 stelt eisen aan bijna energie-neutrale overheidsgebouwen.

Artikel II

Deze regeling treedt op 1 juli 2019 in werking.

Gezien het grote belang dat gehecht wordt aan een zo spoedig mogelijk inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling is geen rekening gehouden met de formele voorbereidingstijd voor het bouwbedrijfsleven van tenminste twee maanden vanaf vaststelling van de regeling. Er wordt in dat verband op gewezen dat de notificatietermijn van drie maanden voorafgaande aan de vaststelling van deze regeling in zekere zin ook is te beschouwen als voorbereidingstijd, omdat deze regeling in het kader van de notificatie openbaar is gemaakt. Zie voor de notificatie ook onderdeel 4 van het algemeen deel van de toelichting.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

Naar boven