TOELICHTING
Algemeen
Op grond van de Wet centraliseren tolkvoorzieningen auditief beperkten leef- en werkdomein,
luisterlijnen en vertrouwenswerk jeugd is de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
(Wmo 2015) gewijzigd in verband met het centraliseren van de tolkvoorzieningen ten
behoeve van de ondersteuning bij de maatschappelijke participatie van personen met
een auditieve beperking. Het zogenoemde leefdomein. Deze tolkvoorziening wordt niet
zoals andere voorzieningen in het kader van de Wmo 2015 door het college uitgevoerd
maar door het UWV. Op die manier wordt een centralisatie bereikt in de uitvoering
en in de inhoud van alle tolkvoorzieningen voor auditief beperkten, op het terrein
van werk, onderwijs en leefdomein.
In deze regeling worden op grond van artikel 3a.1.1 van de Wmo 2015 regels gesteld
over het aantal beschikbare vaste uren per jaar, de vergoeding en de kwaliteitseisen
van de tolken. Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) draagt zorg
dat er altijd tolken beschikbaar zijn voor niet inplanbare spoedgevallen.
De regeling is bedoeld als voortzetting van de Landelijke regeling tolkvoorziening
voor mensen met een zintuiglijke beperking 2015 met toelichting (december 2014). Auditief
beperkten en tolken houden zoveel mogelijk dezelfde rechten en plichten in verband
met de tolkvoorzieningen. Op een later moment zal worden bekeken of verder kan worden
geharmoniseerd tussen de overige tolkvoorzieningen voor auditief beperkten in het
onderwijs- en werkdomein.
Regeldruk, fraude en privacy
Het Adviescollege Toetsing Regeldruk heeft in het advies van 27 juni 2018 (Kenmerk:
MvH/RvZ/MK/bs/ATR0212/2018-U090) geadviseerd over de wet en de lagere regelgeving
die krachtens de Wet centraliseren tolkvoorzieningen auditief beperkten leef- en werkdomein,
luisterlijnen en vertrouwenswerk jeugd zijn gesteld. Het adviescollege geeft naar
aanleiding van dit besluit aan dat de regeldrukeffecten reeds voldoende in het kader
van de voorbereiding van de Wet centraliseren tolkvoorzieningen auditief beperkten
leef- en werkdomein, luisterlijnen en vertrouwenswerk jeugd aan bod zijn gekomen.
Tevens is een fraudetoets over de lagere regelgeving uitgevoerd. Deze regelgeving
brengt geen additionele frauderisico’s met zich mee. De mogelijke frauderisico’s zijn
gezien de doelgroep beperkt.
De Autoriteit Persoonsgegevens heeft in het kader van artikel 4a.1.1 van het Uitvoeringsbesluit
Wmo 2015 al over privacyaspecten geadviseerd, waaronder ook de gegevensstormen die
betrekking hebben op deze regeling.
Artikelsgewijs
Artikel I
Dit artikel introduceert een nieuw hoofdstuk over de tolkvoorzieningen van het UWV
voor auditief beperkten in het leefdomein. Hieronder wordt elk artikel in dit hoofdstuk
toegelicht.
Artikel 3a
In dit artikel staan een aantal definities opgenomen die in deze paragraaf worden
gehanteerd. Er zijn verschillende diensten die een tolk kan leveren zoals Nederlands
met ondersteunende gebaren, Nederlandse Gebarentaal, Tactiele Gebaren en schrijvend
vertalen. Deze diensten kunnen worden geleverd door een Tolk Nederlandse Gebarentaal
of een schrijftolk die staan ingeschreven in het Stichting Register Tolken Gebarentaal
en Schrijftolken. Dat is geregeld in het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015.
Artikel 3b
Aan auditief beperkte personen wordt in ieder geval 30 uur per 12 maanden en, voor
mensen die zowel auditief als visueel beperkt zijn, in elk geval 168 uur per 12 maanden
aan tolkdiensten beschikbaar gesteld. De ‘standaarduren’ mogen de mensen naar eigen
inzicht inzetten zolang het maar gaat om tolksituaties in het leefdomein (de privésfeer).
Indien men niet voldoende heeft aan de standaard tolkuren kan er een onderbouwd beroep
worden gedaan op meer uren. Gebruikers mogen hun tolkuren voor de leefsituatie niet
inzetten voor de onderwijs- of werksituatie, en omgekeerd. Dit volgt uit artikel 3a.1.1
van de Wmo 2015. Daarbij wordt in ieder geval geregeld dat het recht op tolken op
afstand en het recht op tolkdiensten voor auditief én visueel beperkten meer uren
omvat. Dit vaste aantal uren kan in één keer worden aangevraagd of over meerdere jaren.
Bij de aanvraag hoeven geen doelen te worden aangegeven. Bij declaraties moet wel
kenbaar worden gemaakt dat het gaat om de inzet van tolkdiensten ten behoeve van de
maatschappelijke participatie.
Naast het vaste aantal uren kunnen ook voor specifieke activiteiten uren worden aangevraagd.
Deze kunnen het maximum aantal uren overstijgen. Het gaat om op de persoon toegesneden
dienstverlening (maatwerk). Aan de toekenning van deze uren zijn wel een aantal voorwaarden
verbonden (zie artikel 4a.1.1 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015). Deze regeling
stelt echter alleen de omvang van het aantal vaste uren of ‘standaarduren’ vast.
Het gebruik van tolkdiensten op afstand wordt gestimuleerd. In dat kader geldt er
een ruilvoet 3:1 voor uren dienstverlening. Een rekenvoorbeeld: Een gebruiker heeft
recht op 30 uur dienstverlening per kalenderjaar. De gebruiker zou er ook voor kunnen
kiezen om 25 uur tolkdiensten op locatie af te nemen en de resterende 5 uur in te
ruilen voor 15 uur tolkdiensten op afstand. Overigens is voor mensen die zowel auditief
als visueel beperkt zijn het gebruik van tolkdiensten op afstand geen realistisch
alternatief. Voor deze groep wordt de bestaande aanspraak gecontinueerd. Er zijn twee
mogelijke situaties waarin op afspraak een tolk op afstand kan worden ingezet:
-
1. De auditief beperkte persoon en de horende gesprekspartner zijn op dezelfde locatie
en de tolk is thuis. De auditief beperkte persoon maakt een beeldverbinding met de
tolk. De tolk vertaalt de communicatie in de leefsituatie via deze beeldverbinding.
-
2. De auditief beperkte persoon, de horende gesprekspartner en de tolk zijn alle drie
op een verschillende locatie. De auditief beperkte persoon maakt een beeldverbinding
met de tolk. De tolk belt vervolgens de horende gesprekspartner. De tolk is dan op
afstand aan het telefoontolken.
De tolk krijgt de belkosten niet vergoed. Klanten en tolken moeten over deze kosten
vooraf gezamenlijk een afspraak maken. De tolkvoorziening is ook bedoeld voor kinderen
onder de 18 jaar. Het UWV draagt zorg dat er altijd tolken beschikbaar zijn voor niet
inplanbare spoedgevallen.
Artikel 3c
Het UWV verwerkt gegevens die noodzakelijk zijn voor het toekennen van de tolkvoorzieningen.
Deze gegevens worden aangeleverd door middel van een formulier. Op grond van artikel
3a.1.1 van de Wmo 2015 heeft het UWV de taak om auditief beperkten uit de gemeentelijke
populatie te ondersteunen met tolkdiensten in het kader van hun maatschappelijke participatie.
Het UWV heeft krachtens deze artikelen de mogelijkheid om persoonsgegevens te verwerken
(in dit artikel is artikel 3:74 van de Wajong van overeenkomstige toepassing verklaard).
Daarnaast staat er een algemene grondslag in artikel 54 van de Wet SUWI voor gegevensverwerking.
Bijzondere persoonsgegevens betreffende de gezondheid mogen in dat kader ook verwerkt
worden op grond van artikel 9, tweede lid, onderdeel h, van de Algemene Verordening
Gegevensbescherming (AVG) en artikel 30, eerste lid, onderdeel a, Uitvoeringswet AVG.
Het gaat hier om het persoonsgegeven dat iemand auditief beperkt is, namelijk de verklaring
van de huisarts of behandeld medisch specialist waaruit blijkt dat de persoon op dienstverlening
is aangewezen. Deze verklaring is niet nodig als het UWV al over zo’n verklaring beschikt
(zie artikel 4a.1.1 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015). Indien de auditief beperkte
(extra) uren aanvraagt voor specifieke activiteiten worden de doelen van die activiteit
enkel globaal beschreven en bewaard. Hierbij worden (daardoor) geen bijzondere persoonsgegevens
verwerkt en is niet te achterhalen wat de levensbeschouwelijke of politieke opvattingen
van een gebruiker zijn. Het komt voor dat tolkgebruikers vragen naar een tolk met
een specifieke expertise zoals kennis over een religieus ritueel. Hierbij gaat het
echter om de expertise van de tolk en de ondersteuningsvraag en niet de overtuigingen
of doelen van de gebruiker. Na afronding van de opdracht worden deze gegevens direct
verwijderd. Ook onnodig gegeven informatie wordt direct verwijderd en niet opgeslagen.
Aanvragen kunnen met zowel een fysiek formulier als via de elektronische weg. Het
doen van een aanvraag van tolkdiensten wordt van de nodige veiligheidswaarborgen voorzien.
Indien er bij een aanvraag bijlagen dienen te worden aangeleverd, stuurt de klant
deze in alle gevallen op met de fysieke post. De fysieke stukken worden in het elektronisch
dossier opgenomen in een afgeschermd deel, het medisch dossier. Degene die over de
toekenning van een tolkvoorziening beslist, ziet in het systeem dat er een medische
bijlage is aangeleverd, maar kan deze bijlage niet openen. Dat kan alleen de verzekeringsarts.
Hij of zij wordt gevraagd de bijlagen te beoordelen en de beslisser te informeren.
Daarmee heeft alleen de verzekeringsarts toegang tot de anderszins beveiligde bijlagen.
Deze handelwijze geldt overigens voor alle medische persoonsgegevens die het UWV nodig
heeft voor het uitvoeren van zijn wettelijke taken, zoals arbeidsongeschiktheidskeuringen.
Artikel 3d
Declaraties worden getoetst aan de voorgeschreven tarieven. Het is van belang dat
een declaratie is ondertekend. Dit kan zowel via de elektronische weg of via een zogenaamde
‘natte handtekening’ overeenkomstig de relevante bepalingen op grond van hoofdstuk
2 van de Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 3e
De uurvergoeding is gemaximeerd op € 54,71 per uur (dit is een bedrag exclusief BTW);
het totaal van de uren wordt per keer afgerond op kwartieren. De uurvergoeding wordt
verhoogd met een bepaald percentage, afhankelijk van het moment van de dag en de week
waarop getolkt wordt. Voor een tolk op afstand geldt ook een hoger tarief.
Met uitzondering van teamtolken worden tolken die voor groepen tolken niet vergoed
volgens artikel 3e van deze regeling, maar stelt het UWV een afzonderlijke vergoedingsregeling
op via een beleidsregel op grond van artikel 3a.1.1 van de Wmo 2015 en de Algemene
wet bestuursrecht. Dit geldt overigens ook voor aanvragen van (gemeentelijke) instellingen
of ambtshalve toekenningen zoals geregeld in het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015. Teamtolken
krijgen elk een vergoeding per uur.
Op situaties buiten Nederland is dus hetzelfde vergoedingenregime van toepassing.
Voor een aantal organisaties met een specifieke taak in relatie tot de gebruikers
(bijvoorbeeld belangenorganisaties voor de doelgroepen) is het vanuit doelmatigheidsoverwegingen
beter als de inzet van een tolk door de organisatie geregeld wordt in plaats van de
gebruikers. Om die reden wordt de praktijk waarbij deze organisaties een vergoeding
voor tolkuren kunnen claimen bij het UWV, gecontinueerd
De vergoeding wordt geïndexeerd aan de hand van de index Cao-lonen in de gezondheids-
en welzijnszorg. Als het bedrag afwijkt van het reeds geïndexeerde bedrag wordt het
voor de belanghebbenden duidelijk openbaargemaakt door het UWV.
Artikel 3f
De vervoerskosten worden vergoed voor € 0,60 per gereisde kilometer, waarbij de snelste
route telt. Hierbij wordt verwezen naar https://www.anwb.nl/verkeer/routeplanner ‘optie: snelste’ Dit kunnen zowel kosten voor openbaar vervoer zijn als eigen vervoer.
De vergoeding wordt verhoogd voor tolken die in het buitengebied werken zoals met
postcodes aangegeven, omdat daar de aanrijdtijden en de afstand tot de locatie van
het werk aanzienlijker is. Voor schrijftolken geldt de ruimere afstand in een groter
postcodegebied vanwege de geografische verdeling tolkgebruiker en schrijftolken.
Artikel 3g
Bij een annulering van de dienst van een tolk mogen de uren voor de helft van het
tarief gedeclareerd worden. De uren tellen echter wel mee voor het maximale aantal
vaste uren zoals vastgesteld in artikel 3b eerste en tweede lid, van deze regeling.
De reiskosten kunnen voor de helft gedeclareerd worden indien de tolk al ter plaatse
is als er geannuleerd wordt.
Artikelen 3h en 3i
Ten slotte wordt vastgelegd dat de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
(VWS) de uitgaven voor de tolkvoorzieningen bekostigt. Teneinde de in artikel 3a.3.1
van de Wmo 2015 bedoelde bekostiging in goede banen te leiden, moet het UWV een aantal
schriftelijke stukken bij de Minister van VWS aanleveren. Welke stukken dat zijn en
wanneer ze worden vastgesteld, is te lezen in artikel 3h en 3i. Het gaat hierbij om
onderdelen van bestaande verslaglegging en verantwoording die het UWV tot nu toe verstrekte
aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) die op grond van de Wet
structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen verantwoordelijk is voor het UWV.
Nu de budgetverantwoordelijkheid voor de tolkvoorzieningen is overgegaan naar de Minister
van VWS is het noodzakelijk dat laatstgenoemde minister eveneens (rechtstreeks) de
beschikking krijgt over de onderdelen van de verslagen die betrekking hebben op de
onderwijsvoorzieningen. Het tijdstip waarop de in dit artikel bedoelde informatie
wordt verstrekt, komt overeen met het tijdstip waarop de totale informatie aan de
Minister van SZW moet worden verstrekt.
Artikel II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2019 op het moment dat de Wet
centraliseren tolkvoorzieningen auditief beperkten leef- en werkdomein, luisterlijnen
en vertrouwenswerk jeugd in werking treedt.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge