TOELICHTING
Algemeen
1. Inleiding
Met deze wijziging van de Regeling Bouwbesluit 2012 is een nieuwe versie van het CCV-inspectieschema
Brandbeveiliging- Inspectie brandbeveiligingsysteem aangewezen.
Voorts is voor de bepaling van de milieuprestatie zoals bedoeld in artikel 5.9 van
het Besluit een nieuwe versie van de Bepalingsmethode Milieuprestatie Gebouwen en
GWW-werken aangewezen. Deze nieuwe versie met als datum 1 januari 2019 met inbegrip
van het wijzigingsblad van 1 juli 2019 is met ingang van 1 juli 2019 in de plaats
gekomen van de Bepalingsmethode Milieuprestatie Gebouwen en GWW-werken van november
2014 (met inbegrip van wijzigingsbladen). Met de introductie van deze nieuwe bepalingsmethode
is de correctiefactor van 0.4 komen te vervallen.
Daarnaast zijn van een aantal in het Bouwbesluit 2012 aangestuurde NEN-normen en NEN-EN-normen
nieuwe uitgaves van toepassing verklaard of correcties van de aansturing doorgevoerd.
Hiermee is zeker gesteld dat bij de toepassing van die normen gebruik kan worden gemaakt
van de laatste versie.
2. Procedure en inspraak
De ontwerpregeling is voorgelegd aan de Juridisch Technische Commissie (JTC) van het
Overlegplatform bouwregelgeving (OPB). Dit heeft niet tot wijzigingen geleid.
3. Code interbestuurlijke verhoudingen
De ontwerpregeling is voorgelegd aan de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG)
in het kader van de formele adviesbevoegdheid als bedoeld in de Code interbestuurlijke
verhoudingen. De VNG heeft geen opmerkingen gemaakt.
4. Notificatie
De ontwerpregeling is op 14 maart 2019 ingevolge artikel 5, eerste lid, van Richtlijn
(EU) 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende
een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende
diensten van de informatiemaatschappij (codificatie) (PbEU 2015, L241) voorgelegd
aan de Europese Commissie (notificatienummer 2019/0114/NL). De bepalingen van deze
regeling bevatten mogelijk technische voorschriften in de zin van deze richtlijn.
Deze bepalingen zijn verenigbaar met het vrije verkeer van goederen; zij zijn evenredig
en waar nodig voorzien van een gelijkwaardigheidsbepaling met het oog op de wederzijdse
erkenning. Zie voor deze gelijkwaardigheidsbepaling artikel 1.3 van het Bouwbesluit
2012. Van de Europese Commissie zijn geen opmerkingen ontvangen.
Melding aan het Secretariaat van de Wereldhandelsorganisatie ingevolge artikel 2,
negende lid, van de op 15 april 1994 te Marrakech tot stand gekomen Overeenkomst inzake
technische handelsbelemmeringen (Trb. 1994, 235) heeft niet plaatsgevonden nu in casu geen sprake is van significantie voor de handel.
5. Lasten
De aanwijzing van deze nieuwe versie van het CCV-inspectieschema brengt geen lastenverzwaring
mee. Het gaat bij deze nieuwe versie vergeleken met de eerdere versie om enkele verduidelijkingen,
aanvullingen en relatief ondergeschikte correcties. Deze beperkte wijzigingen betreffen
zogenoemde bedrijfseigen kosten. Zie voor een overzicht van deze wijzigingen paragraaf
1.5 van versie 12.0 (1 januari 2019) van het CCV-inspectieschema.
Wat betreft de wijzigingen ten aanzien van de Bepalingsmethode van de Milieuprestatie
heeft Stichting Bouwkwaliteit in februari 2019 een impact-analyse laten uitvoeren
door LBP|Sight en SGS Search. De rapporten zijn te raadplegen op de site over de Nationale
Milieudatabase van de Stichting Bouwkwaliteit www.milieudatabase.nl. Op basis van deze rapporten kan worden geconcludeerd dat de nieuwe bepalingsmethode
alsmede het vervallen van de correctiefactor in de Regeling Bouwbesluit niet leidt
tot een lastenverzwaring. Er is evenmin sprake van extra administratieve lasten of
regeldruk, omdat het een reguliere actualisatie betreft van een al bestaande bepalingsmethode.
De aanwijzing van de laatste versies van een aantal normen (artikel I, onderdelen
D en E) brengt in principe geen lastenverzwaring mee. Het gaat bij deze nieuwe versies
vergeleken met de eerdere versies slechts om enkele verduidelijkingen, aanvullingen
en relatief ondergeschikte wijzigingen.
Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) deelt de analyse dat deze wijzigingsregeling
geen omvangrijke gevolgen heeft voor de regeldruk. De ATR heeft om die reden geen
formeel advies uitgebracht.
Artikelsgewijs
Artikel I
Onderdeel A
In artikel 1.12 is een nieuwe versie van het CCV-inspectieschema Brandbeveiliging-
Inspectie brandbeveiligingsysteem aangewezen. Deze versie 12.0 (1 januari 2019) van
het CCV-inspectieschema Brandbeveiliging- Inspectie brandbeveiligingsysteem is met
ingang van 1 juli 2019 in de plaats van de versie 11.0 gekomen. Versie 12.0 is te
raadplegen op de site van het CCV, Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid:
www.hetccv.nl. In paragraaf 1.5 van versie 12.0 is een schema opgenomen met de wijzigingen die
zijn aangebracht ten opzichte van de eerdere versie.
Onderdeel B
Met de wijziging van artikel 3.1 is de laatste versie van de Bepalingsmethode Milieuprestatie
Gebouwen en GWW-werken aangewezen. Deze nieuwe versie van de bepalingsmethode MPG
(versie 1 januari 2019 met inbegrip van het wijzigingsblad van 1 juli 2019) is te
raadplegen op de site over de Nationale Milieudatabase van Stichting Bouwkwaliteit:
www.milieudatabase.nl. Met deze wijziging is de bepalingsmethode verder afgestemd op NEN-EN15804. Ook zijn
in deze versie de databases voor de burgerlijke en utiliteitsbouw samengevoegd met
die voor de grond-, weg- en waterbouw. De nieuwe versie van de bepalingsmethode MPG
is voorafgaand aan de vaststelling door de Stichting Bouwkwaliteit getoetst bij gebruikers,
deskundigen en andere belanghebbende partijen. Met de introductie van de nieuwe bepalingsmethode
is de correctiefactor van 0.4 die eerder in het tweede lid van dit artikel was opgenomen
vervallen. Op basis van artikel 3.1, tweede lid, mocht de uitkomst van de milieuprestatieberekening
worden verlaagd met 0.4 wanneer er bij de berekening gebruik was gemaakt van de Nationale
Milieudatabase (NMD) release 2.0 of hoger. Deze correctie was alleen bedoeld als een
tijdelijke maatregel en vervalt nu. In het verlengde van de vaststelling van de nieuwe
bepalingsmethode MPG zijn overigens diverse technische verbeteringen in de Nationale
Milieudatabase doorgevoerd.
Onderdeel C
Artikel 5.5 is aangepast in verband met de aansturing van een nieuwe versie van NEN
2654-2 met ingang van 1 januari 2019. In deze nieuwe versie van de norm is sprake
van een andere indeling van de onderwerpen dan in de daaraan voorafgaande versie van
NEN 2654-2. Dit maakt het nodig dat artikel 5.5 daarop wordt aangepast. Deze redactionele
correctie was abusievelijk niet meegenomen in de wijziging van de Regeling Bouwbesluit
2012 met ingang van 1 januari 2019.
Onderdeel D
Met deze wijziging inzake NEN 7120 wordt het wijzigingsblad A1:2017 en correctieblad
A1:2017/C1:2017 alleen aangewezen voor wat betreft de hierin opgenomen wijzigingen
van bijlage E van NEN 7120. Bijlage E heeft betrekking op de correcte waardering van
de lucht-waterwarmtepompen voor het maken van een EPC-berekening. Met de andere onderdelen
van het wijzigingsblad A1:2017 en het correctieblad A1:2017/C1:2017 op NEN 7120 behoeft
dus geen rekening te worden gehouden. Dit is alleen anders wanneer artikel 3.6 van
de Regeling Bouwbesluit 2012 van toepassing is, in dat geval geldt het volledige wijzigingsblad
A1:2017 en het correctieblad A1:2017/C1:2017. Genoemd artikel 3.6 stelt eisen aan
bijna energie-neutrale overheidsgebouwen.
Artikel II
Deze regeling treedt op 1 juli 2019 in werking.
Gezien het grote belang dat gehecht wordt aan een zo spoedig mogelijk inwerkingtreding
van deze wijzigingsregeling is geen rekening gehouden met de formele voorbereidingstijd
voor het bouwbedrijfsleven van tenminste twee maanden vanaf vaststelling van de regeling.
Er wordt in dat verband op gewezen dat de notificatietermijn van drie maanden voorafgaande
aan de vaststelling van deze regeling in zekere zin ook is te beschouwen als voorbereidingstijd,
omdat deze regeling in het kader van de notificatie openbaar is gemaakt. Zie voor
de notificatie ook onderdeel 4 van het algemeen deel van de toelichting.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren